archiveren

Tagarchief: vergeving

De Liefde van God, non-dualistische Liefde, Éénheid kan zich alleen maar onveranderlijk uitbreiden, het versterkt niet, het verzwakt niet het breidt zich uit zonder begin en einde, en omvat alles.
Het ego breidt zich ook uit, maar dan op een dualistische manier.
Dat wil zeggen het verdeelt, splitst zich op, het is veranderlijk het probeert van onveranderlijk Één, twee te maken.
Het ego splits zich op in een miljarden leger om te bewijzen dat het sterker en machtiger is dan Één. Een miljarden leger dat getuigt van zijn gelijk door middel van projecties die als bewijs dienen daarvoor, waardoor deze onmogelijke versie van “uitbreiden” werkelijkheid lijkt.

Hoe toont zich dit in onze dagelijkse ervaringen?
Bijvoorbeeld door het verzamelen van getuigen van ons gelijk.
Er is bijvoorbeeld de ervaring van onrecht, mijzelf of een ander aangedaan en dan ontstaat onmiddellijk de neiging daar getuigen van ons gelijk voor te zoeken.
De pijn die ervaren wordt in de denkgeest is ondragelijk en wordt daardoor snel geprojecteerd buiten de denkgeest als projectie. Er lijken nu slachtoffers en daders te zijn buiten de “ik”.
De bron, de denkgeest is nu “vergeten”, er lijken nu alleen nog lichamen, dingen en situaties buiten het “ik lichaam” te zijn waartegen gevochten en verdedigt moet worden.
We appen, chatten, twitteren, bellen, bezoeken, verzamelen al onze geprojecteerde getuigen en vormen zo een legertje tegen de denkbeeldige vijand die ons onrecht heeft aangedaan en smeden plannetjes om de vijand uit te schakelen.
En dit allemaal niet om de reden die we denken en geloven, namelijk dat er iets buiten ons is, dat ons aanvalt.
Denk aan WdI.5 : “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”.
Niet omdat iets of iemand wie dan ook iets heeft aangedaan, dat nu om aanval/verdediging vraagt. Dat is slechts een dekmantel voor het rechtvaardigen en tot werkelijkheid maken van het onmogelijke idee dat non-dualistische Éénheid aangevallen en vernietigd moet worden om te voorkomen dat Éénheid, ons zal aanvallen en vernietigen uit wraak, omdat “wij” (de nu denkbeeldige projecties van de egodenkgeest) non-dualistische Éénheid (God, Liefde) hebben vermoord.

Hu? is dan misschien de reactie, dat kan toch niet, dat is toch onmogelijk, dat is waanzin, gekkenwerk. En al snel slaat dan de zogenaamde verbijstering om in woede, angst en de neiging tot het aanvallen van deze stelling/conclusie…, wat weer niets anders is dan het doorvoeren van het ego-denksysteem van aanval en verdediging.
En de veel gehoorde “waarom” vraag rijst op, wat ook een ego-verdedigings-aanvalsgedachte is. “Waarom” impliceert immers dat er echt iets gebeurt is en we willen nu weten waarom dat gebeurt is. En dan volgen de antwoorden, welke ook weer ego-getuigen zijn van dat het onmogelijke, namelijk afscheiding van Één werkelijk heeft plaatsgevonden.
De “waarom” vraag is dan ook geen echte vraag maar een poging tot bevestiging van dat non-dualisme ineens bij toverslag verandert is in dualisme, dat onveranderlijke één verandert is in twee.

Wat doen we met dit hele verhaal? Niets!
Het zijn allemaal nietig dwaze ideeën, onmogelijke ideeën ontstaan uit de onmogelijke wens om van Één, twee te maken.
Het enige wat wel werkt om dit hele ene onmogelijke dwaze ego-denksysteem ongedaan te maken is Ware Vergeving:
“Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden”, zie: (WdII.1) Wat is vergeving?))

Waardoor de denkbeeldige sluier van vergetelheid wordt opgelicht en de schijnbaar verdwenen natuurlijke uitbreiding van Éénheid, Liefde van God gewoon weer IS.

Het ego zit in elke gedachte…
Het moment dat het ego niet als eerste zou spreken, is de droom ook weg. Immers de enige taak en doel van het in stand houden van de keuze voor ego is in dromen van afscheiding blijven geloven.
Voor het bijbehorende geloof als onderdeel van de droom in een “ik” lichaam betekent één moment van niet alert zijn in het in stand houden van de droom “de verdwijning van het universum”, dus ook de droom “ik”…
De enige oplossing is dan ook, waarnemen dat het ego altijd eerst spreekt (schreeuwt, eigenlijk een schreeuw om Liefde), daar oordeel loos naar kijken wat alleen kan olv Heilige Geest (Juist-gerichte-denkgeest), het gevoel van zonde, schuld en angst, dat altijd achter de keuze voor ego schuilgaat, waarnemen en de emoties/gevoelens die deze keuze uitbeelden, vervolgens vergeven.
Op deze manier krijgt de voorheen altijd eerst sprekende keuze voor ego geen kans meer om zich uit te breiden in de hele ene egodenkgeest. Doordat de keuze voor ego ‘gezien’, waargenomen is en gegeven aan Heilige Geest zal deze onmiddellijk gecorrigeerd worden (de Verzoening: het correctieprincipe) en zal het wonder van vergeving zich uitbreiden over de hele Denkgeest en dáár ontvangen worden door de denkgeest die bereid is en klaar is om te ontvangen.
Elke voorheen als eerst sprekende ego-gedachte krijgt daardoor de functie van Ware Genezing in plaats van die van afscheiding.
Dat is de reden waarom elke ego-gedachte zonder oordeel, zonder er iets aan te veranderen, zonder in te grijpen moet worden waargenomen, zodat het ‘ongeschonden’, zoals ‘het zich voordoet’ als vergevingsmateriaal en kans kan worden hergebruikt door HG.
“Onze” enige taak en enige functie is dan ook elke ego-gedachte bewust waargenomen, terug te nemen in de denkgeest en opnieuw bewust te kiezen voor HG/J waar Ware Vergeving ervoor zal zorgen dat alle pogingen om toch de onmogelijke keuze voor afscheiding van God, Liefde, Éénheid, op zullen lossen in het Licht, en alleen Liefde zich zal kunnen uitbreiden.

Hieronder les 62 uit het Werkboek:

LES 62 Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld.

1.Jouw vergeving zal de wereld van duisternis voeren naar het licht. 2Jouw vergeving laat je het licht herkennen waarin jij ziet. 3Vergeving is de demonstratie dat jij het licht van de wereld bent. 4Via jouw vergeving keert de waarheid over jezelf in je herinnering terug. 5Daarom ligt jouw verlossing in je vergeving.
2.Illusies over jezelf en de wereld zijn een en hetzelfde. 2Daarom is alle vergeving een geschenk aan jezelf. 3Je doel is te ontdekken wie jij bent, omdat jij je Identiteit verloochend hebt door de schepping en haar Schepper aan te vallen. 4Nu leer jij hoe je je de waarheid weer kunt herinneren. 5Want deze aanval moet door vergeving worden vervangen, zodat gedachten van leven in de plaats kunnen komen van gedachten van dood.
3.Vergeet niet dat je bij elke aanval een beroep doet op je eigen zwakheid, terwijl je telkens als je vergeeft een beroep doet op de kracht van Christus in jou. 2Begin je dan niet te begrijpen wat vergeving jou brengen zal? 3Ze zal elk gevoel van zwakte, spanning en vermoeidheid uit je denkgeest verdrijven. 4Ze zal alle angst en schuld en pijn wegnemen. 5Ze zal je opnieuw bewust maken van de onkwetsbaarheid en kracht die God Zijn Zoon geschonken heeft.
4.Laten we deze dag zowel van harte beginnen als eindigen met het oefenen van het idee van vandaag, en het zo vaak mogelijk de hele dag door gebruiken. 2Het zal helpen deze dag voor jou zo gelukkig te maken als God wil dat jij bent. 3En het zal hen die in je omgeving zijn, alsook hen die in tijd en ruimte ver weg lijken, helpen dit geluk met jou te delen.
5.Zeg vandaag zo vaak je kunt tegen jezelf – en doe daarbij als dat kan je ogen dicht:

2Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld. 3Ik zal mijn functie vervullen, opdat ik gelukkig ben.

4Neem dan een minuut of twee om na te denken over je functie, en over het geluk en de bevrijding die ze je brengen zal. 5Laat verwante gedachten ongehinderd opkomen, want je hart zal deze woorden herkennen, en in je denkgeest huist het besef dat ze waar zijn. 6Mocht je aandacht afdwalen, herhaal dan het idee en voeg eraan toe:

7Ik wil dit in gedachten houden want ik wil gelukkig zijn

Een cursus in wonderen kan een radicale cursus genoemd worden, omdat ECIW ons direkt zonder omwegen naar de wortel van elk schijnbaar probleem voert. En die wortel is de keuze van de denkgeest voor het geloof in schuld. Vandaar dat ECIW als antwoord op het geloof in schuld dat ten grondslag ligt aan elk schijnbaar probleem dat we lijken te ervaren, ook het begrip “vergeving” her-gebruikt.
De egodenkgeest gebruikt de term schuld en de term vergeving als bevestiging dat er werkelijk iets gebeurt is waar ik schuld aan heb en het antwoord daarop is vergeving voor iets waar ik werkelijk schuld aan heb. ECIW noemt dit vergeving ter vernietiging.
ECIW gebruikt deze zelfde termen schuld en vergeving en de ontelbare projecties er van op een andere manier, niet meer olv onze keuze voor ego welke schuld “echt” probeert te maken, maar olv onze keuze voor HG oftewel juist gerichte denkgeest. Daarbij wordt schuld gezien als slechts een vergissing en vergeving laat zien dat er in werkelijkheid niets gebeurt is. ECIW noemt dit ware vergeving, zie WdII.1. Wat is vergeving? blz. 404 van het Werkboek.

Als dit achter elk probleem hoe groot of klein het ook mag lijken gezien wordt, dan kan ook de enige oplossing geaccepteerd worden. Één probleem, één oplossing.
Het geloof in schuld is het schijnbare probleem, ware vergeving leidt ons terug naar waar schuld niet bestaat, een reis zonder afstand, van horizontaal (tijd) naar verticaal (tijdloos), van dualisme naar non-dualisme, van angst naar Liefde…

LES 62
Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld.

1.Jouw vergeving zal de wereld van duisternis voeren naar het licht. 2Jouw vergeving laat je het licht herkennen waarin jij ziet. 3Vergeving is de demonstratie dat jij het licht van de wereld bent. 4Via jouw vergeving keert de waarheid over jezelf in je herinnering terug. 5Daarom ligt jouw verlossing in je vergeving.

2.Illusies over jezelf en de wereld zijn een en hetzelfde. 2Daarom is alle vergeving een geschenk aan jezelf. 3Je doel is te ontdekken wie jij bent, omdat jij je Identiteit verloochend hebt door de schepping en haar Schepper aan te vallen. 4Nu leer jij hoe je je de waarheid weer kunt herinneren. 5Want deze aanval moet door vergeving worden vervangen, zodat gedachten van leven in de plaats kunnen komen van gedachten van dood.

3.Vergeet niet dat je bij elke aanval een beroep doet op je eigen zwakheid, terwijl je telkens als je vergeeft een beroep doet op de kracht van Christus in jou. 2Begin je dan niet te begrijpen wat vergeving jou brengen zal? 3Ze zal elk gevoel van zwakte, spanning en vermoeidheid uit je denkgeest verdrijven. 4Ze zal alle angst en schuld en pijn wegnemen. 5Ze zal je opnieuw bewust maken van de onkwetsbaarheid en kracht die God Zijn Zoon geschonken heeft.

4.Laten we deze dag zowel van harte beginnen als eindigen met het oefenen van het idee van vandaag, en het zo vaak mogelijk de hele dag door gebruiken. 2Het zal helpen deze dag voor jou zo gelukkig te maken als God wil dat jij bent. 3En het zal hen die in je omgeving zijn, alsook hen die in tijd en ruimte ver weg lijken, helpen dit geluk met jou te delen.

5.Zeg vandaag zo vaak je kunt tegen jezelf – en doe daarbij als dat kan je ogen dicht:

2Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld. 3Ik zal mijn functie vervullen, opdat ik gelukkig ben.

4Neem dan een minuut of twee om na te denken over je functie, en over het geluk en de bevrijding die ze je brengen zal. 5Laat verwante gedachten ongehinderd opkomen, want je hart zal deze woorden herkennen, en in je denkgeest huist het besef dat ze waar zijn. 6Mocht je aandacht afdwalen, herhaal dan het idee en voeg eraan toe:

7Ik wil dit in gedachten houden want ik wil gelukkig zijn.
(WdI.62)


Als geheugensteun over wat ware vergeving ook alweer inhoudt lees:
WdII.1 Wat is vergeving? (blz 404 van het Werkboek).

Er is geen rangorde in overleven, met deze gedachte werd ik wakker en dat vond ik meteen een inspirerende en een geruststellende vrede gevende gedachte.
“Leven” in een lichaam, in deze wereld is de ego versie van wat leven is.
Eigenlijk van wat Leven niet is.
Leven met als doel afscheiding kan geen leven zijn.
Elke vorm van leven die anders bedoeld is dan Leven in God, kan geen leven zijn.

Kijk naar de wereld, kijk naar hoe de poging om afgescheiden van God te leven eruit ziet, kijk hoe dat ervaren wordt. De onmogelijke wens om afgescheiden van God, van Liefde, van Éénheid te leven kan toch in niets anders resulteren dan in lijden, pijn, en de hel?
Als Hemel (God, Eenheid, non-dualisme) IS dan moet aarde (ego, afscheiding, dualisme) wel hel zijn.
Het is alles of niets, er kan niet een beetje hemel of een beetje aarde zijn, beide sluiten elkaar uit.

Niets in deze wereld kent een rangorde in lijden, pijn, of speciale vreugde want er is maar één oorzaak: de wens om afgescheiden te zijn van God, Liefde, Éénheid, non-dualisme. Zelfs daar hebben we verschillende woorden voor die maar één betekenis hebben. De een zal God een prettig woord vinden, de ander zal ervan walgen, de één vindt Liefde een prachtig woord, de ander zal ervan walgen, de een vindt non-dualisme een prachtig woord de ander walgt ervan en zo gaat dat met alle woorden, want woorden zijn 2x verwijdert van Waarheid.
In Éenheid, non-dualisme bestaan geen woorden. Een woord is een afgescheiden naam geven nadat gekozen is voor afscheiding en uit “Alles” (Eénheid) ineens een stukje “iets” lijkt te zijn ontstaan. En dat “iets” krijgt voordat het als vergissing terug kan keren in de natuurlijkje staat van “Alles” een naam, en wordt zo als het ware vastgelegd in steen.
En dit wordt nu meteen gezien als Waar, het nieuwe waar, het nieuwe leven, met miljarden mogelijkheden en rangorden in pijn,  lijden en kortstondige vreugde en speciale liefde.

Als ik hier goed naar kijk, zonder oordeel dan kan ik geen rangorde aanbrengen in vormen van lijden, want dan is er maar één vorm van lijden met maar één oorzaak; er wordt alleen geleden aan de ziekelijke wens afgescheiden te leven van God, Liefde, Éénheid, non-dulaisme, Waarheid.
En dat lijden speelt zich niet af in de woorden, namen die we onze projecties van lijden en pijn hebben gegeven, maar in de denkgeest die gekozen heeft voor een schijnbare mogelijkheid dromen te hebben van afscheiding en daarin te geloven als zijnde waar.

De  oplossing kan dan ook alleen maar zijn alle vormen van lijden en pijn, eerst te herkennen en te onderkennen en dan terug te (ver)geven aan de Denkgeest (Heilige Geest) die Weet en de herinnering in zich draagt aan God.

Zoals Een cursus in wonderen zegt in het 1ste principe van wonderen:
“Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid. Het ene is niet ‘moeilijker’ of ‘groter’ dan het andere. Ze zijn allemaal gelijk. Alle uitingen van liefde zijn maximaal” (T1.I.1:1-4).

Het wonder van vergeving ziet geen rangorde in pijn en lijden dat is het mooie en troostende ervan. Ik lijd niet meer of minder dan een ander. Alle lijden en pijn die ik ervaar in een bepaald scenario is dezelfde pijn en lijden die jij ervaart in jouw scenario. De bron (de wens voor afscheiding) is dezelfde alleen de uitvoering (de projecties) de film op het filmdoek lijken te verschillen, En het geloof in het waarheidgehalte van de film houdt de film draaiende.
Het vergeven van het geloof in de film en dus het geloof in de waarheid ervan, doet de interesse en de investering in de film uitdoven en oplossen in het Licht van Waarheid.

Uit: “Inleiding tot Een cursus in wonderen” – Kenneth Wapnick:

“Vergeving kan dus in drie fundamentele stappen worden samengevat.
De eerste stap is dat ik onderken dat het probleem niet
buiten me is, op dat scherm. Het probleem zit vanbinnen, in mijn
film. In de eerste stap geef ik te kennen dat mijn woede niet gerechtvaardigd
is, hoewel mijn woede me altijd voorhoudt dat het
probleem buiten me ligt, bij jou, en dat jij moet veranderen zodat
ik niet hoef te veranderen. Kortom: de eerste stap betekent dat het
probleem niet buiten me ligt, maar daarentegen in mij zit. Deze stap
is zo wezenlijk om dat God het Antwoord op het probleem van de
afscheiding in ons binnenste heeft neergelegd: de Heilige Geest is
niet buiten ons, de Heilige Geest is in ons, in onze denkgeest. Door
vol te houden dat het probleem buiten ons ligt – en dat gebeurt bij
projectie altijd – houden we het probleem weg van het antwoord.
En dat is precies wat het ego wil, want wanneer het probleem wordt
beantwoord door de Heilige Geest, houdt het ego op te bestaan.
Dus het ego is heel doortrapt en subtiel als het erom gaat ons te
doen geloven dat het probleem buiten ons ligt, of dat nu in een ander
mens is – ouders, leraren, vrienden, partners, kinderen, de ministerpresident
– of in de aandelenmarkt, het weer of in God Zelf. We zijn
er allemaal uitermate bedreven in het probleem te zien waar het niet
is, zodat de oplossing gescheiden kan blijven van het probleem. In
het Werkboek staan twee lessen die dat heel duidelijk maken, namelijk
les 79 en les 80: ‘Laat me het probleem zien, zodat het kan
worden opgelost’ en ‘Laat me zien dat mijn problemen zijn opgelost.’
Er is maar één probleem en dat is het geloof in de afscheiding zelf,
oftewel het probleem van schuld, en dat zit altijd vanbinnen, niet
buiten je. De eerste stap van vergeving is dus, zoals gezegd, dat ik
erken dat het probleem niet in jou zit; het probleem zit in mij. De
schuld ligt niet in jou, de schuld ligt in mijzelf. Het probleem zit niet
op het scherm waarop ik het projecteerde, het zit in de film in mijn
binnenste en dat is een film van schuld.

Dan komt de tweede stap, en dat is de moeilijkste. Het is een stap
die we koste wat het kost willen zien te vermijden. We moeten nu
iets doen aan die film, dat wil zeggen: we moeten iets doen aan onze
eigen schuld. Ik wil benadrukken dat juist dat de reden is dat we tot
het uiterste gaan om die woede en aanval te rechtvaardigen en in
stand te houden; juist dat is de reden dat we de wereld willen blijven
zien als opgesplitst in goed en slecht. Zolang we dat doen kunnen
we die tweede stap vermijden, want bij de tweede stap zien we onze
eigen schuld en al onze gevoelens van zelfhaat onder ogen.
Bij de eerste stap erken ik dat mijn woede niets anders is dan de
beslissing mijn schuld te projecteren. Maar bij de tweede stap erken
ik dat de schuld zelf óók een beslissing vertegenwoordigt. De
schuld symboliseert de beslissing mijzelf als schuldig in plaats van
als schuldeloos te zien. In plaats daarvan moet ik onderkennen dat
ik een Zoon van God ben in plaats van een zoon van een ego; dat
mijn ware Thuis niet in deze wereld is maar dat mijn ware Thuis
eerder in God is. Dat kunnen we pas als we onze schuld onder ogen
zien en de uitspraak doen dat dit niet is wat we werkelijk zijn. En die
uitspraak kunnen we niet doen zolang we niet eerst iemand anders
aanzien en zeggen: ‘Jij bent niet wat ik van jou gemaakt heb. Je bent
in wezen wat God geschapen heeft .’
Er staan een paar heel indringende passages in de Cursus die beschrijven
hoe vreselijk beangstigend deze tweede stap is. Het komt
vaak voor dat mensen, vooral de eerste keren dat ze Een cursus in wonderen
inkijken, het verkeerde idee hebben dat het allemaal mooi
en makkelijk is. De Cursus kan je op het verkeerde been zetten als
je niet oplet. Op het ene niveau wordt er gezegd hoe eenvoudig het
is, hoe we in feite allemaal ‘thuis zijn in God, en dromen van ballingschap’
(T10.I.2:1) en hoe al die stappen in een ogenblik genomen
kunnen worden, louter door ons denken te veranderen, enzovoort.
Dan kan het dus gebeuren dat we die passages lezen en al die andere
passages maar vergeten, waarin er sprake is van de verschrikkelijke
angst die dat proces oproept: het onbehagen, de weerstand en
het conflict dat ontstaat wanneer we deze stappen zetten waarin we
onze schuld onderhanden nemen.
Niemand kan het ego loslaten zonder eerst zijn of haar eigen
schuld en angst aan te pakken, want dat is het ego. In het evangelie
zei Jezus: ‘Wie zijn kruis niet opneemt en mij niet volgt, kan mijn
volgeling niet zijn!’ (Matth. 10:38; Mk 8:34; Lk 14:27). Dan spreekt
hij dus hierover. Je kruis opnemen wil zeggen dat je iets doet aan je
eigen schuld en angst en daarmee het ego transcendeert. Je kunt dat
proces met geen mogelijkheid doorlopen zonder moeilijkheden en
pijn. Let op: dat is niet Gods Wil voor ons; het is onze eigen wil. Wij
zijn degenen die schuld in het leven hebben geroepen, dus voordat
we die kunnen loslaten moeten we hem onder ogen zien en dat kan
heel pijnlijk zijn. Er zijn twee plaatsen waar juist dit proces en de
hoeveelheid angst die dat met zich meebrengt beschreven wordt:
de lessen 170 en 196 ( WdI.170; WdI.196.9-12). Ook in ‘De twee werelden’
in de tekst (T18.IX.3) gaat het over de ogenschijnlijk gruwelijke
beklemming waar we doorheen moeten en de verschrikkingen
die gepaard gaan met het verwerken van deze vrees voor God. Dit
is het laatste obstakel voor vrede en daar ligt onze schuld het diepst
begraven.

Dus de tweede stap bestaat in feite uit de bereidheid onze schuld
onder ogen te zien en durven zeggen dat het een uitvinding is van
onszelf, erkennen dat de schuld geen symbool is voor Gods geschenk
aan ons maar voor de beslissing onszelf te zien zoals God ons niet
geschapen heeft. Dat wil zeggen dat we onszelf zien als kind van
schuld en niet als kind van liefde. Een cursus in wonderen benadrukt
heel duidelijk dat wij, omdat we degenen zijn die de schuld gemaakt
hebben, niet degenen zijn die hem ongedaan kunnen maken. Om
dat te kunnen doen hebben we hulp nodig die van buiten het ego
komt. Die hulp is de Heilige Geest. En de enige keuze die we hebben
is de Heilige Geest uit te nodigen het denksysteem van het ego te
corrigeren en de schuld van ons weg te nemen. Dat is de derde stap.
Bij de tweede stap zeggen we in feite tegen de Heilige Geest: ‘Ik wil
mezelf niet langer als schuldig zien; neem dat alstublieft van me weg’.

De derde stap is aan de Heilige Geest en hij neemt de schuld weg,
eenvoudig omdat hij die in feite al weggenomen heeft . Het enige
probleem is dat wij dat moeten aanvaarden.

Samenvattend: de eerste stap maakt de geprojecteerde woede ongedaan
door te zeggen dat het probleem niet buiten me ligt, maar
in me. De tweede stap maakt duidelijk dat het probleem dat in me
zit een probleem van eigen makelij is en dat ik het nu niet meer wil.
De derde stap volgt wanneer ik het heb overgedragen aan de Heilige
Geest en Hij het probleem van me wegneemt.”

Opmaak test6

Er is nooit GEEN innerlijke stem. Het scheelt maar een “G” in deze dubbele ontkenning, maar deze is van essentieel belang. Het verschil tussen onjuist gericht denken (ego) en juist gericht denken (HG/J).
Het zogenaamde “horen” van een innerlijke stem is totaal niet bijzonder laat staan speciaal.
Waarom niet? Omdat “we” altijd een innerlijke stem horen. We kunnen niets anders dan een innerlijke stem horen, omdat niet het lichaam hoort, maar de denkgeest (mind).

We denken dat  als we een innerlijke stem horen dat wel van de heilige geest oftewel van onze juist gerichte denkgeest moet komen, alsof de stem van het ego niet uit de denkgeest komt, maar vanuit een lichaam (de onjuist gerichte denkgeest).

Dat komt omdat het ego denksysteem een manier heeft gevonden om te verbergen dat er alleen denkgeest is en dat alles uit denkgeest komt. En die manier is de ego gedachte, welke altijd een gedachte van afscheiding is, achter een scherm van vergetelheid verstopt door de gedachte te projecteren buiten de denkgeest en deze projecties als oorzaak en gevolg te zien, waardoor de werkelijke bron, de denkgeest geheel uit de aandacht verdwijnt.

Nu is het niet zo dat als we beslissen dat we vanaf nu alleen naar de juist gerichte denkgeest (HG/J denkgeest) willen luisteren het lichaam en zijn zogenaamde ervaringen moeten ontkennen, dat zou immers het ontkennen van de egodenkgeest zijn, want daar komen die projecties en zogenaamde ervaringen vandaan. En als we de egodenkgeest ontkennen en afdoen met “oh, het zijn maar illusies” dan ontnemen we onze kans om deze egogedachtes te herkennen en te zien.

De beslissing om vanaf nu alleen nog maar te luisteren naar onze juist gerichte gedachtes (HG/J denkgeest) houdt juist in dat we eerst kijken zonder oordeel, zonder ze te veroordelen dus, naar al onze onjuist gerichte gedachtes, alle gedachtes van afscheiding (ego denkgeest), zodat we de andere keuze kunnen maken en ware vergeving (WdII.1. Wat is vergeving?) erop toe kunnen passen.
Dat is het lange, eenvoudige, maar niet makkelijke leerproces van ECIW.

Dus hoe dan ook we horen altijd een innerlijke stem een stem afkomstig van onze keuze voor egodenkgeest of voor de keuze van HG/J denkgeest. Waarbij de keuze voor egodenkgeest altijd vanuit het lichaam lijkt te komen, omdat vergeten moet worden dat er alleen denkgeest is, en dat bij de keuze voor HG/J denkgeest altijd herinnerd wordt dat die keuze vanuit de denkgeest komt en via vergeving terug gegeven kan worden aan de juist gerichte denkgeest.

En natuurlijk kan een gedachte ook meteen vanuit HG/J denkgeest komen, maar ga er maar vanuit dat elke gedachte eerst vanuit egodenkgeest komt, en dit herkend dient te worden alvorens opnieuw de keuze te maken, maar nu voor HG/J denkgeest.

Hoe herken ik dit? Als een gedachte niet 100% vredig is en 100% (ver)oordeelloos is komt de gedachte 100% zeker vanuit de keuze voor het egodenken en is de enige juiste stap, de gedachte herkennen, terug te nemen naar de bron de denkgeest en opnieuw te kiezen voor HG/J denkgeest en te vergeven.

Zo verloopt het leerproces van ECIW, het stap voor stap (gedachte voor gedachte) terug herinneren in de juist gerichte denkgeest (HG/J denkgeest) een (vele) levenslang leerproces dat onvermijdelijk is of men nu wel of niet bezig is met een zgn spiritueel pad.
Want de afscheiding heeft nooit werkelijk plaatsgevonden en is slechts een nietig dwaas idee van de denkgeest die even dacht dat deze afgescheiden kon zijn van Éénheid, God, Liefde of hoe je het onnoembare ook mag noemen. En dat ene nietig dwaas idee herhaalt zichzelf bij iedere volgende gedachte. En wat anders kan deze vergissing terugdraaien dan ware vergeving, welke ziet dat er in werkelijkheid niets gebeurt is dat afscheiding van Één mogelijk zou kunnen maken?

Uit: “Inleiding tot Een cursus in wonderen” – Kenneth Wapnick:

“Vergeving kan dus in drie fundamentele stappen worden samengevat.
De eerste stap is dat ik onderken dat het probleem niet
buiten me is, op dat scherm. Het probleem zit vanbinnen, in mijn
film. In de eerste stap geef ik te kennen dat mijn woede niet gerechtvaardigd
is, hoewel mijn woede me altijd voorhoudt dat het
probleem buiten me ligt, bij jou, en dat jij moet veranderen zodat
ik niet hoef te veranderen. Kortom: de eerste stap betekent dat het
probleem niet buiten me ligt, maar daarentegen in mij zit. Deze stap
is zo wezenlijk om dat God het Antwoord op het probleem van de
afscheiding in ons binnenste heeft neergelegd: de Heilige Geest is
niet buiten ons, de Heilige Geest is in ons, in onze denkgeest. Door
vol te houden dat het probleem buiten ons ligt – en dat gebeurt bij
projectie altijd – houden we het probleem weg van het antwoord.
En dat is precies wat het ego wil, want wanneer het probleem wordt
beantwoord door de Heilige Geest, houdt het ego op te bestaan.
Dus het ego is heel doortrapt en subtiel als het erom gaat ons te
doen geloven dat het probleem buiten ons ligt, of dat nu in een ander
mens is – ouders, leraren, vrienden, partners, kinderen, de ministerpresident
– of in de aandelenmarkt, het weer of in God Zelf. We zijn
er allemaal uitermate bedreven in het probleem te zien waar het niet
is, zodat de oplossing gescheiden kan blijven van het probleem. In
het Werkboek staan twee lessen die dat heel duidelijk maken, namelijk
les 79 en les 80: ‘Laat me het probleem zien, zodat het kan
worden opgelost’ en ‘Laat me zien dat mijn problemen zijn opgelost.’
Er is maar één probleem en dat is het geloof in de afscheiding zelf,
oftewel het probleem van schuld, en dat zit altijd vanbinnen, niet
buiten je. De eerste stap van vergeving is dus, zoals gezegd, dat ik
erken dat het probleem niet in jou zit; het probleem zit in mij. De
schuld ligt niet in jou, de schuld ligt in mijzelf. Het probleem zit niet
op het scherm waarop ik het projecteerde, het zit in de film in mijn
binnenste en dat is een film van schuld.

Dan komt de tweede stap, en dat is de moeilijkste. Het is een stap
die we koste wat het kost willen zien te vermijden. We moeten nu
iets doen aan die film, dat wil zeggen: we moeten iets doen aan onze
eigen schuld. Ik wil benadrukken dat juist dat de reden is dat we tot
het uiterste gaan om die woede en aanval te rechtvaardigen en in
stand te houden; juist dat is de reden dat we de wereld willen blijven
zien als opgesplitst in goed en slecht. Zolang we dat doen kunnen
we die tweede stap vermijden, want bij de tweede stap zien we onze
eigen schuld en al onze gevoelens van zelfhaat onder ogen.
Bij de eerste stap erken ik dat mijn woede niets anders is dan de
beslissing mijn schuld te projecteren. Maar bij de tweede stap erken
ik dat de schuld zelf óók een beslissing vertegenwoordigt. De
schuld symboliseert de beslissing mijzelf als schuldig in plaats van
als schuldeloos te zien. In plaats daarvan moet ik onderkennen dat
ik een Zoon van God ben in plaats van een zoon van een ego; dat
mijn ware Thuis niet in deze wereld is maar dat mijn ware Thuis
eerder in God is. Dat kunnen we pas als we onze schuld onder ogen
zien en de uitspraak doen dat dit niet is wat we werkelijk zijn. En die
uitspraak kunnen we niet doen zolang we niet eerst iemand anders
aanzien en zeggen: ‘Jij bent niet wat ik van jou gemaakt heb. Je bent
in wezen wat God geschapen heeft .’
Er staan een paar heel indringende passages in de Cursus die beschrijven
hoe vreselijk beangstigend deze tweede stap is. Het komt
vaak voor dat mensen, vooral de eerste keren dat ze Een cursus in wonderen
inkijken, het verkeerde idee hebben dat het allemaal mooi
en makkelijk is. De Cursus kan je op het verkeerde been zetten als
je niet oplet. Op het ene niveau wordt er gezegd hoe eenvoudig het
is, hoe we in feite allemaal ‘thuis zijn in God, en dromen van ballingschap’
(T10.I.2:1) en hoe al die stappen in een ogenblik genomen
kunnen worden, louter door ons denken te veranderen, enzovoort.
Dan kan het dus gebeuren dat we die passages lezen en al die andere
passages maar vergeten, waarin er sprake is van de verschrikkelijke
angst die dat proces oproept: het onbehagen, de weerstand en
het conflict dat ontstaat wanneer we deze stappen zetten waarin we
onze schuld onderhanden nemen.
Niemand kan het ego loslaten zonder eerst zijn of haar eigen
schuld en angst aan te pakken, want dat is het ego. In het evangelie
zei Jezus: ‘Wie zijn kruis niet opneemt en mij niet volgt, kan mijn
volgeling niet zijn!’ (Matth. 10:38; Mk 8:34; Lk 14:27). Dan spreekt
hij dus hierover. Je kruis opnemen wil zeggen dat je iets doet aan je
eigen schuld en angst en daarmee het ego transcendeert. Je kunt dat
proces met geen mogelijkheid doorlopen zonder moeilijkheden en
pijn. Let op: dat is niet Gods Wil voor ons; het is onze eigen wil. Wij
zijn degenen die schuld in het leven hebben geroepen, dus voordat
we die kunnen loslaten moeten we hem onder ogen zien en dat kan
heel pijnlijk zijn. Er zijn twee plaatsen waar juist dit proces en de
hoeveelheid angst die dat met zich meebrengt beschreven wordt:
de lessen 170 en 196 ( WdI.170; WdI.196.9-12). Ook in ‘De twee werelden’
in de tekst (T18.IX.3) gaat het over de ogenschijnlijk gruwelijke
beklemming waar we doorheen moeten en de verschrikkingen
die gepaard gaan met het verwerken van deze vrees voor God. Dit
is het laatste obstakel voor vrede en daar ligt onze schuld het diepst
begraven.

Dus de tweede stap bestaat in feite uit de bereidheid onze schuld
onder ogen te zien en durven zeggen dat het een uitvinding is van
onszelf, erkennen dat de schuld geen symbool is voor Gods geschenk
aan ons maar voor de beslissing onszelf te zien zoals God ons niet
geschapen heeft. Dat wil zeggen dat we onszelf zien als kind van
schuld en niet als kind van liefde. Een cursus in wonderen benadrukt
heel duidelijk dat wij, omdat we degenen zijn die de schuld gemaakt
hebben, niet degenen zijn die hem ongedaan kunnen maken. Om
dat te kunnen doen hebben we hulp nodig die van buiten het ego
komt. Die hulp is de Heilige Geest. En de enige keuze die we hebben
is de Heilige Geest uit te nodigen het denksysteem van het ego te
corrigeren en de schuld van ons weg te nemen. Dat is de derde stap.
Bij de tweede stap zeggen we in feite tegen de Heilige Geest: ‘Ik wil
mezelf niet langer als schuldig zien; neem dat alstublieft van me weg’.

De derde stap is aan de Heilige Geest en hij neemt de schuld weg,
eenvoudig omdat hij die in feite al weggenomen heeft . Het enige
probleem is dat wij dat moeten aanvaarden.

Samenvattend: de eerste stap maakt de geprojecteerde woede ongedaan
door te zeggen dat het probleem niet buiten me ligt, maar
in me. De tweede stap maakt duidelijk dat het probleem dat in me
zit een probleem van eigen makelij is en dat ik het nu niet meer wil.
De derde stap volgt wanneer ik het heb overgedragen aan de Heilige
Geest en Hij het probleem van me wegneemt.”

Opmaak test6

Deze week begint met palmtakken en eindigt met lelies, het witte en
heilige teken dat Gods Zoon onschuldig is. Laat geen duister teken
van kruisiging tussen de reis en het reisdoel komen, tussen de aanvaarding
van de waarheid en de uitdrukking daarvan. Deze week vieren
we het leven, niet de dood. En we eren de volmaakte zuiverheid
van Gods Zoon, en niet zijn zonden. Bied jouw broeder het geschenk
van lelies aan, niet de doornenkroon; de gave van liefde, niet het ‘geschenk’
van angst. Jij staat naast je broeder, doornen in de ene en lelies
in de andere hand, onzeker wat te geven. Schaar je nu aan mijn
kant en werp de doornen weg, en geef de lelies in hun plaats. Deze
Pasen wil ik graag het geschenk van jouw vergeving ontvangen, door
jou aan mij gegeven en door mij aan jou teruggegeven. We kunnen
niet verenigd zijn in kruisiging en dood. Noch kan de opstanding
compleet zijn tot jouw vergeving op Christus rust, samen met die van
mij. (T20.I.2:1-10)

Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk.
Dat besef is er in middels onomkeerbaar.
De reden dat er een ervaring is van onvrede is dat er een ik lijkt te zijn die de vorm van de droom serieus neemt.
“Ik” zie de droom aan voor de werkelijkheid.
Eerst wordt een “ik” aangezien voor de werkelijkheid en dan volgt logischerwijs, vanuit dat standpunt dat er een “ik” is die alles als werkelijk ervaart.
En dan zit de denkgeest (mind) gevangen in zijn eigen opgezette val van de denkgeest die probeert geen denkgeest te zijn, maar een lichaam.
En dat is zo onnatuurlijk, zo pijnlijk dat het niets anders dan een hele onnatuurlijke en pijnlijke, angstige met schuld beladen droom kan opleveren, die zeer serieus wordt genomen. Schuld, te herkennen aan het voortdurende zeurende gevoel van er klopt iets niet, wat doe ik verkeerd?
Kijk hoe serieus de dagelijkse persoonlijke droom wordt genomen en voor de waarheid wordt aangezien.
Elke vorm van ongenoegen van regelrechte blinde woede, tot een licht irritatie, van totale uitputting tot moeheid, van overmoed tot moedeloosheid enz. heeft maar één oorzaak en ook maar één doel: het serieus nemen van de droom en deze aanzien voor waarheid.

Als dit gezien wordt door de uit deze vreemde onnatuurlijke droomstaat ontwakende denkgeest, wat een onvermijdelijk proces is, want waarheid kan wel ontkend worden maar nooit verdwijnen, kan de onnatuurlijke droom een andere functie krijgen.
Niet door de onnatuurlijke droom te veranderen in een natuurlijke, een droom blijft immers een droom, dus nog steeds onwaar, maar hem op de eerste plaats precies zo te zien zoals hij zich voordoet, maar tegelijkertijd niet serieus te nemen.
Dit vereist een eerlijk kijken naar wat zich lijkt af te spelen in de droom, er niets zelf aan te willen veranderen, maar eerst terug te keren naar de bron, de denkgeest van waaruit de droom wordt geprojecteerd vanuit de wens waarheid te veranderen in onwaarheid.
En dan opnieuw de keuze te maken deze onnatuurlijke droom opnieuw in te zetten om onwaarheid in waarheid te doen laten terugkeren. Oftewel de afscheiding van waarheid mogelijk te doen laten lijken, of te kiezen voor deze onnatuurlijke droom te laten her-gebruiken door de juist-gerichte denkgeest die de vergissing ongedaan kan maken en de herinnering aan waarheid weer doet laten terugkeren in de denkgeest.

Observeren, kijken naar de droom, zonder er zelf (vanuit ego) iets aan te veranderen is dus van essentieel belang bij het proces van her-gebruiken door de juist-gerichte denkgeest (HG). De opzettelijke vergissing van de denkgeest die met opzet wil vergeten dat deze denkgeest is, kan alleen hersteld en teruggedraaid worden als het droommateriaal precies zo gezien wordt als het zich voordoet. Dan kan de vergissing precies zoals deze zich voordoet terug genomen worden in de denkgeest en worden vergeven. Vergeven in de betekenis van dat wordt ingezien dat het een grote vergissing is dat een onnatuurlijke, pijnlijke droom, vol met lijden, beroofd van liefde een prima alternatief zou zijn voor Waarheid, Eenheid, Liefde, God.

Niet de droom hoeft te veranderen, maar de bedenker van de droom, de denkgeest door ervoor te kiezen zijn pijnlijke onnatuurlijke droom terug te nemen en te vergeven, zodat de denkgeest weer gezond wordt en uiteindelijk heel natuurlijk zonder moeite en pijn zal oplossen in Waarheid, Eenheid, Liefde, God.