archiveren

Maandelijks archief: juni 2009

 

Emoties zijn als golven van de zee, symbool voor de golven van het ego, van de afscheiding. Van kleine rimpelingen tot tsunami’s . Ze lijken de illusie ‘waar’ te maken. Ontkennen helpt niet, wegstoppen ook niet het maakt ze allemaal meer ‘waar’. Meegaan, mee surfen op de golven van emoties, als weeën erover heen, of erdoor heen (ervaren) en de gehechtheid eraan vergeven… en dan bemerken dat het niets is. Het zijn de golven van het ego het spel van het ego, Geest blijft onveranderlijk wat er ook gebeurt.

Wat een kostbaar cadeau zo samen met J over het water van totaal Vertrouwen te lopen.

Surfen met J…

 

En de wat klassiekere versie:

 

Als ik moe ben zoals nu, is dat verwarring over wat moe is of moe kan zijn.

Het is niet van belang de vermoeidheid te analyseren, het is gewoon moe zijn, een afscheidingsgedachte van het ego, geprojecteerd als een lichaam dat moe is en daarom moet het lichaam gewoon rusten, binnen dit raamwerkje van het ego.

 

Wat het ingewikkeld lijkt te maken is de emotie die ermee gepaard gaat, en de gedachte van moeheid versterkt en de afscheiding ‘waar’ maakt en verslavend.

Ik voel de kettingreactie die volgt op het toegeven aan de emotionele gehechtheid eraan, gevoelens van afwijzing, haat, hopeloosheid, afkeer enz.

En vlak daarvoor had ik nog een soort smekend emotioneel moment dat ik niets liever wil dan werken in dienst van J.

En meteen daarna…. ‘Ja, ja en hoe dan’… en dan zijn er weer de verwachtingen, ik durf die verwachtingen niet eens uit te spreken, want die roepen zoveel angst op…

Wat anders te doen dan die verwachtingen op het altaar te leggen en er heel eerlijk over te zijn tov J…? (zie nogmaals Gary Renards geleide meditatie hiervoor)

Ik wil dit alles zo graag achter me laten, totaal neutraal naar dat droom lichaam kijken, puur als kanaal voor Liefde laten dienen, die functie wil ik mijn lichaam geven en geen andere.

 

En hier is de sleutelzin het antwoord:

Niet de afscheiding op zich is het probleem, want dat is een illusie, maar de emotionele gehechtheid eraan is het probleem, die maakt het ‘waar’ voor de denkgeest.

 

Dat betekend dus niet dat emoties fout zijn zoals wel wordt beweerd soms dat de Cursus zegt dat je geen emoties mag hebben.

Nee emoties moeten niet achtergehouden worden anders worden ze niet herkend waar ze voor staan, ze zorgen voor gehechtheid  (verslaving)  aan de afscheiding, die in wezen niet bestaat, maar juist door emoties een soort van bestaansrecht krijgen. Dat zien voor wat het is geeft emoties de functie van reminder te zijn, reminder voor de keuze de gehechtheid aan de afscheiding los te laten, te vergeven, op het Altaar te leggen.

En is dat nu weer geen prachtige ‘andere’ functie die we mogen geven aan emoties?

En geloof me, wat er voor terugkomt is met geen enkele emotie te vergelijken.

En ook niet uit te leggen, en nee het is niet een mysterie of geheim, men moet het alleen zelf ervaren dat is alles  En hé kansen te over de hele dag lang.

 

En ik ben absoluut niet moe meer en toch gaat dit lichaam lekker rusten nu.

 

 

Update about third book from Gary

Hi Friends, I want to update you on the status of my third book, “Love Has Forgotten No one” (LHFNO). (My buddy and fellow podcast host, Gene Bogart, joked that I should re-name it, “Love Has Still Forgotten No One”). I’m going through the manuscript for what I think is the 5th time plus working on the ending. It’s almost done but I can’t give you a release date until I turn it in to Hay House, which has the first right to publish it. They will decide the release date. The book will become available no matter what, and when it does I’ll be there to support it one hundred per cent as usual. Rogier Van Vlissingen has already translated the first half of the book into Dutch, and we’re both on the same page that this is a very exciting project.

I want to emphasize that although my Teachers, Arten and Pursah, Guided me to have the book out much sooner, it was not their Guidance but my own inability to deliver that caused the delays. I apologize for those delays. Traveling the extreme way that I do can beat you up. I’m not complaining, just stating what appears to happen in the illusion. Delays happen (although I admit this one has been too long.) This is a bigger forgiveness lesson for me than it is for you. Still, I can’t help but think of the times when Ken Wapnick, known as the Course’s greatest scholar, would announce a publication date for one of his books in his Newsletter, “The Lighthouse,” (especially in the late 90s) and it wouldn’t come out until a long time later. Such is life. But I want to explain to you a couple of the reasons it happened in this case. There’s more, which is personal, but the time I spend traveling plus the things below are the major factors.  

I’ve been Guided through many corrections of minor mistakes (fortunately not major ones) in the book during the last year by A & P. This book is the first time they didn’t permit me to tape record their conversations (as you’ll see in the book.) This, combined with my schedule, made the writing of this book more difficult for me. I can see now that they did this to help me in my own personal devolopment in regards to hearing them, not so much during our “in person” conversations, but in between them, without recordings, when they were not present in their seemingly physical bodies. The conversations in the books are given to me, but I write my narration, notes, and organize the material. This is what makes the books the story of my life.

A & P’s Voices are actually the One Voice of the Holy Spirit, (see the end of The Disappearance of the Universe) and their approach and editing for this book was in keeping with their method of always helping me along my path at the fastest rate possible. My ability to hear The Voice has been aided by this project beyond comprehension. This will make the writing of future books faster and easier. You’ll see that in LHFNO we also discuss the difference between people hearing the Holy Spirit’s Voice filtered by their own ego, as opposed to hearing it purely..

When the book does come out, I hope you’ll think it was worth the wait.. I’m very excited about it for many reasons, which I trust you’ll see.. Also, I’m adjusting my traveling schedule to permit me to fulfill Arten and Pursah’s Guidance that I do a book every year. That may seem extreme, but it is possible. And that doesn’t mean I won’t be traveling and speaking a lot, but I sense there are just as many surprises coming up for all of us in that area as there are in the next book. 

There were personal stories that needed to be told, and they all fit together like a hologram. The book tells all about my relationship with Karen, my former wife (with her permission and support) and the story of Cindy and I (BTW, thanks for all of your kind congratulations on our upcoming marraige) and how the lifetimes of Thomas and Thaddaeus, Cindy and I, and Arten and Pursah all fit together in what A Course in Miracles describes as, “An interlocking chain of forgiveness.”

I hope you’ll be a little more patient, enjoy other things in the meantime such as my CD, “Fearless Love”, the movie I’m in, “Leap!” my DVDs, teleconferences, etc. I’ll give you a final date for the book release, but only when I’m certain about what it is. Thanks for all of your support and friendship.

Love, Gary

Originele link: http://www.hhemarketing.com/author/renard/e_news/renard_june09_thirdbook.htm

 

GOD IS het enige wat er IS.

‘Eenheid is eenvoudig het idee: God is. En in Zijn Wezen omvat Hij alles. Geen enkele denkgeest bevat iets anders dan Hem. We zeggen: ‘God is’, en doen er dan het zwijgen toe, want in die wetenschap verliezen woorden hun betekenis. Er zijn geen lippen om ze uit te spreken en er is geen deel van de denkgeest onderscheiden genoeg om te voelen dat hij zich nu gewaar is van iets dat niet hijzelf is. Hij heeft zich verenigd met zijn Bron. En als zijn Bron Zelf, is hij alleen maar. We kunnen hierover absoluut niet spreken, schrijven, en niet eens denken. Het komt tot elke denkgeest, wanneer het totale inzicht dat zijn wil de Wil van God is, volkomen is gegeven en volkomen is ontvangen. Het brengt de denkgeest terug in het oneindige heden, waarin verleden en toekomst niet denkbaar zijn. Het ligt voorbij verlossing, voorbij elke gedachte aan tijd, voorbij vergeving en het heilige gelaat van Christus.
De Zoon van God is eenvoudig opgegaan in zijn Vader, zoals zijn Vader in hem. De wereld is er helemaal nooit geweest. De eeuwigheid blijft een constante staat.'(WdI.169.5-6)

Zelfs de woorden GOD IS zijn symbolen. Woorden zijn immers symbolen van symbolen, dus twee keer verwijderd van de werkelijkheid.

‘God verstaat geen woorden, want die zijn gemaakt door afgescheiden denkgeesten om hen in de illusie van afgescheidenheid te houden. Woorden kunnen behulpzaam zijn, vooral voor de beginner, om je te helpen concentreren en het gemakkelijker te maken irrelevante gedachten buiten te houden of op zijn minst te beheersen.
Laten we echter niet vergeten: woorden zijn slechts symbolen van symbolen.
Ze zijn daarom dubbel van de werkelijkheid verwijderd.’ (H.21.1:7-10)

Ja laten we niet vergeten dat we symbolen zijn, symbolen voor de denkbeeldige afscheiding van God, die niet gebeurt kán zijn in werkelijkheid, dus slechts een ‘nietig dwaas idee is’.  Het verhaal van de verloren zoon is hier een prachtig symbolisch voorbeeld van:

‘Luister naar het verhaal van de verloren zoon en verneem wat Gods schat is en die van jou: deze zoon van een liefdevolle vader verliet zijn thuis en meende dat hij alles had verbrast aan niets van enige waarde, hoewel hij toentertijd de waardeloosheid ervan niet inzag. Hij schaamde zich ervoor naar zijn vader terug te keren, omdat hij dacht dat hij hem had gekwetst.  Maar toen hij thuiskwam verwelkomde de vader hem vol vreugde, omdat de zoon zelf zijn vaders schat was. Hij wilde niets anders.’ (T8.VI.4:1-4)

In deze wereld van symbolen is de waarheid gelukkig nooit verloren gegaan. Deze herinnering dient zich ook aan als symbool; de Heilige Geest of Jezus, die ons door de doolhof van de symbolen weer naar Huis toe brengt, waar we nooit zijn weggeweest.

Jezus zegt hierover zelf:

‘Laat mij voor jou het symbool zijn van het einde van schuld, en kijk naar je broeder zoals jij naar mij zou kijken.
Vergeef mij al de zonden die jij meent dat de Zoon van God heeft begaan. En in het licht van jouw vergeving zal hij zich herinneren wie hij is, en vergeten wat nooit is geweest. Ik vraag om jouw vergeving, want als jij schuldig bent, moet ik dat ook zijn. Maar als ik schuld te boven kwam en de wereld overwon, dan was jij met mij. Wil jij in mij het symbool zien van schuld, of van het einde van schuld, wanneer jij je herinnert dat wat ik voor jou beteken jij ook in jezelf ziet?’ (T19.IV.B.6:1-5)

Laat ik op deze Vaderdag al mijn ‘verlorenzoon’ gedachtes op zijn Altaar leggen en terugkeren naar Huis.

‘De verloren zoon’, Rembrandt.

Prachtig lied van Stef Bos met een extra beleving als je de symboliek van de Vader kunt horen.

 

 

Het ego als een knappe act waarbij de balletjes hoog gehouden moeten worden, ze mogen niet vallen, want dan ben ik af, gefaald, mislukt, misschien wel dood…

 

En zo speelt het ego zijn lievelingslist…

En als ze dan toch vallen al die mooie gekleurde aantrekkelijke, verslavende balletjes, de door eeuwen oefenen tot in de perfectie aangeleerde act, wat blijft er dan over…

 

De keuze ze op te rapen en gewoon opnieuw beginnen, blijven oefenen, blijven trainen, het verlies voorblijvend. Eens zal de perfectie er zijn, dan laat ik ze nooit meer vallen, gedoemd altijd te blijven jongleren, de dood voorblijvend?

Of…

Ze moe gestreden, moe geoefend gewoon laten vallen, verbaasd om me heen kijkend dat er niets gebeurt. De balletjes vallen ja en ze liggen op de grond ja,. Het zijn niet de balletjes, niet de act, maar mijn gedachtes erover die me gevangen houden in een act waar ik mijn valse identificatie aan heb ontleend.

 

Wat als ik die gedachtes los laat, laat vallen, voorbij kijk aan het ego?

Ik leg mijn ‘act’ op het Altaar en de jongleur ook, niet fysiek maar in geest, als symbolen voor mijn zelfgekozen gevangenschap en laat ze verdwijnen in het licht.

 

Het wordt nu duidelijk: elke gedachte van schuld/zonde/angst uitgeprojecteerd in een vorm die het echt doet lijken is slechts een afleidingsmanoeuvre van het ego om wat het werkelijk is, een gedachte een ego gedachte, te verbergen. Zodra ik dat zie kan ik eraan voorbij zien.

 

‘De karakteristieke drukdoenerij van het ego over bijzaken dient precies dat doel. Volledig in beslag genomen worden door opzettelijk onoplosbare problemen is een lievelingslist van het ego om de voortgang van het leerproces te hinderen. Maar bij al deze afleidingsmanoeuvres luidt de enige vraag, die nooit door degenen die ze bedrijven wordt gesteld: ‘Waartoe?’ (T4.V.6:5-9)

 

 

untitled

 

 

 

 

 

 

 

Het laatste of beter mijn laatste taboe?

Dat is volgens mij het schijnbaar lastigste obstakel, schijnbaar omdat het natuurlijk in moeilijkheidsgraad op vergevingsniveau niet uitmaakt.

Maar om het lichaam als neutraal te zien, niet als ‘ik’, als wat ik ben, niet als ‘waar/werkelijk’. Ik worstel zo vreselijk met mijn dierbare verslavende en tegelijkertijd gehate projectie het lichaam dat het echt een klus lijkt om dat als neutraal te leren zien. En ja daar heb ik Hulp bij nodig om me voor te kunnen stellen dat datzelfde lichaam ook een symbool een kanaal kan zijn voor Liefde (met hoofdletter L).

Wat zegt ECIW hierover?

De vraag die moet worden gesteld: ‘Waar kan ik voor bescherming heen?’ (T4.V.1:1-2)

Het ego heeft het lichaam als zijn huis gekozen, maar tegelijkertijd haat het ego het lichaam. Dus de denkgeest volgt het ego door het lichaam als zijn huis te zien, als een veilige plek, die de denkgeest zal beschermen maar tegelijkertijd verteld het ego de denkgeest dat het niet veilig is het lichaam, dus is de logische vraag dan, ‘Waar kan ik voor bescherming heen?

Het klopt niet, en omdat het ego hier geen kloppend antwoord op kan geven is de vraag gewoon gewist. En het enige wat overblijft, is een voortdurend gevoel van onbehagen. En een niet aflatende zoektocht naar verlichting van dit onbehagen.

En zolang de denkgeest blijft zoeken met als raadgever het ego zal het ‘zoekt en gij zult niet vinden’ blijven, want het ego komt met niets blijvends op de proppen.

 

‘De karakteristieke drukdoenerij van het ego over bijzaken dient precies dat doel. Volledig in beslag genomen worden door opzettelijk onoplosbare problemen is een lievelingslist van het ego om de voortgang van het leerproces te hinderen. Maar bij al deze afleidingsmanoeuvres luidt de enige vraag, die nooit door degenen die ze bedrijven wordt gesteld: ‘Waartoe?’ (T4.V.6:5-9)

 

En daarom lijkt het alsof er miljarden problemen zijn, die miljarden vragen oproepen geboren uit dat gevoel van onbehagen en ongenoegen, terwijl er maar één vraag is: ‘Waar kan ik voor bescherming heen?’ en het antwoord is me tot HG/J wenden met deze vraag, me wenden tot vrede en vreugde in plaats van tot chaos (ego).

 

En de opdracht is eenvoudig:

‘Jou wordt gevraagd zo te leven dat je demonstreert dat jij geen ego bent, en ik vergis me niet als ik Gods kanalen uitkies.’ (T4.V.6:2-3)

 

‘Het ego scheidt door middel van het lichaam. De Heilige Geest reikt door middel van het lichaam naar anderen. Jij neemt je broeders niet waar zoals de Heilige Geest dat doet, omdat jij lichamen niet louter als een middel beschouwt om denkgeesten onderling te verbinden en ze te verenigen met die van jou en mij. Deze interpretatie van het lichaam zal jou volkomen van gedachten doen veranderen over de waarde ervan. Van zichzelf heeft het er namelijk geen.’ (T8. VII.2:3-4)

 

‘Als jij het lichaam voor een aanval gebruikt, berokkent het jou schade. Als je het alleen gebruikt om de denkgeest te bereiken van hen die geloven dat ze een lichaam zijn, en hun door middel van het lichaam leert dat dit niet zo is, zul jij de macht van de denkgeest die in jou is begrijpen. Als jij het lichaam enkel en alleen hiervoor gebruikt, kun je het niet gebruiken om aan te vallen. Dienend om te verenigen wordt het een prachtige les in gemeenschap, die waarde heeft tot er gemeenschap is. Dit is Gods manier om onbegrensd te maken wat jij begrensd hebt.’ (T8.VII.3:1-5)

 

‘Maar als jij een broeder als een fysieke entiteit beziet, gaan zijn kracht en heerlijkheid voor jou ‘verloren’, en dat geldt ook voor die van jou. Je hebt hem aangevallen, maar dan moet jij eerst jezelf aangevallen hebben. Bezie hem niet op die manier, omwille van jouw eigen verlossing die hem zeker de zijne brengen zal. Sta hem niet toe dat hij zich in jouw denkgeest kleineert, maar ontsla hem van zijn geloof in kleinheid, en ontkom zo aan dat van jou.

Als deel van jou is hij heilig. Als deel van mij ben jij dat ook. Met een deel van God Zelf communiceren betekent voorbij het Koninkrijk reiken naar de Schepper ervan, via Zijn Stem

die Hij tot deel van jou heeft gemaakt.’(T8. VII.5:3-9)

 

‘De Heilige Geest leert jou je lichaam alleen te gebruiken om jouw broeders te bereiken, zodat Hij Zijn boodschap via jou onderwijzen kan. Dit zal hen en daarom jou genezen.’ (T8.VIII.9:1-3)

 

Daarvoor dien ik het lichaam als neutraal te leren zien, en al mijn gedachtes erover op het altaar te leggen en in het Licht op te laten lossen als geschenk aan God, niet als opoffering, als iets opgeven, nee maar om juist ‘niets’ weg te geven en er Alles voor terug te krijgen.

 

‘Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.’(WdI.Inl.3:3-4)

 

En de in het hieraan voorafgaande blogje aangeboden meditatie met Gary Renard kan hier behulpzaam bij zijn.

 

 

 

 

Een stil plekje voor veel stille tijd, en rust… maar echt een stille plaats voor stille tijd bevindt zich in de Mind, beschikbaar waar ik me ook bevind in de vorm. En soms is het prettig als de vorm ook meezit, als ‘de stille plek’ die ik altijd vizualiseer als ik even stille tijd neem zomaar ineens voor me opdoemt… totdat ik naar de wc moet, het warm krijg, er een luidruchtig gezinnetje neestrijkt zo’n 50 meter van ‘mijn’ stilte plekje…. en dan ga ik met mijn portabel- mind- stilte -plek gewoon ergens anders heen… Zoeken naar stilte in wat voor vorm dan ook zorgt nooit voor een blijvende onveranderlijke toestand leer ik. Ik hoef nergens heen Het is altijd bij me, altijd beschikbaar…

En het was weer een kostbaar Vergevingsmoment.

IMG_0698