Alles liever dan de liefde van God, is de grondgedachte van het ego, voelbaar als “mijn” ego. Deze gedachte is echter diep opgesloten in een zogenaamd onderbewuste. En op zogenaamd bewust niveau wordt een nieuw geloof geintroduceerd met aan het hoofd (ego)god aan wie we juist om hulp vragen om een einde te maken aan al ons lijden.
Hierdoor blijft de grondgedachte en verborgen ego-doel: “alles liever dan de liefde van God” op een hele slimme en vooral zeer effectieve manier verborgen.
De wereld kan er nu schijnbaar echt zijn, want hij is immers geschapen door god die ons daardoor ook zou kunnen helpen om uit onze ellende en lijden te ontsnappen. Terwijl we dat juist helemaal niet willen en juist deze god bedacht hebben om juist te kunnen lijden. Dit geloof is zo sterk dat we het officieel omgezet hebben in “geloof” met de daarbij behorende projecties; alle religies. Welke niets anders vertegenwoordigen dan de wens om afgescheiden te zijn en blijven van de liefde van God, door juist de liefde van god te prediken. Een gebed tot een dualistische god die gelooft in schuld en zonde, en straft of beloont afhankelijk van hoe wij ons gedragen. Met als ultieme beloning het ultieme zich eindeloos herhalende ego verhaal op een tijdlijn van geboorte t/m dood.
Elke reactie van ontkenning, weerstand, woede, verbijstering, schrik op deze ego gedachte lijn is wederom de bevestiging van het werkelijk waar kunnen zijn van deze waanzinnige (gelukkig) onmogelijke gedachte en is dus wederom een ego gedachte.
Nadat van de schrik bekomen is van deze verbijsterende boodschap en er op een gegeven (onvermijdelijk) moment toch iets daagt van, wat als dat nou eens waar is dat ik me vergis en dit allemaal een droom is waarin afscheiden van God het doel is?
Dan kan het terug herinneren in de liefde van God beginnen, stap voor stap.
Daarbij wordt niets wat eerst geloofd werd vermeden en of weggegooid (nooit het kind met het badwater weggooien), integendeel, dat wat als waar werd aangenomen vanuit een nietig dwaas idee waarin geloofd werd, kan nu worden hergebruikt als vergevingsmateriaal en kans, waarbij wordt gezien dat wat ik denk en geloof dat was gebeurt niet gebeurt kán zijn, maar slechts nare dromen van de wil tot afscheiding van God zijn. En dat slechts mijn geloof daarin dit verhaal, deze nare droom in stand houdt.
Sprookjes, verhalen, dromen zijn een afspiegeling van wat zich in mijn denkgeest afspeelt. En er zijn maar twee keuze mogelijkheden binnen de denkgeest, de keuze voor ego (afscheiding) of Heilige Geest (éénheid) en de keuze kan opnieuw gemaakt worden, nu heel bewust door de waarnemende/keuzemakende denkgeest.
We kiezen dus nooit voor een losstaande vorm, dus gebeurtenis in de wereld in een lichaam, maar voor afscheiding (ego) of voor Één (HG). De wereld, en gebeurtenissen zijn de projecties en nooit de bron van alle lijden, dat kan alleen de denkgeest zijn.
En dat is zoals in het begin van dit stuk wordt beweerd zorgvuldig en angstvallig opgesloten in het onderbewuste waarop we gezworen hebben er nooit naar te kijken.
En waarom niet, niet omdat we zoals het lijkt bang zijn voor de wraak van god, maar omdat de ego gedachte is, wat als ontdekt wordt dat er achter die angst om te kijken “niets” is, geen angst, geen zonde, geen schuld, geen wraak van god, geen “bang godvrezend ikje”, maar juist de liefde van God?
Deze vraag mag nooit gesteld worden en kan nooit gesteld worden door ego, want ego is juist gemaakt om deze vraag diep weg te stoppen in een zogenaamd onderbewuste.
Dit onnatuurlijke egodenksysteem tegen God, kan echter niet werkelijk bestaan en daarom komt de onvermijdelijke herinnering aan God altijd weer naar boven en wordt de onnatuurlijke op z’n kop visie van het egodenken weer stapje voor stapje omgedraaid naar Visie en maakt terugherinneren in de ondualistische waarheid van God onvermijdelijk en hoogst wenselijk.