archiveren

Tagarchief: Cursus

“Het doel van het leerplan is, ongeacht de leraar die je kiest: “Ken uzelf.”
Iets anders valt er niet te zoeken. Ieder is op zoek naar zichzelf en naar
de kracht en de heerlijkheid die hij meent te hebben verloren. Telkens
wanneer jij met iemand samen bent, heb je een nieuwe gelegenheid om ze
te vinden. Jouw kracht en heerlijkheid zijn in hem, omdat ze de jouwe zijn.
Het ego probeert ze uitsluitend in jou te vinden, omdat het niet weet
waar het zoeken moet. De Heilige Geest leert jou dat als je alleen naar jezelf
kijkt, jij jezelf niet kunt vinden, want dat is niet wat jij bent.
Telkens wanneer jij met een broeder samen bent leer je wat jij bent,
omdat je onderwijst  wat jij bent. Hij zal of met pijn of met vreugde reageren,
al naargelang de leraar die jij volgt. In overeenstemming met jouw beslissing
zal hij gevangen of bevrijd zijn, en jij eveneens. Vergeet nooit jouw
verantwoordelijkheid tegenover hem, want het is je verantwoordelijkheid
tegenover jouzelf.
Geef hem zíjn plaats in het Koninkrijk en jij zult de jouwe hebben

Alleen kun jij het Koninkrijk niet vinden en alleen kun jij, die het
Koninkrijk bent, jezelf niet vinden. Wil je het doel van het leerplan bereiken,
dan kun je niet naar het ego luisteren, want zijn bedoeling is het juist
zijn eigen doel te ondermijnen. Het ego weet dit niet, omdat het totaal
niets weet. Maar jij kunt het weten, en zult dat ook weten, als jij bereid
bent te kijken naar wat het ego van jou maken wil. Dit is jouw verantwoordelijkheid,
want als je er eenmaal werkelijk naar gekeken hebt, zul je de Verzoening voor jezelf aanvaarden. Welke andere keuze zou je kunnen maken? Als je deze keuze gemaakt hebt, zul je begrijpen waarom jij ooit geloofde dat wanneer je iemand anders ontmoette, je ook dacht dat hij iemand anders was. En iedere heilige ontmoeting die jij volledig aangaat zal jou leren dat dit niet zo is.

Jij kunt uitsluitend een deel van jezelf ontmoeten, omdat jij een deel van
God bent, die alles is” (T8.III.5,6,7:1).

Ken u zelf kan dus op maar twee manieren gezien, ervaren en begrepen worden:
vanuit de keuze voor waarneming vanuit de keuze voor egodenkgeest, of vanuit de keuze voor Heilige Geest denkgeest.
Vanuit waarneming vanuit de keuze voor egodenkgeest kan je bovenstaande tekst lezen alsof de Cursus ons aanspreekt als individuele lichamen die elkaar ontmoeten en daarin een Heilige Relatie kunnen ontwikkelen.
Niets is minder waar. ECIW spreekt ons nooit aan als individuele of collectieve lichamen.
ECIW spreekt ons altijd aan op het niveau van de bron en dat is altijd de denkgeest/mind.
De lichamen die wij denken en geloven te zien en waarvan we zijn gaan geloven dat het dat is wat we zijn, zijn slechts projecties van de denkgeest die voor afscheiding van de denkgeest kiest, waardoor er van de denkgeest afgescheiden lichamen lijken te zijn.
Slechts het geloof hierin, lijkt deze waanvoorstelling waar te maken.
ECIW is er op gericht ons terug te laten herinneren denkgeest/mind te zijn, zodat we kunnen gaan zien dat we ons als denkgeest hebben vergist, en dat wat we denken en geloven te zien ook een vergissing is.

ECIW ontmoet ons waar we denken en geloven te zijn, dus denkend en gelovend een lichaam te zijn. Onvermijdelijk dat de nog volop in lichamen gelovende denkgeest, die daardoor geen feeling meer heeft met de bron de denkgeest en zeker weet dat alles wat hij denkt en gelooft uit het brein/lichaam komt, in de valkuil loopt en de metafysica van de Cursus, dat er geen wereld is en dus ook geen lichamen, maar alleen denkgeest die projecteert, gewoon (expres, uit (ego) zelfbescherming) “vergeet”.
En zo wordt de taal van de Cursus die in ECIW als symbool bedoelt is, weer gewoon letterlijk genomen en is de egodenkgeest vooralsnog “veilig” en verandert er niets in de denkgeest, de enige “plek” waar verandering mogelijk is.
En wordt ECIW gebruikt om de wereld te verbeteren en een aangenamer leven te krijgen.

(Daar is trouwens op zich niets mis mee, maar geloof en beweer dan niet dat je ECIW doet, en probeer dan niet ECIW toch in dat hokje te wurmen.)

Als de denkgeest (dat wat ‘we’ zijn: niet een lichaam, maar denkgeest), er uiteindelijk (onvermijdelijk) klaar voor is te aanvaarden dat er geen wereld, dus ook geen lichaam is, en dat de bron van alles echt alleen maar de denkgeest is die kiest voor wat deze wil zien en ervaren, dan krijgt het “ken uzelf” de andere functie, namelijk die van Heilige Geest, oftewel de Juist-gerichtheid van denken. Dan treed het wonder van de omslag in denken plaats: “Er moet een andere manier zijn”.
“Ken uzelf” gaat dan over het kennen van “mijn” gedachten als denkgeest, niet als lichaam.
Moet daarom het lichaam ontkent worden, of genegeerd? Nee, natuurlijk niet het is slechts een uitnodiging er “anders” naar te leren kijken en het “anders” te laten her-gebruiken, omdat nogmaals, ECIW de taal gebruikt die wij ogenschijnlijk als lichaam, maar ondertussen als denkgeest/mind, daar waar we nu denken en geloven te zijn, kunnen begrijpen.

Het hele egodenkgeest pakket van het geloof in het ego kan nu gaan dienen als vergevingsmateriaal. En dat kan alleen als de denkgeest bereid is eerst naar al zijn ego-gedachtes te kijken, naar al die gedachtes die steen voor steen een wereld van schijnbare afscheiding hebben opgebouwd zodat er een dualistische wereld die deze wil tot afscheiding weerspiegelt leek te ontstaan en tot de enige werkelijkheid werd gemaakt.
“Ken eerst uw ego zelf”, en dat kan alleen als ervoor wordt gekozen niet langer met ego naar ego te kijken, maar heel bewust de keuze wordt gemaakt er met Heilige Geest denkgeest naar te kijken. Dit echt te willen is genoeg, er hoeft niets méér gedaan te worden dan het te willen, de rest volgt vanzelf.

Als oefening is het een idee bovenstaande tekst eerst eens heel bewust vanuit lichaamsidentificatie te lezen, dus ik het lichaam ontmoet een ander lichaam enz. En dan nog een keer maar nu vanuit het niet persoonlijke begrensde denkgeest zijn, waar ontmoetingen gedachten zijn met gedachten/ideeën.
De zogenaamde lichamen kunnen dan ook makkelijker gezien worden als projecties, welke nog steeds gedachten zijn, want ideeën verlaten nooit hun bron. En er is alleen maar denkgeest, ge- en bedacht door de denkgeest.
Daardoor zal er ook een andere ervaring van verbinding mogelijk worden, die niet meer begrenst wordt door lichamen die aanwezig moeten zijn om een ontmoeting te hebben.
Een denkgeest ontmoeting is niet afhankelijk van tijd en ruimte en ook niet van de vorm waarin en waarmee de ontmoeting plaats heeft. Menselijk, dierlijk, dingen, situaties het maakt niet meer uit, de ware ontmoeting is altijd in de denkgeest en gaat over een ontmoeting met het eigen denken die weerspiegelt wordt herkend in de zgn “ander”.

Het feit alleen al dat er bewust gelezen kan worden vanuit lichaamsidentificatie, bewijst al dat er “iets” er zich van “bewust” moet zijn wat dit kan waarnemen en dat is niet het lichaam, dat moet wel de bewust waarnemende denkgeest zijn.

De projecties (dus de schijnbare lichamen waar we een ontmoeting mee hebben) blijven gedachtes, ideeën, maar dienen nu een compleet ander doel. Niet meer als afscheiding, dus olv het egodenken, maar als vergevingskans om te helpen terug herinnering in waarheid, olv Heilige Geest (symbool voor denkgeest die weet in verbinding te staan met waarheid, eenheid, liefde, God.

Dus bovenstaande tekst, en dat geldt voor de hele Cursus kan olv egodenkgeest gelezen worden door alles letterlijk te nemen vanuit lichaamsgerichtheid, of olv Heilige Geest, door alles symbolisch te zien en gezien vanuit denkgeest.
Onderzoek en leer zelf het verschil.

Het hielp mij, nadat ik me in hoofdstuk 1.II “persoonlijk” aangesproken voelde door de stem van de Cursus, “Jezus/Heilige Geest” vroeg om de Cursus samen met Hem te willen lezen.
Het wonderlijk deed zich voor (en dat begreep ik pas veel later) dat ik precies dát las en begreep waar de denkgeest toen aan toe was om te begrijpen. Dat waar de denkgeest nog niet aan toe was (en nog steeds niet is) kwam gewoon niet binnen, maar ervoer ik ook niet als weerstand in de zin dat ik het boek niet meer wilde lezen of er een enorme weerstand tegen voelde, ik zag het gewoon niet.
En besef wel dat dit niet “de” manier is om de Cursus te doen. Het curriculum wordt als heel persoonlijk gericht gepresenteerd, ook al is er uiteindelijk maar één probleem (de keuze voor ego) en één oplossing (de keuze voor HG/J).

Deze volledige omslag in het denken, vereist natuurlijk veel oefening. De denkgeest gaat niet zomaar overstag. Intellectueel kan het heel snel begrepen worden, en daar is niets mis mee, want de kennis van de metafysica van de Cursus is wel nodig als basis, maar het werkelijk begrijpen gebeurt pas als de denkgeest/mind er echt aan toe is. En hoewel dat onvermijdelijk is, is het proces naar de omslag ook onvermijdelijk. En dat duurt zolang het duurt…

En ineens is daar weer het geschenk van doorzien en het aanvaarden van het geschenk van vergeving en het wonder.
Plotseling was daar het bewust worden van hoe vaak ik (de denkgeest/mind) gedachten van schaamte heb en die projecteer.
En ik ontdekte dit door de gedachte van schaamte ineens duidelijk te zien achter wat er leek te gebeuren als iets buiten me waarvoor ik me schaamde.
Zelf al is het zo dat ik bijna altijd wel herkende dat ik me schaamde voor iets, dan kwam die herkenning altijd toch eerst van het ego wat altijd weer resulteerde in meer schaamte. Schaamte voor de schaamte en zo maar door; het Droste effect.
Nu zag ik ineens heel duidelijk het doel van dit ego mechanisme.

Het schamen vanuit ego, wat dus altijd eerst gebeurt, want schamen is nu eenmaal van het ego en zeker niet van “Heilige Geest” (de juist-gerichte-denkgeest), heeft altijd als doel af te scheiden het heeft echt geen ander doel dan dat.
Ik kan dat ook duidelijk voelen: ik ben anders, ik deug niet, fout bezig, want ik schaam mij, en ik kan me beter afzonderen en me in een hoekje verder gaan zitten schamen en mezelf vervloeken.
En mijn reactie was dan altijd na de schaamte, mezelf een schop onder m’n kont geven, vlug wegstoppen, niet meer aan denken, kom op je hoeft je niet te schamen, doe lekker wat je wil trek je van niemand iets aan. Het ego assertiviteitsplan dus.

Op zich niets mis mee, niet fout of zo (want iets beschuldigend fout vinden is ook weer gewoon kiezen voor schuld, dus egodenken), maar het is een tijdelijke oplossing die bij een volgende situatie welke weer schaamte oproept gewoon weer opnieuw de schaamte op een schuldige manier laat ervaren.
De Cursus beschrijft dit verschijnsel heel beeldend:

“De boodschappers van de angst worden door een schrikbewind afgericht, en ze beven wanneer hun meester ze oproept hem te dienen. Want angst is meedogenloos, zelfs voor zijn vrienden. Zijn boodschappers sluipen schuldbewust weg in hun hongerige
zoektocht naar schuld, want hun meester hongert ze uit, laat ze verkleumen,
en maakt ze heel vals, en vergunt ze alleen zich tegoed te doen
aan wat ze naar hem hebben teruggebracht. Geen enkele flinter schuld
ontsnapt aan hun hongerige ogen. En in hun bloeddorstig zoeken naar
zonde storten zij zich op elk levend wezen dat ze zien, en slepen het
schreeuwend voor hun meester, om te worden verslonden.

Zend deze bloeddorstige boodschappers niet de wereld in om zich daaraan
te goed te doen en de werkelijkheid leeg te zuigen. Want ze zullen je
berichten brengen van botten, vel en vlees. Hun is geleerd naar het bederfelijke
op zoek te gaan, en terug te keren met de strot vol bedorven en
verrotte dingen. Voor hen zijn dergelijke dingen prachtig, want ze lijken
hun knagende, razende honger te stillen. Want ze zijn uitzinnig van
angstpijn, en willen de straf afwenden van hem die ze uitgezonden heeft
door hem dat te bieden wat ze dierbaar is” (T19.i.IV.12:3-7,13.1:5).

Het komt er dus op neer, dat zolang er naar het ego geluisterd wordt en dat gebeurt altijd eerst bij iedere gedachte automatisch (het ego spreekt altijd eerst), er voor zonde, schuld en angst gekozen wordt, welke keuze vervolgens wordt geprojecteerd (uitgezonden) en zich als iets op z’n zacht gezegd vervelends kan tonen buiten de “mij” of gericht op de “mij”. Een “mij” welke ook een projectie is vanuit zonde schuld en angst.

Boos worden of vol walging afkeren van dit ego denken, of het vergoelijken met verdedigende gedachten als “waarom moet je het altijd over dat ego hebben, dat hebben we toch nodig in deze wereld!”, houdt ook de keuze voor egodenken stevig in het zadel.
Weer, daar is niets mis mee, maar het is een groot verschil of we deze constateringen vanuit de keuze voor zonde, schuld en angst (ego) wensen te doen, en dus inzetten om het idee van afscheiding te voeden, of deze zelfde gedachten als vergevingskans en materiaal willen gaan zien, zodat diezelfde gedachten een ander doel krijgen en door ze te vergeven juist richting uitgang uit de afscheiding zullen leiden.

Het gaat dus om de functie en niet om goed en fout.

Zo ook alle momenten van schaamte die ik ervoer, om weer even naar dit thema van dit blog terug te keren.
Doordat ik ineens heel helder doorzag dat ik het geloof in schaamte (een vorm van zonde, schuld en angst) als middel tot afscheiding gebruikte, kon ik nu de keuze maken hier niet meer voor te kiezen en het in plaats daarvan te vergeven. Het soort vergeven waar ECIW het over heeft, werkelijk inzien dat dit wat ik ervaar niet is wat ik dacht dat het was, iets buiten mij dat mij wordt aangedaan, maar slechts een poging tot afscheiding is, door mijzelf uit de bron, de denkgeest te lokken in een wereld die alleen in de waan van de keuze voor de egodenkgeest bestaat.

Deze bewustwording volgt op een eigenlijk al heel lang intellectueel ‘weten’ en snappen van dit ego mechanisme, maar altijd weer blijkt dat dat intellectueel weten een eerste stap is en dat een ervaring nodig is om de werkelijke omkeer in het denken, het wonder dus, te laten gebeuren.

Het is nu niet zo, dat zolang ik nog een “ikje” lijk te ervaren in een “wereld” er geen schaamte meer zal zijn.  Het grote verschil is dat de identificatie met de acteur die schaamte uitbeeld op het toneel terug gebracht is naar de bron, de denkgeest. En deze keuzemaker is zich nu bewust van de keuze die gemaakt kan worden, de keuze tussen afscheiding (egodenken) of de keuze voor terug herinneren in waar nooit uit kan zijn weggegaan: Waarheid, Eenheid, God, Liefde.

Nogmaals, de vorm waarin dit alles in wordt uitgespeeld hoeft niet (kan wel) te veranderen, maar wel het doel en dat maakt het verschil tussen hel of Hemel (egodenkgeest of Heilige Denkgeest), dat is de schaamte echt voorbij zijn.

“Het doel van het leerplan is, ongeacht de leraar die je kiest: ‘Ken uzelf.’
Iets anders valt er niet te zoeken. Ieder is op zoek naar zichzelf en naar
de kracht en de heerlijkheid die hij meent te hebben verloren. Telkens
wanneer jij met iemand samen bent, heb je een nieuwe gelegenheid om ze
te vinden. Jouw kracht en heerlijkheid zijn in hem, omdat ze de jouwe zijn.
Het ego probeert ze uitsluitend in jou te vinden, omdat het niet weet
waar het zoeken moet. De Heilige Geest leert jou dat als je alleen naar jezelf
kijkt, jij jezelf niet kunt vinden, want dat is niet wat jij bent.
Telkens wanneer jij met een broeder samen bent leer je wat jij bent,
omdat je onderwijst  wat jij bent. Hij zal of met pijn of met vreugde reageren,
al naargelang de leraar die jij volgt. In overeenstemming met jouw beslissing
zal hij gevangen of bevrijd zijn, en jij eveneens. Vergeet nooit jouw
verantwoordelijkheid tegenover hem, want het is je verantwoordelijkheid
tegenover jouzelf.
Geef hem zíjn plaats in het Koninkrijk en jij zult de jouwe hebben

Alleen kun jij het Koninkrijk niet vinden en alleen kun jij, die het
Koninkrijk bent, jezelf niet vinden. Wil je het doel van het leerplan bereiken,
dan kun je niet naar het ego luisteren, want zijn bedoeling is het juist
zijn eigen doel te ondermijnen. Het ego weet dit niet, omdat het totaal
niets weet. Maar jij kunt het weten, en zult dat ook weten, als jij bereid
bent te kijken naar wat het ego van jou maken wil. Dit is jouw verantwoordelijkheid,
want als je er eenmaal werkelijk naar gekeken hebt, zul je de Verzoening voor jezelf aanvaarden. Welke andere keuze zou je kunnen maken? Als je deze keuze gemaakt hebt, zul je begrijpen waarom jij ooit geloofde dat wanneer je iemand anders ontmoette, je ook dacht dat hij iemand anders was. En iedere heilige ontmoeting die jij volledig aangaat zal jou leren dat dit niet zo is.

Jij kunt uitsluitend een deel van jezelf ontmoeten, omdat jij een deel van
God bent, die alles is” (T8.III.5,6,7:1).

Het lijkt hier alsof de Cursus ons aanspreekt als individuele lichamen die elkaar ontmoeten en daarin een Heilige Relatie kunnen ontwikkelen.
Niets is minder waar. ECIW spreekt ons nooit aan als individuele of collectieve lichamen.
ECIW spreekt ons altijd aan op het niveau van de bron en dat is altijd de denkgeest/mind.
De lichamen die wij denken en geloven te zien en waarvan we zijn gaan geloven dat het dat is wat we zijn, zijn slechts projecties van de denkgeest die voor afscheiding van de denkgeest kiest, waardoor er van de denkgeest afgescheiden lichamen lijken te zijn.
Slechts het geloof hierin, lijkt deze waanvoorstelling waar te maken.
ECIW is er op gericht ons terug te laten herinneren denkgeest/mind te zijn, zodat we kunnen gaan zien dat we ons als denkgeest hebben vergist, en dat wat we denken en geloven te zien ook een vergissing is.

ECIW ontmoet ons waar we denken en geloven te zijn, dus denkend en gelovend een lichaam te zijn. Onvermijdelijk dat de nog volop in lichamen gelovende denkgeest, die daardoor geen feeling meer heeft met de bron de denkgeest en zeker weet dat alles wat hij denkt en gelooft uit het brein/lichaam komt, in de valkuil loopt en de metafysica van de Cursus, dat er geen wereld is en dus ook geen lichamen, maar alleen denkgeest die projecteert, gewoon (expres, uit (ego) zelfbescherming) “vergeet”.
En zo wordt de taal van de Cursus die in ECIW als symbool bedoelt is, weer gewoon letterlijk genomen en is de egodenkgeest vooralsnog “veilig” en verandert er niets in de denkgeest, de enige “plek” waar verandering mogelijk is.
En wordt ECIW gebruikt om de wereld te verbeteren en een aangenamer leven te krijgen.

(Daar is trouwens op zich niets mis mee, maar geloof en beweer dan niet dat je ECIW doet, en probeer dan niet ECIW toch in dat hokje te wurmen.)

Als daarom bovenstaande tekst letterlijk wordt genomen lijkt er te staan dat als twee lichamen elkaar ontmoeten er tussen die lichamen een Heilige Relatie kan ontstaan.
“Ken uzelf” gaat over het kennen van “mijn” gedachten als denkgeest, niet als lichaam.
Moet daarom het lichaam ontkent worden, of genegeerd? Nee, natuurlijk niet het is slechts een uitnodiging er “anders” naar te leren kijken en het “anders” te laten her-gebruiken, omdat nogmaals, ECIW de taal gebruikt die wij ogenschijnlijk als lichaam, maar ondertussen als denkgeest/mind, daar waar we nu denken en geloven te zijn, kunnen begrijpen.

Als oefening is het een idee bovenstaande tekst eerst eens heel bewust vanuit lichaamsidentificatie te lezen, dus ik het lichaam ontmoet een ander lichaam enz. En dan nog een keer maar nu vanuit het niet persoonlijke begrensde denkgeest/mind zijn, waar ontmoetingen gedachten zijn met gedachten/ideeën.
De zogenaamde lichamen kunnen dan ook makkelijker gezien worden als projecties, welke nog steeds gedachten zijn, want ideeën verlaten nooit hun bron. En er is alleen maar denkgeest, ge- en bedacht door de denkgeest.
Daardoor zal er ook een andere ervaring van verbinding mogelijk worden, die niet meer begrenst wordt door lichamen die aanwezig moeten zijn om een ontmoeting te hebben.
Een denkgeest ontmoeting is niet afhankelijk van tijd en ruimte en ook niet van de vorm waarin en waarmee de ontmoeting plaats heeft. Menselijk, dierlijk, dingen, situaties het maakt niet meer uit, de ware ontmoeting is altijd in de denkgeest en gaat over een ontmoeting met het eigen denken die weerspiegelt wordt herkend in de zgn “ander”.

De projecties (dus de schijnbare lichamen waar we een ontmoeting mee hebben) blijven gedachtes, ideeën, maar dienen nu een compleet ander doel. Niet meer als afscheiding, dus olv het egodenken, maar als terug herinnering in waarheid, olv Heilige Geest (symbool voor denkgeest die weet in verbinding te staan met waarheid, eenheid, liefde, God.

Dus bovenstaande tekst, en dat geldt voor de hele Cursus kan olv egodenkgeest gelezen worden door alles letterlijk te nemen vanuit lichaamsgerichtheid, of olv Heilige Geest, door alles symbolisch te zien en gezien vanuit denkgeest.
Onderzoek zelf het verschil.

Deze volledige omslag in het denken, vereist natuurlijk veel oefening. De denkgeest gaat niet zomaar overstag. Intellectueel kan het heel snel begrepen worden, maar het werkelijk begrijpen gebeurt pas als de denkgeest/mind er echt aan toe is. En hoewel dat onvermijdelijk is, is het proces naar de omslag ook onvermijdelijk. En dat duurt zolang het duurt.

Q & A from http://www.facimoutreach.org/:

Q #111: Would you please clarify a question about the world being an illusion? Is the physical world we see with our eyes an illusion, or is the way we interpret the world we see an illusion, or both?

A: The entire physical universe is an illusion, not just our interpretations. This is the absolute non- dualism of the Course’s metaphysics. The Course is clear that what is real is changeless, without limit, formless, perfect, and eternal. Therefore anything that changes, that is limited, that has form, that is not perfect, and that is temporal cannot be real. Some passages to look at are the following, although there are many, many others that speak of non-dualism:

1) Lesson 132: “There is no world! This is the central thought the course attempts to teach” (W.pI.132.6:2; as well as other parts of the lesson).

2) “True Perception — Knowledge”: In this section in the clarification of terms, Jesus uses the phrase “the world you see”; but what follows makes it quite clear that he is referring not to our interpretations, but to the entire physical world that our eyes look upon.
“The world you see is an illusion of a world. God did not create it, for what He creates must be eternal as Himself. Yet there is nothing in the world you see that will endure forever. Some things will last in time a little while longer than others. But the time will come when all things visible will have an end” (C.4.1).

3) “Forgiveness and the End of Time” (T.29.VI). This entire section describes anything of time and change as unreal.

4) “Time and space are but one illusion” (T.26.VIII.1:3).
We hope this sampling of references will help to clarify the confusion and will make reading A Course in Miracles a little easier.

 

————————————————————————–
Vertaling door: http://www.eciw.nl/index.php/index

V#111  Is de hele wereld een illusie?

Is de fysieke wereld die we met onze ogen zien een illusie of is enkel de manier waarop we de wereld interpreteren een illusie? Of beide?

A: Heel het fysieke universum is een illusie, niet alleen onze interpretaties. Dit is het absolute non-dualisme van de metafysica van de Cursus. De Cursus maakt duidelijk dat de werkelijkheid onveranderlijk, grenzeloos, vormloos, perfect en eeuwig is. Vandaar dat alles wat verandert, begrensd is, vorm heeft, niet perfect is en tijdelijk is, niet werkelijk kan zijn.

Er zijn zeer veel passages in de Cursus te vinden over non-dualisme, waaronder deze, die je nader zou kunnen bekijken:

1) Les 132: “Er is geen wereld! Dit is de kerngedachte die de cursus probeert te onderwijzen” (Wd1.132.6:2, zie ook andere delen in dezelfde les).

2) ‘Ware Waarneming – Kennis’: In dit gedeelte in de Verklaring van termen, gebruikt Jezus de uitdrukking: ‘de wereld die jij ziet’; maar wat daarop volgt maakt volstrekt duidelijk dat hij niet onze interpretaties bedoelt, maar de gehele fysieke wereld die wij zien door onze ogen.
“De wereld die jij ziet is een illusie van een wereld. God heeft die niet geschapen, want wat Hij schept kan alleen maar eeuwig zijn als Hijzelf. Maar in de wereld die jij ziet is er niets dat eeuwig standhoudt. Sommige dingen zullen in de tijd een poosje langer duren dan andere. Maar de tijd zal komen dat aan al het zichtbare en einde komt” (VvT4.1).

3) “Vergeving en het einde van de tijd” (T29.VI). Deze hele passage beschrijft alles binnen de tijd en alles wat verandert als onwerkelijk.

4) “Want tijd en ruimte zijn één illusie” (T26.VIII.1:3).

 We hopen dat deze voorbeelden een einde maken aan de verwarring en het lezen van Een cursus in wonderen een beetje makkelijker maken.

 

 

Mijn lichaamsgerichte (= keuze voor egodenken) ‘doen’ focus gericht op een wereld heeft als enig doel af te leiden en te vergeten dat er niets gedaan hoeft te worden aan Waarheid, omdat Waarheid onveranderlijk is.

“Doe eenvoudig dit: wees stil en leg alle gedachten terzijde over wat jij bent en wat God is, alle ideeën die je hebt geleerd ten aanzien van de wereld, alle beelden die je hebt van jezelf. Maak je denkgeest leeg van alles waarvan hij denkt dat het waar of onwaar, goed of slecht is, van iedere gedachte die hij waardevol acht en van alle ideeën waarvoor hij zich schaamt. Houd vast aan niets. Breng geen enkele gedachte met je mee die het verleden je heeft geleerd, en geen enkele overtuiging die je vroeger ooit aan wat ook hebt ontleend. Vergeet deze wereld, vergeet deze cursus, en kom met volkomen lege handen tot jouw God” (WdI.189.7:1-5).

Een van de lastigste dingen die men tegenkomt als men de Cursus werkelijk serieus doet, is te erkennen dat elke gedachte die ik heb uit mijn eigen denken komt, uit mijn denkgeest, omdat ik louter denkgeest ben en niet een lichaam met hersenen die denken. Ik denk wat ik op enig moment denk en die gedachte wordt geboren in mijn denken. En dat denken zie ik terug als iets buiten mij, dat denken wordt geprojecteerd. Denk te zien dus, want wat ik buiten mij denk te zien is een projectie die reflecteert wat ik denk. Dus wat ik buiten mij denk te zien is een weerspiegeling en kan nooit de oorzaak zijn van wat ik denk. De oorzaak ligt in mijn eigen denken, en omdat er maar één denkgeest is, gaan die gedachten altijd over ‘mij’. In deze wereld bestaande uit schijnbaar persoonlijke projecties, kan ik alleen maar vanuit een zgn. ‘eigen’ focus ‘zien’ en ‘ervaren’.

Dus als ik denk en waarneem dat een ander mij onheus bejegend, aanvalt, onrecht aandoet dan is het enige wat aanvalt mijn eigen gedachten over mijzelf, welke ik weerspiegeld zie in iets buiten mij.
Dit is lastig, maar ook ‘lastig’ is een gedachte die geboren wordt in mijn denken. Ik heb dus vooral last van mijn eigen ‘lastig’ gedachte. En ervaar ik ‘lastig’ niet om de reden die ik denk. Er is niets ‘lastig’ buiten mij, er is een gedachte die ik als ‘lastig’ ervaar en losgekoppeld van de bijbehorende projectie, geen andere functie heeft dan mij (denkgeest) in de afscheiding, in on-werkelijkheid te houden.
Het gevoel van ‘lastig’ is dus wederom een van de verdedigingen van mijn keuze voor ego denken.
Dit wordt ervaren als een zeer krachtige reflex die door angst stevig op z’n plaats wordt gehouden. Want waar zou ik zijn zonder mijn angst + projecties?
Er is veel oefening en veel bereidwilligheid voor nodig mezelf te stoppen van de reflex alles en iedereen buiten mij te zien en alles en iedereen buiten mij als de oorzaak, de schuldige te zien van alles wat mij lijkt te overkomen.

Maar het is mogelijk, elke keer als ik me beledigd voel, genegeerd, afgewezen, boos, jaloers, gewantrouwd stop ik mijzelf en zeg, dit komt uit mijn denken en nergens anders vandaan. Ik ben degene die dit denkt op dit moment, ik kan beslissen hiermee door te gaan of dit te stoppen en er anders naar te kijken. Dat wat ik buiten mij zie is niet de oorzaak, maar slechts een reflectie van wat ik denk. Dan neem ik de gedachte + projectie terug in mijn denkgeest en beslis dan de gedachte + projectie aan de HG/J kant van mijn denkgeest te geven, terug te geven aan Liefde dus, in plaats van aan de ego kant van mijn denkgeest, aan angst dus, en Vergeef.
Verder doe ik niets en blijf rustig en stil op mijn waarnemende denkgeest post zitten. En laat elke nog voorbijkomende tegenstribbelende gedachte meteen afvloeien naar de HG/J kant van mijn denkgeest.

En mijn ervaring is altijd, dat de rust dan wederkeert in mijn denken en ik dan altijd plotseling heel anders tegen een zgn ‘situatie’ aan kijk en vanuit vrede precies weet wat te zeggen en of te doen. Dit proces gaat steeds sneller, omdat mijn bereidwilligheid nu zo groot is dat ik geen andere keuze meer wil maken dan voor HG/J denken (Liefde) in plaats van voor ego denken (angst).

Dit vereist veel oefening, elke seconde, bij elke gedachte, dag in dag uit, jaar in jaar uit, zolang als het nodig is.
En elke gedachte + projectie is mijn leermateriaal, mijn oefenmateriaal en mijn enige ‘werkelijke’ functie zolang ik ‘ervaar’ is nu Vergeving geworden. Dat is mijn Speciale Functie zolang ik mijzelf hier in een wereld ervaar, een wereld van louter gedachten en projecties, want ‘Er is geen wereld…”:

“Er is geen wereld! Dit is de kerngedachte die de cursus probeert te onderwijzen. Niet ieder is bereid dit te aanvaarden en ieder moet zo ver gaan als hij zich kan laten leiden langs de weg die hem naar de waarheid voert. Hij zal terugkeren en weer verder gaan, of misschien een tijdje ervoor terugwijken en terugkeren eens weer” (WdI.132.6:2-5).

De boodschap en de leerweg van ECIW is Eenduidig: er is geen wereld, ik ben niet een lichaam, maar denkgeest, dus wat ik denk te zien is niet wat het lijkt en er is een andere manier om hier naar te kijken.
Dit is een eenduidige regel die als basis geldt voor het doen van ECIW.
Vervolgens wordt het ondanks deze duidelijke eenduidige leerweg een individuele, persoonlijke leergang.
Met andere woorden ECIW ontmoet ons daar waar we denken te zijn. Een op maat gemaakt persoonlijk leerplan.
Ook al weet ik zelf niet waar op het pad dat precies is, ik zal de lessen alleen kunnen ontvangen en begrijpen op het denkgeest niveau waar ik me bevind.
Vandaar dat al lezen we de Cursus 1000x we steeds weer iets volkomen nieuws, wat we eerder niet zagen, tegenkomen. We begrijpen, en alleen dát komt binnen wat we kunnen aanvaarden, wat we nog niet kunnen aanvaarden zien we eenvoudigweg niet. En naarmate we stijgen op de ladder van het terug herinneren zullen we ook steeds meer zien en begrijpen. Een begrijpen wat zich niet afspeelt op het (illusoire) niveau van het lichaam, maar op het niveau van de denkgeest.

Dat ECIW mij precies daar ontmoet en onderwijst waar ik ‘ben’, is heel logisch, want als we uitgaan van ‘er is maar één denkgeest’, zowel op ego niveau als op Heilige Geest niveau, kan er dus niets buiten mij zijn, Dus wordt alles tegelijkertijd door de ene denkgeest ontvangen ook al lijkt het dan vervolgens op een heel persoonlijke manier te worden ontvangen en door de keuze voor egodenkgeest uit geprojecteerd.
Het beeld van één zender, die vervolgens dat ene signaal uitzend wat als verschillende programma’s door de ontvanger wordt ontvangen.

Wij (denkgeest) die geloven in een wereld van individuele vormen, lichamen en situaties te leven, kunnen alleen uitgaande van dat ‘begrijpen’ benaderd worden en als we dat onszelf toestaan van daaruit anders te leren kijken.
Een anders kijken wat eigenlijk een terug herinneren is van wat we met opzet, ook al blijft dat verborgen, willen vergeten, namelijk dat we onveranderlijke Geest zijn, Eén en Heel in God.

Aangezien we alleen dat kunnen begrijpen waar we op denkgeest niveau zijn, zal dat wat we willen en kunnen ontvangen en leren nooit te veel of te weinig zijn. Het zal altijd precies goed zijn, we zijn altijd dáár waar we zijn.
Ook al lijkt ons verzet tegen wat ECIW ons wil doen laten terug herinneren soms heel groot, het is toch precies dát wat het is en waar ik ben.
Het hoort bij het leerproces. ECIW noemt zichzelf niet voor niets ‘een cursus’.
Een cursus die tijd en ruimte gebruikt als leermateriaal en ons precies ontmoet waar we denken en geloven te zijn.
Dit drong echt bij mij door meteen toen ik de eerste keer in 1999 T1.II.3 las:

‘Ontzag is alleen op zijn plaats bij openbaring, want hierop is het volmaakt en met recht toepasbaar. Bij wonderen is het misplaatst, omdat een toestand van ontzag aanbidding in zich draagt en ervan uitgaat dat iemand van lagere orde voor zijn Schepper staat. Jij bent een volmaakte schepping, en hoort alleen ontzag te voelen in Tegenwoordigheid van de Schepper van volmaaktheid. Het wonder is dan ook een teken van liefde tussen gelijken. Gelijken behoren geen ontzag voor elkaar te koesteren, daar ontzag ongelijkheid veronderstelt. Daarom is het een misplaatste reactie tegenover mij. Een oudere broer verdient respect vanwege zijn grotere ervaring, en gehoorzaamheid vanwege zijn grotere wijsheid. Hem komt ook liefde toe omdat hij een broer is, en toewijding als hij is toegewijd. Slechts op grond van mijn toewijding heb ik recht op de jouwe. Er is niets aan mij wat jij niet kunt bereiken. Ik heb niets wat niet van God afkomstig is. Het huidige verschil tussen ons is dat ik niets ánders heb. Daardoor verkeer ik in een toestand die in jou alleen potentieel aanwezig is.
‘Niemand komt tot de Vader dan door mij’ betekent niet dat ik op enigerlei wijze van jou gescheiden ben of verschil, anders dan in tijd, en tijd bestaat niet werkelijk. De uitspraak heeft meer betekenis, indien beschouwd op een verticale dan op een horizontale as. Jij staat onder mij en ik sta onder God. In het proces van ‘opstijgen’ sta ik hoger, omdat zonder mij de afstand tussen God en mens voor jou te groot zou zijn om te omvatten. Ik overbrug die afstand, als een oudere broer voor jou enerzijds en anderzijds als een Zoon van God. Mijn toewijding aan mijn broeders heeft mij aan het hoofd van het Zoonschap geplaatst, dat ik completeer omdat ik erin deel.
Dit kan in tegenspraak lijken met de uitspraak ‘Ik en mijn Vader zijn één,’ maar die uitspraak is tweeledig, erkennende dat de Vader groter is.*’

Ik voelde me toen ‘persoonlijk’ aangesproken door ‘Jezus’, niet op het niveau van de vorm door een historische Jezus van de verhalen, maar op een veel dieper alomvattend eenheids niveau van herkenning, waarbij Jezus als symbool wordt gebruikt, omdat ik en wij hier in het westen bekend zijn met dit symbool, of we nu gelovig of atheïst zijn, iedereen in het westen is op de een of andere manier geconditioneerd door het christendom. En dat is waar ECIW ons ontmoet en ons van daaruit verder leidt naar het terug herinneren in wat we werkelijk zijn en waar we nooit echt uit vertrokken zijn, dan alleen schijnbaar in een onmogelijke droom.

Nadat ik die diepe ervaring, openbaring eigenlijk had van een persoonlijke band met Jezus (nogmaals als symbool, niet letterlijk, want als je ECIW letterlijk neemt dan ga je er niets van begrijpen, wat weer alleen maar duidt op de weerstand van je keuze voor de egokant van je denkgeest, die niet wil begrijpen) besloot ik me volledig onder leiding van dit symbool voor de brug terug naar het herinneren van Eenheid, te stellen en ‘zijn hand’ stevig vast te houden en nooit meer los te laten, wat er onderweg ook zou gebeuren. En vanaf toen is er nooit een moment geweest waarop ik wat ik in ECIW las en lees niet begreep, want ik stond en sta precies toe wat ik kán begrijpen op dit moment op mijn pad en wat ik nog niet begrijp zie ik niet eens, want ik vertrouw onvoorwaardelijk op de Leiding waarvoor ik koos en kies.
En dit heeft niets met intelligentie te maken, maar enkel en alleen met bereidwilligheid.
Dat wil niet zeggen dat ik geen weerstand tegen ben gekomen en kom, integendeel, weerstand is onvermijdelijk als we terug willen keren naar onze Ware Denkgeest.
Ik moet immers zien welke verdediging ik heb opgebouwd tegen wat ik Werkelijk ben. En dat kan heel zwaar zijn, maar omdat ik hoe dan ook, die ‘Hand’ blijf vasthouden kom ik altijd door de weerstand, hoe heftig ook heen.

Net als een leerplan dat we kennen in de wereld gaan we daarbij onvermijdelijk door een proces van, dat we gerust kunnen vergelijken met een afkickproces van een of andere verslaving aan iets, in dit geval onze verslaving aan het ego, verslaving aan zonde, schuld en angst. En dit zal ervaren worden als een zeer onstabiele toestand, want we laten het oude los (leren het te Vergeven) en zijn nog niet in de ‘nieuwe’ toestand aangekomen.
We worden nog heen en weer geslingerd tussen dat wat we dachten te zijn, een afzonderlijk lichaam met een brein dat denkt, en dat wat we ons weer langzaamaan aan het terug herinneren zijn, dat we geen lichaam zijn, maar denkgeest.
Dit proces wordt mooi beschreven in H4.1.A, ‘Het ontwikkelen van vertrouwen.’
lees het zelf maar even in de Cursus zelf, want het is een beetje veel om hier te kopiëren.

Kortom of ECIW voor jou werkt of niet hangt geheel af van je bereidwilligheid hem werkelijk te doen, zoals hij is bedoelt. En dat betekent dat ik mezelf wil laten onderwijzen in Vertrouwen in plaats van in vertrouwen. Het verschil tussen het Onderwijs volgen van Jezus/Heilige Geest, of toch weer het onderwijs van het ego.
We volgen altijd één van de twee, een derde mogelijkheid bestaat niet. ECIW leert ons bewust te kiezen vanuit onze post als waarnemende/keuzemakende denkgeest.

Ondertussen is het terug herinneren onvermijdelijk, omdat er niets gebeurt is en de Werkelijkheid, dat wat onveranderlijk Waar is en wat ‘wij’ dus ook Zijn nog steeds onveranderlijk is.

De egodenkgeest kant van de ene denkgeest, de illusoire kant dus, ziet alles op z’n kop.
Ik zie dan als symbool daarvoor zo’n ouderwetse camera voor me, die je voor je borst hield en als je dan door de lens keek zag je het beeld wat je wilde fotograferen op z’n kop.
Zo zet de egodenkgeest alles wat Waarheid is op z’n kop en denken we en projecteren we precies het tegenovergestelde van wat onze Werkelijke gedachten zijn.
Onze Werkelijke gedachten vertegenwoordigen Eenheid, Waarheid, Werkelijkheid, Onveranderlijkheid, non-dualisme, Liefde, God (allemaal woorden voor hetzelfde, te gebruiken naar keuze).
Dus bijvoorbeeld de Werkelijke gedachte ‘Eenheid’, wordt door de onwerkelijke egodenkgeest omgekeerd naar ‘tweeheid’. Het wordt dan ook ineens een woord, het omkeren wordt ook meteen geprojecteerd en verschijnt nu als woord; het wordt een ‘ding’.
‘In den beginne was het (ego)woord)’, en meteen schiep, projecteerde (ego)god de wereld. En dan zien we meteen dat ook God omgekeerd wordt naar god.
Een van mij afgescheiden god, precies het tegenovergestelde van God die staat voor Onveranderlijke Eenheid, en van niets weet, en die ook geen enkele behoefte heeft iets te moeten weten, laat staan bedenken en maken, want waarom zou dat gewild worden als alles volmaakt en Eén IS?
Zie daar het ontstaan van de wereld, het universum en alle vormen, allemaal geschapen door (ego)god en dus het totaal tegenovergestelde van de God van Eenheid.
En omdat dit hele nietig dwaze idee onmogelijk is, want Eén blijft Eén, is en blijft het een illusie, die alleen mogelijk lijkt door mijn geloof erin.

En dat dat zo is bewijst de wereld zelf, dat wat de ogen zien, komt voort uit de gedachte, de geconditioneerde gedachte die in afscheiding gelooft, die erachter zit. De ogen zien niet zelf, de denkgeest kijkt en interpreteert zoals deze is geconditioneerd.
Dus de wereld zoals wij die DENKEN te zien is niet wat het lijkt. Het is precies het omgekeerde van wat het probeert te verbergen, te vergeten en te ontkennen, namelijk dat we onveranderlijke Geest zijn.
Die gedachte is nu de vijand en moet koste wat kost verborgen blijven en de wereld die de egodenkgeest-god heeft gemaakt moet nu verdedigd worden.
Deze omgekeerde god wordt nu aanbeden en is precies het tegenovergestelde van Liefde, namelijk angst.
En wat kan deze illusoire egogod anders projecteren dan angst? En in deze wereld van dualisme, van afgescheidenheid, van angst, zijn wij, de ‘ene Zoon van God’ , die in werkelijkheid alleen maar Liefde kan uitbreiden, ineens het omgekeerde daarvan geworden, een heleboel illusoire afzonderlijke afgescheiden ‘zonen van god’, geboren uit angst, die sidderen voor deze god van angst en zich bovendien zondig en schuldig voelen, omdat ze nooit aan de eisen van deze haatvolle god kunnen voldoen. Deze god die het prachtig lijkt te vinden om dood en verderf te zaaien en alles en iedereen tegen elkaar op lijkt te zetten, en niet genoeg kan krijgen van deze onmogelijke cyclus van geboorte en dood.

En het is niet waar, het kan niet waar zijn.
Het is slechts een ziek verzinsel van de denkgeest die gelooft in afscheiding en dat wat Waar is omkeert.
De wereld zoals wij die denken te zien laat dus precies het tegenovergestelde zien van wat we in werkelijkheid ZIJN.
Wij geloven dat we een lichaam zijn, we geloven dat er andere lichamen zijn, dieren, planten, mineralen, water, lucht, dingen en ondertussen zijn het projecties vanuit de ‘op z’n kop’ gedachte, gedacht door de denkgeest, dat het mogelijk en wenselijk is afgescheiden te zijn van Eenheid, van God, van Liefde. En we denken en geloven dat dat wat we nu zien de werkelijkheid is, terwijl het alleen maar symbolen zijn van een onmogelijke, onwerkelijke gedachte, de totale ontkenning en omkering van wat onze Werkelijkheid IS.

Waar ECIW ons bij helpt is deze zieke omkering weer recht te zetten.
ECIW is het symbool (een van de vele) voor de herinnering aan wat we werkelijk ZIJN.
En daarbij gebruikt het alles wat wij (de denkgeest) op z’n kop hebben gezet en als zodanig denken te zien en aan hebben genomen als waarheid. Daardoor wordt ons dagelijkse leven zoals we dat beleven en ervaren ‘omkeer-materiaal’, in Cursus taal ‘vergevingsmateriaal’.

Dus als ik ervaar als lichaam, dat ik wordt aangevallen door een ander lichaam, of dat er nu uitziet als een lichte irritatie, belediging of een moordaanslag of wat voor conflict dan ook, dan ervaar ik alleen maar wat onmogelijk is, namelijk dat ik me afgescheiden heb van Eenheid. En omdat het onmogelijk is, maar toch lijkt te gebeuren noemen we dat een droom of een illusie.
En het beeld dus precies het tegenovergestelde uit van de Werkelijkheid, namelijk dat alles alleen maar Een kan zijn, geen tegengestelde kent en alleen maar Liefde kan zijn.

ECIW leert mij, denkgeest, dus totaal anders naar mijzelf, anderen, de wereld en alles wat lijkt te gebeuren in die wereld, te kijken en het alleen nog maar als vergevingskans en vergevingsmateriaal te zien, oftewel, als omkeer- terugkeermateriaal te zien.
Mijn leven met al mijn ervaringen krijgt daardoor een totaal omgekeerde functie.

De denkgeest ontwaakt dan langzaamaan uit zijn krankzinnige droom van ‘op z’n kop’ zien en herinnert zich weer dat hij denkgeest is, die dit alles verzonnen heeft.
Ik neem mijn plaats als denkgeest weer in, nu heel bewust, want ik weet nu dat ik niet een lichaam ben, maar denkgeest die nu als waarnemende en keuzemakende denkgeest in elke (droom, illusoire) situatie opnieuw de keuze kan maken, tussen denken vanuit egodenkgeest, vanuit afscheiding dus, of vanuit Heilige Geest denkgeest, vanuit de herinnering aan Eenheid.
En zolang ik nog ervaar hier in deze wereld rond te lopen, zal de wereld een gelukkige droom zijn, niet omdat de ‘op z’n kop’ droom nu ineens een prettige vorm krijgt, zoals misschien een baan krijgen, een mooier huis, auto, meer geld, gezondheid, betere relaties enz., maar omdat ik nu vanuit Heilige Geest denkgeest kijk en ervaar, vanuit mijn Juist-gerichte denkgeest, die zich Herinnert, en in alles nu de Onveranderlijke Liefde zie, die eerst verborgen leek door alle wereldse vormen. De Cursus noemt dat de Christus in al mijn broeders zien.

Voordat ik het ga hebben over waar ik het over wil hebben, hoewel ik dat eigenlijk helemaal nog niet zo precies weet, en pas door krijg al schrijvende, wil ik toch even benadrukken dat wat ik schrijf uit de schijnbaar ‘mijn’ bewust, ervarende denkgeest stroom komt.
En dat ‘mijn’ voelt niet als ik Annelies een individueel lichaam, maar als een grenzeloos ‘iets’ wat de ‘mij’ als een soort aftakking van de altijd ene denkgeest, gebruikt als doorgeefkanaal.
Zoals, even symbolisch uitgedrukt, alle rivieren met al hun aftakkingen en vertakkingen, hoe groot of klein ook altijd nog in verbinding staan met hun bron.
Zo ook staan dus ook alle schijnbaar afzonderlijke denkgeest vertakkingen nog steeds in verbinding met hun ene bron de ene denkgeest en zijn er dus een afspiegeling van, ze zijn in wezen één en hetzelfde.
Zo ervaar ik dat en zo wordt daar ook uitdrukking aan gegeven middels de stukjes die ik schrijf. En daarmee beschrijf ik wat ik ervaar vanuit de denkgeest als bron en niet het lichaam als bron.
Want het lichaam (de wereld) is alleen maar de uiterlijke weergave, van een innerlijke toestand (T21.In.1:5).

Als ik ‘ik’ schrijf, bedoel ik dus ‘ik denkgeest’, en besef dan ook dat het ‘ikje’ in die combinatie een zich uitdrukkende stukje denkgeest is, wat uitdrukking probeert te geven aan het feit dat er alleen maar Eenheid is en dat afscheiding, dus individuen en individuele dingen en situaties niet werkelijk kunnen bestaan.
En dat gebeurt, zo ervaar ik dat in dialoogvorm binnen de ene denkgeest, de tot waarnemen in staat zijnde denkgeest in dialoog met zowel de egokant als de HG kant van de ene denkgeest.

En eigenlijk lijkt dat onmogelijk, omdat woorden zich op het denkgeest gebied van de zich als afgescheiden voordoende egodenkgeest bevinden.
Maar omdat afscheiding in de werkelijkheid die EEN is onmogelijk is, kan het schijnbaar afzonderlijke stukje denkgeest dat zich herinnert Een te zijn, de keuze maken de vergissing, van afgescheiden denken te kunnen zijn, terugdraaien en zichzelf terugherinneren in Eenheid.
Dit schept de behulpzame mogelijkheid tot het voeren van dialogen in de ene denkgeest.
Deze dialogen binnen de ene denkgeest kunnen er ook uitzien als een dialoog met iemand die je vertrouwt die schijnbaar toevallig of op uitnodiging op je pad komt en dan eigenlijk, zoals hierboven beschreven, de uiterlijke weergave, van een innerlijke toestand is. Het maakt dus niet uit hoe die innerlijke denkgeest dialoog, want dat blijft het altijd, zich manifesteert. De innerlijke denkgeest dialoog is altijd beschikbaar op ieder moment dat ik bereid ben deze te voeren en totaal niet afhankelijk van ‘iets’ of ‘iemand’ buiten mij, want er is geen ‘buiten mij’.
Mocht je deze innerlijke dialoog lastig vinden, omdat je ‘tegen jezelf’ praten lastig vindt, omdat je nog niet aan het idee gewend bent dat er nooit iemand buiten je is, en alles zich alleen maar altijd in de ene denkgeest afspeelt, dan kan je daar een symbool voor nemen, zoals bijvoorbeeld ‘Jezus’, ‘Heilige Geest’, of een ander symbool dat voor jou voor oordeelloosheid en liefde staat.

Dit alles maakt geen enkele kans zolang ik me blijf identificeren met een lichaam, dingen en situaties.
Want het zijn twee totaal tegenovergesteld botsende denksystemen.
Dus of het een is waar of het andere, of ik ben een lichaam, of ik ben denkgeest.
Ik kan geen lichaam zijn met een denkgeest. Ik kan dat wel geloven natuurlijk net zoals ik kan geloven een lichaam te zijn met een brein dat kan denken.
‘Geloof’ is immers dat wat deze wereld ‘echt’ doet lijken.
En dat mag natuurlijk, maar dan loop ik onvermijdelijk volledig hopeloos vast in het denksysteem van ECIW, dat ervan uitgaat dat we niet een lichaam zijn maar denkgeest.
Ook al zal de egokant van onze denkgeest er alles aan doen dit wel voor elkaar te krijgen door bijvoorbeeld simpelweg de Cursus aan te passen, zodat het wel lijkt te passen. Ik denk dan, doe dan de Cursus gewoon niet, dan is deze niet het geschikte pad voor jou, maar ja de egodenkgeest is nu eenmaal enorm masochistisch van aard en kiest ook dan weer voor lijden.
Je kan niet de Waarheid in de onwaarheid proppen, en dan blij zeggen ‘ja hoor, past precies, kijk maar’, ik heb gelijk. Oftewel symbolisch uitgedrukt, je kan Jezus, de Heilige Geest of God niet in de illusie brengen. En ja, dat is nu precies wat de zichzelf schijnbaar afgescheiden denkgeest steeds maar weer probeert; de waarheid te integreren in de onwaarheid en kost wat kost gelijk wil hebben daarin en daarvoor zijn totale ware aard; ‘Geluk’ voor opgeeft en daarvoor in de plaats voor zonde, schuld en angst kiest met als gevolg een schier eindeloze lijdensweg.
Dat is wat de Cursus bedoelt met ‘wil je gelijk hebben of gelukkig zijn’:

‘Zoek niet buiten jezelf. Want al je pijn komt simpelweg voort uit een vruchteloze speurtocht naar wat je wilt, waarbij je hardnekkig volhoudt te weten waar dat te vinden is. En wat als het daar niet is? Wil je liever gelijk hebben of gelukkig zijn? Wees blij dat jou gezegd is waar het geluk woont, en zoek niet langer elders. Je zult falen. Maar het is je gegeven de waarheid te kennen, en er niet buiten jouzelf naar te zoeken’ (T29.VII.1:6-12).

Als je niet voor Liefde kiest, dat wat we zijn, kan er alleen maar voor het tegenovergestelde van Liefde gekozen worden en dat is angst voortkomend uit de schuld die wordt gevoeld van wegen het toch proberen wat niet mogelijk is, namelijk afscheiden van Eenheid. En ja dit moet natuurlijk verborgen blijven, want als je dit als waarnemende denkgeest ziet, dan kan je alleen maar je in verbijstering afvragen ‘WAAROM”!!??
En er is geen ‘waarom’, want dat wat onmogelijk is kan dus nooit werkelijk hebben plaatsgevonden:

‘Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Hierin ligt de vrede van God’ (In2:2-4).

En na de onmogelijke ‘waarom’ vraag blijft dan misschien de bereidwillige vaststelling over: ‘er moet een andere weg zijn’ (Vw.vii)

Dit voelt wel weer als genoeg voor één dialoog. En dat waar ik dacht dat ik het over wilde hebben, daar ging het niet over, maar ik heb het gevoel dat dat in een volgende dialoog aan bod komt.

Waar ik steeds meer van doordrongen raak en wat ik steeds beter leer terwijl ik de Cursus doe is dit:

‘Het geheim van de verlossing is slechts dit: dat jij dit jezelf aandoet. Wat
ook de vorm van de aanval is, dit is nog steeds waar. Wie ook de rol van
vijand of van aanvaller op zich neemt, dit is nog steeds de waarheid. Wat
ook de oorzaak lijkt van enig leed of lijden dat je voelt, dit is nog steeds
waar. Je zou namelijk helemaal niet reageren op figuren in een droom
waarvan je wist dat je die droomde. Laat ze zo haatdragend en kwaadaardig
zijn als ze maar zijn, ze kunnen geen effect op jou hebben, behalve
wanneer jij naliet in te zien dat het jouw droom is.

Is deze ene les geleerd, dan zal ze jou bevrijden van elke vorm van lijden.
De Heilige Geest zal deze ene alomvattende les van bevrijding herhalen
tot ze is geleerd, ongeacht de vorm van lijden die jou pijn bezorgt. Welk
leed jij ook bij Hem brengt, Hij zal met deze heel eenvoudige waarheid
antwoord geven. Want dit ene antwoord zal de oorzaak wegnemen van
iedere vorm van verdriet of pijn. De vorm beïnvloedt Zijn antwoord allerminst,
want Hij wil jou slechts de ene oorzaak van alle onderwijzen, ongeacht
hun vorm. En jij zult begrijpen dat wonderen de eenvoudige uitspraak
weerspiegelen: ‘Ik heb dit gedaan, en dit is wat ik ongedaan wil
maken.’

Breng dan ook alle vormen van lijden naar Hem die weet dat elk ervan is
als de rest. Hij ziet geen verschillen waar er geen bestaan, en Hij zal jou
leren hoe elk daarvan veroorzaakt is. Niet een heeft een andere oorzaak
dan alle andere, en ze worden allemaal met gemak ongedaan gemaakt
door slechts één enkele les die waarlijk is geleerd. De verlossing is een geheim
dat jij alleen voor jezelf hebt weggehouden. Dit is wat het universum
verkondigt. Maar aan haar getuigen schenk jij totaal geen aandacht.
Want zij getuigen juist van wat jij niet wilt weten. Ze lijken dat voor jou
geheim te houden. Toch hoef je slechts te leren dat je er alleen maar voor
gekozen hebt om niet te luisteren, niet te zien.

Hoe ánders zul je de wereld zien wanneer je dit hebt ingezien! Wanneer
je de wereld jouw schuld vergeeft, zul jij er vrij van zijn. Haar onschuld
vereist niet jouw schuld, noch berust jouw schuldeloosheid op haar zonden.
Dit is het voor de hand liggende; een geheim dat voor niemand dan
jouzelf is weggehouden. En dit is het wat jou gescheiden van de wereld
heeft gehouden, en jouw broeder gescheiden heeft gehouden van jou. Nu
hoef je nog maar te leren dat jullie beiden onschuldig zijn, of schuldig.
Het enige dat onmogelijk is, is dat jullie niet gelijk zijn aan elkaar; dat ze
beide waar zijn. Dit is het enige geheim dat nog geleerd dient te worden.
En het zal geen geheim zijn dat jij genezen bent’ (T27.VIII.10-13).

En ik lees dit niet als lichaam, ik lees dit in het bewustzijn dat er alleen denkgeest is, dus dat ‘ik’ ook denkgeest ben.
Als je dit als lichaam, dus als persoon, persoonlijk genomen leest dan zal je alles letterlijk nemen en denken dat als er Heilige Geest, of ‘Hem’ staat waar je iets aan moet geven, er iets buiten je is waar je iets aan moet afgeven, en dat is niet wat ECIW bedoelt te zeggen.
Lees je dit als denkgeest, waarmee wordt bedoeld, met je hart, je gevoel, je intuïtie, je Heilige Geest, dan zie je alles als symbool en kan het mij als symbool leren welke obstakels ik als denkgeest heb opgeworpen tegen terug herinneren in Liefde, in Eenheid, in Waarheid, in God.
ECIW ontmoet ons waar we denken te zijn, en dat is in een wereld die door ons als ‘waar’ wordt gezien en waar vorm, betekenis en woorden aan wordt gegeven.
ECIW gebruikt deze voor ons herkenbare zaken, niet letterlijk, maar als symbolen die voor ons herkenbaar zijn. Alles krijgt dus een andere functie, een liefdevolle functie, in plaats van de functie van angst die de egodenkgeest eraan gegeven heeft.
En ook de egodenkgeest is niet iets buiten ons. Ook de egodenkgeest is niets anders dan een keuze, door mij gemaakt als zijnde de waarnemende/keuzemakende denkgeest, die zich hiervan nu bewust aan het worden is en gaat begrijpen en inzien dat elke gedachte een keuze is en dat ik als denkgeest bij elke gedachte bewust kan kiezen of ik mijzelf, de denkgeest, onder leiding van ego of van Heilige Geest denkgeest wil stellen.

Dus ja, zoals in voorgaande Cursusaanhaling te lezen is:

‘Laat ze zo haatdragend en kwaadaardig zijn als ze maar zijn, ze kunnen geen effect op jou hebben, behalve wanneer jij naliet in te zien dat het jouw droom is’(T27.VIII.10:6).

…kan ik alleen maar weer concluderen, ´ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk´ (WdI.5) en ‘Ik zou in plaats hiervan vrede kunnen zien’(WdI.34)

En zo wordt alles en iedereen een symbool, een verlossend symbool en dus hulpmiddel wat mij helpt terug herinneren in Waarheid.

Ik leer steeds beter te luisteren naar die zachte rustige stem, die niet dwingend is, de Heilige Geest kant van mijn denkgeest, boven de harde dwingende stem van de egodenkgeest kant van de denkgeest.
Dus als ik enige haast, onrust, stress, boosheid, irritatie, tijdsdruk enz. waarneem, mij aangedaan door andere buiten mij, in wat voor vorm dan ook, dan weet ik zeker dat ik voor de egodenkgeest kant heb gekozen en het enige wat ik dan kan doen is opnieuw kiezen. Voel ik me daarbij schuldig, zondig, angstig en neem ik aanval en verdediging waar bij mijzelf, dan weet ik weer dat ik voor de egodenkgeest kant van mijn denkgeest heb gekozen en kan ik weer opnieuw kiezen. Als ik daar weer geïrriteerd door wordt, weet ik alleen dat ik weer voor de egodenkgeest kant van mijn denkgeest heb gekozen enz. enz.
Verdwijnt dit alles doordat ik bereid ben elke gedachte te vergeven en voel ik vrede, vreugde en rust dan weet ik dat ik voor de Heilige Geest kant van mijn denkgeest heb gekozen én daarnaar heb geluisterd. Dit zorgt voor een grote rustige helderheid, waarbij ik ook precies zal weten wat te doen en wat niet.

Bij dit alles is het goed te beseffen dat het proces van ontwaken weliswaar als zwaar zal worden ervaren, van wegen de weerstand (angst) van de egodenkgeest, maar dat terugherinneren in Liefde alleen maar een liefdevol doel kán zijn, als we het proces maar steeds onder leiding stellen van de liefdevolle stem van onze juist gerichte-denkgeest (HG denkgeest).
De Cursus zegt hierover:

‘En als je bemerkt dat je weerstand sterk en je toewijding zwak is, ben je er nog niet klaar voor. Vecht niet tegen jezelf’ (T30.I.1:6-7).

Immers vechten tegen jezelf is gewoon weer kiezen voor de egodenkgeest kant van je denkgeest boven de HG kant van je denkgeest.
We kiezen dus niet op de eerste plaats voor lastige of niet lastige situaties in de vorm, we kiezen op de eerste plaats voor welke denkgeest kant van onze denkgeest: ego of HG. En dan pas volgen de projecties en getuigen dan van welke keuze wij als denkgeest hebben gemaakt.

Het is dus onzin om te beweren dat ik kies voor een bepaalde ziekte of ramp die mij of een ander overkomt. Het enige wat er is gebeurt is dat ik koos voor ego of voor HG, voor angst of voor Liefde, voor afscheiding of Eenheid. En daaruit komen bepaalde projecties voort, die al vastliggen, want alle egoprojectiemogelijkheden zijn in één keer ontstaan, in één grote big bang chaos explosie en zijn ook weer verdwenen. Want dat is de eigenschap van explosies, dat ze er zijn en meteen ook weer weg zijn, ze zijn namelijk zelfvernietigend. Dus de egodenkgeest is een explosief, zichzelf vernietigend denksysteem. Wat alleen maar in stand wordt gehouden door ons geloof erin en zich steeds weer moet herhalen om in stand te kunnen worden gehouden.
De Cursus noemt dit denksysteem dan ook ‘een nietig dwaas idee’, een gedachte die serieus wordt genomen en daardoor in staat tot zowel verwezenlijking als (schijnbaar) werkelijke gevolgen.
Ik dank dan ook symbolisch al mijn projecties voor de spiegel die ze mij voorhielden en houden in de wetenschap dat we als elkaars ‘verlossers’, samen als onverbrekelijk geheel ons weer terug mogen herinneren in waar we nooit uit zijn weggeraakt.