archiveren

Tagarchief: oordeelloos

Wat gedachtes over de uitspraak in (T21.In.1:4):
Ze [de wereld die jij ziet] getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.”

En toen zag ik zo duidelijk weer de vergelijking met een film, wat een prachtig symbool vormt voor deze uitspraak.
Een film is eerst opgenomen en vastgelegd in z’n geheel, en wordt daarna afgespeeld, steeds maar weer.
Zo ook is wat wij onze wereld en onze levens noemen al in één keer ‘opgenomen’ en wordt vervolgens eindeloos opnieuw afgespeeld. Elke denkbaar egoscript-variatie op het ene ego-thema “afscheiding” is beschikbaar om weer opnieuw afgespeeld te worden.
En net zoals in een film, kijken wij (denkgeest) ernaar. Wij kijken naar onze eigen mentale projectie, maar zijn vergeten dat we dat doen en denken en geloven nu dat wat wij zien en beleven in de film ook echt is wat we zijn en op dat moment in ruimte en tijd echt gebeurt. Wij lijken dat lichaam te zijn omringd door miljoenen andere lichamen, dingen en situaties, maar het zijn en blijven mentale projecties vanuit de denkgeest vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, dus niet vanuit de hersenen, want de hersenen zijn ook een denkgeest projectie.

Onze innerlijke ego toestand is een toestand van angst, van zonde en schuld, die elk moment bij elke gedachte opnieuw worden opgeroepen uit de in één keer geprojecteerde schier eindeloze voorraad egoprojecties. En daaruit kiezen wij, (onbewust, want dat de denkgeest de bron is het moet immers verborgen blijven) als egodenkgeest (dus niet als lichaam!) onze persoonlijke ego/afscheidings-verhaal, dat wat we ons huidige leven noemen.
En we (denkgeest) draaien deze film af en denken en geloven dat we dat leven zijn, en we zien dus niet dat we een rol spelen en in werkelijkheid denkgeest zijn die dit alles heeft bedacht, opzet en uitspeelt.

ECIW leert ons te herinneren dat wij denkgeest dit alles zelf bedacht hebben, vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, en dat al die scripts in dat ene moment van afscheiding (het nietig dwaas idee, zoals de Cursus het noemt, zie T27.VIII.6:2-3), op ‘film’ zijn vastgelegd en we steeds weer opnieuw een film kiezen, waar we steeds weer opnieuw dat ene nietig dwaas idee beleven en ons daar geheel en al mee identificeren.

Ware Vergeving leert ons, ons te herinneren dat we deze filmpjes (projecties) vanuit het geloof in zonde, schuld en angst niet zijn, dat ze niet ‘werkelijk’ gebeurt zijn, maar dat het inderdaad  ‘de uiterlijke weergaven zijn van een innerlijke toestand’ en die innerlijke toestand is de ego-toestand van het geloof in zonde, schuld en angst, die uit-geprojecteerd wordt en we beleven als ons leven.
Als we dat zien en aannemen, kunnen deze zelfde projecties, films, die we ons leven noemen, door Heilige Geest en of Jezus (symbool van ons Ware Zelf) als vergevingskansen en middelen worden her-gebruikt, die ons doen terug-herinneren in wat we werkelijk zijn; in Liefde, in God, in Eenheid.

Teneinde de innerlijke toestand van de keuze voor ego in beeld te krijgen, wat noodzakelijk is als we het als vergevingsmateriaal en kans willen gaan laten her-gebruiken, kunnen we olv onze gids en leraar Heilige Geest/Jezus oftewel de Juist-gerichte-denkgeest leren oordeelloos als waarnemer (waarnemende-denkgeest) te kijken naar de uiterlijke weergave van de innerlijke toestand van de denkgeest.
Leren oordeelloos te kijken naar alle ego-oordelen die we opstellen in de denkgeest en vervolgens hebben geprojecteerd met als doel de bron, de denkgeest te “vergeten”.
Het moge duidelijk zijn dat de denkgeest die als doel heeft te vergeten niet de denkgeest kan zijn die oordeelloos naar het vergeten kan kijken.
De egodenkgeest die als doel heeft te vergeten dat het de bron is van elke gedachte van zonde, schuld en angst zal wel proberen een oplossing te vinden, maar kan dat alleen doen binnen het ego-denksysteem-concept van afscheiding. 
Ook dit leren zien is een onvermijdelijk leerproces.

Het enige wat nodig is binnen dit leerproces olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest, is oordeelloos te leren kijken naar het volledig script van wat ik “mijn leven” noem.
Dat hele script in heel z’n ego glorie, met z’n vele lagen is het vergevings-leer-materiaal dat we nodig hebben om terug te herinneren in wat IS en nooit is weggeweest.

We zullen merken en waarnemen tijdens dit proces van ware vergeving, hoe we laag voor laag ego-verdedigingsmuren hebben opgebouwd teneinde de bron, de denkgeest aan de waarneming te doen onttrekken, waardoor deze geprojecteerde schijn-verdedigingsmuren echt lijken te zijn geworden en er een identificatie ermee heeft plaatsgevonden.
De “ik” lijkt nu ineens een lichaam te zijn geworden, in een wereld van vormen en situaties waarbij het denken plaatsvindt in de hersenen, in plaats van in de denkgeest.
Al die verdedigingslagen worden gedurende het proces van ongedaan maken middels ware vergeving laagje voor laagje afgepeld, door ze te herkennen en te erkennen en ze terug te geven aan de HG Denkgeest voor ware vergeving.

Dit hele afpel van het geloof in ego proces zal van tijd tot tijd als heel heftig ervaren worden, niet omdat dat noodzakelijk is, maar omdat de weerstand, nog steeds geleid door het geloof in zonde, schuld en angst, ertegen enorm lijkt te zijn.
Alleen olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest zal dit proces van ongedaan maken van het geloof in zonde, schuld en angst soepeltjes, zacht en liefdevol kunnen verlopen.
Dat betekent dat als ik voel/ervaar dat mijn weerstand groot is dat alleen maar een bewijs is dat ik alleen wil luisteren naar de egodenkgeest als gids/leraar (het geloof in zonde, schuld en angst) en bezig ben met tegen mijn Ware Zelf te vechten.
Het enige juiste antwoord op deze waarneming is “kies opnieuw”, nu voor de Juist-gerichte-denkgeest kant van de denkgeest.
Het is al met al een proces, een onvermijdelijk proces waarvan de uitkomst vaststaat, omdat er in Werkelijkheid niets gebeurt is.

“Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”, verkondigt Les 5 uit het Werkboek van Een cursus in wonderen.
Ik vermoed dat het vaakst onvrede wordt ervaren als het over het lichaam gaat.
Ik denk dat het lichaam de meest favorite projectie van de egodenkgeest is. Hoewel elke “vorm” een egoprojectie is natuurlijk.
Maar laten we nu even deze projectie eruit lichten.
Het lichaam (nog steeds de projectie “lichaam”) is immers dé schuilplaats van het ego, waar het het ego zich 100% mee kan identificeren waardoor de bron, het geloof in de egodenkgeest met succes en met opzet kan worden vergeten door het volledig “onbewust” te maken.
Nu lijkt het lichaam centraal te staan en oorzaak en gevolg te zijn van alles wat ik (een schijnbaar lichaam) ervaar, en verborgen blijft dat eigenlijk de denkgeest die projecteert de oorzaak en het gevolg is van alles wat ervaren wordt.

Dit onnatuurlijke geloof in het volledig omkeren van oorzaak en gevolg zorgt ervoor dat er eigenlijk altijd een onderliggend gevoel van zonde, schuld en angst aanwezig is wat ervaren kan worden als lichamelijke moeheid, moedeloosheid, hopeloosheid, depressie, woede of de andere kant van de dualistische ego medaille, overmoed, tijdelijke vreugde, speciale verliefdheid enz. enz.
Het kenmerk van al deze uitingen van het onnatuurlijke geloof van deze ego projecties is dat ze allemaal terug te voeren zijn tot het geloof in zonde, schuld en angst en dat ze altijd tijdelijk zijn
Ik zal een herkenbare projectie van lichamelijk onvrede eruit lichten: uiterlijk.
De onvrede of juist tevredenheid die ervaren wordt over het lichaam wat betreft het uiterlijk.
Zowel onvrede als tevredenheid die lichaamsgericht is komt van de keuze voor waarnemen met het ego, dat altijd dualistische projecties laat zien, immers ego = dualiteit.
Lichamelijke projecties die via het brein, als oorzaak wordt gezien van de lichamelijke toestand.
Projecties zoals: te dik, te dun, lelijk, mooi, te groot, te klein, ijdelheid, bescheidenheid, overdadigheid, armoede, minderwaardigheid, trots, ‘goed’, ‘fout’, ziek, gezond, zielig, niet zielig, slachtoffer, of dader zijn, voetveeg zijn, of iemand als voetveeg gebruiken, obsessief bezig zijn met het lichaam of het juist verwaarlozen door het lichaam te verminken, te verfraaien, eetstoornissen, te veel eten, te weinig eten, niet eten, gezond eten, niet gezond eten, wel of geen medicatie nemen, de lijst is schier eindeloos. En wordt door het ego afgekeurd en tegelijkertijd goedgekeurd (dualiteit), want als dit geloof gevolgd wordt dan blijft het ego-doel namelijk het geloof in afscheiding van Éénheid, van God, van Liefde verborgen; het doel van het ego.
Het gaat bij de egodenkgeest eigenlijk helemaal niet om voor welke ego-lichaamsgerichte-vorm gekozen wordt, als het doel van afscheiding maar in stand gehouden wordt.
Vandaar dat Les 5 stelt: “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”.

We kunnen dus stellen dat geen enkele lichamelijke ervaring die ervaren wordt vanuit het ego blijvend is, laat staan ook maar iets met “Waarheid” te maken heeft.
Dat is tevens het kenmerk van elke egogedachte, en dát is dan toch weer super behulpzaam en absoluut noodzakelijk bij het leren herkennen van de keuze voor ego, als de denkgeest eraan toe is, in het proces van het (ego) “vergeten” te willen leren vergeven.

Al de bovengenoemde dualistische ego-gedachtes krijgen dan de functie een herinnering te zijn al deze gedachtes niet meer serieus te nemen als “waarheid”, er niet meer mee te identificeren, maar ze enkel en alleen nog maar als herinnering te zien, als waardevol vergevingsmateriaal en kansen.

“5.Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat, via Hem die je Gids is, je Verlosser en Beschermer, sterk in hoop en zeker van jouw uiteindelijk succes. 2Hij heeft jou al vergeven, want dat is Zijn functie, Hem gegeven door God. 3Nu moet jij Zijn functie delen en vergeven wie Hij heeft verlost, wiens zondeloosheid Hij ziet, en wie Hij eert als de Zoon van God” (WdII.1.).

En als geheugensteuntje en hulp bij het “niets doen” zoals de Cursus dat bedoelt:

“7De leraar van God aanvaardt de woorden die hem geboden worden en geeft zoals hij ontvangt. 8Hij beheerst niet de richting van zijn spreken. 9Hij luistert en hoort en spreekt.
5.Een aanzienlijke belemmering bij dit aspect van zijn leerweg is de angst van Gods leraar over de geldigheid van wat hij hoort. 2En wat hij hoort kan zonder meer heel verbijsterend zijn. 3Het kan ook ogenschijnlijk helemaal niet van toepassing zijn op het voorliggende probleem zoals hij dat ziet, en kan de leraar zelfs met een situatie confronteren die hem in grote verlegenheid lijkt te brengen. 4Dit zijn allemaal oordelen die geen waarde hebben. 5Ze zijn van hemzelf en komen voort uit een armoedig zelfbeeld dat hij achter zich zou kunnen laten. 6Vel geen oordeel over de woorden die tot je komen, maar biedt ze in vertrouwen aan. 7Ze zijn veel wijzer dan de jouwe. 8Gods leraren beschikken over Gods Woord achter hun symbolen. 9En aan de woorden die ze gebruiken geeft Hij Zelf de kracht van Zijn Geest, en verheft ze van betekenisloze symbolen tot de Roep van de Hemel zelf” (H21.4:7-9;5:1-9).

En weet dat elke gedachte zowel het ego als de Heilige Geest, oftewel onjuist en Juist-gerichtheid van denken bevat.
Als een gedachte niet volledig 100% vrede, liefde en oordeelloos allesomvattend zonder één uitzondering is, dan is de gedachte 100% ego.
Dan zal je leren en merken dat elke gedachte als egogedachte, als een oordelende gedachte begint.
Raak daardoor niet ontmoedigt, want dat zou immers weer de keuze voor een egogedachte zijn.
Accepteer het als een feit dat het ego altijd eerst spreekt. Dat is echt heel behulpzaam. Als je dat wil zien dan is het onvermijdelijk dat het een stuk makkelijker wordt je eigen ego gedachtes, dus je keuze voor het ego, te leren opmerken.
We hebben immers onze ego-gedachtes nodig als vergevingsmateriaal. En als we ze niet opmerken (wat de bedoeling is van onze egodenkgeest) dan valt er ook niets te vergeven.
Dus als je denkt, uh, maar ik kan niets bedenken om te vergeven, dan is dat ook weer een keuze voor ego.
Als dat opgemerkt wordt: oh, kijk ik koos weer voor onder leiding te staan van mijn ego, wees dan blij, want dan weet je dat je weer een vergevingskans hebt gezien. En achter elke vergevingskans ligt het Wonder van vergeving te wachten. Een geschenk wat je meteen mag aanvaarden, maar ook (als er nog te veel angst, zonde, en schuld), mag uitstellen.
Want in dit geval komt er geen afstel van uitstellen zoals we dat van het ego zouden horen, maar:

Deze cursus kan daarom heel eenvoudig aldus worden samengevat:

Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.

Hierin ligt de vrede van God

(In.1-2).

Het lichaam op zich gezien als oorzaak en gevolg kan geen verbindend kanaal voor Heilige Geest zijn en zal dan altijd een ego-kanaal zijn.
Wordt het lichaam als projectie gezien komende vanuit de keuze voor onder leiding staan van ego, dan kan de voorheen ego projectie de andere functie krijgen, door opnieuw nu bewust te kiezen voor een Heilige Geest Kanaal te willen zijn.
Dat is de enige keuze die keer op keer gemaakt kan worden.
De hele chaos van de wir-war van ego gedachtes over hoe, wat waar en waarom kan terug gebracht worden tot maar één mogelijke keuze, de keuze tussen ego (afscheiding) en HG terugherinneren in Éénheid, in God, in Liefde. Dat lijken twee keuzes te zijn, maar als je weet dat maar één keuze Waarheid vertegenwoordigt dan is het echt maar één keuze.
Heb je dat eenmaal door na veel oefenen en vallen en opstaan, dan blijkt de Cursus inderdaad een heel Éénvoudige cursus te zijn.

Wees een gelukkige leerling, Jezus heeft geen martelaren nodig:

2Ik wil niet dat jij toelaat dat er enige angst binnensluipt in het denksysteem waartoe ik je leid. 3Ik vraag niet om martelaren, maar om leraren. 4Niemand wordt gestraft voor zijn zonden, en de Zonen van God zijn geen zondaars. 5Elke notie van straf houdt de projectie in van schuld en versterkt het idee dat anderen beschuldigen gerechtvaardigd is. 6Het gevolg is een les in beschuldiging, want elk gedrag onderwijst de overtuigingen die het motiveren. 7De kruisiging was het gevolg van duidelijk tegengestelde denksystemen, het perfecte symbool van de ‘strijd’ tussen het ego en de Zoon van God. 8Deze strijd lijkt nog net zo werkelijk als toen, en haar lessen dienen nu evengoed geleerd te worden als destijds(T6.I.16).

en:

“1.De Heilige Geest heeft een gelukkige leerling nodig, in wie Zijn opdracht op een gelukkige manier kan worden volbracht. 2Jij die je met huid en haar hebt overgeleverd aan ellende, dient eerst in te zien dat je ellendig en niet gelukkig bent. 3Zonder dit contrast kan de Heilige Geest niet onderwijzen, want jij gelooft dat ellende geluk is. 4Dit heeft jou zo in verwarring gebracht dat jij ertoe bent overgegaan iets te leren wat je nooit kunt leren, in de overtuiging dat als je dat niet leert jij niet gelukkig zult zijn. 5Je ziet niet in dat het fundament waarop dit hoogst eigenaardige leerdoel berust, volstrekt niets te betekenen heeft. 6Toch kun jij het nog zinnig vinden. 7Geloof in niets, en je zult de ‘schat’ vinden die je zoekt. 8Maar je zult je reeds belaste denkgeest met een nieuwe last bezwaren. 9Je zult geloven dat niets waarde heeft, en daar waarde aan verlenen. 10Een glassplinter, een stofkorrel, een lichaam of een oorlog zijn jou eender. 11Want als je waarde verleent aan één ding dat uit niets is gemaakt, dan heb je geloofd dat niets waardevol kan zijn en dat je wel degelijk kunt leren hoe je het onware waar kunt maken” (T14.II.1).







Het ego zit in elke gedachte…
Het moment dat het ego niet als eerste zou spreken, is de droom ook weg. Immers de enige taak en doel van het in stand houden van de keuze voor ego is in dromen van afscheiding blijven geloven.
Voor het bijbehorende geloof als onderdeel van de droom in een “ik” lichaam betekent één moment van niet alert zijn in het in stand houden van de droom “de verdwijning van het universum”, dus ook de droom “ik”…
De enige oplossing is dan ook, waarnemen dat het ego altijd eerst spreekt (schreeuwt, eigenlijk een schreeuw om Liefde), daar oordeel loos naar kijken wat alleen kan olv Heilige Geest (Juist-gerichte-denkgeest), het gevoel van zonde, schuld en angst, dat altijd achter de keuze voor ego schuilgaat, waarnemen en de emoties/gevoelens die deze keuze uitbeelden, vervolgens vergeven.
Op deze manier krijgt de voorheen altijd eerst sprekende keuze voor ego geen kans meer om zich uit te breiden in de hele ene egodenkgeest. Doordat de keuze voor ego ‘gezien’, waargenomen is en gegeven aan Heilige Geest zal deze onmiddellijk gecorrigeerd worden (de Verzoening: het correctieprincipe) en zal het wonder van vergeving zich uitbreiden over de hele Denkgeest en dáár ontvangen worden door de denkgeest die bereid is en klaar is om te ontvangen.
Elke voorheen als eerst sprekende ego-gedachte krijgt daardoor de functie van Ware Genezing in plaats van die van afscheiding.
Dat is de reden waarom elke ego-gedachte zonder oordeel, zonder er iets aan te veranderen, zonder in te grijpen moet worden waargenomen, zodat het ‘ongeschonden’, zoals ‘het zich voordoet’ als vergevingsmateriaal en kans kan worden hergebruikt door HG.
“Onze” enige taak en enige functie is dan ook elke ego-gedachte bewust waargenomen, terug te nemen in de denkgeest en opnieuw bewust te kiezen voor HG/J waar Ware Vergeving ervoor zal zorgen dat alle pogingen om toch de onmogelijke keuze voor afscheiding van God, Liefde, Éénheid, op zullen lossen in het Licht, en alleen Liefde zich zal kunnen uitbreiden.

Hieronder les 62 uit het Werkboek:

LES 62 Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld.

1.Jouw vergeving zal de wereld van duisternis voeren naar het licht. 2Jouw vergeving laat je het licht herkennen waarin jij ziet. 3Vergeving is de demonstratie dat jij het licht van de wereld bent. 4Via jouw vergeving keert de waarheid over jezelf in je herinnering terug. 5Daarom ligt jouw verlossing in je vergeving.
2.Illusies over jezelf en de wereld zijn een en hetzelfde. 2Daarom is alle vergeving een geschenk aan jezelf. 3Je doel is te ontdekken wie jij bent, omdat jij je Identiteit verloochend hebt door de schepping en haar Schepper aan te vallen. 4Nu leer jij hoe je je de waarheid weer kunt herinneren. 5Want deze aanval moet door vergeving worden vervangen, zodat gedachten van leven in de plaats kunnen komen van gedachten van dood.
3.Vergeet niet dat je bij elke aanval een beroep doet op je eigen zwakheid, terwijl je telkens als je vergeeft een beroep doet op de kracht van Christus in jou. 2Begin je dan niet te begrijpen wat vergeving jou brengen zal? 3Ze zal elk gevoel van zwakte, spanning en vermoeidheid uit je denkgeest verdrijven. 4Ze zal alle angst en schuld en pijn wegnemen. 5Ze zal je opnieuw bewust maken van de onkwetsbaarheid en kracht die God Zijn Zoon geschonken heeft.
4.Laten we deze dag zowel van harte beginnen als eindigen met het oefenen van het idee van vandaag, en het zo vaak mogelijk de hele dag door gebruiken. 2Het zal helpen deze dag voor jou zo gelukkig te maken als God wil dat jij bent. 3En het zal hen die in je omgeving zijn, alsook hen die in tijd en ruimte ver weg lijken, helpen dit geluk met jou te delen.
5.Zeg vandaag zo vaak je kunt tegen jezelf – en doe daarbij als dat kan je ogen dicht:

2Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld. 3Ik zal mijn functie vervullen, opdat ik gelukkig ben.

4Neem dan een minuut of twee om na te denken over je functie, en over het geluk en de bevrijding die ze je brengen zal. 5Laat verwante gedachten ongehinderd opkomen, want je hart zal deze woorden herkennen, en in je denkgeest huist het besef dat ze waar zijn. 6Mocht je aandacht afdwalen, herhaal dan het idee en voeg eraan toe:

7Ik wil dit in gedachten houden want ik wil gelukkig zijn

Waarom is het zo belangrijk om te leren oordeelloos te kijken bij het proces wat Een cursus in wonderen omschrijft als ‘Ware Vergeving’?
Zoals op blz. 404 van het Werkboek staat is het kenmerk van ware vergeving dat wat ik dacht dat iets of iemand mij heeft aangedaan nooit echt gebeurt is, dan alleen in dromen van afscheiding.

Om te kunnen vergeven zoals wat ECIW daaronder verstaat moet ik eerst leren eerlijk te kijken naar al mijn gedachtes/projecties.
En dat kan alleen olv dat gedeelte van de denkgeest dat in staat is oordeelloos te kijken in ECIW Heilige Geest genoemd.
Dit in tegenstelling tot kijken met dat gedeelte van de denkgeest dat alleen in staat is oordelend te kijken in ECIW ego genoemd.
Het ego heeft ‘oordelen’ nodig om in stand te blijven en kan daarom nooit oordeelloos kijken. Het kan wel doen alsof.
Bijvoorbeeld ik heb een oordeel over iemand dan kan het ego ervoor kiezen om te volharden in dit vonnis of heel snel het over de andere ego boeg te gooien bijvoorbeeld door mezelf meteen terecht te wijzen voor deze verwerpelijke oordelende gedachte (wederom een oordeel). Dat is dan de ego versie van oordeelloos kijken; ik heb mijzelf gecorrigeerd van ego oordeel naar ego oordeelloos. Kortom er is niets verandert er is nog steeds een oordeel want zowel ego oordeel als ego oordeelloos komt voort uit het geloof in zonde, schuld en angst.
Ego oordeelloos kijken bedekt alleen het oordelen met een schijnbaar liefdevol, fatsoenlijk (ego) laagje, maar het blijft ego, ik maak nog steeds het verhaal waarover geoordeeld wordt ‘echt’.
Ook mezelf voornemen dat ik vanaf nu nooit meer oordelend zal zijn is een ego besluit. Want eigenlijk besluit ik hiermee niet naar mij oordelen te willen kijken, terwijl ik die juist nodig heb als vergevingsmateriaal.

Alleen olv HG kan geleerd worden oordeelloos te kijken, omdat HG niet in staat is oordelend te kijken.
En hoe kan dat geleerd en geoefend worden?
Door al mijn oordelen nu de andere functie te geven namelijk die van leer/oefenmateriaal.
Door eerlijk (olv HG; zonder schuld) naar mijn oordelen te leren kijken, zonder ze zelf aan te passen of te veranderen in ‘betere’ meer ‘aanvaardbare’ ego oordelen.
Dat is lastig, want er is immers maar één denkgeest waarin ook ‘de vergissing’, het ego zich bevindt én HG én de observerende/keuzemaker.
Het duurt over het algemeen jaren van oefenen voordat er een beetje helderheid komt in dit schijnbaar, en met opzet door het ego chaotisch gemaakte denksysteem.
Maar als het ego gedeelte stap voor stap doorzien wordt en wordt geleerd er oordeelloos naar te kijken wordt het vanzelf zwakker en zwakker totdat het simpelweg niet meer nodig is.

Nogmaals dit kan alleen door ernaar te leren kijken en het te willen zien zoals het zich voor lijkt te doen. Dus als ik mezelf zie haten, dat ik dat dan ook als waarnemende oordeel loze (HG) denkgeest benoem als haat. En dan besef dat ik niet haat om de reden die ik denk (les 5), niet omdat ik iemand of iets haat, maar omdat haat mij keurig in het door mij gekozen egodenkgeest houdt en dus in de afscheiding. En dat geldt voor alle emoties, gevoelens, ervaringen die ik denk en geloof te hebben.
Dat is het enige doel van elke ego gedachte. (Denk aan les 5 “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”).

Niet de vorm waarin ik het oordeel denk (geloof) te zien houdt mij in de afscheiding, maar het besluit dat gemaakt wordt in de denkgeest om hoe dan ook in de afscheiding van Éénheid (Liefde, God, Waarheid) te blijven geloven en in dit krankzinnige denksysteem dmv mijn projecties (de vorm) te blijven, waardoor het de schijn van waarheid krijgt.

Alleen als dit waanzinnige, en vooral onnodige (ego)denksysteem wordt doorzien kan er spraken zijn van Ware Vergeving, want pas dan is de denkgeest eraan toe om werkelijk te willen zien dat wat er leek gebeurt te zijn in de vorm, nooit werkelijk gebeurt kan zijn, maar dat diezelfde waanvoorstelling wel eerst volledig gezien en doorzien dient te worden waardoor het wonder van Ware Vergeving, de omslag in de denkgeest kan plaatsvinden.

Let op, aangezien de egodenkgeest ook mee doet in elke gedachte zal het gevoel van druk, stress, haast, boosheid, ongeduld, ontoereikendheid, ongeschiktheid ook langskomen. Merk dit gewoon op en vecht hier niet tegen. In de Cursus wordt op deze ‘ego-valkuil’ gewezen:

6En als je bemerkt dat je weerstand sterk en je toewijding zwak is, ben je er nog niet klaar voor. 7Vecht niet tegen jezelf” (T30.I.1:6-7).

We zullen vanzelf merken wanneer onze denkgeest wel toe is om een waargenomen egogedachte over te dragen aan onze Juist-gerichte denkgeest (HG), want dat is uiteindelijk onvermijdelijk.





Het ego kent net zoveel variaties als er projecties zijn. Of omgekeerd, projecties zijn variaties van het ego.
Kijk om je heen, zie jezelf, zie anderen, zie dingen, zie situaties, stuk voor stuk variaties op het ene thema, ego.
En waar komen al die ego variaties vandaan, ze komen allemaal vanuit de keuze om afgescheiden te zijn en te blijven van Éénheid, dat is hun doel. Een ander doel hebben ze niet.
Om dat doel te verbergen, moet het doel vergeten worden en dat gebeurt door het doel te versplinteren in miljarden aparte doeletjes.
En dat zorgt voor het begeleidende gevoel van chaos, en chaos voelt verwarrend, paniekerig, machteloos, pijnlijk enz. En dat gevoel wordt gelijktijdig met het ontploffen van het ene doel geprojecteerd zodat het nu lijkt alsof die emoties buiten “mij” liggen en dat iets buiten “mij” de oorzaak is van de emoties.
Kort samengevat is dat waar Werkboekles 5 over gaat: Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk.
Dus alles wat ik tegenkom aan weerstand, en waarvan ik denk en geloof dat dat de oorzaak is van mijn lijden is een verdedigingslinie tegen de herinnering dat ik als ego maar één doel voor ogen heb, namelijk afscheiding.

Het leerproces is vooral het leren herkennen als er voor zo’n verdediginggedachte gekozen wordt. Dat lijkt onbewust te gebeuren, want dat hoort bij het proces van “vergeten”, maar ondertussen is het een hele doelbewuste ego keuze.
Door te leren kijken vanuit “iets” anders dan vanuit egodenkgeest, namelijk vanuit de waarnemende/keuzemakende denkgeest, dat gedeelte van de denkgeest waarin de herinnering aan Éénheid nog steeds onveranderlijk aanwezig is, kunnen al die zogenaamde onbewuste verdedigingsgedachtes bewust in het bewuste worden gebracht, waar ze gezien en bekeken kunnen worden.

Weerstandsgedachtes, het woord zegt het al, zorgen voor gevoelens van weerstand, dus bijvoorbeeld afkeer, opstand, boosheid, agressie, walging, ontkenning enz. enz. (vul zelf maar aan) en dáár kunnen ze dan ook aan worden herkend, dat is behulpzaam.
Al die weerstandsgedachtes hebben ook als doel te voorkomen dat er oordeelloos gekeken kan worden. Want als dat gebeurt en er door al die weerstandsgedachtes heen wordt geprikt, dan zal gezien worden dat er niets achter ligt en dat er geen echte afscheiding is en dat al die weerstandsgedachtes een illusionaire muur vormen.

Als weerstandgedachtes oordeelloos worden waargenomen en wordt gezien dat ik geen onvrede voel om de reden die ik denk, dan kunnen diezelfde weerstandsgedachtes een andere functie krijgen. Namelijk een reminder dat ze niet het doel hoeven te krijgen waar ze voor bedoeld waren; afscheiding, maar juist het tegenovergestelde doel terug helpen herinneren in Éénheid.
ECIW gebruikt hiervoor het middel Ware Vergeving, dat laat zien dat er niets gebeurt is en Éénheid, Waarheid onveranderlijk is gebleven en mijn vergissing dat afscheiding mogelijk is ongedaan maakt.

Dit betekent dat het begrip ‘doen’ een heel andere betekenis krijgt. Het doen is nu niet meer iets doen in de wereld en de wereld als oorzaak van alle pijn en lijden zien. Het “nieuwe doen” is nu het herkennen en erkennen van elke ego gedachte, deze terugnemen in de denkgeest, waar deze ontstond en te vergeven en erop te vertrouwen dat elke vergeven gedachte ruimte zal maken voor “Het Andere” en dat wat daaruit ook voort zal komen het meest liefdevol zal zijn in elke situatie. Niet fixen in de wereld, want dat is uiteindelijk fixen vanuit de keuze voor egodenkgeest maar helen vanuit de denkgeest die de verbinding vormt met onveranderlijke Denkgeest.
We her-gebruiken als het ware de voorheen egofilm die geprojecteerd werd met als doel afscheiding van Éénheid en er uitzag als een grote vechtende kluwe chaos, waardoor de kluwe langzaam ontward en ongedaan gemaakt wordt, stapje voor stapje.

Het lastigste in dit proces van ongedaan maken is het losweken van het idee van de identificatie een lichaam te zijn in een wereld.
Dat kost echt jaren van bereidwillige toewijding door bergen en bergen van weerstand willen en durven gaan. Want ook al is de weerstand niet meer dan één nietig dwaas idee en zou dus ook in één keer losgelaten kunnen worden, is dat niet hoe het proces van ongedaan maken verloopt.
Het is een stap voor stap proces waarin geleerd wordt steeds beter te observeren en te kijken zonder oordeel en te leren ware vergeving op alles toe te passen.

Welk doel geef ik aan alles wat voorbij komt dat is de enige vraag die de sleutel vormt in of uit de afscheiding.
En er zijn maar twee keuzes mogelijk, waarvan er maar één waar kan zijn: ego de wens voor afscheiding, (een onmogelijke wens eigenlijk), of Heilige Geest de wens voor terug herinneren in Éénheid, waar nooit uit is weggegaan.
En de reflectie van die keuze laat zien voor welk doel is gekozen. Het gevoel wat hiermee gepaard gaat is een belangrijke leiddraad om te herkennen welke keuze is gemaakt.
Zijn er heftige gevoelens van lijden en pijn, of vluchtige speciale geluksmomenten dan is dat een indikatie dat er voor ego, voor afscheiding gekozen is. Is er echter één gevoel van totale vrijheid, en ruimte die totaal vanzelfsprekend en volstrekt normaal voelt, dan is er voor het vergeven van afscheiding gekozen.
Dit alles is zeker geen droge theorie maar zal alleen herkend kunnen worden als ervaring, en maakt van dit proces een 100% praktisch proces.

Als ik, zoals ECIW zegt, in een ander alleen maar altijd dát zie wat ik nog niet in mijzelf wil zien en nog niet in mijzelf vergeven heb, dan biedt dat de kans daar opnieuw naar te kijken en opnieuw te kiezen voor vergeving in plaats voor de verborgen wil tot af te scheiden.
Als ik bijvoorbeeld geen contact lijk te kunnen krijgen met een ander, wat ogenschijnlijk te wijten is aan een of andere lichamelijke of verstandelijke (wat ook onder lichamelijk valt) blokkade om te kunnen communiceren, zie ik dus in die zogenaamde ander eigenlijk mijn eigen wens van het weigeren (uit angst) te communiceren weerspiegeld. En om aan de (verborgen) schuld daarover te ontkomen leg (projecteer) ik de schuld bij de zogenaamde ander, die nu de oorzaak lijkt te zijn, zodat ik de onschuldige blijf. Maar daaronder ligt de angst verborgen voor het terug herinneren in Eenheid, Waarheid, Liefde, God. Alle zogenaamde problemen zijn terug te voeren naar die ene reden. Vandaar dan ook les 5 die zegt: ‘Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk’.

De enige keuze ligt dan ook op denkgeest niveau: kijk “ik” hierna met ego ogen, of met HG/J ogen.
Met ego ogen betekent denken en geloven dat wat ik met mijn ogen van het lichaam zie in een ander lichaam waar is, dus dat die ander niet in staat is te begrijpen, ziek is en dat ik me daar zorgen over maak, of me er juist aan erger en van afkeer. Kijk ik met HG/J ‘ogen’, dan zie ik wat ik denk over de ander buiten mij, als de projectie van mijn eigen geloof in zonde, schuld en angst is, welke werkelijk helemaal niets met een zogenaamde ander buiten mij te maken heeft, maar wel alles met hoe ik over mijzelf denk op denkgeest niveau.
En in plaats van dáár ook weer schuld op te projecteren, kan ik ook kiezen voor er naar te kijken door ‘ogen’ van HG/J, een oordeelloos kijken, en te Vergeven.

Een Vergeven relatie, ziet geen afzonderlijk persoon meer waar iets aan mankeert, het ziet de vergissing waar voor gekozen is in de denkgeest welke als enig doel heeft af te scheiden, en vergeeft deze keuze. Zowel de te vergeven denkgeest als de vergevende denkgeest zijn nu genezen, genezen in de zin van als één terug herinnerd in Eenheid. En dit speelt zich louter en alleen af op denkgeest niveau.

Op projectie niveau blijft de projectie een projectie waar ogenschijnlijk niets aan verandert, maar nu wel anders naar wordt gekeken en anders wordt ervaren door mij. Het gaat dus niet over het veranderen van mijzelf of de ander op het niveau van de vorm waarin het zich lijkt uit te spelen, dat zijn en blijven immers projecties.
De zogenaamde ander hoeft hier ook niets van te merken. Het is ook niet nodig de ander in dit proces te betrekken. Het maakt ook niet uit of de ander nog leeft of dood is, wel of niet ECIW doet of een ander zgn spiritueel pad bewandelt, dichtbij of ver weg is. Het gaat over het proces wat zich op het denkgeest focus punt, dat ik ‘mijzelf’ noem richt; het genezen van het denkgeest focuspunt (de waarnemende/keuzemakende denkgeest) van waaruit de ‘ik’ denkgeest lijkt te kunnen kijken. Ondertussen als het wonder van ware vergeving heeft plaatsgevonden vanuit dat schijnbaar ene denkgeest focus puntje zal dat zich onvermijdelijk uitbreiden over de hele denkgeest, omdat er maar één denkgeest is. En vandaar dat wij vanuit ons beperkte ‘ik’ denkgeest focusje nooit kunnen weten wat, waar en hoe ware vergeving zich uitbreid. Hierbij komt het dus neer op Vertrouwen van het Weten.

En dan de ervaring van de stilte van het oordeelloos zijn…
(Dit is geen advies, oefening, leermethode of wat dan ook, het is slechts een ervaring).
Te midden van wat voorheen ervaren werd als aanval die vervolgens verdedigd moest worden, was er het alleen maar kijken terwijl alle mogelijke scenario’s voorbij vlogen.
In eerste instantie was er een wanhopig stil alleen maar kijken vanuit een radeloos gevoel van onmacht, niets meer weten te zeggen, omdat het toch niet uitmaakt, want het wordt niet begrepen wat ik zeg, want er wordt niet geluisterd.
Maar daarna veranderde het terugtrekken in stilte in een ruimte die vrij kwam waar niets gebeurde, terwijl in een schijnbaar andere ruimte het script zich uitspeelde, zonder dat het werd gevoed en anders gemaakt dan het eruit zag.
En omdat het niet meer werd gevoed doofde het simpelweg uit en bleef “stilte” over in “mij”. De stilte van “ik hoef niets te doen”. De stilte van in het oog van de orkaan waar alleen de onveranderlijke stille rust is, de stilte van het oordeelloze.

Dit is niet iets wat gedaan wordt, het gebeurt als de denkgeest eraan toe is.
Zoals alles gebeurt, omdat dat is waar de denkgeest nu is.
En als daar een oordeel over is, dan is het dat wat de denkgeest op dat moment doet, meer niet. En als geprobeerd wordt dit na te streven of te oefenen, dan is het dat wat de denkgeest nu doet. Simpelweg zijn in wat is, zonder iets te doen aan het script wat zich tegelijkertijd uitspeelt dan zal “het” vanzelf opduiken als de denkgeest die klaar is voor “terug herinneren” er aan toe is.

Angst lijkt zich te verergeren, naarmate het mechanisme van angst meer en meer wordt doorzien, en tegelijkertijd de angst om angst onder ogen te zien vermindert.
Dat is wat het proces van oordeelloos leren kijken met zich mee brengt.
Oordeelloos leren kijken naar elke verdediging die het vanuit zonde, schuld en angst denken (ego) opwerpt als verdediging tegen Waarheid, Eenheid, Liefde, God.
Dwars door de angst, precies zoals deze zich voor lijkt te doen, en tegelijkertijd verdedigingsloos aan de hand van de steeds sterker wordende herinnering aan onschuld.

Angst is de grootste verdediging tegen angst, en meer is het ook niet.
Deze verdediging gaat gaten vertonen als dit mechanisme van angst voor angst wordt doorzien.
Het is niet angst die dit mechanisme van angst voor angst leert doorzien. Hoewel angst dit wel probeert door het doorzien niet als uitweg uit angst te zien, maar juist als een bedreiging waardoor de angst juist erger lijkt te worden. Angst met angst bestrijden kan alleen maar tot meer angst leiden.
Angst vergeven terwijl het zich in al zijn vormen voordoet als dat wat verschijnt in “mijn” leven is de weg uit angst waardoor dat wat vergeten moest worden als verdediging tegen weten weer zal worden herinnert.

Dat wat angst doorziet door het recht in de ogen te kijken terwijl angst zich voor doet, is niet het “ik” het lichaam. Het “ik” het lichaam is immers slechts een projectie van de innerlijke denkgeest toestand van de keuze voor angst.
Dat wat angst doorziet is de waarnemer die zich de bron herinnert en beseft dat angst slechts een keuze is als verdediging tegen Waarheid, Eenheid, Liefde, God.
Deze waarnemende, keuzemakende denkgeest is in staat opnieuw te kiezen nu niet weer voor  ego angst/liefde, maar voor de non-dualistische Liefde van God die niet de tegenstelling ervan; angst kent, door elke zich voordoende vormen van angst consequent te vergeven. Niet door de projecties te veranderen, te verbeteren, maar door het denken erover, door middel van vergeving te laten veranderen.

 

 

Wat ik buiten me denk en geloof te zien is altijd de projectie van wat er vanuit een schijnbaar persoonlijke denkgeest gedacht wordt.
Niets van wat de “ik” buiten de “ik” denk en geloof te zien is als schijnbaar uiterlijke vorm waar. Ik kan dus nooit in onvrede zijn om wat ik denk en geloof buiten mij te zien in iets of iemand anders of in mijzelf.
Ik kan wel mijn aandacht van de projectie (dat wat ik als oorzaak van mijn onvrede buiten mij zie) terug nemen naar de bron van mijn onvrede, die zich in “mijn” denkgeest bevindt.
Daar aangekomen vraag ik altijd hulp aan iets anders dan dat wat projecteert (ego), namelijk dat wat oordeelloos kan kijken, de keuze voor Heilige Geest en of Jezus, oftewel vanuit Juist-gericht denken. Dat is een keuze gemaakt vanuit de keuzemakende/waarnemende denkgeest positie.

Vanuit die oordeelloze post kijk ik naar alles wat zich lijkt af te spelen buiten mij, precies zoals het zich voor lijkt te doen met alles wat er bij hoort aan emoties en gevoel. Ik verander er niets aan, ik hou niets achter ik kijk alleen naar alle weerstand.
Want weerstand is wat ik zie uitgebeeld als ik eerlijk en oordeelloos naar mijn projecties kijk. Of ze nu liefdevol of haatdragend zijn, als ik mijn projecties zie als de oorzaak van wat ik voel dan heb ik voor afscheiding/weerstand (van Eenheid, Waarheid, Liefde, God) gekozen en de uitbeelding van de keuze voor afscheiding is wat ik denk en geloof te zien.

Ik voel nooit eerst de rechtstreekse verdediging/weerstand tegen Eenheid, Waarheid, Liefde, God, want dat is onder leiding van het egodenken onmogelijk geworden, omdat het egodenken juist ervoor is om dat te doen laten vergeten, zodat de bron van mijn onvrede geheel achter de sluier van vergetelheid is verdwenen en nu dat wat zich buiten mij lijkt te bevinden als oorzaak wordt gezien. Een rechtstreekse confrontatie met de onderliggende angst en weerstand tegen Eenheid, Waarheid, Liefde God, wordt dus door het ego vertaald/geprojecteerd in een meer handelbare verdraagbare vorm, zodat het nu lijkt dat er een “ik” is die nu volledige macht en autonomie heeft over alles wat ervaren wordt.

Als ik echter bereid ben om terug te gaan naar de bron (de denkgeest) en eerlijk leer kijken naar al mijn gedachten, olv Oordeelloosheid (HG/J) zal ik leren door de (ego) angst (verdediging/weerstand) heen te gaan en de confrontatie aan te gaan met de daaronder liggende angst/weerstand tegen Eenheid, Waarheid, Liefde, God.
Nogmaals dit is onmogelijk olv het egodenken, en alleen mogelijk olv Heilige Geest/Jezus, dus het oordeelloze denken. Dit is een keuze, niet een “doen” maar een keuze.

Ik hoef niets te veranderen aan wat zich af lijkt te spelen buiten mij, zeg maar wat zich op het filmdoek (de situatie) afspeelt. Dat is niet mijn werkelijke functie. Mijn functie is nu, alles wat zich lijkt af te spelen buiten mij (of in mijzelf als zogenaamd lichaam) te gaan leren zien en accepteren als vergevingsmateriaal en vergevingskans, en het proces te volgen zoals hierboven beschreven.

Het grote verschil tussen voor ego leiding of voor HG leiding kiezen is dat voor ego kiezen altijd de drang met zich mee brengt dat er iets buiten mij moet veranderen zodat ik me beter zal gaan voelen in een meer plezieriger wereld. Voor HG/J leiding kiezen is oordeelloos naar de keuze voor ego leiding en de gevolgen daarvan kijken, deze terug te nemen en te vergeven en me niet meer op de eerste plaats te bekommeren op een uitkomst in enige vorm buiten mij.

Het vertrouwen zal dan groeien dat alles gebeurt precies zoals het gebeurt en niet meer als oorzaak gezien zal worden van mijn onvrede. Het vertrouwen van volledig terug herinneren in denkgeest en vrij te leven vanuit Inspiratie. En leven vanuit Inspiratie is precies weten wat te doen in elk gegeven situatie die nog binnen het ervaren ervaren wordt. Dat is de betekenis van de gelukkige droom. Niet op vorm geluk buiten een mij in een wereld gericht, maar op de totale innerlijke vrijheid en vrede van de nu genezen denkgeest.

Er is geen wereld welke ziek is of niet deugt, het is denkgeest die ervoor gekozen heeft zich af te scheiden van Eenheid, Waarheid, Liefde, God. En aangezien dat een onmogelijk ziek idee is, voelt de denkgeest die dit nu voortdurend projecteert zich ziek, ongelukkig, boos enz. en lijkt er een wereld te bestaan die ziek is en niet deugt.

Vandaar dat les 5 in het Werkboek echt een sleutel les is:
“Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk” (WdI.5)

Alleen als ik oordeelloos kijk, vanuit mijn niet op oordeel en veroordelende uit zijnde observerende denkgeest positie, alleen dan kan ik het denksysteem van de keuze voor het ego denksysteem doorzien en begrijpen. Elk veroordelend oordeel wat ik weer zie voorbij komen in mijn denken, is opnieuw kiezen voor het ego denksysteem. Door er oordeelloos naar te leren kijken, wordt ik mij ervan bewust dat het een (bewuste) keuze is met welk denksysteem ik wens te denken.
Hoe en wat ik denk lijkt een automatisme, maar eigenlijk is wat en hoe ik denk een gevolg van training van de denkgeest bepaalde denkpatronen te volgen. De denkgeest functioneert zoals deze geconditioneerd is.

Zodra de geest zichzelf als iets anders ‘denkt’ dan alleen geest te zijn, begint de droom van afscheiding. De geest blijft geest, maar droomt nu iets anders te zijn dan geest, iets wat het tegenovergestelde van geest uitbeeldt dankzij het idee van afscheiding. Wat één lijkt nu twee en dat kan alleen als één zich lijkt te kunnen opsplitsen in iets wat tegenovergesteld is aan elkaar; dualiteit is geboren.
Elke volgende gedachte wordt nu geboren uit dit idee van dualiteit en kan niets anders dan dualiteit uitbreiden.

“In de eeuwigheid, waar alles één is, sloop een nietig dwaas idee binnen waarom de Zoon van God vergat te lachen. Door dit te vergeten werd de gedachte een serieus idee, in staat tot zowel verwezenlijking als werkelijke gevolgen.
Samen kunnen we ze beide weglachen, en begrijpen dat de tijd geen inbreuk kan maken op de eeuwigheid. Het is ridicuul te denken dat de tijd de eeuwigheid kan omringen, die juist betekent dat er geen tijd bestaat” (T27.VIII.6:2-5).

Echter, de ware aard van de geest, non-dualistische Eenheid is niet verdwenen, de herinnering aan Eenheid huist nog steeds in de geest die droomt van de mogelijkheid van afscheiding.
Uiteindelijk, als blijkt dat afscheiding niet kán werken, dat Eenheid nooit echt twee kan worden, dat Waarheid nooit werkelijk onwaarheid kan worden, dan wordt de herinnering aan onveranderlijke Eenheid zo sterk, dat de gedachte opkomt vanuit de herinnering die nog steeds aanwezig is in de denkgeest; “er moet een andere manier zijn”.

De denkgeest die de herinnering aan de verbinding met Eenheid weer toelaat zal deze gedachte projecteren op een wijze die de nog in de droom gelovende denkgeest kan begrijpen. De herinnering zal altijd afgestemd zijn op wat de nog dromende denkgeest kan begrijpen. Daardoor lijkt de herinnering zich dan ook op een ‘persoonlijke’ manier te manifesteren binnen ruimte en tijd.

De herinnering lijkt uit de persoonlijke projecties (lichamen dus) te komen, maar aangezien er nog steeds alleen maar geest is, komt de herinnering uit de denkgeest die zich wil herinneren. Anders gesteld, de waarnemende, keuzemakende denkgeest is het eerste deel van de dromende denkgeest wat ontwaakt en stap voor stap leert de droom te observeren en te overzien en vooral leert dat de keuze voor het ego denksysteem, de keuze is voor afscheiding en dat daar het ‘probleem’ ligt en niet in de wereld van de projecties.
De wereld van de projecties verandert nu van functie; van oorzaak en gevolg zijn, naar een reminder zijn voor de ‘andere’ keuze, namelijk de keuze voor het terug herinneren in de geest, daar waar de bron van oorzaak en gevolg ligt en waar opnieuw de keuze kan worden gemaakt nu voor Eenheid, in plaats van voor afscheiding.

Bewustwording betekent ook bewust worden van het feit dat alles wat gedacht wordt voortkomt uit een keuze. Niet de keuzes die een ik lijkt te maken op vorm niveau, dus niet de keuze die ik het lichaam maak voor het ziek worden van het lichaam, of ik het lichaam dat kiest voor arm te zijn of rijk, of voor falen of geluk, of succes of voor wat dan ook in enige vorm, maar dat alles wat een ogenschijnlijk ik denkt en gelooft te ervaren een keuze is van de denkgeest die kiest voor te geloven in zonde, schuld en angst en dit projecteert, ogenschijnlijk buiten zichzelf, zodat dit ‘nietig dwaas’ idee heel serieus genomen wordt en als werkelijk wordt gezien.

Bewustwording betekent bewust worden van het in bovenstaande alinea beschreven, onbewust gehouden ego denksysteem van afscheiding en zich de mogelijkheid herinneren een andere keuze te maken vanuit de langzaam ontwakende en bewust wordende denkgeest die tot oordeelloos observeren in staat is.

En vervolgens vormt Ware Vergeving van al die onbewust gehouden afscheidingsgedachten, die nu via de waarnemende/keuzemakende denkgeest in het bewustzijn aan het licht mogen komen, de stap voor stap de weg terug naar het herinneren in de onveranderlijke Eenheid van de Geest.