archiveren

Tagarchief: symbolen

Op facebook kwam ik dit artikeltje tegen:
http://www.superleuk.nl/uit-onderzoek-blijkt-dat-mensen-die-tegen-zichzelf-praten-geniaal-zijn/

Voor mij een trigger momentje om het even te hebben over de innerlijke dialoog.
De innerlijke dialoog, met mijn Innerlijke Leraar is zeer belangrijk geweest en nog steeds in het proces van ontwaken uit de droom van afscheiding van Waarheid, Eenheid, Liefde, God. Allemaal woorden die symbool staan voor wat wij als dromende, projecterende denkgeest ijverig proberen te verbergen, maar altijd onveranderlijk zal blijven, omdat het dat is wat ‘we’ in werkelijkheid zijn, niet als lichaam, maar als denkgeest.
De drijvende kracht achter deze ontkenning van wat we werkelijk zijn is het geloof in zonde, schuld en angst.
Als we even eerlijk kijken naar de wereld kan het ons niet ontgaan dat dat inderdaad de drijvende kracht moet zijn achter alle beelden die we projecteren.
Want, is er iets onveranderlijk in de wereld die ik zie?
En wat veranderlijk is kan geen Waarheid zijn, want deze is altijd onveranderlijk onveranderlijk.

Wat ik nu zit te doen is een innerlijke dialoog voeren, een gesprek met mijzelf.
Ik voer dit soort dialogen de hele dag door, en soms vind ik het prettig ze op te schrijven, zoals nu.
Dit opschrijven van deze innerlijke dialogen is erg behulpzaam gebleken bij het eerlijk onder ogen te durven zien van al mijn gedachten en ze daardoor later nog eens terug te kunnen lezen. Dat heb ik geleerd dankzij de boeken van Jed McKenna die het begrip autolyse introduceert.
Autolyse is het opschrijven van alle gedachten die in je opkomen, ongecensureerd en bloed eerlijk. Het gaat niet om mooi schrijven, of schrijven volgens bepaalde regels, het is eigenlijk het laten leeglopen van je denkgeest zonder daar ook maar één oordeel over te hebben of te analyseren. Wat er ook voor krankzinnigs uit je komt, schrijf het gewoon op.
Je doet het puur voor jezelf, nogmaals om je gedachten te leren kennen, naar boven te brengen uit je goed bewaakte onderbewuste, met als doel je conditioneringen en dat wat jij tot nu toe dacht en geloofde dat je was te ontdekken, om als Vergevingsmateriaal te laten her-gebruiken, zodat de egodenkgeest steeds minder kracht krijgt en terug herinneren in Waarheid tenslotte een vanzelfsprekende onvermijdelijkheid is.

Natuurlijk kan je je gedachten ook bespreken met iemand anders die je vertrouwd, een professional of een vertrouwenspersoon. Zo’n persoon werkt als het goed is als een spiegel voor je. Maar zo weet ik uit ervaring, er zijn altijd gedachten die je niet kunt, of beter, wilt, durft te bespreken met een ander. In een innerlijke dialoog kan dat wel, ook al moet je dat ook eerst leren, want de schaamte, lees: het geloof in zonde, schuld en angst, het verdedigingsmechanisme van de egodenkgeest, is enorm sterk. Pas als we gaan leren en zien dat dat verdedigingsmechanisme niets te maken heeft met waar we ons voor lijken te schamen, maar louter en alleen als gedachte het verdedigingsmechanisme tegen Waarheid van de egodenkgeest is, kan de angst net genoeg afnemen om de gedachte gewoon zonder angst onder ogen te gaan zien en deze aan het licht te laten komen.

In een eerlijke innerlijke dialoog, komen alle aspecten van de denkgeest naar boven. Daar is de innerlijke criticus, de dissociërende denkgeest, de onderhandelaar, de ontkennende denkgeest, de sussende denkgeest, de woedende denkgeest, het slachtoffer, de leider, de aanvallende, de paniekerige denkgeest, de onverschillige denkgeest, de uitgeputte denkgeest, de hyper denkgeest, de depressieve denkgeest, de uitvlucht zoekende denkgeest, de pleasende denkgeest, de autoritaire denkgeest, de ver- en oordelende denkgeest, de trotse, de verlegen denkgeest, de angstige denkgeest, de paniekerige denkgeest, de ongeruste denkgeest, de zorgelijke, de zorgende denkgeest om maar wat kenmerken te noemen in willekeurige volgorde. Maar bovenal brengen we door het beoefenen van de innerlijke dialoog de observerende denkgeest naar boven, die als het ware boven het slachtveld instaat is al deze gedachten te leren waarnemen, observeren en dan de keuze kan maken al deze gedachten als vergevingsmateriaal en kansen te gaan leren zien en laten gebruiken…… of niet.
Dankzij de innerlijke dialoog leer ik al mijn egogedachten aan het licht te brengen, en dat is nodig om Ware Vergeving te kunnen beoefenen.

De innerlijke dialoog kan onder leiding van het ego de onjuist gerichte kant van de denkgeest of onder leiding van de Heilige Geest de Juist Gerichte kant van de denkgeest gevoerd worden. Oftewel onder leiding van angst of onder leiding van Liefde.
Ook het onderscheid leren maken voor welke leiding we kiezen kan duidelijk worden dankzij de innerlijke dialoog.
De innerlijke dialoog tussen angst en angst, kan niet anders dan leiden tot nog meer angst en schuld. De waarnemende denkgeest die onder leiding van angst (ego) staat zal dan misschien zeggen: “sukkel, nou doe je het alweer, dit wordt niets, ik leer het nooit” duidelijk een gedachte gebaseerd op het geloof in schuld.
Als waarnemende denkgeest onder leiding van Liefde (HG/J) kan dit echter oordeelloos waargenomen worden, onderkent, erkent, en zal er een veel mildere gedachten zijn zoiets als: “oeps, ik was alleen maar weer even bang”, en kan er opnieuw gekozen worden.

De innerlijke dialoog speelt zich af binnen de ene denkgeest, omdat er altijd maar één denkgeest is. Dus ook als we denken te praten met een ander zogenaamd buiten ons, is dat nog steeds een dialoog binnen de ene denkgeest. In wezen praten we dus altijd tegen onszelf en gaat wat we zien in een zgn ‘ander’ altijd over onze eigen gedachten over onszelf.
Er is altijd alleen maar één, dus ook maar één egodenkgeest, ook al lijken het er miljarden te zijn, wat niets anders is dan de geniale verdediging van de egodenkgeest tegen Eenheid, namelijk zoveel mogelijk chaos maken, zodat eenheid volledig lijkt verdwenen.
Ondanks het feit dat ook de innerlijke dialoog zich afspeelt in eenheid, is het behulpzaam het dualistische concept waar wij in zijn geloven na de afscheiding nu te laten her-gebruiken door een symbolische gesprekspartner te bedenken. Ook hierbij moeten we leren onderscheid te maken wanneer we kiezen voor voor een symbool van het egodenken of voor het Juist Gerichte Denken.
Al doende leren we dat als de dialoog hard tegen hard gaat met over en weer verwijten en beschuldigingen dat we dan hebben gekozen voor een innerlijke dialoog met het ego. Geen paniek (want dat is opnieuw kiezen voor ego), gewoon stoppen en opnieuw kiezen. Het speelt zich immers allemaal af in de ene denkgeest vanuit jouw/mijn persoonlijk focuspuntje, en dus ben ik de enige verantwoordelijke voor al mijn gedachten en tevens de keuzemaker.

Het kan dus behulpzaam zijn een voor jou persoonlijk symbool voor onveranderlijke en oordeelloze Liefde te kiezen om de innerlijke dialoog mee te voeren.
In Een cursus in wonderen wordt de Heilige Geest en of Jezus voorgesteld:

Is hij Gods enige Helper? Nee, zeker niet. Want Christus neemt vele vormen
aan met verschillende namen, totdat hun eenheid kan worden herkend.
Maar voor jou is Jezus de drager van Christus’ enkelvoudige boodschap
van Gods Liefde. Je hebt geen ander nodig. Het is mogelijk zijn
woorden te lezen en er baat bij te vinden zonder hem in je leven te aanvaarden.
Maar hij zou jou nog wat meer kunnen helpen als jij jouw vreugde
en verdriet met hem wilt delen en ze beide wilt achterlaten om Gods
vrede te vinden. (H5.6:1-7)

Voel je echter nog te veel weerstand tegen deze symbolen, wat eigenlijk alleen maar duidt op wederom een verdediging van de egodenkgeest tegen Waarheid, dan is elk ander symbool wat voor jou op dit moment voor onveranderlijke, oordeelloze Liefde staat ook prima.
Het kan dus ook een dialoog zijn met het Zelf.

Voor mij was en is het het symbool Jezus wat uitstekend werkt voor mij.
En dat drong al door toen ik het boek voor het eerst begon te lezen in 1999 en bij het lezen van T1.II.3-5, ik als het ware rechtstreeks in contact kwam met het Ware Zelf en ik Liefde voelde stromen en meteen dacht: “ok Jezus ik wil alleen samen met jou deze cursus lezen, ik vertrouw je”. En dat werkte als een trein, want ik voelde me precies daar naartoe geleid wat ik als denkgeest op dat moment kon begrijpen, alles waar ik, de denkgeest, nog niet aan toe was, zag ik gewoon niet, of dacht meteen, daar ben ik nog niet aan toe, dus leek de cursus voor mij nooit echt moeilijk. En werd ik telkens als ik de cursus weer opnieuw las weer langs een ander pad geleid waar ik als denkgeest op dat moment wel aan toe was. Vandaar ook dat verschijnsel dat iedereen die de cursus doet tegenkomt, dat het steeds weer een volledig nieuw boek lijkt bij herlezing. Het zijn de verschillende lagen van bewustzijn die worden afgepeld en dat gaat echt het makkelijkst als ik kies voor samen lezen en werken met mijn Innerlijke Leraar. Dat wil niet zeggen dat het een makkelijk proces is, oh nee, want het egogedeelte van de denkgeest reist ook altijd mee, er is immers alleen één.
Dus er zal onvermijdelijk veel weerstand opduiken bij elke gedachte. Onder leiding van de Innerlijke Leraar leer ik hiernaar te kijken en elke gedachte stap voor stap terug te nemen in de denkgeest en ze als vergevingsmiddel en kans te laten hergebruiken.

En is het niet heerlijk te beseffen dat de Innerlijke Leraar, dus een innerlijke dialoog altijd mogelijk is, altijd beschikbaar, elke seconde, dag en nacht?
Waarmee je al je gedachten ongecensureerd kan delen, nooit meer alleen, en altijd in te kunnen pluggen in die onveranderlijke stroom van Liefde, die we in wezen Zijn.

Tot zover mijn innerlijke dialoog die ik toch graag even hardop wilde doen.

Het ego denken kronkelt zich in allerlei geniaal bedachte bochten om de grondoorzaak, namelijk de keuze voor afscheiding van Eenheid, Waarheid, Liefde, God aan de aandacht te onttrekken.
Ik ontdek er steeds meer, naargelang de ‘helderheid’ van het doorzien toeneemt.

Het lijden, de pijn die ik ervaar komt nooit van waar het vandaan lijkt te komen, namelijk van iets of iemand buiten mij. Het lijden en de pijn komt vanuit mijn denkende denkgeest (p.s niet het brein!), die voor afscheiding heeft gekozen en deze keuze projecteert in een uiterlijke vermomming, zodat de bron aan de aandacht is onttrokken en ik, die nu gelooft een lichaam te zijn, nu ook gelooft in de ervaring van lijden en pijn veroorzaakt door andere lichamen, dingen en situaties.

De volgende (on)logische stap op dit ego dwaalspoor is zo snel mogelijk af zien te komen van het lijden en de pijn. Echter omdat de oorzaak aan de aandacht is onttrokken, is ‘vergeten’, richt ik mijn aandacht op het lichaam en de situaties om de pijn te bestrijden.
Daar waar de oorzaak van het lijden en de pijn niet kan liggen, dus logischerwijs ook niet kan worden opgelost en worden genezen.
Echter ik, die denkt en gelooft een lichaam te zijn denkt, gelooft en ervaart dat wel zo.
Ik, die denkt, gelooft en ervaart een lichaam te zijn, ben dus een leven lang en vele levens lang bezig aan lijden en pijn te ontkomen welke ik (de keuze voor egodenken) juist bedacht heb om in afscheiding van Eenheid, Waarheid, van Liefde, van God te blijven en dat kan alleen door lijden en pijn als bescherming en verdediging tegen Eenheid, Waarheid, Liefde, God te gebruiken, zonder me hiervan bewust te willen zijn, want dat moet juist verborgen blijven.
Vanuit het egodenken zijn lijden en pijn mijn beste vrienden, maar die gedachte moet natuurlijk verborgen blijven achter de vele vormen van zonde, schuld en angst gedachtes.
Dat schild, die verdedigingsmuur van zonde, schuld en angst lijkt heel effectief te werken, zolang er in wordt gelooft en de ervaring dit geloof bevestigd en in stand houdt.

De egodenkgeest is eigenlijk symbolisch gezien een geniale krankzinnige, aan hoogmoed lijdende moordlustige doorgedraaide, machtswellustige wetenschapper een soort Dr. Strange Love alias Dr. Merkwürdigliebe… (voor wie deze filmfiguur iets zegt).
Een van de vele merkwaardige ego rollen die de denkgeest aan kan nemen. Niet om serieus te nemen, maar meer als een hoogst merkwaardige grap, hahaha.

Echter het geloof in het werkelijk mogelijk zijn van het ervaren van lijden en pijn, kan dusdanig ondraaglijke vormen aannemen, dat de egodenkgeest ook kan kiezen uit die pijn en lijden te vluchten door niet meer te voelen.
Zowel het helemaal opgaan in lijden en pijn, als het weglopen van lijden en pijn, zijn beide zijden en beide mogelijkheden die de egodenkgeest kan gebruiken om de afscheiding ‘echt’ te doen laten lijken, en te doen laten ‘vergeten’ waar het allemaal vandaan komt; niets anders dan altijd weer uit de keuze voor liever afgescheiden te blijven van Eenheid, Waarheid, Liefde, God. Het motto van de keuze voor egodenken en ervaren is dan ook: “alles liever dan de Liefde van God”.
En als ultiem afsluit mechanisme worden zonde, schuld en angst gebruikt en geprojecteerd op Eenheid, Waarheid, Liefde, God.
Eenheid, Waarheid, Liefde, God is nu de vijand die hoe dan ook ten koste van alles moet worden bestreden.

De wereld, het hele universum en alles wat daar in rond loopt, kruipt, vliegt, zwemt en kronkelt plus het bijbehorende onvermijdelijke lijden en de pijn, is een uitdrukking en projectie van deze krankzinnige onmogelijke wens: “alles liever dan de Liefde van God”.

Dit alles doorzien is niet genoeg. Ik kan het volledig doorzien, maar toch gewoon doorgaan met het geloven en bovenal ervaren in dit krankzinnige denksysteem.
Wat nodig is, is weer het natuurlijke contact te hervinden met wat we in werkelijkheid ZIJN: onveranderlijke Eenheid, Waarheid, Liefde, rustend in God.
En dit kan alleen door wat ik in eerste instantie heb opgeworpen ter verdediging tegen Eenheid, Waarheid, Liefde, God, nu te leren zien als middel, als sleutel om weer terug te herinneren in Eenheid, Liefde, God. En dat kan alleen via de weg van de ervaring, maar nu aan de hand van de nog altijd aanwezige herinnering (de brug) aan Eenheid, Waarheid, Liefde, God, in plaats van aan de hand van zonde, schuld en angst, het middel om te vergeten dat we in werkelijkheid nooit uit Eenheid, Waarheid, Liefde, God weggelopen zijn.

Deze herinnering aan Eenheid, Waarheid, Liefde, God wordt in ECIW voorgesteld als de Heilige Geest en of Jezus, beide symbolen voor de brug van het terug herinneren in Eenheid, Waarheid, Liefde God.
In principe kan elk symbool, welke symbool kan staan voor mij voor non-dualistische Liefde, dienen als hulpmiddel in contact te komen met het natuurlijke verlangen terug te herinneren in waar nooit uit is weggegaan.

Ervaren, observeren en de bereidheid dat wat niet gebeurt kan zijn te vergeven aan de hand van HG/J of een ander symbool, is de sleutel voor terug herinneren in Waarheid, Liefde, God.

Daarom is ECIW geen cursus in Liefde.
Dat wat we in werkelijkheid zijn als onveranderlijke Geest in God (Liefde) hoeft immers niet geleerd te worden, maar slechts herinnerd. En dat herinneren kan alleen maar door alles wat misbruikt werd met als doel Liefde te vergeten, dus dat zijn al mijn afscheidingsgedachten en ervaringen van vormen van zonde, schuld en angst, opnieuw in de ogen te kijken onder leiding nu van HG/J (of een ander behulpzaam symbool), en te laten ontmaskeren en te laten vergeven.
Dat is de enige weg terug.
ECIW is een 100% praktische cursus, omdat ze mij leert dat wat ik geloof en ervaar kan her-gebruiken om weer terug te herinneren in Eenheid, Waarheid, Liefde, God.

Durf ik mijn ‘ergste’ egogedachten eerlijk onder ogen te zien?
Wat is daar voor nodig om dat te kunnen en te willen vooral?
Alles wat ik als buiten mij ervaar heb ik daar buiten geprojecteerd als symbool voor afscheiding en zijn dus afkomstig uit de keuze voor zonde, schuld en angst.
Ook al denk ik nog zoveel te houden van iemand of iets, zolang ik iemand of iets als autonoom buiten mij zie, zie ik dat zo omdat ik afscheiding, dus vormen van zonde, schuld en angst projecteer. Het lastige is, en aangeeft dat het ego afscheidingsdenken heel slim in elkaar zit, is dat ik heel erg kan lijken te houden van of heel erg geef om, of gesteld ben op die iemand of iets die buiten mij lijkt te bestaan.
Voordat de waarnemende en ervarende ‘ik’ (denkgeest) onder ogen wil en durf te zien dat zolang ik iemand of iets als los van mij zie en ervaar het om ego liefde en ego geven-om gaat en zolang ik hier nog voor terugdeins en met afschuw dit blijf ontkennen, blijf ik stug voor egodenken en ervaren kiezen.

Eerlijk al mijn diepst verborgen egogedachten onder ogen willen en kunnen zien, kan niet geforceerd worden, geaffirmeerd worden, over gemediteerd worden of door doen alsof opgelost worden. De denkgeest zal daar aan toe moeten zijn, zodat de keuze voor ‘Het’ andere Doel, terug herinneren in Eenheid, een logische keuze zal zijn.
Als de denkgeest eraan toe is, zal het onder ogen willen en durven zien niet meer als een onmogelijke bedreiging voelen, maar als een noodzakelijke stap die aan de Hand van Bereidwilligheid gezet kan worden, omdat gezien wordt dat het onder ogen zien van al mijn ego-afscheidings-gedachten noodzakelijk is om werkelijk te kunnen Vergeven en me volledig te Herinneren en te ontwaken uit de droom van afscheiding.
Al mijn speciale relaties zullen dan worden her-gebruikt en symbolen worden voor terugkeren in Liefde, in plaats van voor afscheiden van Liefde.

Het wordt mij steeds duidelijker getoond dat mijn ego symbolen voor liefde, die als afleiding en substituut voor de Liefde van God zijn opgeworpen, eerst heel eerlijk en duidelijk onder ogen moet worden gezien, voordat ze kunnen oplossen in Ware Vergeving. En dan natuurlijk ‘aan de hand’ van Jezus/Heilige Geest voor mij de symbolen voor de verbinding terug naar de Liefde van God. Doe ik dit ‘aan de hand’ van ego (angst), dan zal de weerstand om eerlijk te kijken gewoon te groot zijn. En het is heel behulpzaam te gaan leren herkennen wanneer ik toch de hand van ego vastpak, en hier eerlijk naar te leren kijken. Gewoon te kijken naar dat wat er op dat moment is en er niet iets anders van te maken, wat mij beter uitkomt, wat weer niets anders is dan weer kiezen voor weerstand, voor angst, dus voor ego.

In de praktijk komt het er dan op neer dat juist mijn symbolen die ik als substituut voor mijn werkelijke Bron heb opgeworpen, de symbolen zijn die mij in de droom het meest nabij lijken te staan. Dus bijvoorbeeld ouders, kinderen, partner, familie, vrienden en niet te vergeten mezelf. Het is niet zo moeilijk om mijn speciale liefde in deze speciale relaties te herkennen, maar het is verdomd lastig de speciale haat te willen herkennen, zien en erkennen.
En toch is dat nodig hier heel eerlijk in te zijn. In de wereld van de droom heerst de dualiteit, en deze bevat zowel speciale liefde, als de andere zijde van de ego medaille, de tegenhanger van speciale liefde, speciale haat. Beide moeten eerst eerlijk onder ogen worden gezien.

Kijk ik hier opnieuw met het ego naar dan is er opnieuw een gevoel van afschuw, wat weer opnieuw nog meer afschuw en weerstand oproept, want de ego denkgeest kan alleen maar zonde, schuld en angst herkennen en projecteren.
Vechten tegen deze gevoelens van afschuw, haat en woede, versterkt het alleen maar en zorgt voor een nog verder wegzakken in haat. Daar is geen uitweg uit als ik dit met het ego (zonde, schuld en angst) blijf bevechten.

Ben ik bereid hier met J/HG naar te kijken, met mijn Juist gerichte denkgeest, dán is er een uitweg.
En daar is behalve bereidheid dit te willen, ook de bereidheid voor nodig oordeelloos eerlijk te kijken naar dat wat er is:  bijvoorbeeld, ja, ik haat mijn moeder, ja, die en die voorheen vriendschappelijke relatie irriteert mij nu ineens bovenmatig, en vooral mijn zelfhaat is enorm. Dat is eerlijk kijken, zonder identificatie ermee, zonder het persoonlijk te maken. En dat is niet erg als ik mezelf dat toch weer zie doen, maar gewoon een vergissing en het geloof een lichaam te zijn te midden van andere lichamen, in plaats van te willen herinneren denkgeest te zijn en wel één denkgeest welke alles en iedereen zonder uitzondering omvat.

Alleen als ik bereid ben hier eerlijk naar te kijken, precies zoals ik het heb opgezet, geprojecteerd en het doel erken, namelijk mijn wil om in afscheiding te blijven, en bereid ben te zien dat het niets maar dan ook niets heeft te maken met de projecties, dus een lastige moeder, of een andere lastige verbinding, (herinner je les 5, Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk), dan pas zal Ware Vergeving werken.

Dat betekent ook dat ik elke uitkomst elke verwachting die mij het beste lijkt in de vorm mag laten varen en ik me gewoon kan laten vallen in dat wat is, aan de hand van HG/J, of een ander symbool dat voor mij staat voor de onvoorwaardelijke Liefde van God, in het vertrouwen dat ik niet weet wat het meest liefdevol is in enige situatie of relatie.

Het ‘doen’ speelt zich niet af in het vervolgens dan toch zelf veranderen van wat zich in de vorm, de wereld, in mijn relaties afspeelt, maar in de denkgeest. En dat ‘doen’, bestaat uit de bereidheid om eerlijk te kijken naar al mijn gedachten, tijdens het ervaren, en deze over te dragen aan HG/J, ‘mijn’ Juist gerichte denkgeest, daar opnieuw de keuze maken, nu heel bewust, voor Vergeving.

Let wel dit betekent niet dat ik me moet terugtrekken uit de wereld en niets meer moet doen. Ik heb het verhaal nog steeds nodig zolang ik hier ‘ervaar’, alleen het verhaal krijgt nu een andere functie, dat is het enige verschil.

Ik viel als een blok voor een prachtige ‘van boven af gezien’ afbeelding van 140 x 200 van Manhattan.
Was er zelfs door ontroerd. Eerst dacht ik doordat onze zoon en schoondochter daar sinds bijna 2 jaar wonen, maar een dag later bleek het iets anders te zijn wat onder die emotie verscholen lag, (Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk, les 5).
Ik keek naar de afbeelding en voelde een enorme emotie van vrijheid, ik voelde me als het ware boven de chaos, het slagveld uitgetild.
En elke keer als ik de afbeelding nu zie, en dat is altijd, want daar valt niet aan te ontkomen, is deze afbeelding nu een symbool voor de herinnering dat ik als denkgeest altijd naar mijn eigen projecties kan kijken, als het ware vanuit helikopter view, van boven het slagveld en ik dus niet mijn projecties ben.

Het is echt prachtig hoe zo’n helikopter view foto aan de muur mij helpt te herinneren, steeds vanuit dat standpunt, vanuit denkgeest view te kijken.
En dan zie ik mijzelf en alle anderen mijn eigen egogedachten projecties uitvoeren en spelen, in een soort versnelde afspeel modus. En ik zie dat het allemaal alleen maar een wegvluchten is in de chaotische doolhof projecties (symbool, de straten van NYC) ten einde te ‘vergeten’ dat ik het lichaam dat niet ben en doe, maar denkgeest.
Ik voel dat ik opnieuw een sluier van serieusheid heb laten vallen en dat ik ook in de aanwezigheid van mijn speciale relatie projecties, mijn vrolijkheid en vreugde mag tonen, zonder het gevaar een blissninny te worden, die alles maar onder het vloerkleedje van rozewolkerigheid veegt. Wat ook maar niets anders is dan een angst gedachte geprojecteerd door mij als denkgeest.
Ware inleving is niet mee gaan in de ellende projecties van anderen, maar onder leiding van HG/J precies dat ‘geven’ wat de ander denkt en gelooft nodig te hebben, en als dat mijn vreugde, blijheid en optimisme is, dan geef ik dat met liefde. Ik weet immers van niets de bedoeling.
Afstemmen op de HG kant van de denkgeest is het enige wat ik hoef te doen, de rest zal volgen.

De lichtheid neemt toe…

20150917_200913

Gelukkig zijn!, vrolijk zijn!, aardig zijn!, riep mijn vader altijd als ik weer eens niet geluk en vrolijkheid uitstraalde…
Een uitspraak die mij altijd wit-heet maakte.
Tot mijn pubertijd was ik een vrolijk meisje dat bijna dagelijks wel een keer de slappe lach had samen met mijn vriendinnetjes. Ik lachte gewoon alles weg wat me dwars zat en dat werkte best goed.

Totdat de hormonen toesloegen, een heel effectieve projectie van de egodenkgeest die zich ook steeds sterker ontwikkelde ten einde de verdwaalde denkgeest vooral nog dieper in de egodenkgeest te verankeren.
En dat lukte heel goed, ik trok een sluier van somberheid over me heen, en alles leek ineens donker,  moeizaam en een groot gevecht. Ik werd, zeg maar behoorlijk gothic, met een donker spiritueel tintje. Donkere mystiek trok mijn aandacht, was dol op kerkhoven, en orgel spelen in een donkere kerk, waar de vleermuizen rondvlogen.
Ik had dag en nacht onbeperkte toegang tot de kerk, omdat ik op m’n 15de al een kinderkerkkoortje leidde en ik had diepe filosofische gesprekken met de pastoor. Hij begreep mij ten minste en had aandacht en tijd voor mij… dacht ik… Dit in tegenstelling tot mijn ouders… dacht ik…
Kortom ik leefde in een hormonen mist en was daardoor erg kwetsbaar en zeer makkelijk beïnvloedbaar, tenminste zolang het in mijn sombere, romantische, spirituele gothic plaatje paste…
En alles wat maar positieviteit en geluk uitstraalde maakte me dus wit-heet.
Ik zal de details van waar die kwetsbaarheid, makkelijke beïnvloedbaarheid en neiging tot zelfvernietiging toe leidde verder niet vermelden, want het zijn uiteindelijk maar verhalen en zoals de Cursus mij heeft geleerd nooit de reden waarom ik in onvrede ben.
Bovendien heb ik gemerkt hebben verhalen de neiging om te blijven hangen in de (ego)denkgeest, terwijl de oorzaak, waar ik nu juist de aandacht op wil richten, vaak ‘vergeten’ wordt, begraven onder het verhaal.
En dat is nu juist waarvan ik nu juist wil dat het blijft hangen.
Mijn doel met dit stukje is, te laten zien dat ECIW ons ontmoet waar we denken te zijn en al onze talenten, precies dat wat we denken en geloven te zijn en alles wat we doen in ons leven, leert te her-gebruiken, nu niet meer onder leiding van de egokant van de denkgeest, maar onder leiding van onze HG kant van de denkgeest die nog steeds onveranderlijk in verbinding staat met wat we in werkelijkheid ZIJN en ons zodoende kan helpen terug te keren in Waarheid.
ECIW leert ons, onze waarnemende/keuzemakende denkgeest positie in te nemen, zodat we bewust worden van wat we denken, projecteren en vervolgens geloven en leren opnieuw te kunnen kiezen.

Vanachter mijn sombere sluier probeerde ik ondertussen wanhopig gelukkig te worden, wat natuurlijk niet lukte, want achteraf is de zelfsabotage natuurlijk heel duidelijk en ik bereikte dus alleen maar het tegenovergestelde van geluk en ik zag niet dat ik mijzelf saboteerde. En eigenlijk precies bereikte wat ik echt leek te wensen, namelijk zo ongelukkig mogelijk worden.
Als ik me weer eens op een nieuw project had gestort en het doel bereikt had was het resultaat niet geluk, of blijheid, trots dat ik het gehaald had, maar juist een onverklaarbare somberheid en moedeloosheid en een terughollend zelfvertrouwen.
Ik kreeg precies wat ik wenste, alleen had ik niet door dát ik dat wenste.

Ik probeerde geluk te vinden in allerlei voor de hand liggende vormen, zoals eten, lezen, veel lezen, pianospelen, dagdromen, om de haverklap verliefd worden en zwijmelen in romantiek, allerlei spirituele paden uitproberen, maar niets van dit alles werkte echt. Het duurde altijd maar even en het had bijna altijd ook een zeer negatieve tegenkant.
Want zo gaat dat in de dualiteit leerde ik veel later.

Pas toen  in 1999 de Cursus op mijn pad tegenkwam kwam er een keerpunt-gevoel.
Ik had mijn missing link gevonden.
Niet dat de sluier toen in één keer optrok, nee integendeel het ergste moest nog komen, maar ik had nu eindelijk m’n anker terug gevonden en ik besloot meteen al in het begin toen ik met ECIW aan de gang ging, om dat ‘anker’, die ‘hand’, nooit meer los te laten.

Mijn mezelf aangeleerde negatieviteit en depressieve somberheid bleek nu een geschenk te zijn, want ik leerde dat het niet fout was of verkeerd, of zondig, maar slechts een vergissing, ‘een nietig dwaas idee’, dat ik kon laten omzetten middels Ware Vergeving met als doel werkelijk de uitgang te vinden uit lijden en angst.
Ik heb dus eigenlijk nooit weerstand gevoeld tegen de leerweg van ECIW,  want ik had meteen het gevoel van ‘dat is het, dat is wat ik steeds over het hoofd heb gezien en ben vergeten’, maar natuurlijk kwam ik wel weerstand tegen bij het eerlijk onder ogen leren zien van al mijn zelfbedachte verdedigingen tegen Waarheid. Ik was sowieso altijd al geneigd mijzelf overal de schuld van te geven, dus ik heb nooit ECIW de schuld gegeven van als het even niet leek te werken.
Langzaam aan zag ik alles, elke gedachte + projectie, veranderen in leermateriaal, vergevingsmateriaal en vergevingskansen.
Ik leerde dat ik inderdaad nooit onvrede voel om de reden die ik denk (les 5) en dat ik ook hiervoor in de plaats ook vrede zou kunnen zien (les 34).
En ook dat ik anderen of iets buiten mij niet hoef te gebruiken om geluk te vinden. Er is niets buiten mij de denkgeest en ik ben verantwoordelijk voor al mijn gedachten + projecties.
Ik leerde ‘anderen’, ‘dingen’ en ‘situaties’ als symbolen, als spiegels te zien waarin ik mijn eigen gedachten + projecties terug gespiegeld zag.
Kortom mijn hele tot dan toe leven, kreeg een totaal andere functie, het zoeken stopte en het terug herinneren begon.
Naast ECIW zelf, was en is Kenneth Wapnick voor mij dé leraar.

Nu herken ik steeds vaker Geluk, niet het geluk waarvan ik vroeger dacht dat het geluk was, dus afhankelijk van anderen, dingen en situaties. Het is een simpel, onveranderlijk, natuurlijk geluk, dat neutraal is, zonder pieken of dalen, gewoon een natuurlijk gevoel. En nee ik ervaar het niet als ‘saai’, maar als dat wat IS en daar valt verder niets over te zeggen. Het is simpel weg dat wat overblijft als zonde, schuld en angst verdwenen zijn.
Dit sterkt mij om te blijven oefenen en alles wat ik ervaar in mijn script (leven) als klas als leermateriaal wat aan het licht mag komen om als vergevingskans te dienen.

En ik zie nu de betekenis van dat ECIW ons ontmoet waar we denken te zijn. Alles wat ik heb ervaren, hoe vreselijk en beschamend de ervaring ook leek te zijn, het is allemaal niet voor niets geweest, laat staan beladen met zonde, schuld en angst, het heeft een totaal andere functie gekregen en zet mij op het pad van het doen terug herinneren in Waarheid, in God, in Liefde.

Dus, ja pa, Gelukkig zijn is mijn natuurlijke staat, ik kan me voorstellen dat dat je diepste wens was voor mij, zoals een vader dat wenst voor zijn kind, wat dan weer symbool staat voor wat ‘God’ voor zijn ‘Zoon’ , ons dus, wenst, dank je!

De egodenkgeest kant van de ene denkgeest, de illusoire kant dus, ziet alles op z’n kop.
Ik zie dan als symbool daarvoor zo’n ouderwetse camera voor me, die je voor je borst hield en als je dan door de lens keek zag je het beeld wat je wilde fotograferen op z’n kop.
Zo zet de egodenkgeest alles wat Waarheid is op z’n kop en denken we en projecteren we precies het tegenovergestelde van wat onze Werkelijke gedachten zijn.
Onze Werkelijke gedachten vertegenwoordigen Eenheid, Waarheid, Werkelijkheid, Onveranderlijkheid, non-dualisme, Liefde, God (allemaal woorden voor hetzelfde, te gebruiken naar keuze).
Dus bijvoorbeeld de Werkelijke gedachte ‘Eenheid’, wordt door de onwerkelijke egodenkgeest omgekeerd naar ‘tweeheid’. Het wordt dan ook ineens een woord, het omkeren wordt ook meteen geprojecteerd en verschijnt nu als woord; het wordt een ‘ding’.
‘In den beginne was het (ego)woord)’, en meteen schiep, projecteerde (ego)god de wereld. En dan zien we meteen dat ook God omgekeerd wordt naar god.
Een van mij afgescheiden god, precies het tegenovergestelde van God die staat voor Onveranderlijke Eenheid, en van niets weet, en die ook geen enkele behoefte heeft iets te moeten weten, laat staan bedenken en maken, want waarom zou dat gewild worden als alles volmaakt en Eén IS?
Zie daar het ontstaan van de wereld, het universum en alle vormen, allemaal geschapen door (ego)god en dus het totaal tegenovergestelde van de God van Eenheid.
En omdat dit hele nietig dwaze idee onmogelijk is, want Eén blijft Eén, is en blijft het een illusie, die alleen mogelijk lijkt door mijn geloof erin.

En dat dat zo is bewijst de wereld zelf, dat wat de ogen zien, komt voort uit de gedachte, de geconditioneerde gedachte die in afscheiding gelooft, die erachter zit. De ogen zien niet zelf, de denkgeest kijkt en interpreteert zoals deze is geconditioneerd.
Dus de wereld zoals wij die DENKEN te zien is niet wat het lijkt. Het is precies het omgekeerde van wat het probeert te verbergen, te vergeten en te ontkennen, namelijk dat we onveranderlijke Geest zijn.
Die gedachte is nu de vijand en moet koste wat kost verborgen blijven en de wereld die de egodenkgeest-god heeft gemaakt moet nu verdedigd worden.
Deze omgekeerde god wordt nu aanbeden en is precies het tegenovergestelde van Liefde, namelijk angst.
En wat kan deze illusoire egogod anders projecteren dan angst? En in deze wereld van dualisme, van afgescheidenheid, van angst, zijn wij, de ‘ene Zoon van God’ , die in werkelijkheid alleen maar Liefde kan uitbreiden, ineens het omgekeerde daarvan geworden, een heleboel illusoire afzonderlijke afgescheiden ‘zonen van god’, geboren uit angst, die sidderen voor deze god van angst en zich bovendien zondig en schuldig voelen, omdat ze nooit aan de eisen van deze haatvolle god kunnen voldoen. Deze god die het prachtig lijkt te vinden om dood en verderf te zaaien en alles en iedereen tegen elkaar op lijkt te zetten, en niet genoeg kan krijgen van deze onmogelijke cyclus van geboorte en dood.

En het is niet waar, het kan niet waar zijn.
Het is slechts een ziek verzinsel van de denkgeest die gelooft in afscheiding en dat wat Waar is omkeert.
De wereld zoals wij die denken te zien laat dus precies het tegenovergestelde zien van wat we in werkelijkheid ZIJN.
Wij geloven dat we een lichaam zijn, we geloven dat er andere lichamen zijn, dieren, planten, mineralen, water, lucht, dingen en ondertussen zijn het projecties vanuit de ‘op z’n kop’ gedachte, gedacht door de denkgeest, dat het mogelijk en wenselijk is afgescheiden te zijn van Eenheid, van God, van Liefde. En we denken en geloven dat dat wat we nu zien de werkelijkheid is, terwijl het alleen maar symbolen zijn van een onmogelijke, onwerkelijke gedachte, de totale ontkenning en omkering van wat onze Werkelijkheid IS.

Waar ECIW ons bij helpt is deze zieke omkering weer recht te zetten.
ECIW is het symbool (een van de vele) voor de herinnering aan wat we werkelijk ZIJN.
En daarbij gebruikt het alles wat wij (de denkgeest) op z’n kop hebben gezet en als zodanig denken te zien en aan hebben genomen als waarheid. Daardoor wordt ons dagelijkse leven zoals we dat beleven en ervaren ‘omkeer-materiaal’, in Cursus taal ‘vergevingsmateriaal’.

Dus als ik ervaar als lichaam, dat ik wordt aangevallen door een ander lichaam, of dat er nu uitziet als een lichte irritatie, belediging of een moordaanslag of wat voor conflict dan ook, dan ervaar ik alleen maar wat onmogelijk is, namelijk dat ik me afgescheiden heb van Eenheid. En omdat het onmogelijk is, maar toch lijkt te gebeuren noemen we dat een droom of een illusie.
En het beeld dus precies het tegenovergestelde uit van de Werkelijkheid, namelijk dat alles alleen maar Een kan zijn, geen tegengestelde kent en alleen maar Liefde kan zijn.

ECIW leert mij, denkgeest, dus totaal anders naar mijzelf, anderen, de wereld en alles wat lijkt te gebeuren in die wereld, te kijken en het alleen nog maar als vergevingskans en vergevingsmateriaal te zien, oftewel, als omkeer- terugkeermateriaal te zien.
Mijn leven met al mijn ervaringen krijgt daardoor een totaal omgekeerde functie.

De denkgeest ontwaakt dan langzaamaan uit zijn krankzinnige droom van ‘op z’n kop’ zien en herinnert zich weer dat hij denkgeest is, die dit alles verzonnen heeft.
Ik neem mijn plaats als denkgeest weer in, nu heel bewust, want ik weet nu dat ik niet een lichaam ben, maar denkgeest die nu als waarnemende en keuzemakende denkgeest in elke (droom, illusoire) situatie opnieuw de keuze kan maken, tussen denken vanuit egodenkgeest, vanuit afscheiding dus, of vanuit Heilige Geest denkgeest, vanuit de herinnering aan Eenheid.
En zolang ik nog ervaar hier in deze wereld rond te lopen, zal de wereld een gelukkige droom zijn, niet omdat de ‘op z’n kop’ droom nu ineens een prettige vorm krijgt, zoals misschien een baan krijgen, een mooier huis, auto, meer geld, gezondheid, betere relaties enz., maar omdat ik nu vanuit Heilige Geest denkgeest kijk en ervaar, vanuit mijn Juist-gerichte denkgeest, die zich Herinnert, en in alles nu de Onveranderlijke Liefde zie, die eerst verborgen leek door alle wereldse vormen. De Cursus noemt dat de Christus in al mijn broeders zien.

lapis lazuli was het hoofdsymbool in mijn droom vannacht.
En ik werd wakker met het diepe besef dat niet de steen zelf het symbool is, want er is geen steen, maar mijn gedachten die de symboliek gebruikt om te helen, in de zin van ‘HG (kant van de denkgeest) kan alles, elke symbolische gedachte, gebruiken, mits je het hem toevertrouwt’.
Niet de steen zelf, op zich als ding, is het symbool, want er is geen steen, er is alleen een gedachte, een projectie. Een projectie is geen echt ding, maar een gedachte die zichtbaar wordt als een hallucinatie, niet als vast ding, gezien door ogen en een lichaam die zelf immers ook een hallucinatie zijn. Dat is wat magie gebruiken voor genezing betekent. Echter niet de steen is magisch, want er is geen steen, maar de gedachte, de symboliek. Er zijn geen magische stenen of wat voor magische/heilige voorwerpen dan ook, maar magische gedachten, alles is gedachte.

Denk ik dit vanuit egodenkgeest dan denk ik dat de steen een steen is, los van mij, het lichaam ‘Annelies’, wat immers ook een hallucinatie is en een symbool. Denk ik vanuit mijn HG kant van de denkgeest dan wordt de gedachte, niet de steen dus, maar de gedachte als symbool voor genezing gebruikt, via het ook symbool ‘Annelies’. Niet de steen werkt dan als genezend middel, maar de gedachte, via de denkgeest ‘Annelies’, die geen ziekte ziet, geen lichaam, en geen steen, afscheiding dus, maar Eenheid en Heelheid. Het is een 100% volledig denkgeest gebeuren, omdat er niets anders is dan dat.
De vorm die de magie, de hallucinatie lijkt aan te nemen doet er niet toe, het zal altijd iets zijn wat zich in mijn denkgeest bevindt als voorkeur, maar wat wel uitmaakt is vanuit welke denkgeest kant gebruik ik (denkgeest niet het lichaam ‘Annelies’) de hallucinatie als symbool.
Lapis Lazuli en de kleur kobalt/koningsblauw is een lievelingshallucinatie en symbool van mij als denkgeest, niet als lichaam.

Dus de extra verschuiving en verdieping is, dat de gedachte verschuiving van ‘ik mag best een lapis lazuli gebruiken om mee te genezen als symbool’, naar er is helemaal geen steen, er is alleen een hallucinatie en die hallucinatie kan ik laten gebruiken als symbool door mijn egokant of mijn HG kant van de denkgeest.
Er is dus een verdere losmaking van het geloof in het bestaan van dingen, voorwerpen, lichamen enz. en een steeds meer alles zien als slechts een hallucinatie. En het zien dat die hallucinaties kunnen worden her-gebruikt als symbool voor genezing.

Het is eigenlijk precies zo als in de slaapdroom. Het komt niet in mij op te geloven dat de lapis lazuli in mijn droom ‘echt’ is, ik zie het als vanzelfsprekend als een denkbeeld, een hallucinatie, een symbool. En precies zo is het in onze dagelijkse ‘dagdroom’. Ook daar zijn het slechts beelden, hallucinaties, die gezien en gebruikt kunnen worden door mijn egodenkgeest kant of mijn HG Denkgeeest kant van de denkgeest, het blijft denkgeest altijd, dromen blijven dromen.
Dit blog is ook niet een ‘echt’ blog bericht, maar een hallucinatie, een symbool, zoals alles wat we denken te zien.
En ik, de waarnemende/keuzemakende denkgeest, geef er betekenis aan via het door mij gekozen denksysteem; ego of HG.
Kortom alles, niet alleen bepaalde speciale door speciale middelen opgeroepen trips, zijn een hallucinatie, een symbool. Het ego in z’n geheel is een hallucinerende drug, waar we allemaal aan verslaafd zijn meer is het niet, ook niet minder.
Heb mooie hallucinaties vandaag, prachtige symbolen voor Heling als ik ze als zodanig wil zien, terugneem, vergeven en via mijn HG kant van de denkgeest laat her-gebruiken.

Waarom heb ik ergens een aversie tegen, waar komt dat vandaan?
Waar komen die gevoelens, die emoties vandaan, wat is de functie ervan?

Het zijn gevoelens van afscheiding, afkomstig van de egodenkgeest kant van de denkgeest, die zich manifesteren als gevoelens, emoties, die dan een naam moeten krijgen, zodat ze een bestaansreden krijgen , een verklaring, een doel, zodat de bron namelijk de wil tot afscheiden van Waarheid, van Eenheid, van Liefde, van God, die (de wil tot afscheiden) zich aan de egodenkgeest kant van de denkgeest bevindt, afgedekt en verborgen blijft.
Zodra we als er iets diep geraakt wordt, als de essentie van wat wij werkelijk zijn geraakt wordt, dan wordt dat door het egomechanisme ‘zonde, schuld en angst’ die als verdediging dient tegen Waarheid, onmiddellijk geprojecteerd, naar buiten.
Nu wordt de oorzaak buiten de denkgeest geplaatst en ‘gezien’ in een vorm, die een naam krijgt en daardoor ‘bestaansrecht’.
En dat doet me denken aan deze bekende tekst in de Cursus:

“Laten we echter niet vergeten: woorden zijn slechts symbolen van symbolen. Ze zijn daarom dubbel van de werkelijkheid verwijderd” (H21.1:9-10).

Er lijkt nu iets of iemand buiten mij te bestaan met een naam of omschrijving, inclusief een ‘ik’ die zichzelf nu ook als lichaam ziet met een naam, die de oorzaak en het gevolg zijn van de aversie of welke  ego gewaarwording dan ook.

ECIW zegt dit heel mooi in les 184.
Ik zal een klein stukje hier plakken, maar het is de moeite waard deze les even helemaal erbij te pakken en te lezen:

“Je leeft aan de hand van symbolen. Je hebt namen bedacht voor alles wat jij ziet. Elk ding wordt een afzonderlijke entiteit, die jij identificeert met behulp van zijn eigen naam. Daarmee houw je het uit de eenheid los.
Daarmee markeer je zijn bijzondere kenmerken en zonder je het van andere
dingen af door de ruimte eromheen te benadrukken. Deze ruimte zet jij tussen alle dingen die je elk van een andere naam voorziet, alle gebeurtenissen die je uitdrukt in termen van plaats en tijd, alle lichamen die je met een naam begroet.
Deze ruimte die je ziet als iets dat alle dingen uit elkaar houdt, is de manier waarop de waarneming van de wereld wordt verkregen. Je ziet iets waar niets is, en ziet tegelijk niets waar eenheid is: een ruimte tussen alle dingen, tussen alle dingen en jou. Zo denk je dat je in afscheiding leven hebt geschonken. Door deze splitsing denk je dat daarmee vaststaat dat jij een eenheid bent die functioneert met een onafhankelijke wil.
Wat zijn toch deze namen waardoor de wereld een reeks wordt van onsamenhangende gebeurtenissen, van onverenigde dingen, van lichamen
die apart worden gehouden en die elk een stukje denkgeest als een afzonderlijk bewustzijn bevatten? Jij hebt ze deze namen gegeven en bracht waarneming tot stand zoals jij wenste dat waarneming was. Het naamloze werd naam gegeven en zo werd er ook werkelijkheid aan verleend. Want wat benoemd wordt krijgt betekenis en zal vervolgens als betekenisvol worden gezien: een oorzaak van een werkelijk gevolg, met consequenties die daar inherent aan zijn” (WdI.184.1,2,3) ev.

Maar natuurlijk gooit de Cursus nooit het kind weg met het badwater.
Iets wat de egodenkgeest kant van de denkgeest wel meteen wil doen, wederom als verdediging tegen Waarheid.
De Cursus ontmoet ons waar wij denken en geloven te zijn, en wat wij kunnen begrijpen, in een wereld van mensen, dingen, en situaties die allemaal een naam hebben en daardoor een autonome betekenis hebben gekregen zo geloven wij.
ECIW laat ons zien, als we daarvoor willen kiezen, want het gedachtegoed van ECIW vertegenwoordigt onze Juist-gerichte kant (HG) van de denkgeest, dat we hetzelfde afscheidingsmateriaal, kunnen laten her-gebruiken en ons weer kan helpen terugherinneren in Waarheid.

“Het zou inderdaad vreemd zijn als je gevraagd werd aan alle symbolen van de wereld voorbij te gaan en ze voor altijd te vergeten, en jou toch werd gevraagd een onderwijzende functie op je te nemen. Het is voor jou nodig de symbolen van de wereld een tijdje te gebruiken. Maar laat je er niet tevens door misleiden. Ze staan helemaal nergens voor, en tijdens je oefeningen is het deze gedachte die jou ervan zal bevrijden. Ze worden slechts middelen waardoor je kunt communiceren op een manier die de wereld begrijpen kan, maar waarvan jij inziet dat het niet de eenheid is
waar ware communicatie kan worden gevonden” (WdI.184.9:1-5).

En ik laat me niet misleiden door het woord ‘onderwijzen’, dat is niet een speciale functie, zoals de egokant van de denkgeest geloofd. Het is dat wat altijd gebeurt, we onderwijzen altijd. onderwijzen en leren zijn EEN, geven en ontvangen zijn EEN zowel aan de egokant als aan de HG kant van de denkgeest, omdat er alleen maar EEN is en alles zich afspeelt in EEN, of het er nu afgescheiden uitziet en zo ervaren wordt of niet.

In de praktijk werkt dat als volgt, ik benoem mijn aversie die ik voel tegen iemand, ik kijk dus eerst hoe ik dit als afscheiding heb vormgegeven in gevoel en woorden, en er betekenis aan heb gegeven, en vraag mezelf dan af of ik dit anders wil zien, of ik wil onderzoeken of ik het misschien mis heb, of ik me misschien vergis.
Ik bevind me dan al op mijn waarnemende, keuzemakende denkgeest positie en kan dan besluiten me tot mijn HG kant van de denkgeest te wenden en de gedachte te vergeven zodat ik het anders kan gaan zien.
Het eventueel anders zien na ware vergeving zal automatisch volgen, ik hoef daar niets aan te doen, want dat is het werk van de HG kant van de denkgeest.
Als ik echter nog steeds de drang voel van ‘ik’ moet iets doen, ik moet iets veranderen aan mijzelf of een ander in de vorm, dan weet ik alleen maar dat ik me weer tot de egokant van de denkgeest heb gewend voor hulp.
Het antwoord hierop is ‘kies opnieuw’, meer niet.

Een ‘doen’ in de wereld is en blijft een projectie, een projectie vanuit zonde, schuld en angst (keuze voor ego) of een uitbreiding van Liefde (keuze voor HG).

En de aversie, is die dan nu opgelost?
Jazeker, ik herinner me weer heel goed dat ik nooit onvrede voel om de rede die ik denk (les 5) en ervoor in de plaats vrede kan zien (les 34).
En ik vergeef, want:

“Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld”.

De symbolen Jezus en de Heilige Geest worden in de Cursus (her)gebruikt, omdat de Cursus het gebruikt om ons daar te kunnen ontmoeten waar we denken te zijn en tevens omdat het tevens de keuze voor de leiding van de egodenkgeest zo duidelijk maakt.
De zogenaamde historische Jezus uit de Bijbel en ook de Heilige Geest zijn projecties vanuit de egodenkgeest die juist de angst voor God uitbeelden. De angst voor een wraakvolle God die zich zal wreken op ons zondaren die hem vermoord hebben. Aldus de nachtmerrie van de Zoon van God, die als antwoord hierop een eigen God heeft bedacht met een zoon (Jezus) en een Heilige Geest, als inspiratiebron van de egodenkgeest, zoals we ze kennen uit de Bijbel.
Van daaruit zijn de bijbelse verhalen ontstaan, geprojecteerd en letterlijk genomen.
De egodenkgeest kan zielsveel van die Jezus houden, hem haten of negeren, maar al zulke vormen zijn hoe dan ook uitingen van de zonde, schuld en angst waarop de egodenkgeest is gestoeld. Ze nemen de historische Jezus en de Heilige Geest letterlijk, want ze blijven op het dualistische niveau van de wereld.
Als we dan de Cursus tegenkomen in ons leven en deze gaan ‘doen’, moeten we dit eerst onder ogen gaan zien, en dat is pijnlijk, want het lijkt of ons ‘knuffeldekentje’ wordt afgepakt en dat gaat onvermijdelijk met afkick verschijnselen gepaard.
De Jezus en de Heilige Geest waar we ooit naar toe gingen voor troost lijken nu ineens af te brokkelen en er lijkt even niets voor in de plaats te komen, want de weg naar een vervanging in de vorm lijkt ook afgesloten te zijn, omdat we ook leren dat wat we zien met de ogen van het lichaam een illusie is, een droom. Het is dus even slikken voor mensen die de Bijbel als woord van God beschouwden om te moeten gaan inzien dat de Bijbel voort is gekomen vanuit de egodenkgeest, want de Bijbel is 100% geschreven vanuit lichaamsidentificatie. Ook al lijkt het heel geïnspireerd te zijn, het wordt toch vereenzelvigd met bepaalde speciale personen (lichamen dus) die over lichamen schrijven.
Zelfs de Heilige Geest wordt als een aparte entiteit gezien.
En ja, ook de Bijbel kan symbolisch worden gezien en behulpzaam zijn als zodanig, maar niet om te rechtvaardigen dat wat in de Bijbel staat letterlijk moet worden genomen en er een echte Jezus en een echte Heilige Geest heeft bestaan, want dat is alleen maar weer het aloude egoverhaal van de afscheiding.
Dus het terug herinneren naar wat we werkelijk zijn, Geest en één in God is niet makkelijk, en ondanks het liefdevolle hergebruik in de Cursus van Jezus en de Heilige Geest als symbolen voor de terug herinnering in God, zal het niet ‘makkelijk’ zijn.
We krijgen allemaal te maken met ontwenningsverschijnselen en velen haken dan ook af en rennen terug naar hun comfortabele knuffeldeken, de aloude Jezus en de Heilige Geest van de Bijbel.
Dus voor diegene waarvoor Jezus een troost was als historische Jezus, maar ook voor diegene die niets van Jezus moeten hebben is de Cursus enorm confronterend en wel op dezelfde manier. Beide nemen de historische Jezus letterlijk en omarmen deze of wijzen hem af.
Kort gezegd is de Cursus confronterend voor iedereen die hem doet, want iedereen vereenzelvigd zich met een lichaam en maakt de wereld met al zijn vormen en situaties waar.
De liefdevolle aard van de Cursus uit zich dus hierin dat het de ‘kostbare’ troostende hulpmiddelen van de egodenkgeest, zoals een Jezus of een Heilige Geest hergebruikt. Het beoordeelt ze of veroordeelt ze niet, het laat zien, dat ze in hun egovorm onwaar zijn, dat moet eerst onder ogen worden gezien, zodat ze daarna als symbolen kunnen worden gebruikt om te leren vergeven.
We leren dan dat een Jezus en een Heilige Geest niet in wat we ons leven noemen kunnen komen, want ze vertegenwoordigen onze ware aard, die van Geest zijn één in God en dat gaat niet samen met het idee van lichamen zijn in een droomwereld van vormen en situaties.
We, als waarnemende en keuzemakende denkgeest, kunnen alleen al onze vergissingen terugbrengen naar hun bron de denkgeest en ze laten vergeven. De symbolen Jezus en de Heilige Geest (dus niet de historische Jezus en de Heilige Geest van de Bijbel, welke ook een verzinsel zijn binnen het egodenken, zoals alles een verzinsel is, een droom, een projectie) worden nu onze gidsen in het terug herinneren in God in Eenheid, dat wat we in werkelijkheid zijn.
Eigenlijk is de Heilige Geest en ook Jezus het symbool voor de waarnemende en keuzemakende denkgeest, (dat wat we in werkelijkheid zijn) ze nemen waar, maar treden niet binnen in de illusie. Want hoe kan je nu binnentreden in iets wat niet bestaat.
De waarnemende denkgeest is in staat de voorheen fantasiefiguren de Heilige Geest en Jezus die een rol speelde in het egodrama te hergebruiken door op dezelfde wijze met ze te communiceren, te praten, maar ze nu als symbool te zien voor wat we in werkelijkheid zijn, denkgeest en één met ons en daardoor altijd beschikbaar, terwijl de egoversie van de Heilige Geest en Jezus in zijn lichaamsgerichtheid, alleen beschikbaar leek als we het hadden verdiend dat ze ons misschien eventueel wel zouden helpen als we het niet te bont hadden gemaakt en gebukt gingen onder zonde, schuld en angst.
Dus uiteindelijk, als we de Cursus willen volgen, zullen we onder ogen moeten zien dat de historische Jezus en de Heilige Geest niet bestaan, net zomin als wij, en alle lichamen en aardse situaties bestaan.
Daarom is ECIW niet geschikt voor iedereen, hoewel het wel in de andere zin een verplichtte cursus is, van wegen zijn aard, omdat we in werkelijkheid nooit uit de Eenheid van God zijn weggegaan, er dus niets gebeurt is en het onvermijdelijk is dat het hele Zoonschap zich dat gaat herinneren.
De manier waarop en hoe en wanneer is een vrije keuze, beter, ‘lijkt’ een vrije keuze.