Alles komt vanuit de denkgeest, alles begint met een gedachte vanuit de denkgeest. Niets kan ontstaan vanuit het lichaam of enige andere vorm. Het lichaam en elke vorm is een projectie vanuit de denkgeest. Alle projecties zijn verbonden met hun bron de denkgeest, ze zijn het gevolg van de denkgeest, de denkgeest is daarom de oorzaak, de bron. Lichamen en alle andere vormen kunnen niet autonoom bestaan, gevolg kan niet zonder zijn oorzaak bestaan. Het kan dus niet zo zijn dat het lichaam ‘ziek’ is. Het ‘zieke’ lichaam is de projectie van een zieke denkgeest. Niet een ziek brein, maar een zieke denkgeest (het lichaamsloze). En een zieke denkgeest is niets anders dan een denkgeest die gelooft dat deze afgescheiden kan zijn van zijn Bron, afgescheiden van Eenheid, afgescheiden van Liefde, van God. De zieke denkgeest gelooft in deze afscheiding en is ‘vergeten’ dat deze nooit werkelijk afgescheiden kán zijn van zijn Bron, van Eenheid. De zieke denkgeest gelooft dat zijn eigen projecties, het lichaam en alle andere vormen werkelijk en autonoom kunnen zijn. Door zijn geloof hierin ervaart het een lichaam te zijn te midden van alle andere vormen en situaties in een continuüm van ruimte en tijd. De wereld ‘is’ het geloof in afscheiding en kan dus daarom nooit door God (door Eenheid dus) geschapen zijn.
Dit geloof in afscheiding vormt een gesloten bolwerk dat door zijn geloof erin denkt zich te moeten verdedigen tegen zijn eigen projecties die elkaar lijken aan te vallen, als gevolg van het verborgen geloof in afscheiding wat er aan ten grondslag ligt. Plotseling lijkt er ‘twee’ te zijn in plaats van ‘Eén’. En aangezien ‘twee’ in werkelijkheid onmogelijk is, lijkt het alleen maar dat er ineens iets buiten één kan zijn, en waar er twee lijken te zijn ontstaat onvermijdelijk het spel van aanval en verdediging, het duel van de dualiteit.
Ziekte wordt nu gezien als een aanval komende vanuit andere projecties, die dus niet meer gezien worden als projecties, door het geloof erin, maar als iets wat losstaat van het eigen lichaam en daardoor wordt aangevallen. En aanval vraagt binnen dit denkkader om verdediging. Dus wordt er hulp gezocht bij andere projecties die ook los lijken te staan en van buiten de met het lichaam geïdentificeerde denkgeest lijken te komen.
Ondertussen is de werkelijke oorzaak nog steeds de denkgeest die ‘droomt’ van afscheiding en denkt dat deze droom ‘echt’ is en niet slechts een waanidee is van de denkgeest die zich vergist en is vergeten wat deze werkelijk is; onveranderlijk Eén in Eénheid, in God.
Niet het lichaam is ziek, maar de oorzaak, de denkgeest, die gelooft in afscheiding, ook wel de egodenkgeest genoemd.
Ware genezing is dus de genezing van de denkgeest die geneest van zijn waanideeën van afscheiding.
En of men (de denkgeest) dit nu gelooft of niet, de bron is en blijft altijd de denkgeest die denkt.
Genezing is dus altijd een besluit van de denkgeest, nooit een besluit van het lichaam.
Er zit echter wel een verschil in welk gedeelte van de denkgeest besluit te genezen: via de egodenkgeest, dat gedeelte van de denkgeest wat heeft besloten dat het mogelijk is afgescheiden te zijn van Eenheid, van Liefde, van God, of de Heilige Geest Denkgeest die ziet dat deze slechts droomt van afscheiding, zich heeft vergist in zijn ware aard en besluit dit te vergeven, waardoor hij zich terug herinnert Eén te zijn in de Liefde van God.
In het laatste geval wordt wat zich afspeelt in de droom, onze dagelijkse ervaringen die zich lijken af te spelen op lichaams en vorm niveau binnen tijd en ruimte, gezien als vergevingsmateriaal en kansen. Ze worden niet meer als ‘werkelijkheid’ gezien, maar als vergissingen die terug gegeven kunnen worden aan hun bron de denkgeest, waardoor de denkgeest die zich slechts vergist heeft kan genezen.
Men, de denkgeest die zich zijn ware aard herinnert, zal als vanzelf en als gevolg hiervan, niet meer vanuit afscheiding meer projecteren, dus niet meer vanuit ‘twee’, aanval of verdediging, oftewel vanuit angst, maar alleen nog maar vanuit Liefde, vanuit Eénheid zich uitbreiden, en zal van daaruit precies weten wat te doen eventueel in de vorm en dat zal hoe dan ook altijd het meest liefdevolle zijn op dat moment, ook al kan dat vanuit egodenkgeest gezichtspunt misschien op het eerste gezicht niet liefdevol lijken te zijn, omdat het ego nu eenmaal niet vanuit Liefde kán denken en waarnemen.
Ware genezing, genezing van de denkgeest dus, kenmerkt zich door totale vrede, rust en vreugde los van wat er zich op ‘vorm’ niveau af lijkt te spelen.
Ware genezing vindt plaats als de denkgeest zich opnieuw herinnert en zich verenigt in Eénheid, waar de vraag om genezing niet de vraag is om genezing van het lichaam, maar genezing van de denkgeest plaatsvindt, als gevolg van het zich terug willen herinneren in Eenheid. Dat wil niet zeggen dat ziekte van het lichaam ontkend of genegeerd dient te worden, alleen het doel ervan zal veranderen. Het doel van de ziekte zal nu niet meer afscheiding zijn, maar het zich terug herinneren Eén te zijn, dmv het vergeven van de vergissing dat er een lichaam kan bestaan dat ziek kan zijn.
Nogmaals niet door ontkenning van het lichaam, maar door de vergissing onder ogen te zien en opnieuw de keuze te maken, tussen angst (ego) of Liefde (Heilige Geest) en te vergeven onder leiding van de Heilige Geest en of Jezus die het symbool zijn voor de Juiste-gerichtheid van denken en de brug vormen voor de herinnering terug naar Eenheid.
Alleen via het middel ‘ervaring’ zal ware genezing zichzelf kunnen laten zien, dat betekent dat de denkgeest die bereid is en zich durft af te vragen of er een andere manier mogelijk is, zich oordeelloos open wil stellen voor een ‘andere’ ervaring, afkomstig vanuit Liefde, vanuit God, vanuit Eenheid, in plaats vanuit angst, vanuit ego, vanuit afscheiding (tweeheid).
Samenvattend, het wonder van genezing is niet de eventuele genezing van het lichaam of het herstellen van wat voor vorm dan ook, maar het genezen van de denkgeest die niet meer gelooft dat deze zijn eigen projecties ís, maar zijn projecties, het ego script, alleen nog maar ziet als vergevingsmateriaal en vergevingskansen, met als doel terug herinneren in Eenheid.