archiveren

Maandelijks archief: september 2013

Alles komt vanuit de denkgeest, alles begint met een gedachte vanuit de denkgeest. Niets kan ontstaan vanuit het lichaam of enige andere vorm. Het lichaam en elke vorm is een projectie vanuit de denkgeest. Alle projecties zijn verbonden met hun bron de denkgeest, ze zijn het gevolg van de denkgeest, de denkgeest is daarom de oorzaak, de bron. Lichamen en alle andere vormen kunnen niet autonoom bestaan, gevolg kan niet zonder zijn oorzaak bestaan. Het kan dus niet zo zijn dat het lichaam ‘ziek’ is. Het ‘zieke’ lichaam is de projectie van een zieke denkgeest. Niet een ziek brein, maar een zieke denkgeest (het lichaamsloze). En een zieke denkgeest is niets anders dan een denkgeest die gelooft dat deze afgescheiden kan zijn van zijn Bron, afgescheiden van Eenheid, afgescheiden van Liefde, van God. De zieke denkgeest gelooft in deze afscheiding en is ‘vergeten’ dat deze nooit werkelijk afgescheiden kán zijn van zijn Bron, van Eenheid. De zieke denkgeest gelooft dat zijn eigen projecties, het lichaam en alle andere vormen werkelijk en autonoom kunnen zijn. Door zijn geloof hierin ervaart het een lichaam te zijn te midden van alle andere vormen en situaties in een continuüm van ruimte en tijd. De wereld ‘is’ het geloof in afscheiding en kan dus daarom nooit door God (door Eenheid dus) geschapen zijn.
Dit geloof in afscheiding vormt een gesloten bolwerk dat door zijn geloof erin denkt zich te moeten verdedigen tegen zijn eigen projecties die elkaar lijken aan te vallen, als gevolg van het verborgen geloof in afscheiding wat er aan ten grondslag ligt. Plotseling lijkt er ‘twee’ te zijn in plaats van ‘Eén’. En aangezien ‘twee’ in werkelijkheid onmogelijk is, lijkt het alleen maar dat er ineens iets buiten één kan zijn, en waar er twee lijken te zijn ontstaat onvermijdelijk het spel van aanval en verdediging, het duel van de dualiteit.
Ziekte wordt nu gezien als een aanval komende vanuit andere projecties, die dus niet meer gezien worden als projecties, door het geloof erin, maar als iets wat losstaat van het eigen lichaam en daardoor wordt aangevallen. En aanval vraagt binnen dit denkkader om verdediging. Dus wordt er hulp gezocht bij andere projecties die ook los lijken te staan en van buiten de met het lichaam geïdentificeerde denkgeest lijken te komen.
Ondertussen is de werkelijke oorzaak nog steeds de denkgeest die ‘droomt’ van afscheiding en denkt dat deze droom ‘echt’ is en niet slechts een waanidee is van de denkgeest die zich vergist en is vergeten wat deze werkelijk is; onveranderlijk Eén in Eénheid, in God.
Niet het lichaam is ziek, maar de oorzaak, de denkgeest, die gelooft in afscheiding, ook wel de egodenkgeest genoemd.
Ware genezing is dus de genezing van de denkgeest die geneest van zijn waanideeën van afscheiding.
En of men (de denkgeest) dit nu gelooft of niet, de bron is en blijft altijd de denkgeest die denkt.
Genezing is dus altijd een besluit van de denkgeest, nooit een besluit van het lichaam.
Er zit echter wel een verschil in welk gedeelte van de denkgeest besluit te genezen: via de egodenkgeest, dat gedeelte van de denkgeest wat heeft besloten dat het mogelijk is afgescheiden te zijn van Eenheid, van Liefde, van God, of de Heilige Geest Denkgeest die ziet dat deze slechts droomt van afscheiding, zich heeft vergist in zijn ware aard en besluit dit te vergeven, waardoor hij zich terug herinnert Eén te zijn in de Liefde van God.
In het laatste geval wordt wat zich afspeelt in de droom, onze dagelijkse ervaringen die zich lijken af te spelen op lichaams en vorm niveau binnen tijd en ruimte, gezien als vergevingsmateriaal en kansen. Ze worden niet meer als ‘werkelijkheid’ gezien, maar als vergissingen die terug gegeven kunnen worden aan hun bron de denkgeest, waardoor de denkgeest die zich slechts vergist heeft kan genezen.
Men, de denkgeest die zich zijn ware aard herinnert, zal als vanzelf en als gevolg hiervan, niet meer vanuit afscheiding meer projecteren, dus niet meer vanuit ‘twee’, aanval of verdediging, oftewel vanuit angst, maar alleen nog maar vanuit Liefde, vanuit Eénheid zich uitbreiden, en zal van daaruit precies weten wat te doen eventueel in de vorm en dat zal hoe dan ook altijd het meest liefdevolle zijn op dat moment, ook al kan dat vanuit egodenkgeest gezichtspunt misschien op het eerste gezicht niet liefdevol lijken te zijn, omdat het ego nu eenmaal niet vanuit Liefde kán denken en waarnemen.
Ware genezing, genezing van de denkgeest dus, kenmerkt zich door totale vrede, rust en vreugde los van wat er zich op ‘vorm’ niveau af lijkt te spelen.
Ware genezing vindt plaats  als de denkgeest zich opnieuw herinnert en zich verenigt in Eénheid, waar de vraag om genezing niet de vraag is om genezing van het lichaam, maar genezing van de denkgeest plaatsvindt, als gevolg van het zich terug willen herinneren in Eenheid. Dat wil niet zeggen dat ziekte van het lichaam ontkend of genegeerd dient te worden, alleen het doel ervan zal veranderen. Het doel van de ziekte zal nu niet meer afscheiding zijn, maar het zich terug herinneren Eén te zijn, dmv het vergeven van de vergissing dat er een lichaam kan bestaan dat ziek kan zijn.
Nogmaals niet door ontkenning van het lichaam, maar door de vergissing onder ogen te zien en opnieuw de keuze te maken, tussen angst (ego) of Liefde (Heilige Geest) en te vergeven onder leiding van de Heilige Geest en of Jezus die het symbool zijn voor de Juiste-gerichtheid van denken en de brug vormen voor de herinnering terug naar Eenheid.

Alleen via het middel ‘ervaring’ zal ware genezing zichzelf kunnen laten zien, dat betekent dat de denkgeest die bereid is en zich durft af te vragen of er een andere manier mogelijk is, zich oordeelloos open wil stellen voor een ‘andere’ ervaring, afkomstig vanuit Liefde, vanuit God, vanuit Eenheid, in plaats vanuit angst, vanuit ego, vanuit afscheiding (tweeheid).

Samenvattend, het wonder van genezing is niet de eventuele genezing van het lichaam of het herstellen van wat voor vorm dan ook, maar het genezen van de denkgeest die niet meer gelooft dat deze zijn eigen projecties ís, maar zijn projecties, het ego script, alleen nog maar ziet als vergevingsmateriaal en vergevingskansen, met als doel terug herinneren in Eenheid.

Het afkickprogramma van de Heilige Geest.

Denken, leven en werken vanuit de egodenkgeest heeft als enig doel het in stand houden van de verslaafde egodenkgeest; ENDI (Een Nietig Dwaas Idee) met zijn verslaving aan zonde, schuld en angst met als enig doel verslaafd te blijven aan de egodenkgeest. En dat is een gesloten waan-kringetje
.

Gelukkig heeft de Firma God & Zn een afkickkliniek: ‘Ik Rust in God’ waar liefdevol afgekickt kan worden van angst onder leiding van de Heilige Geest en Jezus en de genezen Zoon van God leert zijn werkelijke taak te vervullen: het uitbreiden van Liefde.


cold turkey

Een cursus in wonderen is een buitengewoon ‘gegronde’ leerweg naar ontwaken.
Hij leert ons gronden in wat we werkelijk zijn: Geest in God, en gebruikt als leermiddel het dagelijkse leven van alledag, zodat het noodzakelijk is heel gegrond, zonder de zweverigheid van er iets anders van te maken dan het is, alles precies zoals het zich voordoet onder ogen te zien door de ervaringen van alledag heen.

Alle vormen van pijn, lijden, woede, ontkenning, zijn indicatoren om opnieuw te kijken, nu samen met J/HG stevig gegrond in de Denkgeest, waar zonder zonde, schuld en angst alles onder ogen gezien kan worden en vanuit het enige ware gegrond zijn in Denkgeest alleen nog maar vergeven kan worden. Vertrouwen ontstaat, groeit en is er als de denkgeest zijn ware Grond weer terug herinnert heeft en van daaruit, alleen nog Liefde zal kunnen uitbreiden, zich weerspiegelend in de vormen, die nu een weerspiegeling zijn van de ware Gegrondheid in God.

‘Waarom?’ zet de horizontale tijdslijn van verleden en toekomst in gang, met als schijnbaar doel een antwoord te vinden met materiaal uit het verleden en toekomst. Echter antwoorden liggen niet in een verleden of in een toekomst. Antwoorden liggen waar de vraag ligt. Breng de vraag terug naar zijn bron, de denkgeest die hem stelde, en ‘vergeef’ hem, en alle antwoorden die nodig zijn zullen komen nu vanuit een oordeelloze bron.

Volgens Een cursus in wonderen kan je geen fouten maken, enkel vergissingen. Vergissingen gemaakt door de denkgeest die denkt een lichaam te zijn te midden van andere lichamen, dingen en situaties.
En deze vergissingen zijn omkeerbaar, door middel van ware vergeving die stelt dat er in ‘werkelijkheid’, de werkelijkheid van de Eenheid, niets gebeurt is.
Als alle vergissingen werkelijk vergeven zijn, hoeven deze niet meer opnieuw gemaakt te worden. Uiteindelijk zal vanzelf, als alle vergissingen vergeven zijn, de herinnering terugkomen aan het ware Zelf, de staat van Eenheid.

Verlangen, ik verlang de hele dag , m’n hele leven lang elke minuut elke seconde van de dag. Zelfs ademen is een verlangen……. naar zuurstof,…. of naar iets anders?
Verlang ik echt naar een ander om mij te vervullen, of verlang ik naar iets anders… verlang ik echt naar meer van wat dan ook om mij te vervullen, of verlang ik naar iets anders….

Is het nodig dat ik een lijst maak met ‘normale’ verlangens die ik maar verder iedereen ook heeft?
Nee, denk daar zelf maar over na, mooie oefening in waarnemen en wees maar zo eerlijk mogelijk, hou niets achter.

Ik heb ontdekt dat achter dat verlangen, het verlangen naar werkelijke Liefde, werkelijke Vervulling, werkelijke Vrede, werkelijke Vreugde kortom het verlangen naar wat ‘ik’ in werkelijkheid Ben ligt, Thuis in God.
Waar we trouwens volgens ECIW nooit zijn weggegaan, we dromen dat alleen maar.

Maar goed ondertussen verlang ik mij elke droom lang al miljarden jaren weer te pletter en al die verlangens slaan na een korte bevrediging inderdaad allemaal te pletter op de rotsen van de angst, van de dood, van het ego, wat ook precies de bedoeling is van het ego, omdat het juist daarvoor is aangesteld. Conclusie; binnen het ego, binnen de afgescheiden denkgeest ga ik het nooit, never vinden.
Dit staat trouwens mooi beschreven in de volgende regels uit ECIW: ‘Het ego geeft nooit uit overvloed, omdat het als substituut daarvoor werd gemaakt.’ En verder: ‘Dat is de reden waarom het idee van ‘krijgen’ in het egodenksysteem is ontstaan. Begeerten zijn mechanismen om iets te ‘krijgen’, ze vertegenwoordigen de behoefte van het ego om zichzelf te bevestigen. Dit geldt evenzeer voor lichamelijke begeerten als voor de zogenaamde ‘hogere behoeften’. Lichamelijke begeerten zijn van oorsprong niet fysiek. Het ego beschouwt het lichaam als zijn thuis, en probeert zichzelf via het lichaam te bevredigen. Maar het idee dat dit mogelijk is, is een beslissing van de denkgeest die volledig in verwarring is geraakt over wat werkelijk mogelijk is.’ (T4.II.7:3-9)

Het ego doet dus wat het doet, en dat doet het perfect: de afscheiding hoe dan ook en met alle middelen in stand houden. Het kan eenvoudig niets anders, het is daar voor bedacht. Vandaar dat er ook geen licht in de duisternis gebracht kan worden, want het ego herkent het niet, kan er niets mee en andersom het Licht herkent de duisternis ook niet. Ego en Werkelijkheid gaan niet samen. Dus blijft het ego rondjes draaien in zijn eigen nep wereldje, en maakt de Werkelijkheid zich al helemaal geen zorgen want die IS, die hoeft niets te doen.

Een van deze twee ‘toestanden van zijn’ ben ik, zijn wij, de ene Zoon van God.
Ben ik afgescheiden denkgeest of ben ik Thuis in God, Veilig, Liefde, Vreugde, Vrede, totaal Een met mijn Bron……?
Ik wil graag voor de tweede mogelijkheid kiezen die denk ik de enige echte mogelijkheid is, maar ondertussen bevind ik me wel elke seconde in die mallemolen van het verlangen, die als een gek rondjes draait en die me duizelig en suf maakt en dronken van verlangen naar meer, meer, sneller, harder, in een poging aan het ultieme doel van het ego, de dood te ontkomen, waar we juist in volle vaart op af denderen, en ook daar geen rust vinden, want we draaien gewoon door in een volgende ronde, in een poging het alsmaar hongerige ego te voeden. Een never ending story…
Of niet?

Het feit dat ik optie twee kan bedenken, betekend dat het er is, en dat is interessant. Onder die schijnbaar harde schil, die, zo lijkt het op het eerste gezicht. eigenlijk niets anders doet dan proberen te verbergen dat wat ik werkelijk ben, wat dus onmogelijk is, bevindt zich iets anders. Iets wat niet te verbergen valt, iets wat ik niet hoef te bereiken, mijn best voor hoef te doen, iets wat er gewoon IS. En hoe kan wat IS nu weg raken… Bovendien het bevindt zich niet eens onder die harde schil, want dat wat IS behoeft geen bescherming en kan niet beschermd worden, want immers:

‘niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Hierin ligt de Vrede van God.’

De gedachte dat er een harde schil is die kennelijk in het leven geroepen is om iets te beschermen, is dus ook waanzin, een droom, een koortsig waanbeeld, een nachtmerrie.
Want wat is het enige wat die harde schil ‘beschermt’, aan het oog wil onttrekken; dat het eigenlijk het ego, de droom, het waanbeeld beschermt. Het idee van een sluier of een muur of wat dan ook voor blokkade die de waarheid aan het oog wil onttrekken is op zich een waan idee. Want waarom zou je iets beschermen wat er niet is??? En nogmaals de Waarheid behoeft geen bescherming, verdediging.

Het ego hoeft dus niet gekraakt, vernietigd, gebroken te worden, want het is niets het is een nietig dwaas idee.
Het ego zelf is immers gebaseerd op vernietiging dus die zal het afbraak proces door de projecties te lijf te gaan volmondig steunen en toejuichen.

We hoeven dus niets te doen. Voor de liefhebber leestip: ECIW T18.VII. Ik hoef niets te doen.

Ja maar, ik lijd me suf de hele dag door, afgewisseld, met wat pleziertjes, en zoethoudertjes, die ik inderdaad letterlijk probeer te halen uit de projecties die de ego denkgeest daarvoor bedacht heeft.

Het is dus een feit dat ik alleen de blokkades kan zien, of ze nu wel werkelijk zijn of niet, ik zie ze, dat is duidelijk.
Maar gelukkig leer ik steeds meer dat het waanbeelden zijn, gedachte blokkades en geen werkelijke harde schillen, sluiers, muren of wat dan ook voor iets ondoordringbaars wat te vuur en te zwaard beschermd of bestreden dient te worden. Deze waangedachtes kunnen derhalve ‘genezen’ worden. Ja en dat kan middels het proces van Vergeven. Werkelijk Vergeven zoals de Cursus dat ziet: ‘Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden.’ (WdII.1 (tussen les 220 en 221 in)) (leestip)
En kan ik als waarnemer, als geest de duisternis de waangedachtes naar het Licht brengen, dat is het vergevingsproces.

Dat is het genezen van de zieke denkgeest die denkt dat wat hij droomt echt is en verward is geraakt in de chaos van het dualisme, de chaos van aanval en verdediging, lijden en kortstondige pleziertje, geven om te krijgen, de macht van de sterkste, overleven enz.

Deze ‘genezing’ maakt een einde aan alle lijden en kortstondige verlangens en zoekt en gij zult niet vinden, daarvoor hoeft alleen de gedachte dat daar iets voor moet worden opgegeven of opgeofferd of worden gedaan te worden opgegeven…

Op deze manier wordt ‘verlangen’ in elke vorm een reminder voor wat zich achter dit verlangen bevindt, een reminder om dat te vergeven wat ik ‘niet’ ben zodat wat ik ‘wel’ ben vanzelf tevoorschijn komt en mijn ware verlangen onthuld, die onmiddellijk een einde maakt aan alle verlangen.

(Eerder gepubliceerd in 2009)