archiveren

Maandelijks archief: juli 2017

Ware vergeving is het stap voor stap, steen voor steen, afbouwen van elke gedachte + projectie die geboren wordt uit de keuze voor zonde, schuld en angst welke door de egodenkgeest gebruikt wordt om in de afscheiding te blijven.
En dit afbouwen kan onmogelijk gebeuren door dezelfde (ego) denkgeest die deze muur van angst opbouwt. Angst kan alleen maar angst voortbrengen.
Het kan alleen gebeuren door dat gedeelte van de denkgeest dat het egomechanisme kan observeren, zonder zich ermee te vereenzelvigen en weet dat er een andere keuze mogelijk is, welke zich op denkgeest niveau afspeelt en praktisch gezien als ware vergeving kan worden omschreven.
En ware vergeving is:

1. Wat is vergeving?
1. Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet
heeft plaatsgevonden. 2Wat ze niet doet is: zonden kwijtschelden en ze
werkelijk maken. 3Ze ziet dat er geen zonde is geweest. 4En in die zienswijze
zijn al jouw zonden vergeven. 5Wat is zonde anders dan een onjuist
idee omtrent Gods Zoon? 6Vergeving ziet eenvoudig de onjuistheid daarvan
en laat het daarom los. 7Wat dan vrij is om nu de plaats daarvan in te
nemen, is de Wil van God.

2. Een niet-vergevende gedachte is er een die een oordeel velt dat ze niet in
twijfel trekt, ook al is het niet waar. 2De denkgeest is gesloten en zal niet
worden bevrijd. 3De gedachte beschermt projectie en trekt haar ketenen
strakker aan, zodat vervormingen meer versluierd en verborgen zijn, minder
makkelijk toegankelijk voor twijfel en nog verder weggehouden van
gezond verstand. 4Wat kan er komen tussen een starre projectie en het
doel dat ze als haar gewenste bestemming gekozen heeft?

3. Een niet-vergevende gedachte doet vele dingen. 2In koortsachtige actie
jaagt ze haar doel na, waarbij ze verwringt en omverwerpt wat ze als een
doorkruising van haar gekozen pad beschouwt. 3Verdraaiing is haar doel
en tevens het middel waarmee ze dat tot stand wil brengen. 4Ze doet
woeste pogingen de werkelijkheid te vermorzelen, zonder zich ook maar
enigszins te bekommeren om wat haar gezichtspunt lijkt tegen te spreken.

4. Vergeving daarentegen is stil en doet in alle rust niets. 2Ze schendt geen
enkel aspect van de werkelijkheid, en probeert die evenmin te verdraaien
tot een verschijningsvorm die haar aanstaat. 3Ze kijkt alleen, en wacht, en
oordeelt niet. 4Wie niet wil vergeven, moet wel oordelen, want hij moet
zijn onvermogen om te vergeven rechtvaardigen. 5Maar wie zichzelf vergeven
wil, moet leren de waarheid te verwelkomen precies zoals die is.

5. Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat, via
Hem die je Gids is, je Verlosser en Beschermer, sterk in hoop en zeker van
jouw uiteindelijk succes. 2Hij heeft jou al vergeven, want dat is Zijn functie,
Hem gegeven door God. 3Nu moet jij Zijn functie delen en vergeven
wie Hij heeft verlost, wiens zondeloosheid Hij ziet, en wie Hij eert als de
Zoon van God.
(WdII.1 blz.404)

Jezus en de Heilige Geest

De symbolen Jezus en de Heilige Geest worden in de Cursus (her)gebruikt, omdat de Cursus het gebruikt om ons daar te kunnen ontmoeten waar we denken te zijn en tevens omdat het tevens de keuze voor de leiding van de egodenkgeest zo duidelijk maakt.
De zogenaamde historische Jezus uit de Bijbel en ook de Heilige Geest zijn projecties vanuit de egodenkgeest die juist de angst voor God uitbeelden. De angst voor een wraakvolle God die zich zal wreken op ons zondaren die hem vermoord hebben. Aldus de nachtmerrie van de Zoon van God, die als antwoord hierop een eigen God heeft bedacht met een zoon (Jezus) en een Heilige Geest, als inspiratiebron van de egodenkgeest, zoals we ze kennen uit de Bijbel.
Van daaruit zijn de bijbelse verhalen ontstaan, geprojecteerd en letterlijk genomen.
De egodenkgeest kan zielsveel van die Jezus houden, hem haten of negeren, maar al zulke vormen zijn hoe dan ook uitingen van de zonde, schuld en angst waarop de egodenkgeest is gestoeld. Ze nemen de historische Jezus en de Heilige Geest letterlijk, want ze blijven op het dualistische niveau van de wereld.
Als we dan de Cursus tegenkomen in ons leven en deze gaan ‘doen’, moeten we dit eerst onder ogen gaan zien, en dat is pijnlijk, want het lijkt of ons ‘knuffeldekentje’ wordt afgepakt en dat gaat onvermijdelijk met afkick verschijnselen gepaard.
De Jezus en de Heilige Geest waar we ooit naar toe gingen voor troost lijken nu ineens af te brokkelen en er lijkt even niets voor in de plaats te komen, want de weg naar een vervanging in de vorm lijkt ook afgesloten te zijn, omdat we ook leren dat wat we zien met de ogen van het lichaam een illusie is, een droom. Het is dus even slikken voor mensen die de Bijbel als woord van God beschouwden om te moeten gaan inzien dat de Bijbel voort is gekomen vanuit de egodenkgeest, want de Bijbel is 100% geschreven vanuit lichaamsidentificatie. Ook al lijkt het heel geïnspireerd te zijn, het wordt toch vereenzelvigd met bepaalde speciale personen (lichamen dus) die over lichamen schrijven.
Zelfs de Heilige Geest wordt als een aparte entiteit gezien.
En ja, ook de Bijbel kan symbolisch worden gezien en behulpzaam zijn als zodanig, maar niet om te rechtvaardigen dat wat in de Bijbel staat letterlijk moet worden genomen en er een echte Jezus en een echte Heilige Geest heeft bestaan, want dat is alleen maar weer het aloude egoverhaal van de afscheiding.
Dus het terug herinneren naar wat we werkelijk zijn, Geest en één in God is niet makkelijk, en ondanks het liefdevolle hergebruik in de Cursus van Jezus en de Heilige Geest als symbolen voor de terug herinnering in God, zal het niet ‘makkelijk’ zijn.
We krijgen allemaal te maken met ontwenningsverschijnselen en velen haken dan ook af en rennen terug naar hun comfortabele knuffeldeken, de aloude Jezus en de Heilige Geest van de Bijbel.
Dus voor diegene waarvoor Jezus een troost was als historische Jezus, maar ook voor diegene die niets van Jezus moeten hebben is de Cursus enorm confronterend en wel op dezelfde manier. Beide nemen de historische Jezus letterlijk en omarmen deze of wijzen hem af.
Kort gezegd is de Cursus confronterend voor iedereen die hem doet, want iedereen vereenzelvigd zich met een lichaam en maakt de wereld met al zijn vormen en situaties waar.
De liefdevolle aard van de Cursus uit zich dus hierin dat het de ‘kostbare’ troostende hulpmiddelen van de egodenkgeest, zoals een Jezus of een Heilige Geest hergebruikt. Het beoordeelt ze of veroordeelt ze niet, het laat zien, dat ze in hun egovorm onwaar zijn, dat moet eerst onder ogen worden gezien, zodat ze daarna als symbolen kunnen worden gebruikt om te leren vergeven.
We leren dan dat een Jezus en een Heilige Geest niet in wat we ons leven noemen kunnen komen, want ze vertegenwoordigen onze ware aard, die van Geest zijn één in God en dat gaat niet samen met het idee van lichamen zijn in een droomwereld van vormen en situaties.
We, als waarnemende en keuzemakende denkgeest, kunnen alleen al onze vergissingen terugbrengen naar hun bron de denkgeest en ze laten vergeven. De symbolen Jezus en de Heilige Geest (dus niet de historische Jezus en de Heilige Geest van de Bijbel) worden nu onze gidsen in het terug herinneren in God in Eenheid, dat wat we in werkelijkheid zijn.
Eigenlijk is de Heilige Geest en ook Jezus het symbool voor de waarnemende en keuzemakende denkgeest, (dat wat we in werkelijkheid zijn) ze nemen waar, maar treden niet binnen in de illusie. Want hoe kan je nu binnentreden in iets wat niet bestaat.
De waarnemende denkgeest is in staat de voorheen fantasiefiguren de Heilige Geest en Jezus die een rol speelde in het egodrama te hergebruiken door op dezelfde wijze met ze te communiceren, te praten, maar ze nu als symbool te zien voor wat we in werkelijkheid zijn, denkgeest en één met ons en daardoor altijd beschikbaar, terwijl de egoversie van de Heilige Geest en Jezus in zijn lichaamsgerichtheid, alleen beschikbaar leek als we het hadden verdiend dat ze ons misschien eventueel wel zouden helpen als we het niet te bont hadden gemaakt en gebukt gingen onder zonde, schuld en angst.
Dus uiteindelijk, als we de Cursus willen volgen, zullen we onder ogen moeten zien dat de historische Jezus en de Heilige Geest niet bestaan, net zomin als wij, en alle lichamen en aardse situaties bestaan.
Daarom is ECIW niet geschikt voor iedereen, hoewel het wel in de andere zin een verplichtte cursus is, van wegen zijn aard, omdat we in werkelijkheid nooit uit de Eenheid van God zijn weggegaan, er dus niets gebeurt is en het onvermijdelijk is dat het hele Zoonschap zich dat gaat herinneren.
De manier waarop en hoe en wanneer is een vrije keuze, beter, ‘lijkt’ een vrije keuze.

 

En dan de ervaring van te zijn in wat is. Wat “wat is” dan ook mag zijn, het is altijd dat wat er is, op dat moment. Of het nu een ervaring is die er uitziet als paniek, angst, onrust, haast, jaloezie, achterdocht, lol, rust, tevredenheid, haat, noem het maar op, het is altijd dat wat is. En in dat wat is kan terwijl het er in z’n geprojecteerde vorm als “iets” uitziet de ervaring zijn van volmaakte rust, terwijl op “het toneel”, “het script”, “de film” door de “acteurs” uitgespeeld wordt wat er maar uitgespeeld wordt op dat moment.

 

…ervaring ervaart ervaren, ervaart ervaren, ervaart ervaren…
Ervaren ervaart wat er ervaren wordt en dat omvat alles wat ervaren ervaart. Er is niets anders dan ervaren. Ook niet meer willen ervaren is een ervaring ervaren door ervaren.
Ervaren volgt op ervaren, op ervaren op ervaren.
“Ik” ervaar is een ervaring van een “ik” en is een ervaring.
Niet “ik” ervaar, er is een ervaring “ik” ervaren door ervaren die ervaart.
Wat ervaart?, lijkt een vraag te zijn, maar is de ervaring van een “wat ervaart?” ervaring.
Er is niets anders dan ervaren, ervaren in een ruimte en op een tijdlijn ervaring.
De ervaring is en blijft altijd een ervaring, ook al ziet de ervaring eruit als “iets” in ruimte en tijd of als “niets” buiten ruimte en tijd het is nog steeds ervaren ervaren door een ervaring die ervaart.
Er is de ervaring van “een wereld”, “een lichaam”. Een wereld, een lichaam kan niet los van de ervaring die ze is staan. Er is geen wereld, er is geen lichaam er is een ervaring.
Er kan niet gestopt worden met ervaren, dat levert alleen maar weer de ervaring van stoppen op, ervaren door ervaren.
Ervaren zit besloten in ervaren, in de ervaring van besloten zijn in ervaring…

Volledig meegaan van ervaren in ervaren wat ervaart aan de “hand” van volledig ervaren ervaren te zijn, stopt het vechten van ervaren tegen het ervaren, ervaren te zijn.

Buiten ervaren ervaren is een buiten ervaring ervaring.
De ervaring kan niet buiten de ervaring ervaren…

Het is niet de projectie (het lichaam, “anderen”, situaties, kortom de wereld), dat droomt. Het is de denkgeest die kiest voor dromen van zonde, schuld en angst. Dus projecties (het lichaam, “anderen”, situaties, kortom de wereld) zijn altijd een uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.
En kijk ik met de keuze voor ego, wat niets anders is dan de keuze voor zonde, schuld en angst, een innerlijke toestand dus, dan zie ik de uiterlijke weergave daarvan (het lichaam, “anderen”, situaties, kortom de wereld), en denk en geloof dan dat dat de waarheid is.

Een cursus in wonderen zegt hierover:

“1. Projectie maakt waarneming. 2De wereld die jij ziet is wat jij haar gegeven
hebt, niets meer. 3Maar ook al is ze niets meer, ze is ook niets
minder. 4Daarom is ze voor jou belangrijk. 5Ze getuigt van de staat van
jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.
6Zoals een mens denkt, zo neemt hij waar.* 7Probeer dan ook niet de
wereld te veranderen, maar kies ervoor je denken over de wereld te
veranderen. 8Waarneming is een gevolg, geen oorzaak. 9En juist om die
reden is een rangorde naar moeilijkheid bij wonderen zonder betekenis.
10Alles wat met visie wordt bezien, is genezen en heilig. 11Niets wat
zonder dat wordt gezien, heeft enige betekenis. 12En waar geen betekenis
is, heerst chaos” (T21.In.1:1-12).

Dit (willen) doorzien is een belangrijke sleutel in het proces van terug herinneren door middel van ware vergeving.