ZIJN
Er zijn of er niet te zijn…
Zijn in de schijn van voorbije tijd.
De echo’s van verlaten uren,
Weerkaatsen tegen de vergeten muren,
Van tijdige eenzaamheid.
Leeg in zich gekeerd,
Dolende tijd op weg naar niets.
Zich verstrikkend in vragen
En voortvluchtige antwoorden,
Eindeloos zonder doel.
O, er niet te zijn,
De heerlijke leegte van niets.
Grenzeloze tijdloze verten,
Eén te zijn in het niet zijn,
ZIJN.