archiveren

Maandelijks archief: juli 2016

‘Angst is een slechte raadgever’, luidt het gezegde en ook ‘Al waar we bang voor zijn is de angst zelf’.
Maar bedenk wel dat de wereld een projectie is vanuit de keuze voor angst. Dat betekent maar één ding dat vechten tegen angst of voor angst nooit werkt en juist angst versterkt, en dat is nu precies het ‘verlossingsplan’ van de keuze voor het egodenken.
De egodenkgeest moet wel in angst geloven, want dat is wat het ego is; het geloof in angst. Angst weg = ego weg. En dat is een heel angstige en tegelijkertijd noodzakelijke gedachte voor de egodenkgeest die zichzelf in stand houdt juist door deze gedachte in stand te houden. Zie daar de vicieuze gesloten gedachte cirkel van het egodenken.

Deze twee bekende hierboven genoemde uitspraken zijn een hele slimme truc van het egodenken en verbergen juist het omgekeerde: Angst is een perfecte raadgever voor het in stand houden van angst en we juichen stiekem angst toe, want de angst voor de angst houdt angst in stand. En dat is precies wat we willen, angst in stand houden als verdediging tegen wat nog veel erger is (in onze door angst gek geworden, waanzinnige denkgeest), namelijk Eenheid, Waarheid, Liefde God. Daarom zal er binnen het geloof in een werkelijk bestaande wereld geen oplossing gevonden kunnen worden tegen vormen van angst, want dat wordt door de keuze voor egodenken gezien als zelfmoord, einde ego. Tegelijkertijd wordt zelfmoord door het egodenken gebruikt om juist in angst = afscheiding te blijven. Het ego spreekt zichzelf voortdurend tegen in een dualistisch duel, tussen de twee zijden van de ego-medaille.

We zien al die uitingen van de keuze voor angst buiten ons geprojecteerd in alles, schijnbaar in grote angsten en in kleine angsten en in schijnbare tegenstellingen van angst: liefde, welke ook niets anders is dan de andere zijde van de egomedaille. Er is geen rangorde in angsten, angst is angst.
Zowel de schreeuwers die gebruik maken van de dynamiek van angst als de schreeuwers die dit afkeuren en de ‘andere’ vervloeken, als de in stilte lijdende zwijgers, beelden alleen maar de beide duale zijde van het egodenken uit, en schreeuwen en verzwijgen beiden maar één ding: alles liever dan Eenheid, Waarheid, Liefde God. En overschreeuwen zo het werkelijke natuurlijke stille verlangen naar het terug herinneren in Eenheid, Waarheid, Liefde, God waaruit het onmogelijk is te ontsnappen, om de simpele reden dat het niet nodig is…

De gedachte, wat doe ik hier, ik wil hier niet zijn, want dit is te erg, betekent vanuit ego (afscheiding) gedacht juist de bevestiging en het waarmaken van een wereld van pijn en ellende. Vanuit Heilige Geest, Eenheid, Waarheid gedacht kan deze gedachte en de ervaring juist dienen als een herinnering aan dat deze wereld een weerspiegeling is van het onmogelijke, waarachter het enige mogelijke schuil gaat; Waarheid, Eenheid, Liefde, God. Ik hoef me niet bezig te houden met wat nooit verandert is: Waarheid, Eenheid, Liefde, God, want dat is vanuit het perspectief van ‘de droom’ niet te bevatten, omdat het niet in woorden te bevatten is, maar ik kan me wel bezighouden, omdat ik dat wil met het vergeven van alles wat Waarheid, Eenheid, Liefde, God, tegenspreekt en zich kenmerkt en daardoor zichzelf verraad, door veranderlijkheid en dus precies het tegenovergestelde is van Onveranderlijkheid, dat wat buiten ‘ervaren’ valt, maar wel met grote zekerheid en in onveranderlijk vertrouwen wordt vermoed.
De weerspiegeling van het Onveranderlijke kan wel worden ervaren, binnen ‘het ervaren’ maar is nog steeds een ervaring, een afspiegeling, meer niet.
De verleiding in een prettiger ervaring te blijven hangen en daarmee een prettigere wereld te fantaseren zal groot zijn en zal onvermijdelijk weer afstevenen op een toch steeds weer veranderlijke ervaring wat niets anders is dan weer een afspiegeling van de keuze voor het egodenken, dus voor afscheiding.
Vandaar nog maar een keer dit blog herbloggen, want hoe zat dat nou ook alweer…?

illusje

14. HOE ZAL DE WERELD EINDIGEN?

1. Kan wat geen begin heeft werkelijk eindigen? De wereld zal eindigen
zoals ze begon: in een illusie. Maar haar einde zal een illusie van genade
zijn. De illusie van vergeving, die totaal is, niemand uitsluit, en onbegrensd
is in zachtmoedigheid, zal zich over haar uitspreiden, alle kwaad
verhullen, alle zonde verhelen en voor eeuwig een einde maken aan
schuld. Zo eindigt de wereld die door schuld werd gemaakt, want nu
heeft ze geen doel meer en is ze verdwenen. De vader van illusies is de
overtuiging dat ze een doel dienen, aan een behoefte voldoen of in een tekort
voorzien. Worden ze als doelloos beschouwd, dan worden ze niet
langer waargenomen. Hun nutteloosheid wordt ingezien en ze zijn verdwenen.
Op welke andere manier wordt aan alle illusies een einde gemaakt?
Ze zijn naar de waarheid gebracht, en de waarheid heeft ze niet
gezien…

View original post 625 woorden meer

Al in hoofdstuk 2.III van ECIW lees ik:

Het is slechts een kwestie van tijd tot iedereen de Verzoening heeft aanvaard.
Door de onvermijdelijkheid van de uiteindelijke beslissing kan dit in tegenspraak lijken met de vrije wil, maar dat is niet het geval. Je kunt tijd rekken en je bent tot immens uitstel in staat, maar je kunt niet totaal afdwalen van je Schepper, die een grens stelt aan je vermogen tot miscreëren.
Een geketende wil laat een situatie ontstaan die in het uiterste geval volslagen onverdraaglijk wordt. Je mag dan veel pijn kunnen verdragen, maar daaraan is een grens. Uiteindelijk begint iedereen in te zien, hoe vaag ook, dat er een betere manier moet zijn. Wanneer dit inzicht vastere grond krijgt, wordt het een keerpunt. Dit laat geestelijke visie uiteindelijk opnieuw ontwaken en tegelijk de investering in de fysieke blik afnemen.
Het afwisselend investeren in de twee waarnemingsniveaus wordt doorgaans als een conflict ervaren, een dat zeer acuut kan worden. Maar de uitkomst is zo zeker als God

4. Geestelijke visie kan feitelijk geen vergissingen zien en zoekt alleen Verzoening. Alle oplossingen die het fysieke oog nastreeft verdwijnen.
Geestelijke visie kijkt naar binnen en constateert onmiddellijk dat het altaar ontwijd is en moet worden hersteld en beschermd. Zich volkomen van de juiste verdediging bewust negeert ze alle andere en kijkt voorbij vergissingen naar de waarheid. Door de kracht van haar visie maakt ze de denkgeest aan zich dienstbaar. Dit herstelt de macht van de denkgeest en maakt het hem steeds onmogelijker om uitstel te dulden, in het besef
dat het de pijn slechts nodeloos vermeerdert. Hierdoor wordt de denkgeest almaar gevoeliger voor wat hij vroeger gezien zou hebben als heel kleine steken van onbehagen.
(T2.III.3,4)

En wat ik als een verdere uitleg hiervan versta in hoofdstuk 18.IX:

Vanuit de wereld van lichamen, door krankzinnigheid gemaakt, lijken krankzinnige boodschappen teruggestuurd te worden naar de denkgeest die haar gemaakt heeft. En deze boodschappen getuigen van deze wereld, en verklaren haar waar. Want jij hebt deze boodschappers uitgezonden om dit bij jou terug te brengen. Alles wat deze boodschappen je doorgeven is volstrekt uiterlijk. Er zijn geen boodschappen die spreken van wat onder de oppervlakte ligt, want het lichaam kan hiervan niet spreken.
Zijn ogen nemen het niet waar, zijn zintuigen hebben er geen enkele notie van, en zijn tong kan zijn boodschappen niet doorgeven. Maar God kan jou daar wel brengen, als je bereid bent de Heilige Geest door schijnbare verschrikking heen te volgen, en erop vertrouwt dat Hij je niet in de steek laat en jou daar achterlaat. Want het is niet Zijn bedoeling – maar alleen de jouwe – om jou angst aan te jagen. Jij komt ernstig in de verleiding Hem bij de buitenste kring van de angst in de steek te laten, maar Hij wil
je er veilig doorheen en ver aan voorbij leiden.
De cirkel van angst ligt net onder het niveau dat het lichaam ziet, en lijkt
het hele fundament te zijn waarop de wereld rust. Hier bevinden zich al de illusies, de vervormde gedachten, de waanzinnige aanvallen, de woede, de wraak en het verraad, die gemaakt werden om de schuld te verankeren, zodat daaruit de wereld kon ontstaan die hem verborgen moest houden. Zijn schaduw stijgt voldoende naar de oppervlakte om te zorgen dat zijn meest uitwendige verschijningsvormen in het duister blijven en daar wanhoop en eenzaamheid zaaien, en maken dat het daar vreugdeloos blijft. De intensiteit van de schuld wordt echter versluierd door zijn zware omhulsels, en blijft gescheiden van dat wat werd gemaakt om hem verborgen te houden. Het lichaam kan dit niet zien, want het lichaam ontstond hieruit om hem te beschermen door hem aan het oog te onttrekken.
De ogen van het lichaam zullen hem nooit te zien krijgen. Maar ze zullen wel zien wat hij dicteert.

5. Het lichaam zal de boodschapper van schuld blijven, en zal handelen zoals hij dat bepaalt, zolang jij gelooft dat schuld realiteit is. Want de realiteit van schuld is de illusie die hem zwaar, ondoorzichtig en ondoordringbaar lijkt te maken, en een reëel fundament voor het denksysteem van het ego. Zijn ijlheid en doorzichtigheid zijn niet duidelijk tot je het licht erachter ziet. En dan zie je dat hij een tere sluier is voor het licht.

6. Deze schijnzware barrière, deze kunstmatige bodem die wel een rots lijkt, is als een laaghangende donkere wolkenbank die een massieve muur lijkt te vormen voor de zon. Haar ondoordringbare voorkomen is een en al illusie. Ze wijkt zachtjes voor de bergtoppen die erbovenuit rijzen, en heeft niet de minste macht iemand tegen te houden die de wil heeft erbovenuit te klimmen en de zon te zien. Ze is niet sterk genoeg om een speld te stoppen in zijn val, of om een veertje te dragen. Er kan niets op rusten want het is slechts een illusie van een fundament. Probeer haar maar eens aan te raken en ze verdwijnt; poog haar te grijpen, en je handen houden niets vast.

7. Toch is het makkelijk in deze wolkenbank een hele wereld te zien verrijzen.
Een massieve bergketen, een meer, een stad; dit alles verrijst in je verbeelding, en vanaf de wolken komen de boden van jouw waarneming bij je terug, en verzekeren jou dat het er is. Gedaanten komen duidelijk naar voren en bewegen zich in het rond, handelingen lijken echt, en vormen verschijnen en verschuiven van lieftalligheid naar het groteske. En heen
en weer gaat het, zolang jij het kinderspel van doen alsof wilt spelen.
Maar hoelang jij het ook speelt en hoeveel verbeelding je er ook in stopt, je verwart het niet met de wereld daarbeneden, en probeert het ook niet werkelijk te maken.

8. Zo zou het ook horen te gaan met de donkere wolken van schuld die evenmin ondoordringbaar, en even weinig substantieel zijn. Je zult je er niet aan bezeren wanneer je erdoorheen reist. Laat jouw Gids jou hun niet-substantiële aard leren terwijl Hij jou eraan voorbij leidt, want daaronder bevindt zich een wereld van licht waarop ze geen schaduwen werpen.
Hun schaduwen liggen op de wereld achter ze, nog verder weg van
het licht. Maar hun schaduwen kunnen niet van ze vandaan vallen naar
het licht.

9. Deze wereld van licht, deze kring van helderheid is de werkelijke wereld,
waar schuld vergeving ontmoet. Hier wordt de buitenwereld met nieuwe ogen gezien, zonder de schaduw van schuld eroverheen. Hier ben je vergeven, want hier heb jij iedereen vergeven. Hier is de nieuwe waarneming, waarin alles helder en stralend van onschuld is, gewassen in de wateren der vergeving, en gezuiverd van iedere slechte gedachte die jij eroverheen hebt gelegd. Hier is er geen aanval op Gods Zoon, en ben jij welkom.
Hier ligt jouw onschuld te wachten om jou te kleden en te beschermen,
en je gereed te maken voor de laatste stap van je reis naar binnen.
Hier worden de donkere en zware gewaden van schuld afgelegd, en met
zachtheid vervangen door zuiverheid en liefde.

10. Maar zelfs vergeving is niet het einde. Vergeving maakt weliswaar lieflijk, maar ze schept niet. Ze is de bron van genezing, maar slechts de gezant van de liefde, niet de Bron daarvan. Hier word je heengeleid, zodat God Zelf ongehinderd de laatste stap kan zetten, want hier staat niets de liefde in de weg, maar laat haar zichzelf zijn. Een stap voorbij deze heilige plaats van vergeving, een stap die nog verder naar binnen leidt, maar een die jij niet kunt zetten, voert jou naar iets volkomen anders. Hier is de Bron van het licht, waar niets wordt waargenomen, vergeven of herschapen. Maar waar louter wordt gekend.

11. Deze cursus zal tot kennis leiden, maar kennis zelf valt nog steeds buiten
het bestek van ons leerplan. Ook is het geenszins nodig dat we proberen te spreken over iets wat voor eeuwig noodzakelijkerwijs voorbij alle woorden ligt. We hoeven ons alleen te herinneren dat al wie de werkelijke wereld bereikt – en verder kan het leren niet gaan – daaraan voorbij zal gaan, maar op een andere wijze. Waar het leren eindigt begint God, want het leren eindigt ten overstaan van Hem die totaal is waar Hij begint, en waar
geen einde is. Het is niet aan ons stil te blijven staan bij wat niet verworven kan worden. Er is te veel te leren. De gereedheid voor kennis dient eerst nog te worden verworven.

12. Liefde wordt niet geleerd. Haar betekenis ligt in haarzelf. En jouw leren eindigt wanneer je hebt ingezien wat ze allemaal niet is. Dat is de belemmering; dat is wat ongedaan moet worden gemaakt. Liefde wordt niet geleerd, want er is nooit een tijd geweest waarin jij haar niet hebt gekend.
Leren is nutteloos in de Tegenwoordigheid van je Schepper, wiens erkenning van jou en de jouwe van Hem alle leren zover overstijgt, dat al wat je geleerd hebt zonder betekenis is, en voor eeuwig vervangen is door de kennis van de liefde en haar ene betekenis.

13. Jouw relatie met je broeder is uit de wereld der schaduwen weggerukt, en haar onheilige bedoeling is veilig door de hindernissen van schuld heen geloodst, met vergeving gereinigd, en is stralend en stevig geworteld in de wereld van het licht gezet. Vandaaruit roept ze jou op de koers te volgen die zij genomen heeft, die haar hoog boven het duister heeft uitgetild en zachtjes voor de poorten van de Hemel neergezet. Het heilig ogenblik
waarin jij en je broeder werden verenigd is slechts de gezant van de liefde, van voorbij vergeving gezonden om jou te herinneren aan al wat erachter ligt. Toch is vergeving het middel waardoor het zal worden herinnerd.

14. En wanneer de Godsherinnering in de heilige plaats van vergeving tot jou is gekomen, zul jij je niets anders herinneren, en zal de herinnering zelf even nutteloos geworden zijn als leren, want jouw enige doel zal scheppen zijn. Maar dit kun je niet weten voordat alle waarneming gereinigd en gezuiverd, en tenslotte voorgoed opgeheven is. Vergeving heft alleen het onware op, licht de schaduwen van de wereld en draagt die in haar zachtmoedigheid veilig en zeker naar de heldere wereld van een nieuwe en zuivere waarneming. Daar ligt nu jouw doel. En daar wacht jou vrede.
(T18.IX.3-14)

 

De aantrekkingskracht van kleinheid en grootheid.
Mijzelf kleineren, groter maken, minder voelen, meer voelen, vergelijken met anderen, die beter zijn, die slechter zijn, die mooier zijn, lelijker zijn, dikker zijn, dunner zijn, rijker zijn, armer zijn, slimmer zijn, dommer zijn, beter af zijn, minder af zijn, verder zijn, minder ver zijn, wel wakker, niet wakker, het dualistische egoplan wat als een rode draad door mijn leven loopt. De lijst gaat maar door en allemaal laten ze iets zien wat ze lijken te laten zien in hun geprojecteerde vorm, maar wat niet de oorzaak is.
De oorzaak ligt in het verborgen abstracte; de wil afgescheiden te willen zijn van Eenheid, Waarheid, God, Liefde.

Nu gewoon zeggen/denken, “o ja, oh wat stom, ja natuurlijk, ik zie het ik probeer me af te scheiden van Eenheid, maar ik zie dat dat onzin is, het is maar een droom, die onmogelijk is, stop ermee”, gaat niet werken.
Dat is stappen overslaan. Het is weliswaar een goed begin, maar er simpelweg mee willen stoppen wijst op opnieuw de keuze voor een ego oplossing. Een oplossing op gedragsniveau/vormniveau, een keuze gemaakt door het ‘ikje’ dat nog steeds denkt en gelooft te bestaan als lichaam in een wereld.

Wat wel werkt is al mijn gedachten en projecties over kleinheid/grootheid (beide zijde van de ene egomedaille) niet te ontkennen, te veranderen, te rationaliseren, te analyseren of weer onder het tapijt van vergetelheid te vegen, maar volledig te zien, herkennen, en onderkennen, volledig te ervaren zoals het zich aandient, als leermateriaal. Leermateriaal dat eerst het symbool was voor afscheiding (ego), maar nu omgekeerd wordt tot een symbool (HG/J) om terug te herinneren in Eenheid, Waarheid, God, Liefde.
En dan wordt alles wat ik ervaar vergevingsmateriaal, vergevingslessen die door ze volledig te ervaren, te doorleven en te vergeven tot ontwaken uit de droom van afscheiding leiden.

De egodenkgeest is dat gedeelte van de denkgeest dat voor afscheiding kiest.
Er wordt niet gekozen voor een bepaald persoonlijk script, er wordt gekozen voor afscheiding en die keuze wordt geprojecteerd als een projectie (te vergelijken met een film) die eruit ziet als een persoonlijk verhaal of droom. Die ene keuze gemaakt door de ene egodenkgeest is altijd dezelfde keuze; die voor afscheiding van Eenheid, Waarheid, God, Liefde. Dat het  ervaren wordt als een persoonlijk leven door een persoon en dat x 6 miljard is een verder gevolg van de wil tot afscheiding die men in de projecties uitgebeeld ziet.
De oorzaak van de eerste stap tot afscheiding uit Eenheid, wordt uit de denkgeest gewist, en daardoor wordt de oorzaak van de tweede stap tot afscheiding (een geprojecteerd leven) ook gewist en vergeten.
Resultaat: één denkgeest die nu alleen nog maar kan denken in afscheiding en zichzelf als één persoon met een persoonlijk leven ziet te midden van anderen met een persoonlijk leven. Een en al afscheiding, dat moge duidelijk zijn, als je het wil zien dwars door de ontkenning, het gelijk willen hebben en angst heen.
De weg naar het terug herinneren kan daarom alleen geschieden door het pad van het vergeten terug te wandelen, waardoor het vergeten stap voor stap wordt vergeven en terugkeer in herinneren het onvermijdelijke gevolg is.
Het is misschien wel ‘lekker’ de hele tijd beelden te maken van het totale abstracte en een Eenheid, Waarheid, Liefde, God, te verbeelden, maar dat is weer gewoon een vorm van projectie wat altijd probeert dat wat Een is en voor ons aan vergetelheid lijdende denkgeest iets abstracts is, de afscheiding in te slepen en dan net doet of dat ‘ontwaken, verlichting’ is.
Het is gewoon weer een afleiding van de aan afscheiding lijdende denkgeest, wat wel tijdelijk even ‘lekker’ voelt, maar niets anders is dan het lekker voelen na het gebruik van drank, drugs, seks, eten of wat dan voor ‘lekkers’ dan ook.
(ps: het is niet fout, maar het is niet als vorm een uiting van wat gedacht wordt dat het is; verlichting/ontwaken)

Daarom legt ECIW zo de nadruk op het leren herkennen, onderkennen en ervaren van wat de keuze voor afscheiding inhoudt, door elke egogedachte +  projectie heel bewust te gaan herkennen. En dat kan alleen als werkelijk ervaren en gevoeld gaat worden wat een pijnlijke keuze, de keuze voor afscheiding eigenlijk is, en dat dat de oorzaak is van alle lijden en niet wat er in de wereld lijkt te gebeuren. Dan zal de onvermijdelijke keuze kunnen worden gemaakt; “nee, dit wil ik niet meer, er moet een andere manier zijn”. Niet door het ontkennen van een wereld, mijn leven, mijn lijden en pijn, en dat van anderen, maar er doorheen te gaan, aan de hand van ‘de andere keuze’; die voor het pad van terug herinneren in Eenheid, Waarheid, God, Liefde, in ECIW voorgesteld als de symbolen Heilige Geest en Jezus, symbolen voor oordeelloos kijken.

En nee, dat is niet comfortabel en dat is vaak de reden waarom men liever niet wil kijken naar alle ego uitingen en projecties van de egodenkgeest en liever God, Waarheid, Eenheid, Liefde de wereld van de projecties in sleept. Niet om redenen die men denkt, namelijk om een prettiger gevoel te krijgen, maar om het ‘vergeten’ voort te zetten en het totale abstracte: God, Waarheid, Eenheid, Liefde, juist buiten de deur te houden, door er een eigen ego versie van te maken.
Ook deze strategie van de egodenkgeest onderkennen en herkennen is onderdeel van het proces van terug herinneren in Waarheid, Eenheid, Liefde, God.

 

In een blog van 18 juni “behulpzame reminder” dat over “liever gelijk willen hebben dan gelukkig zijn” ging, over de ervaring dat achter dat gelijk willen hebben schijnbaar over iets wat gebeurt in mijn wereld, het gelijk willen hebben ligt verborgen over dat de afscheiding van Eenheid, Waarheid, God, Liefde werkelijk mogelijk en gebeurt is, daar weer achter pure angst ligt, de angst voor Eenheid, Waarheid, God, Liefde.
Dus eigenlijk zou die vraag “Wil ik liever gelijk hebben of gelukkig zijn” ook kunnen zijn: “wil ik liever gelijk hebben (in mijn angst), of zonder angst zijn”.
Een variatie op een typische Byron Katie vraag “wie zou ik zijn zonder mijn angst?”.

Ik zie dan dat achter mijn koppigheid, en de koppigheid die ik in andere denk te zien, niets anders is dan angst, het is angst. Het is niet koppig blijven volhouden dat iets niet kan, of moet, het is een koppig blijven volhouden aan conditioneringen die bestaan uit pure 100% angst.
En dan doorzie ik ineens alle uitingen van deze angst in mijzelf en in alles, van de extreme conditioneringen waaraan fanatici en extremisten vasthouden, tot het koppig stampvoetende kind, en elke andere vorm van weerstand die we maar kunnen bedenken.
Het is allemaal die ene zelfde angst die verborgen moet blijven achter duizenden geprojecteerde variaties, omdat daar niet naar gekeken mag worden, want wie ben ik zonder die angst die mij maakt tot wat ik denk en geloof te zijn?

Iedereen gaat onbewust gebukt onder deze ‘angst’, de angst voor Liefde, voor Eenheid, voor Waarheid. Want wie ben ik, zijn wij als er alleen Eén is. Dit is de meest bedreigende vraag voor de egodenkgeest en tevens ook de enige vraag die de dualiteit van “ik” en “anderen” op z’n plek houdt, want de vraag houdt nog steeds in dat er een “ik” is die deze vraag stelt.
Tegelijkertijd is dit, dat waar we denken en geloven te zijn en kunnen begrijpen.
Het totale abstracte van Eenheid, Waarheid, Liefde, God, maar ook een abstract begrip als ego, afscheiding kunnen  wij niet echt begrijpen. Wij kunnen alleen begrijpen dat waar we denken en geloven te zijn, een wereld waar alleen ervaringen van geprojecteerde angst ervaren kunnen worden.
Daarom is dat wat we ons leven noemen, ook al is het een droom en dus puur symbolisch, ons “werkmateriaal” ons “vergevingsmateriaal”, dat wat we nodig hebben om de angst eerst onder ogen te leren zien en dan te kunnen vergeven, omdat de denkgeest er uiteindelijk onvermijdelijk aan toe zal zijn angst op te geven en terug te keren in Liefde.
Zoals we hier terecht lijken te zijn gekomen is tevens ook de uitweg.
En:
‘Een universele theologie is onmogelijk, maar een universele ervaring is niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk’ (VvT.In.2:5).

Alles is al gebeurd. Er gebeurd nooit iets nieuws, omdat alles een herhaling is van hetzelfde ene onmogelijke idee van afscheiding…
Het tikken van de klok tikt niet de seconde weg, maar herhaalt steeds dat ene onmogelijke idee van afscheiding.
Eén wordt twee, verticaal wordt horizontaal, ‘nu’ wordt verleden en toekomst.
En het is nooit gebeurd.
Alles is al nooit gebeurd.