Alles wat we denken te danken te hebben aan personen en situaties buiten ons, is in werkelijkheid afkomstig en een reflectie van onze eigen beslissing als denkgeest gemaakt in de ene denkgeest voor ego of voor HG.
Dus in werkelijkheid worden we niet geholpen door andere ‘personen’ buiten ons, (er is geen wereld) maar door wat er zich afspeelt in de denkgeest, want we zijn 100% denkgeest.
“Er is geen wereld! Dit is de kerngedachte die de cursus probeert te onderwijzen. Niet ieder is bereid dit te aanvaarden en ieder moet zo ver gaan als hij zich kan laten leiden langs de weg die hem naar de waarheid voert. Hij zal terugkeren en weer verder gaan, of misschien een tijdje ervoor terugwijken en terugkeren eens weer.” (WdI.132.6:2-5)
We vragen dus altijd hulp in de denkgeest, (ego of HG) ook als we denken hulp te vragen en te krijgen via een of andere vorm (persoon situatie), want dat we dat denken en geloven maakt het nog niet werkelijk, het blijft een geprojecteerde gedachte.
Dus de hulp die we krijgen en terug zien in een of andere vorm is altijd de weerspiegeling van de keuze die gemaakt is om naar toe te gaan voor hulp in de denkgeest.
De verleiding en valkuil kan wel weer zijn dat als we ons, omdat we ons door de geboden hulp in de vorm, weer prettig voelen, we weer helemaal terugkeren in het waarmaken van de vorm, die nu prettiger is en weer als werkelijk wordt gezien.
Dat betekend dan alleen dat de egodenkgeest weer aan het roer staat, niet dat de vorm nu ineens toch echt, echt is geworden.
Het gaat om het doel .
“Waartoe?’ Dit is de vraag die jij in relatie tot alles moet leren stellen. Wat is het doel? Wat het ook is, het zal jouw inspanningen automatisch richting geven. Wanneer je dan tot een doel besluit, heb je een besluit genomen over je toekomstige inspanningen, een besluit dat van kracht blijft tenzij jij van gedachten verandert.” (T4.V.6:8-11)
Wat is het doel, het prettiger krijgen in de vorm, of het Thuis zijn in God, waar Geluk, Vrede en Vreugde de onveranderlijke grondtoon is, van waaruit alles ervaren zal worden onafhankelijk van de vorm waar we in lijken te zitten, zolang we hier nog denken en lijken te zijn.
Je kan in een vreselijke situatie lijken te zitten en je diep ongelukkig voelen, of je kan in een vreselijke situatie zitten en toch in onveranderlijke vrede blijven.
En dat hangt alleen af van de denkgeest waarvoor je kiest om vanuit te denken.
En wat als vreselijk in de vorm wordt bestempeld, voelt alleen vreselijk omdat we ons identificeren met iets wat regelrecht tegen onze ware natuur, denkgeest zijn, indruist.
We voelen ons nooit vreselijk vanwege de vorm, die de oorzaak lijkt te zijn van het vreselijk voelen.
We voelen ons vreselijk, omdat we iets proberen te doen wat niet onze ware natuur is, niet omdat de vorm vreselijk lijkt te zijn.
“Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk.
Dit idee kan, evenals het voorgaande, gebruikt worden bij elke persoon, situatie of gebeurtenis waarvan jij denkt dat die jou pijn bezorgt. Pas het uitdrukkelijk toe op alles waarvan jij gelooft dat het de oorzaak van je onvrede is, en gebruik daarbij de omschrijving van het gevoel in een bewoording die je juist lijkt. De onvrede kan zich voordoen als angst, bezorgdheid, depressiviteit, verontrusting, kwaadheid, haat, jaloezie en nog talloze andere vormen, die je allemaal als verschillend zult waarnemen. Dit is niet waar. Maar tot je geleerd hebt dat de vorm er niet toe doet, is elke vorm geschikt als onderwerp van de oefeningen van de dag. Hetzelfde idee op elke vorm afzonderlijk toepassen is de eerste stap naar de uiteindelijke erkenning dat ze allemaal hetzelfde zijn.” (WdI.5.1)
Als we geholpen worden door ‘anderen’ op een wonderlijke onverwachte manier, dan is dat de weerspiegeling van onze eigen keuze als denkgeest op denkgeest niveau.
De hulp is dus afkomstig van een beslissing en is de beslissing in de ene denkgeest, die alles omvat en niemand uitsluit, ook niet jezelf dus.
De vrede die we dan voelen is dan niet de weerspiegeling van het geloof in vormen die de oorzaak lijken te zijn, maar de weerspiegeling van de Vrede van God en deze Vrede is vormloos en omdat deze vormloos is, zal deze weerspiegeld worden in alles en iedereen die we zien, niets en niemand uitgesloten.
“Het lichaam van jouw broeder laat jou niet de Christus zien. Die is in zijn heiligheid tentoongespreid.
Kies dus zijn lichaam of zijn heiligheid als wat jij wenst te zien, en wat je kiest is wat er voor jou te zien valt. Maar je zult in talloze situaties en in de loop der tijd die geen einde lijkt te hebben, kiezen totdat de waarheid jouw beslissing is. Want de eeuwigheid wordt niet herwonnen door eens te meer Christus in hem te verloochenen. En waar is jouw verlossing, als hij slechts een lichaam is? Waar is jouw vrede behalve in zijn heiligheid?
En waar is God Zelf anders dan in dat deel van Hem dat Hij voor immer in de heiligheid van jouw broeder heeft geplaatst, opdat jij de waarheid omtrent jezelf zou kunnen zien, eindelijk uiteengezet in bewoordingen die je herkende en begreep?” (24.VI.6:7,7:1-6)
Als we toch nog iemand daarvan buitensluiten weten we dat we weer voor egodenkgeest hebben gekozen en het doel weer vormgericht hebben gemaakt.
Dit moet opgemerkt worden en niet ontkend, het is juist goed als het opgemerkt wordt, want dan kan het weer vergeven worden, waardoor het doel weer richting HG gaat.
En zo kunnen we dan het begrip hulpvragen en krijgen opnieuw definiëren. Hulp is altijd afkomstig van de denkgeest, van ego of van HG denkgeest en nooit van een of andere persoon of vorm, en de keuze makende denkgeest maakt de keuze en bepaalt het doel.
Het resultaat van vragen om hulp op HG denkgeest niveau is niet vorm-resultaat-gericht, hoewel de vorm, de personen en situaties dus, de projecties, wel de reminders zijn voor het hulp gaan vragen. Hulp vragen aan HG/J is bevrijd willen worden van zonde, schuld en angst, niet van bepaalde vervelende vormen en situaties.
En als we dan bevrijd zijn van zonde, schuld en angst dan zullen we ook vrij in de wereld staan, zolang we nog in de droom lijken rond te lopen, en alles en iedereen als ‘hetzelfde’ zien als hetzelfde in de ene denkgeest (niet als lichamen, want die zijn allemaal anders op dat niveau) en dus ook niet bang meer zijn de geboden kansen nu zonder angst nu vanuit Liefde in ontvangst te nemen.
De wereld en elke ervaring in de wereld is een symbool en staat symbool voor afscheiding of voor het terug herinneren in Eenheid.