archiveren

Maandelijks archief: oktober 2015

Verhalen en nog eens verhalen, miljarden verhalen dat is de wereld die ik denk en geloof te zien, een grote verzameling verzonnen verhalen, verteld door de in zonde, schuld en angst gelovende denkgeest.
Ik geloof niet meer in al die verhalen, het is niet wat ik ben, ik ben niet de verzameling verhalen die ik, de denkgeest heeft bedacht met als doel een apart ‘ikje’ te maken los van andere ‘ikjes’, in een poging zich los te wrikken uit Eenheid. Ik ben niet een verhalenboekje in de bibliotheek tussen miljarden andere verhalenboekjes. Ik ben klaar met al die verhalen ik geloof niet meer in wat ze leken te vertellen, verhalen van zonde, schuld en angst. Ze vertellen me nog maar één verhaal en dat is het verhaal van het terug herinneren in Waarheid, in Eenheid, in Liefde, in God.
Scroll_sm

Ik beschouw de wereld inclusief mijzelf, als een projectie. Projecties die symbool staan voor de gedachte (de denkgeest dus) die de gedachte projecteert. En die gedachte plus de projectie zegt altijd iets over hoe ik, de gedachte, denk over mijzelf.
Toen ik net onderstaand filmpje (projectie) tegen kwam was daar onmiddellijk de associatie met het laten vallen in Vertrouwen.
En dit filmpje werd voor mij onmiddellijk een symbool voor het onvermijdelijke willen terug herinneren in de veilige armen van Waarheid, in Liefde, in God, gesymboliseerd door de ouders die geduldig en vanzelfsprekend wachten tot ik eraan toe ben het ‘bekende’ achter me te laten en me in het schijnbaar onbekende te storten, wetende dat het onvermijdelijk is en tevens dat het ‘goed’ komt, wat er onderweg ook voor pijnlijke dingen lijken te gebeuren, het komt allemaal op z’n pootjes terecht.
Ik laat me vallen in Vertrouwen wetende dat de uitkomst vaststaat en terugkeer in Liefde onvermijdelijk is.

De denkgeest is toe aan ‘ontwaken’ als de waarnemende/keuzemakende kant van de denkgeest door krijgt dat ‘ontwaken’ uit de zelfgemaakte droom niet iets is wat de met de ‘jij/ik’ geïdentificeerde (ego)denkgeest actief ‘doet’.
Des te harder de met de ‘jij/ik’ geïdentificeerde (ego)denkgeest aan ontwaken werkt, des te verder raakt de denkgeest er van verwijderd, en dat is precies het doel van de nog met een ‘jij/ik’ geïdentificeerde (ego)denkgeest.

De denkgeest is toe aan ontwaken als de investering in ‘doen’ geheel is doorzien en Vergeven.

Oordeelloos kijken is niet het tegenovergestelde van oordelend kijken.
Het is namelijk geen activiteit, het is het automatische, natuurlijke resultaat van het vergeven van elk oordeel.
Oordeelloos kijken is niet aanleren hoe ik mijzelf en/of de zogenaamde ‘ander’, oordeelloos kan gaan zien.

Binnen het ego leren is oordeelloos zijn en ook oordelend zijn wel aangeleerd gedrag. Binnen het ego leren hebben we altijd te maken met dualiteit, met tegenstellingen.
Binnen dat (ego)geloof een lichaam te zijn leren we wat in de wereld goed en fout is. Een goed en fout dat geheel afhankelijk is van uiterlijkheden, zoals leeftijd, geslacht, staat van het lichaam, afkomst, cultuur, religie, klimaat, woonomgeving enz.

Oordeelloos leren kijken als natuurlijk resultaat van Ware Vergeving is het moeiteloze gevolg van eerlijk onder ogen durven zien dat de hele wereld die ik denk en geloof te zien voortkomt uit oordelen, oordelen tegen Waarheid, en mijzelf daarvoor niet opnieuw te veroordelen, maar te Vergeven.

Elk ego oordeel krijgt dan de functie van een herinnering te zijn dat ik me vergis en de oordelende gedachte ook zou kunnen Vergeven.

Oordeelloos kijken is dan niet meer de tegenhanger van oordelend kijken, maar totale grenzeloze vrijheid onafhankelijk van wat er in de wereld lijkt te gebeuren.

Wie/wat is het wat denkt/droomt, de dromer van de droom, die droomgedachten projecteert. Maar de dromer van de droom is ook een droom, een bedachte, gedachte gedachte, en die gedachte ook weer en weer en weer. Binnen de droom die ik (wat dat ook moge zijn die ‘ik’) bewustzijn noem, kan niet worden ‘gekeken’, ‘ervaren’ , door de dromer, die zelf ook een droom is en dus vastzit in de droom, vast zit in gedachten. Wat is ervaren dan? Wat ervaart? De gedachte? Kan een gedachte ervaren? Kan een projectie ervaren? Een projectie is ook een gedachte, dus hoe ik het ook bekijk, een gedachte blijft een gedachte. En kan een gedachte ervaren?

Een zweverige gedachte? Maar wat kan deze gedachte anders zijn dan ‘zweverig’. Het is immers nergens in geworteld, het is juist bedacht om te ontkomen aan zijn Ware Wortels (wat ondertussen onmogelijk is). Dus hoezo ‘aarden’? Aarden in illusie, in de droom? En weer wie denkt/zegt dit? Weet ik veel! Kom niet verder dan het de waarnemende denkgeest te noemen. Maar dat wat observeert, waarneemt, de gedachte, blijft dat doen uit angst helemaal te verdwijnen als het denken, stopt. Want de dromer van de droom, de denker van de gedachte, heeft geen concept van wat er achter de droom ligt. Er is geen ‘achter’ de droom er is alleen een gedachte en een in geloof verankerde gedachte.

Maar begint en eindigt een droom wel? ‘Ik’, de dromer, de denkgeest, droomt zolang er een ‘ik’ lijkt te zijn die lijkt te ervaren. Maar aangezien een droom een droom is, gebeurt het niet en toch lijkt het ‘echt’, het ‘echt’ van een droom. Maar weer, wie/wat zegt dit, dat moet wel een angst gedachte voor de angst gedachte zijn dat er voor zorgt dat de droom zichzelf blijft dromen en herhalen. Totdat de Herinnering niet langer ontkent en verborgen kan blijven, waarbij de dromer eerst ontwaakt in ‘bewust zijn’ van dit alles en de droom langzaamaan zijn greep verliest en zich volledig Herinnert, tot het ??? waar ‘bewustzijn’ niet bij kan en wat buiten tijd en ruimte valt, omdat ruimte en tijd niet bestaan. Elke poging er wel bij te kunnen en te bedenken wat dat dan is waar het bewustzijn niet bij kan, is een ‘hond bijt in z’n eigen staart gedachte’ en dus gewoon weer een bewustzijnsgedachte met als doel in het bewustzijn te blijven, misschien niet meer als lichaam, maar wel met een lichaamsbewustzijn in het bewustzijn.

‘N hoax dus, die focus gerichtheid op Ontwaken en of Verlichting. De focus op Ontwaken en of Verlichting is de focus opzettelijk richten op wat niet bereikt kan worden, omdat het tot het terrein van het volkomen tijd en ruimteloze behoort en dus niet bereikt kan worden, omdat het niet bereikt hoeft te worden, het IS er, niet het IS van ruimte en tijd, maar het naamloze, woordeloze, gedachteloze, non-dualistische IS.

“Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat” (TIn.2:2-3).

Dus ja, best leuk en leerzaam misschien ook nog wel om hierover op deze manier te denken, maar verder geraken dan bewust bewust te zijn in het bewustzijn gaat het niet. En dus kan ´ik´ de meer en meer bewust wordende gedachte niets ander dan dat wat niet kan, namelijk van gedachten iets meer maken dan gedachten, onder ogen zien en vergeven.

“Vergeet deze wereld, vergeet deze cursus, en kom met volkomen lege handen tot jouw God” (WdI.189.7:5).

“God Zelf zal deze laatste stap zetten. Weiger de kleine stapjes niet die Hij jou vraagt naar Hem te zetten” (WdI.193.13:6-7).

Ik kwam laatste dit bericht tegen over aardig zijn tegen jezelf op de eerste plaats, door mijn zelfhaat eerst onder ogen te zien, zonder er zelf iets aan te willen veranderen, zonder erover te oordelen dus.
Onder aardig zijn tegen jezelf verstaat ECIW uitgelegd door Kenneth Wapnick:

12075039_950880211638387_4476232818932808793_n

En hieraan nog toevoegend, wat ik Kenneth Wapnick ook vaak heb horen zeggen, dat ik in plaats van mijzelf aan te vallen als ik weer eens een oordeel heb over mijzelf of over een ander, wat eigenlijk hetzelfde is, dat ik dan tegen mijzelf kan zeggen, oké ik viel mijzelf of iemand anders weer aan, maar dat doe ik alleen maar omdat ik weer bang werd en dat is geen zonde, ik werd alleen maar weer even bang.
Angst in welke vorm dan ook geprojecteerd is altijd afkomstig van de keuze voor ego en dus niet vanwege iets wat in een of andere vorm buiten mij lijkt te komen.
De angst zit veel dieper verstopt en is de angst voor de angst, de angst voor het kijken naar de angst en het loslaten van de angst en te ontdekken dat er ‘niets’ achter die angst schuilt:

“Achter jouw angst om vanwege de zonde naar
binnen te kijken, gaat nog een andere angst schuil, en wel een die het ego
doet sidderen en beven.
Wat als je naar binnen keek en geen zonde zag?” (T21.V.2:8-3:1).

Ja, wat dan, dan zou ik kunnen zien dat ik angst alleen maar gebruik om mij te verdedigen tegen mijn Schuldeloosheid en dus wel schuld moet projecteren op mijzelf als persoon/lichaam of op iemand anders, het tegengestelde van Onschuld is immers schuld.

Dus ik heb schuld nodig om mij te verdedigen tegen dat ik als denkgeest nog steeds onveranderlijk Onschuldig één ben in God. Om dat voor elkaar te krijgen moet ik dus iets (mijn, of een ander lichaam, een ding of situatie) buiten mij bedenken wat mijn onschuld heeft afgepakt, zodat ik nu als lichaam een onschuldig slachtoffer lijk; hij, zij, iets, deze situatie is nu ‘schuldig’ en ik ga vrijuit.

Echter het is niet makkelijk om dit zelfvernietigende denksysteem onder ogen te zien. Als ik me schuldig voel is het heel lastig om dat niet ‘persoonlijk’ te nemen. Op de eerste plaats moet ik eerst kunnen en willen opmerken dat ik schuld voel, want schuld zit altijd verstopt achter een emotie en achter iets wat lijkt te gebeuren in een of andere vorm buiten mij.
Ik kan bijvoorbeeld denken dat ik schuld in iemand anders zie, maar er dan aan voorbij ga, dat degene die dit denkt, de ‘ik’ ben de denkgeest die zelf schuld voelt, maar dat niet wil zien en dus schuld naar buiten projecteert.
De weerstand om dit te zien is enorm en ook die weerstand kan weer schuld oproepen, want dat is wat weerstand is: zonde, schuld en angst en dat tegelijkertijd ontkennen en naar buiten projecteren.

Dit vereist enorm veel eerlijkheid, oordeelloze eerlijkheid. Leren te kijken, zonder het persoonlijk te maken of te nemen. En dus ook te zien als ik dat wel doe en als ik het weer doe, ik schuld op schuld op schuld stapel.

Het is het rechtvaardigen van schuld via van mijn zogenaamde schuldeloosheid, een dualistische schuldeloosheid die juist bedoelt is, om mijn ware non-dualistische Schuldeloosheid te ontkennen en te verbergen, achter de als verdedigingsmuur opgeworpen muur van ego schuld en ego onschuld.

Maar met dit buitengewoon onvriendelijke en zelfvernietigende egodenksysteem kan ik ook eerlijk in contact komen, als ik daarvoor kies, zonder me schuldig te voelen. ik heb er immers zelf voor gekozen en kan er dus ook NIET voor kiezen, het is een keuze, meer niet.

Dus inderdaad zoals Kenneth zegt: “The way you are kind is to look at all the unkindness in yourself, but not to attack yourself for it.”

Elke tegenspartelende beweging, die toch telkens weer de schuld en mijn persoonlijke onschuld wil rechtvaardigen en bewijzen, houd mij vast in de afscheiding, en dat is dan ook het enige doel van mijn gelijk willen krijgen en hebben in een wereld die enkel en alleen draait op het geloof in de brandstof: zonde, schuld en angst.

Het doel van ECIW is te ontwaken uit de droom van het vergeten, door middel van Ware Vergeving.
En als we ECIW kiezen als het middel om dit te leren herinneren, zullen we moeten gaan leren vergeven.
Als we missen of ontkennen dat ECIW ons wil leren te vergeven zal ECIW niet voor ons werken.
Dan is ECIW niet het pad voor mij.
Dat we weerstand voelen als we vergeving leren en toepassen is onvermijdelijk, maar die weerstand is iets anders dan ontkenning of vermijden.
Ook het aanpassen van de Cursus door wat het zegt te verdraaien zodat het wel werkt voor jou is niet echt behulpzaam.
Als we de bereidwilligheid hebben om ware vergeving te leren dan zal de weerstand, de ontkenning ook als vergevingskans en materiaal gezien worden en zullen we leren dat elke gedachte een vergevingskans en vergevingsmateriaal is.
Uiteindelijk komt vergeving er op neer dat elke voorheen egogedachte omgezet zal worden naar een Juist-gerichte gedachte, in de Cursus Heilige Geest Denkgeest genoemd.
Dus ook als we moeite hebben met de vorm waarin de Cursus is geschreven; het gebruik van christelijke termen, het gebruik van de mannelijke vorm, te lange zinnen, te lastig taalgebruik, te intellectueel, te veel woorden enz., dan kunnen we het daarbij laten en de Cursus als niet ‘mijn’ pad zien, of deze gedachtes zien als weerstand gedachtes van de egodenkgeest en deze als vergevingskans en materiaal zien.

In Werkboekles 62 staat: ‘vergeving is mijn functie…’
Vergeving brengt de ‘herinnering’ aan de waarheid weer terug in de denkgeest.
En het mooie en unieke van de Cursus is dat de herinnering aan de waarheid niet gaat via het ontkennen van de wereld en je te proberen voor te stellen hoe die waarheid eruit ziet door bijvoorbeeld voortdurend licht te visualiseren en dat rond te sturen, of jezelf de wereld uit te mediteren, of je terug te trekken uit de wereld en weg te kruipen in jezelf.
Nee, niets wordt ontkend, verstopt of ontweken. Ware vergeving houdt in dat je leert kijken, heel eerlijk naar je eigen gedachten en er niet over oordeelt:

‘Een niet-vergevende gedachte doet vele dingen. In koortsachtige actie jaagt ze haar doel na, waarbij ze verwringt en omverwerpt wat ze als een doorkruising van haar gekozen pad beschouwt. Verdraaiing is haar doel en tevens het middel waarmee ze dat tot stand wil brengen. Ze doet woeste pogingen de werkelijkheid te vermorzelen, zonder zich ook maar enigszins te bekommeren om wat haar gezichtspunt lijkt tegen te spreken.
Vergeving daarentegen is stil en doet in alle rust niets. Ze schendt geen enkel aspect van de werkelijkheid, en probeert die evenmin te verdraaien tot een verschijningsvorm die haar aanstaat. Ze kijkt alleen, en wacht, en oordeelt niet. Wie niet wil vergeven, moet wel oordelen, want hij moet zijn onvermogen om te vergeven rechtvaardigen. Maar wie zichzelf vergeven wil, moet leren de waarheid te verwelkomen precies zoals die is.
Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat, via Hem die je Gids is, je Verlosser en Beschermer, sterk in hoop en zeker van jouw uiteindelijk succes. Hij heeft jou al vergeven, want dat is Zijn functie, Hem gegeven door God. Nu moet jij Zijn functie delen en vergeven wie Hij heeft verlost, wiens zondeloosheid Hij ziet, en wie Hij eert als de Zoon van God’ (WdII.1 blz 404).

Het gaat niet om de ‘ik’, lichaam en egodenkgeest (projectie en de projecterende niet vergevende afscheidingsgedachte), maar om ‘hen’ (alles wat ik buiten mij waarneem, lichamen, dieren, voorwerpen, situaties), die de spiegel en de reflectie zijn van ‘mijn’ egogedachten, waardoor ik leer dat er geen verschil is tussen ‘mij’ en zgn ‘anderen’, mensen, dieren, voorwerpen en situaties en er alleen spraken kan zijn van ‘ons’, alles omvattend en niets uitsluitend. Ware vergeving sluit niets uit.
Ware Vergeving her-gebruikt alles wat ik eerst als egodenkgeest buiten mij probeer te projecteren vanuit zonde, schuld en angst en wat ik nu als waarnemende denkgeest o.l.v. Heilige Geest Denkgeest, vanuit Liefde (dat wat ik eigenlijk ben) bereid ben onder ogen te zien en nu wil leren vergeven.
En dan wordt vergeving mijn enige functie, omdat ik dan accepteer dat mijn hele leven alleen maar uit vergevingskansen en vergevingsmateriaal bestaat.

Een cursus in wonderen, heet niet voor niets een cursus.
Het boek (de inhoud dus) vormt de handleiding en is de leraar, je eigen leven is de praktijk waarin je het geleerde in de praktijk brengt en leert door vergeving te oefenen op alles wat er voor je neus komt.
En zoals met alles wat geleerd moet worden kost ook dit proces van (ont)leren tijd.
En zo worden tijd en ruimte nu ook her-gebruikt, niet om af te scheiden, maar om terug te herinneren in Waarheid.

En tenslotte is het belangrijk vertrouwen te leren hebben in dit hele proces van ‘het herinneren’ en dat we precies dat leren wat de denkgeest aankan en waar deze aan toe is om te leren, in die zin en alleen in die zin is het proces hoogst individueel, ook al is het een universeel proces wat onvermijdelijk geleerd wordt door de hele ene denkgeest. Er is maar één probleem en daarom ook één oplossing. Maar omdat wij dit niet zo ervaren, omdat wij onszelf als individu zien en ervaren, gebruikt ECIW dat gegeven als leermateriaal dat hoogst individueel lijkt toegesneden.

Leestip:
‘Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld’ (WdI.62).
en
‘1. Wat is vergeving?’ (WdII.1 blz. 404)

De Verzoening aanvaarden is uiteindelijk onvermijdelijk voor de denkgeest (dat wat we eigenlijk zijn) welke eraan toe is:

“Het is slechts een kwestie van tijd tot iedereen de Verzoening heeft aanvaard.
Door de onvermijdelijkheid van de uiteindelijke beslissing kan dit
in tegenspraak lijken met de vrije wil, maar dat is niet het geval.
Je kunt tijd rekken en je bent tot immens uitstel in staat, maar je kunt niet totaal
afdwalen van je Schepper, die een grens stelt aan je vermogen tot miscreëren.
Een geketende wil laat een situatie ontstaan die in het uiterste
geval volslagen onverdraaglijk wordt. Je mag dan veel pijn kunnen verdragen,
maar daaraan is een grens. Uiteindelijk begint iedereen in te zien,
hoe vaag ook, dat er een betere manier moet zijn. Wanneer dit inzicht vastere
grond krijgt, wordt het een keerpunt. Dit laat geestelijke visie uiteindelijk
opnieuw ontwaken en tegelijk de investering in de fysieke blik afnemen.
Het afwisselend investeren in de twee waarnemingsniveaus
wordt doorgaans als een conflict ervaren, een dat zeer acuut kan worden.
Maar de uitkomst is zo zeker als God” (T2.III.3:1-10).

Onvermijdelijk, niet als dreiging, of als doomsday dreiging, maar omdat het allemaal al voorbij is, een droom die al voorbij is en door zijn droomstatus, nooit werkelijk gebeurt is, maar zich blijft herhalen als een koortsdroom, tot de denkgeest uiteindelijk van zichzelf geneest door het onvermijdelijk doorzien van de droom en daar onvermijdelijk uit ontwaakt (niet te verwarren met de lichamelijke dood natuurlijk, want dat heeft niets met ontwaken te maken).

Met Schepper en God wordt hier de onveranderlijke non-dualistische staat van Eenheid, van Zijn, Waarheid, Liefde bedoelt die alomvattend is. Niet een God of scheppende kracht apart, gescheiden buiten ons.