archiveren

Maandelijks archief: augustus 2020

Voortbordurend op vorig blog over het ego vertrouwen, is het natuurlijk ook zo dat ego-zelf-vertrouwen ook gebasseerd is op datzelfde dualistische vertrouwen/wantrouwen.
Als ik “mijzelf” als lichaam zie en ervaar en met opzet “vergeten” ben en daardoor blind ben voor het feit dat dat “mijzelf” enkel een projectie is vanuit de denkgeest welke de wens heeft zich af te scheiden van Één, dan kan het niet anders zo zijn dat ik mezelf wantrouw en absoluut niet vertrouw, omdat “ik” denkgeest van wegen die keuze (expres onbewust gehouden keuze) wel de wetten van het ego moet volgen en alleen maar kan denken en geloven in termen van wantrouwen en niet anders kan dan dit te projecteren als een “mijzelf” lichaam wat niet te vertrouwen is en zogenaamde “andere” lichamen die niet te vertrouwen zijn.
Als ik beweer dat ik weinig zelfvertrouwen heb, dan spreek ik de wens van mijn keuze voor ego denken uit. Het lijkt dat ik daaronder lijdt en het wil veranderen, maar eigenlijk wil ik het juist, want weer het houdt de afscheiding in stand en dat is het enige doel van de keuze voor ego.
Op deze wijze wordt de keuze voor egodenken door vergetelheid dubbel afgeschermd.

Elke keer als ik weer voor een verhaal over gebrek aan zelfvertrouwen en vertrouwen/wantrouwen kies en ik neem het serieus, dan hoef ik eigenlijk maar één ding te leren herkennen, namelijk dat ik voor de ego kant van de denkgeest heb gekozen. En als dat duidelijk gezien is, dan kan er opnieuw gekozen worden, waarbij er niet wordt gekozen voor een ander, beter verhaal, maar voor welk deel van de denkgeest en die andere keuze is Heilige Geest denkgeest. De rest volgt dan als vanzelf, want dat zal dan volledig olv Heilige Geest oftewel juistgerichtheid van denkgeest staan.

Neen, want de opzet van het geloof en de keuze voor de ego kant van de denkgeest, en dat doen we als we de wereld en onszelf als lichaam als “waar” ervaren, is om de afscheiding van God, Liefde, Waarheid, Éenheid als echt gebeurt te laten lijken zijn.
Ik kwam hier achter toen het ineens tot me doordrong waarom ik altijd iedereen met vertrouwen benader, maar dat er altijd een punt komt waarop mijn vertrouwen plotseling geschaad lijkt te worden.
Ik zag ineens het ego mechanisme hierachter en doorzag ineens het spel wat hier gespeelt wordt.
Het werd echt duidelijk dat ik eigenlijk niemand vertrouw, maar toch altijd een relatie begin met te vertrouwen.
En ik zie nu dat het ‘niemand vertrouwen’ alleen kan als ik eerst de bewijzen, namelijk door eerst wel te vertrouwen op laat draven (projecteren) in mijn droom, zodat ik vervolgens steeds weer kan bewijzen dat niemand te vertrouwen is en dat is natuurlijk weer niet om de reden die ik denk (les 5), maar weer om de denkbeeldige afscheiding van God overeind te houden.

Samengevat: Ik vertrouw eerst iedereen om later te kunnen bewijzen dat niemand te vertrouwen is, geniaal egospelletje weer, en dat allemaal om te bewijzen dat ik gelijk heb en “God” niet. Ik kan dit vergeven…
Daarmee is de ego functie van wantrouwen/vertrouwen in de vorm verandert in een vergevingsles van HG om terug te herinneren in Vertrouwen.

Dit kan echter nog steeds ook overkomen als een keiharde ongevoelige les, en zo zal het opzettelijk, gezien door het ego ervaren worden, om dezelfde redenen als hierboven beschreven, maar weet dat als meegegaan wordt in de gedachte dat er geen wereld is, dus ook geen “ik” onvermijdelijk dit soort uitnodigende inzichten voorbij komen. En natuurlijk zal de keuze voor ego dit tegenspreken en zich er tegen verzetten, maar nooit om de reden die ik denk (les 5).
En als het een echt Inzicht is dan is het een omslag in de denkgeest van ego naar HG, dus wat ECIW het wonder noemt.
En dan zal deze les als zeer liefdevol ervaren worden in elke situatie. En zal het voelen als “ik hoef niets te doen”, omdat het vanuit Inspiratie komt en vrij doorstroomt, zonder blokkerende ego gedachtes.

Het ego is nooit te vertrouwen, omdat het zo is opgezet.
Zolang ik daar niet naar wil kijken, olv HG (dus oordeelloos) zal ik blijven kijken door ego ogen en blijf ik verstrikt in het dualistische afscheidingsspel van vertrouwen/wantrouwen.

Misschien leerzaam hier even het hoofdstukje over Vertrouwen te plakken dat staat in het Handboek voor leraren, 4:1 :

I. Vertrouwen
1.Dit is het fundament waarop hun vermogen om hun functie te vervullen rust. 2Waarneming is het resultaat van leren. 3In feite is waarneming leren, omdat oorzaak en gevolg nooit gescheiden zijn. 4De leraren van God hebben vertrouwen in de wereld, omdat ze hebben geleerd dat die niet wordt geregeerd door wetten die de wereld heeft ontworpen. 5Ze wordt geregeerd door een kracht die in hen maar niet van hen is. 6Het is deze kracht die alles geborgen houdt. 7Het is dankzij deze kracht dat de leraren van God een wereld zien die is vergeven.
2.Wanneer deze kracht eenmaal is ervaren, is het onmogelijk nog op je eigen onbeduidende vermogens te vertrouwen. 2Wie zou proberen met de nietige vleugels van een mus te vliegen wanneer hem de machtige kracht gegeven is van een adelaar? 3En wie zou zijn vertrouwen stellen in het schamele aanbod van het ego wanneer de gaven van God voor hem worden neergelegd? 4Wat is het dat hen ertoe aanzet de omslag te maken? (H4.I.1-2)