archiveren

Tagarchief: lichamen

“Het doel van het leerplan is, ongeacht de leraar die je kiest: “Ken uzelf.”
Iets anders valt er niet te zoeken. Ieder is op zoek naar zichzelf en naar
de kracht en de heerlijkheid die hij meent te hebben verloren. Telkens
wanneer jij met iemand samen bent, heb je een nieuwe gelegenheid om ze
te vinden. Jouw kracht en heerlijkheid zijn in hem, omdat ze de jouwe zijn.
Het ego probeert ze uitsluitend in jou te vinden, omdat het niet weet
waar het zoeken moet. De Heilige Geest leert jou dat als je alleen naar jezelf
kijkt, jij jezelf niet kunt vinden, want dat is niet wat jij bent.
Telkens wanneer jij met een broeder samen bent leer je wat jij bent,
omdat je onderwijst  wat jij bent. Hij zal of met pijn of met vreugde reageren,
al naargelang de leraar die jij volgt. In overeenstemming met jouw beslissing
zal hij gevangen of bevrijd zijn, en jij eveneens. Vergeet nooit jouw
verantwoordelijkheid tegenover hem, want het is je verantwoordelijkheid
tegenover jouzelf.
Geef hem zíjn plaats in het Koninkrijk en jij zult de jouwe hebben

Alleen kun jij het Koninkrijk niet vinden en alleen kun jij, die het
Koninkrijk bent, jezelf niet vinden. Wil je het doel van het leerplan bereiken,
dan kun je niet naar het ego luisteren, want zijn bedoeling is het juist
zijn eigen doel te ondermijnen. Het ego weet dit niet, omdat het totaal
niets weet. Maar jij kunt het weten, en zult dat ook weten, als jij bereid
bent te kijken naar wat het ego van jou maken wil. Dit is jouw verantwoordelijkheid,
want als je er eenmaal werkelijk naar gekeken hebt, zul je de Verzoening voor jezelf aanvaarden. Welke andere keuze zou je kunnen maken? Als je deze keuze gemaakt hebt, zul je begrijpen waarom jij ooit geloofde dat wanneer je iemand anders ontmoette, je ook dacht dat hij iemand anders was. En iedere heilige ontmoeting die jij volledig aangaat zal jou leren dat dit niet zo is.

Jij kunt uitsluitend een deel van jezelf ontmoeten, omdat jij een deel van
God bent, die alles is” (T8.III.5,6,7:1).

Ken u zelf kan dus op maar twee manieren gezien, ervaren en begrepen worden:
vanuit de keuze voor waarneming vanuit de keuze voor egodenkgeest, of vanuit de keuze voor Heilige Geest denkgeest.
Vanuit waarneming vanuit de keuze voor egodenkgeest kan je bovenstaande tekst lezen alsof de Cursus ons aanspreekt als individuele lichamen die elkaar ontmoeten en daarin een Heilige Relatie kunnen ontwikkelen.
Niets is minder waar. ECIW spreekt ons nooit aan als individuele of collectieve lichamen.
ECIW spreekt ons altijd aan op het niveau van de bron en dat is altijd de denkgeest/mind.
De lichamen die wij denken en geloven te zien en waarvan we zijn gaan geloven dat het dat is wat we zijn, zijn slechts projecties van de denkgeest die voor afscheiding van de denkgeest kiest, waardoor er van de denkgeest afgescheiden lichamen lijken te zijn.
Slechts het geloof hierin, lijkt deze waanvoorstelling waar te maken.
ECIW is er op gericht ons terug te laten herinneren denkgeest/mind te zijn, zodat we kunnen gaan zien dat we ons als denkgeest hebben vergist, en dat wat we denken en geloven te zien ook een vergissing is.

ECIW ontmoet ons waar we denken en geloven te zijn, dus denkend en gelovend een lichaam te zijn. Onvermijdelijk dat de nog volop in lichamen gelovende denkgeest, die daardoor geen feeling meer heeft met de bron de denkgeest en zeker weet dat alles wat hij denkt en gelooft uit het brein/lichaam komt, in de valkuil loopt en de metafysica van de Cursus, dat er geen wereld is en dus ook geen lichamen, maar alleen denkgeest die projecteert, gewoon (expres, uit (ego) zelfbescherming) “vergeet”.
En zo wordt de taal van de Cursus die in ECIW als symbool bedoelt is, weer gewoon letterlijk genomen en is de egodenkgeest vooralsnog “veilig” en verandert er niets in de denkgeest, de enige “plek” waar verandering mogelijk is.
En wordt ECIW gebruikt om de wereld te verbeteren en een aangenamer leven te krijgen.

(Daar is trouwens op zich niets mis mee, maar geloof en beweer dan niet dat je ECIW doet, en probeer dan niet ECIW toch in dat hokje te wurmen.)

Als de denkgeest (dat wat ‘we’ zijn: niet een lichaam, maar denkgeest), er uiteindelijk (onvermijdelijk) klaar voor is te aanvaarden dat er geen wereld, dus ook geen lichaam is, en dat de bron van alles echt alleen maar de denkgeest is die kiest voor wat deze wil zien en ervaren, dan krijgt het “ken uzelf” de andere functie, namelijk die van Heilige Geest, oftewel de Juist-gerichtheid van denken. Dan treed het wonder van de omslag in denken plaats: “Er moet een andere manier zijn”.
“Ken uzelf” gaat dan over het kennen van “mijn” gedachten als denkgeest, niet als lichaam.
Moet daarom het lichaam ontkent worden, of genegeerd? Nee, natuurlijk niet het is slechts een uitnodiging er “anders” naar te leren kijken en het “anders” te laten her-gebruiken, omdat nogmaals, ECIW de taal gebruikt die wij ogenschijnlijk als lichaam, maar ondertussen als denkgeest/mind, daar waar we nu denken en geloven te zijn, kunnen begrijpen.

Het hele egodenkgeest pakket van het geloof in het ego kan nu gaan dienen als vergevingsmateriaal. En dat kan alleen als de denkgeest bereid is eerst naar al zijn ego-gedachtes te kijken, naar al die gedachtes die steen voor steen een wereld van schijnbare afscheiding hebben opgebouwd zodat er een dualistische wereld die deze wil tot afscheiding weerspiegelt leek te ontstaan en tot de enige werkelijkheid werd gemaakt.
“Ken eerst uw ego zelf”, en dat kan alleen als ervoor wordt gekozen niet langer met ego naar ego te kijken, maar heel bewust de keuze wordt gemaakt er met Heilige Geest denkgeest naar te kijken. Dit echt te willen is genoeg, er hoeft niets méér gedaan te worden dan het te willen, de rest volgt vanzelf.

Als oefening is het een idee bovenstaande tekst eerst eens heel bewust vanuit lichaamsidentificatie te lezen, dus ik het lichaam ontmoet een ander lichaam enz. En dan nog een keer maar nu vanuit het niet persoonlijke begrensde denkgeest zijn, waar ontmoetingen gedachten zijn met gedachten/ideeën.
De zogenaamde lichamen kunnen dan ook makkelijker gezien worden als projecties, welke nog steeds gedachten zijn, want ideeën verlaten nooit hun bron. En er is alleen maar denkgeest, ge- en bedacht door de denkgeest.
Daardoor zal er ook een andere ervaring van verbinding mogelijk worden, die niet meer begrenst wordt door lichamen die aanwezig moeten zijn om een ontmoeting te hebben.
Een denkgeest ontmoeting is niet afhankelijk van tijd en ruimte en ook niet van de vorm waarin en waarmee de ontmoeting plaats heeft. Menselijk, dierlijk, dingen, situaties het maakt niet meer uit, de ware ontmoeting is altijd in de denkgeest en gaat over een ontmoeting met het eigen denken die weerspiegelt wordt herkend in de zgn “ander”.

Het feit alleen al dat er bewust gelezen kan worden vanuit lichaamsidentificatie, bewijst al dat er “iets” er zich van “bewust” moet zijn wat dit kan waarnemen en dat is niet het lichaam, dat moet wel de bewust waarnemende denkgeest zijn.

De projecties (dus de schijnbare lichamen waar we een ontmoeting mee hebben) blijven gedachtes, ideeën, maar dienen nu een compleet ander doel. Niet meer als afscheiding, dus olv het egodenken, maar als vergevingskans om te helpen terug herinnering in waarheid, olv Heilige Geest (symbool voor denkgeest die weet in verbinding te staan met waarheid, eenheid, liefde, God.

Dus bovenstaande tekst, en dat geldt voor de hele Cursus kan olv egodenkgeest gelezen worden door alles letterlijk te nemen vanuit lichaamsgerichtheid, of olv Heilige Geest, door alles symbolisch te zien en gezien vanuit denkgeest.
Onderzoek en leer zelf het verschil.

Het hielp mij, nadat ik me in hoofdstuk 1.II “persoonlijk” aangesproken voelde door de stem van de Cursus, “Jezus/Heilige Geest” vroeg om de Cursus samen met Hem te willen lezen.
Het wonderlijk deed zich voor (en dat begreep ik pas veel later) dat ik precies dát las en begreep waar de denkgeest toen aan toe was om te begrijpen. Dat waar de denkgeest nog niet aan toe was (en nog steeds niet is) kwam gewoon niet binnen, maar ervoer ik ook niet als weerstand in de zin dat ik het boek niet meer wilde lezen of er een enorme weerstand tegen voelde, ik zag het gewoon niet.
En besef wel dat dit niet “de” manier is om de Cursus te doen. Het curriculum wordt als heel persoonlijk gericht gepresenteerd, ook al is er uiteindelijk maar één probleem (de keuze voor ego) en één oplossing (de keuze voor HG/J).

Deze volledige omslag in het denken, vereist natuurlijk veel oefening. De denkgeest gaat niet zomaar overstag. Intellectueel kan het heel snel begrepen worden, en daar is niets mis mee, want de kennis van de metafysica van de Cursus is wel nodig als basis, maar het werkelijk begrijpen gebeurt pas als de denkgeest/mind er echt aan toe is. En hoewel dat onvermijdelijk is, is het proces naar de omslag ook onvermijdelijk. En dat duurt zolang het duurt…

Achter elke gedachte/vorm (projectie) van afscheiding, beperking, schaarste, verlies, die ik waarneem en ervaar gaat het geschenk van héélheid, grenzeloosheid, eindeloosheid, overvloed schuil.

Denk en geloof ik dat ik last heb van andere lichamen, of mijn eigen lichaam, dingen, situaties die mij lijken te beperken in alles, dan zijn dat eigenlijk alleen symbolen voor mijn wens (voor mijn keuze) om afgescheiden, beperkt te zijn, en schaarste en verlies te ervaren. (WdI.5 Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk).
Ik, de waarnemende/keuzemakende denkgeest kan op basis van oordeelloosheid, dus olv Juist gerichtheid van denken, oftewel Heilige Geest, opnieuw een keuze maken om mijn vorige nu aan het licht gebrachte ego keuze te vergeven (dmv ware vergeving WdII.1) en mij daardoor open te stellen voor het geschenk van grenzeloze, eeuwige, vrijheid en vrede.

Een keuze wordt bij elke gedachte sowieso gemaakt. Er kan geen andere keuze worden gemaakt dan op denkgeest (niet het brein) niveau, omdat er niets anders is binnen het kader waarin wij geloven en denken dan denkgeest. Er is geen wereld waarin door lichamen keuzes gemaakt kunnen worden.
Dat lijkt wel zo te zijn, maar het is niet zo. En dat komt doordat als voor de egodenkgeest gekozen wordt, het feit dat het überhaupt een keuze is onmiddellijk aan de aandacht ontrokken, zodat alleen de projectie (een schijnbaar ik lichaam, een ander mens, dier, ding, situatie) overblijft en de bron de denkgeest volledig is vergeten.

Wordt er voor ware vergeving gekozen (WdII.1), dan komt de bron, de denkgeest weer in de gedachte omhoog en het besef dat er altijd gekozen wordt en er nooit niet gekozen kán worden.
Vanaf dat moment kan het oefenen met het bewust maken van de keuze (voor ego of HG) beginnen.

En dan is elke situatie met wie of wat dan ook mijn leer-terrein, mijn vergevingsmateriaal  en vergevingskans. En staat dan symbool voor mijn bereidheid en het er aan toe zijn terug te herinneren in éénheid, waarheid, grenzeloze, eindeloze vrede, geluk, liefde, God, welke ver boven wat voor beschrijving dan ook uitstijgt ver boven de versie die de keuze voor het ego daarvan heeft gemaakt.

Dit geschenk van héélheid, grenzeloosheid, eindeloosheid, overvloed ligt geduldig op mijn acceptatie te wachten en gaat nooit verloren, omdat het mijn “recht” is in de zin van “er is in waarheid niets anders mogelijk”…

“Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.

Hierin ligt de vrede van God”
(In.2:2-4).

Een gedachte over werkelijke verantwoordelijkheid nemen. Als alles een gedachte is van en in de denkgeest, en er niets anders is dan gedachtes in en van de denkgeest, dan ligt niet de verantwoording in wat het zogenaamde lichaam met hersenen doet in een zogenaamde wereld, maar welke keuze er gemaakt wordt in en door de denkgeest. En die keuze kan alleen maar de keuze zijn tussen ego of HG.
Al mijn zogenaamde ervaringen in een zogenaamd ervaren wereld getuigen van die keuze.
De ervaringen, dus de gevoelens, emoties, niet het ervaren van de projecties als iets opzichzelfstaand, want projecties staan niet op zichzelf, gedachtes/ideeën verlaten niet hun bron de denkgeest. Als dat ten volle waargenomen wordt en de verantwoordelijkheid voor de enige keuze die er is: ego of HG wordt genomen dan wordt duidelijk dat alleen de keuze voor HG terugkoppelt naar Waarheid, Éénheid, God, Liefde en dat de in eerste instantie keuze voor ego (ego spreekt altijd eerst) alleen maar geschikt is om te vergeven, zodat alleen waarnemen vanuit HG overblijft.
Als die verantwoordelijkheid wordt ingezien en bewust genomen dan is de eerste stap bij elke waarneming/ervaring die in eerste instantie vormgericht is, en dat is alles wat de zogenaamde “ik” ervaart door de dag en nacht heen, het alleen nog maar gezien wordt als vergevingsmateriaal en vergevingskans, zodat elke met opzet opgeworpen ego-denkgeest blokkade van en door de denkgeest oplost en de vrije doorstroom van de altijd nog steeds ene hele Denkgeest automatisch overblijft.
Die vrije ongeblokkeerde doorstroom van en in de Denkgeest (HG Denkgeest) zal dáár opgepikt en herkend worden waar de ontvankelijkheid van de schijnbare afgescheiden stukjes denkgeest aan toe is.
Dus het ontwaken van de hele ene keuzemakende denkgeest die eerst voor ego heeft gekozen (voor afscheiding) is afhankelijk van de ene keuze van de keuzemakende denkgeest die zijn verantwoordelijkheid neemt niet meer voor ego, maar om voor HG Denkgeest te kiezen. En nogmaals dit alles speelt zich enkel en alleen af in denkgeest, omdat er niets anders is dan dat.
Lichamen nemen niet waar en ervaren niet. Vandaar dat de wereld verbeteren/veranderen of vernietigen nooit kan en gaat werken dan alleen in waanzinnige schizofrene dromen van de ene keuzemakende denkgeest die voor de waanzin van het ego kiest en daardoor dingen waarneemt die er niet kunnen zijn.
Werkelijke Verantwoordelijkheid is dus alleen gelegen in de keuze voor egodenkgeest of voor HG Denkgeest.
Elke ervaring in de vorm, de wereld, dient dan alleen nog als spiegel voor wat er zich in de denkgeest afspeelt, waardoor de keuze voor ego zichtbaar wordt en er opnieuw nu heel bewust gekozen kan worden voor HG:

“1.Projectie maakt waarneming. 2De wereld die jij ziet is wat jij haar gegeven hebt, niets meer. 3Maar ook al is ze niets meer, ze is ook niets minder. 4Daarom is ze voor jou belangrijk. 5Ze getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand. 6Zoals een mens denkt, zo neemt hij waar.* 7Probeer dan ook niet de wereld te veranderen, maar kies ervoor je denken over de wereld te veranderen. 8Waarneming is een gevolg, geen oorzaak. 9En juist om die reden is een rangorde naar moeilijkheid bij wonderen zonder betekenis. 10Alles wat met visie wordt bezien, is genezen en heilig. 11Niets wat zonder dat wordt gezien, heeft enige betekenis. 12En waar geen betekenis is, heerst chaos” (T21.In.1:1-12).

Dat is het enige wat ECIW probeert te onderwijzen aan de waarnemende denkgeest die eraan toe is zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zijn in eerste instantie keuze voor onder leiding staan van de egodenkgeest in twijfel te trekken en bereid is opnieuw te kiezen nu voor HG Denkgeest.

Wat gedachten naar aanleiding van een gedeelde ervaring van vriendin, na het met verbazing observeren van een kamikaze muisje die zich als het ware aanbood aan een kat.
Wat mij meteen door de gedachte ging was dat dit eigenlijk een demonstratie is (symbolisch gezien) van de aantrekkingskracht van de dood binnen wat wij denken en geloven en benoemen als “het leven” en ons persoonlijke leven als lichamen (ook dieren vanzelfsprekend). De dood als ultieme (ego)bewijs dat eindigheid bestaat versus Oneindigheid, Éénheid (God, Liefde, Waarheid).
Wij als schijnbaar afgescheiden deeltjes van Éénheid, die geloven afgescheiden deeltjes in lichamen te zijn, moeten wel met “verhalen” komen over afgescheidenheid, eindigheid, en met “ziel” verhalen die bewaard blijven en naar de hemel, of hel gaan of reïncarneren, of gerecycled worden door de aarde, teneinde “geloofwaardig” over te komen binnen het ego-denksysteem.
Want ergens zit die herinnering aan Werkelijke Onsterfelijkheid van Éénheid er nog, maar is nu vermomd in afscheidingsverhalen die aan onsterfelijkheid een eigen draai geven vanuit het schijnbare bestaan van lichamen, dingen en situaties.
Dus als ik naar dat kamikaze muisje kijk, zie ik daar dat hele proces van afscheiding en het willen bewijzen daarvan in terug.
Ook wij als schijnbare lichamen hebben dit denkgeest geloof en hebben daardoor dit kamikaze geloof en voeren dat keurig uit op wat voor manier dan ook, “natuurlijk”, “onnatuurlijk”, zelfmoord, moord, ongeluk, ziekte en verzin het maar.

De egodenkgeest is geprogrammeerd vanuit de wil tot afscheiding van Éénheid en daarom dromen wij (denkgeest die kiest in sterfelijkheid te geloven) in termen van de onvermijdelijkheid van de lichamelijke dood en dat alles hier in de wereld van deze droom sterfelijk is. En als extra beveiliging om dit geloof in het zadel te houden wordt dit vanuit angst en schuld geprojecteerd, waardoor het nog meer waar en geloofwaardiger lijkt te zijn.
En zo is de hele ene egodenkgeest, (want er is maar één egodenkgeest ook al lijken het er miljarden te zijn) het geloof erin, verslaafd geraakt aan dit zieke denkgeest geloof, dat ongeneeslijk lijkt en onvermijdelijk tot de schijnbare dood leidt.

Als dit hele verhaal serieus wordt genomen, (en dat wordt het door de egodenkgeest) betekent dit alleen dat de keuzemakende-denkgeest opnieuw kiest voor vanuit het ego hiernaar te kijken. Je kan er dan vreselijk depressief en hopeloos van worden, want dat is waarvoor het ego is gemaakt, om het tegenovergestelde van Éénheid te kunnen bedenken, en dat betekent eigenlijk dat we (de denkgeest die voor ego kiest) dit juist willen. Dus als je goed kijkt dan zal je zien dat er onder de depressiviteit en de schuld van waaruit de projectie komt, de tevredenheid en de “ego vreugde” schuilgaat van dat het weer gelukt is afgescheiden te blijven van Éénheid. (Vandaar als je heel eerlijk kijkt, is er het heimelijke genoegen om naar rampen vooral die van anderen, te kijken. wat “beschaafder” onder andere vermomd in de populariteit van het kijken naar de meest gruwelijke films. En denk ook aan “kijkers” naar een ongeluk, we doen het allemaal, of hebben in ieder geval de neiging, die we dan uitvoeren of onderdrukken, beide nog steeds een keuze voor het egodenksysteem).
Dit vereist heel eerlijk kunnen en vooral willen kijken, en dat kan pas als het ego denksysteem doorzien gaat worden. En uiteindelijk als het egodenksysteem volledig doorzien wordt, zal het vanzelf zijn aantrekkingskracht verliezen en de wil tot investeren en identifieren ermee vanzelf stoppen.

Wat niet wil zeggen dat er dan geen dood meer wordt gezien èn ervaren, nee, alleen er wordt dan geweten en doorzien dat het slechts een nietig dwaas idee is, alleen bedoeld om af te scheiden van Éénheid en wordt volledig gezien dat dat onmogelijk is en dat al dat lijden, sterven en vechten gewoon niet nodig is, omdat het zinloos is, want: “Niets werkelijks kan bedreigd worden. Niets onwerkelijks bestaat. Hierin ligt de Vrede van God.
Op die manier kan de film (het leven, de wereld) gewoon nog gezien en ervaren worden, inclusief sterven, (dus niet ontkend en afgedaan als, oh, het is toch maar een illusie) maar heeft het niet meer de macht van waar te lijken zijn, simpelweg omdat het geloof erin verdwijnt (als je ECIW doet middels ware vergeving).
En dan krijgt dit alles de functie van terug herinneren en niet meer de functie van afscheiding.
Dat is de diepere betekening van wat in ECIW staat:
“Maak dit jaar anders door het helemaal hetzelfde te maken” (T15.XI.10:11).

ECIW ontmoet mij waar ik denk en geloof te zijn. En wat ik denk en geloof is dat ik een lichaam ben wat in een wereld leeft samen met miljoenen andere lichamen (mensen, dieren, dingen en situaties).
Nu is mijn geloof in de werkelijkheid van een “ik” als lichaam in een wereld enorm aan het wankelen geraakt. Kennelijk is er een ontwaken uit de droom van het werkelijk maken van wat ik denk en geloof aan de gang. Kennelijk zit er toch een grens aan het werkelijk kunnen en willen maken van deze droom en is ontwaken uit die droom onvermijdelijk.

ECIW is een denksysteem dat gebruikt wat ik snap, dat wat ik ken, dat waar ik mijn schijnbare veiligheid uit haal, dus waar ik denk en geloof te zijn. Dat waar ik denk en geloof te zijn wordt her-gebruikt, niet meer met als doel in de droom te blijven, maar om eruit te ontwaken. En de sleutel die ECIW hierbij gebruikt is Ware Vergeving (zie vorig blog).
De droom wordt niet ontkend, of afgewezen, aangepast, verandert, de droom wordt her-gebruikt. In plaats van de droom werkelijk te maken wordt dit alles vergeven. (Zie: Wat is vergeving (WdII.1 blz.404))

Natuurlijk doet het egodenksysteem nog steeds mee, er is immers maar één denkgeest waarin zich een schijnbare splitsing heeft voorgedaan, dat een droom (het nietig dwaas idee) heeft bedacht en houdt dat, omdat het zo is geprogrammeerd, automatisch in stand. Het heeft dan ook geen zin dit egodenksysteem te ontkennen, te verbergen of het mooier of slechter te maken.
Het is en blijft een denksysteem wat zich wil afscheiden van Waarheid, van God, van Liefde. Omdat de schijn te geven van dat dat mogelijk is moet het wel precies het tegenovergesteld zijn van God, van Éenheid, van Liefde. En dus kan het niet anders dan een denksysteem zijn van angst, haat, En die angst en haat moet wel enorm sterk en overweldigend zijn om het op te nemen tegen God, tegen Éénheid.
Ondertussen is er niets aan de hand en is er niets gebeurt, dan alleen in een angstige droom waarin het onmogelijke (afgescheiden raken van God, Liefde, Éénheid) mogelijk lijkt te zijn geworden.

Het egodenksysteem zal zich onmiddelijk aanpassen aan deze nieuwe gedachtes en op zijn eigen wijze hierop reageren. Het doet dit door schijnbaar mee te gaan met deze nieuwe (afscheidings)gedachtes. Zo zal het zogenaamd enorm gaan ageren tegen “het ego” en dat totaal afwijzen en er zogenaamde spirituele gedachtes voor in de plaats gaan zetten. Het zal bijvoorbeeld adviseren me uit de wereld terug te trekken, me te dissociëren van het lichaam, de wereld af te wijzen, al mijn woede en haat te richten op mijzelf en de wereld en me schuldig te laten voelen over alles wat ik denk en doe.
Het zal me eenzaam te midden van al die afgedwaalde “schuldige”, “kwaadaardige” lichamen laten voelen. En het zal vooral verbergen dat dit mij (“lichaam”) wordt aangedaan en verbergen dat het slechts een keuze is voor een denksysteem, een denksysteem van afscheiding, niet meer en niet minder dan dat.

En het egodenksysteem zal bijvoorbeeld adviseren vooral diep te verzinken in meditatie, me af te zonderen, me aan te sluiten bij groepen met bijbehorende goeroes, wel of niet wat dan ook te eten, of aan te trekken, eindeloos teksten als “ik ben niet een lichaam” als mantra te herhalen enz.
En ook zal het ego op dit alles reageren met goed of afkeuring, het zal hoe dan ook oordelen, positief of negatief. Het kenmerk is hoe dan ook dat het vormgericht is en dat wederom “vergeten” wordt dat ook dit egodenksysteem slechts een denksysteem is en niet een vormsysteem.
Het ego heeft als doel te doen laten vergeten dat er alleen denkgeest (mind) is en dat dat de bron is van alles wat gedacht, gezien en ervaren wordt en dat er geen andere bron is dan dat.
Dit lezen alleen al kan enorme weerstand oproepen, weet dan dat het niets te maken heeft met wat gelezen wordt, maar met de keuze voor het willen denken vanuit ego, de keuze voor het in stand houden van de afscheiding.

Wat wel werkt om dit denksysteem te doorbreken is hiernaar kijken, oordeelloos, er niets aan te veranderen, het terug te nemen in de denkgeest en het te vergeven.
“Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat…” (WdII.1.5:1)
En wees er alert op dat het ego in elke gedachte gewoon mee doet, het egodenken zal denken “oh, ik hoef niets te doen” en dit denkt het omdat het de opdracht heeft te verbergen dat er geen “ik” lichaam is dat dingen moet doen, maar dat er alleen denkgeest is die afscheidingsgedachten heeft en deze projecteerd.
Kijk er gewoon naar en vergeef het.
Wat dan gebeurt is dat er automatisch gekozen wordt, doordat eerst het egodenken onder ogen is gezien en vergeven, voor het andere denksysteem, het denksysteem van HG, dat Éénheid, Liefde, God, vertegenwoordigt.

Dat HG denksysteem is dus niet een keuze voor het actief veranderen van het egodenksysteem in een beter spiritueel systeem, want dat zou weer gewoon de keuze voor ego zijn.
De keuze voor HG is een keuze op zich, de rest zal automatisch volgen, maar nu vanuit het HG denksysteem in plaats vanuit het egodenksysteem.

 

Het viel me al eerder op dat wat vaak “tussen haakje” , zo even “tussen neus en lippen door”  wordt gezegd en of geschreven, heel vaak een enorme eyeopener voor mij is. Ik zou ook kunnen zeggen wat tussen de regels door wordt gezegd. Zo kwam ik in een V&A de volgende tussen – zin tegen (door mij in vet weergegeven):

” Wanneer de Cursus nieuw voor ons is – en dat is meestal minstens de eerste dertig of veertig jaar van onze studie en de beoefening ervan – denken de meesten van ons dat we anderen proberen te vergeven voor wat ze hebben gedaan, en onszelf omdat we in de val gelopen zijn die zij voor ons hebben gezet.” (V&A #1019 op de V&A website eciw.nl: https://www.eciw.nl/index.php/nl/)

Dat is voor de ongeduldige (Ongeduld komt altijd van egodenkgeest) een kans om weerstand in te zetten tegen de bewustwording van de denkgeest dat er altijd een keuze wordt gemaakt, dus voor ego (de keuze voor afscheiding) of voor Heilige Geest (de keuze voor terug herinneren in God, Liefde, Eenheid, Waarheid, of hoe je het onnoembare ook maar wil noemen). Dat er een keuze mogelijkheid is zal door het ego altijd verborgen worden gehouden, want dat is zijn door mij geprogrammeerde taak en dus kan het niet anders dan dat.

En in verreweg de meeste gevallen is het bewust worden en het willen aanvaarden van het feit dat er altijd een keuze wordt gemaakt (tussen ego en HG) een langdurig proces.
Een langdurig vaak levenslang proces, waarbij de weerstand van de denkgeest laagje voor laagje afgepeld wordt op een schijnbaar heel persoonlijke wijze. Dit gebeurt niet doordat ” ik”  iets wel of niet moet doen vanuit gedragsperspectief, maar puur vanuit de keuze die gemaakt wordt voor egodenkgeest of voor HG denkgeest. (Ook wel de onjuist-  (ego) of juist- (HG) gerichte denkgeest genoemd.)
Dus die opmerking tussen neus en lippen door,  – en dat is meestal minstens de eerste dertig of veertig jaar van onze studie en de beoefening ervan – is op het eerste gezicht misschien teleurstellend en demotiverend (=gedacht vanuit het egodenken die zogenaamd of zo snel mogelijk wil ontwaken, of de andere zijde van de egomedaille; het zo lang mogelijk uit wil stellen), maar ook wel rustgevend in het bewustzijn dat alleen gekozen hoeft te worden of ik de rest van mijn bewuste denkgeest leven(s) onder leiding van het ego of onder leiding van Heilige Geest wilt zetten.
Dat is namelijk de enige keuze die we als denkgeest steeds maar weer maken, eerst volledig onbewust, maar als eenmaal (her)ontdekt is dat er een keuze te maken is op denkgeest niveau, en alleen daar, want er is niets anders dan denkgeest, dan is er de uitnodiging steeds maar weer opnieuw een bewuste keuze te maken, vanuit wat de (bewuste) keuzemakende denkgeest genoemd kan worden.

Als ” ik”  (denkgeest) mij laat leiden door de keuze voor HG denkgeest zal ik op een heel (schijnbaar) persoonlijke wijze door alle weerstanden ten gevolgen van de keuze voor het ego, heen geleid worden. Het zal dan nooit als te veel of te weinig worden ervaren, maar precies als waar de denkgeest op dat moment aan toe is.
En hoe sterker het vertrouwen in deze leiding wordt des te makkelijker zal het verlopen en hoef ik me niet meer bezig te houden met egogedachtes als: hoelang duurt het nou nog, waarom gaat het zo langzaam, ik ben er helemaal klaar mee, volgens mij ben ik nu verlicht, ik ben veel verder dan anderen, alleen ik bewandel het juiste pad, ik maak er een puinhoop van, Jezus en de Heilige Geest luisteren niet naar mij, ik ben zo slecht dat ik verloren ben, hij/zij is wel verlicht/ontwaakt, maar ik niet, ik wordt zo deprie van mijn ontwaakproces, ik voel me zoooooo hysterisch gelukkig, ik doe iets niet goed, ik moet eerst door de donkere nachten van mijn ziel, ik wil nu wel eens een leuk leven, het wordt tijd voor een ander (beter) pad, ik moet me in het zweet werken om dit te volbrengen, ik moet streng zijn voor mezelf, oh, lekker ik kan de hele dag in mn bed blijven liggen, want ” ik hoef niets te doen”, ik haat goeroes, ik ben dol op goeroe’s, en de mijne is de beste, spirituele paden, boeken, bijeenkomsten, leraren zijn heilig, ik stop met dit pad. Allemaal stuk voor stuk gedachtes (best wel interessant en komisch en verhelderend om dit lijstje voor jezelf te maken) die duidelijk te herkennen zijn als de keuze voor het egodenken+identificatie met de projecties (lichamen, dingen en situaties). Gedachten die niet gaan over waar ze lijken over te gaan, (WdI.5), ze zijn dus niet fout of goed, maar gaan alleen maar over de wens om afgescheiden te blijven van Waarheid, Eenheid, God, Liefde. En ook duidelijk te herkennen als gedachtes+projecties die voortkomen uit de onheilige drie-eenheid van het ego: zonde, schuld en angst, met als enig doel in de afscheiding blijven.

Dus die opmerking:  – en dat is meestal minstens de eerste dertig of veertig jaar van onze studie en de beoefening ervan – gaf en geeft mij (nadat ik er eerst heel hartelijk om moest lachen) een heel opgelucht en bevrijdend gevoel van; zo, daar hoef ik me niet meer druk om te maken, want ik kan onmogelijk weten hoe “mijn” pad verloopt, omdat ik simpelweg geen all-over overzicht kan hebben over al die duizenden opgeworpen verdedigingslagen van ” mijn”  egodenkgeest. Ik kan ze echter wel leren zien en terug (ver)geven aan de denkgeest, daar waar ze worden gemaakt en opnieuw de keuze maken, en ze nu bewust onder leiding zetten van de Heilige Geest (en of Jezus, beide symbolen voor oordeelloosheid), meer valt er niet te doen. Alles wat daar uit mag volgen zal hoe dan ook behulpzaam zijn, hoe het er ook uit mag zien.
En daar staat in ECIW ook wat over wat ik hier even zal plakken:

” 5. Een aanzienlijke belemmering bij dit aspect van zijn leerweg is de angst van Gods leraar over de geldigheid van wat hij hoort. 2En wat hij hoort kan zonder meer heel verbijsterend zijn. 3Het kan ook ogenschijnlijk helemaal niet van toepassing zijn op het voorliggende probleem zoals hij dat ziet, en kan de leraar zelfs met een situatie confronteren die hem in grote verlegenheid lijkt te brengen. 4Dit zijn allemaal oordelen die geen waarde hebben. 5Ze zijn van hemzelf en komen voort uit een armoedig zelfbeeld dat hij achter zich zou kunnen laten. 6Vel geen oordeel over de woorden die tot je komen, maar biedt ze in vertrouwen aan. 7Ze zijn veel wijzer dan de jouwe. 8Gods leraren beschikken over Gods Woord achter hun symbolen. 9En aan de woorden die ze gebruiken geeft Hij Zelf de kracht van Zijn Geest, en verheft ze van betekenisloze symbolen tot de Roep van de Hemel zelf” (H21.5:1-9).

 

In Een cursus in wonderen staan 2 fragmenten die mij te binnen schieten als ik alle ellende en ongelooflijk lijden in de wereld ingedikt en uitvergroot weer voorbij zie trekken in het nieuws.
En me er steeds meer van bewust wordt van eveneens het ongelooflijke feit dat al deze ellende en onbeschrijflijk lijden puur en alleen is opgezet om maar afgescheiden te blijven van wat Waar, God, Liefde, Eenheid is.
En door deze keuze voor afscheiding met een soort van goedkeuring bekeken wordt, ook al wordt het ervaren als gruwelijk, maar we blijven kijken of keren ons walgend af, beide nog steeds keuzes voor afscheiding, want zodoende blijft het binnen de zelfgemaakte waarheid, die poogt afgescheiden te raken van wat Waar is, wat vanzelfsprekend onmogelijk is.
En dat deze waarneming bij het grootste deel van de denkgeest alleen nog maar meer angst en woede zal oproepen, omdat het grootste deel van de denkgeest er nog niet aan toe is dit in het bewustzijn toe te laten. En dat het ook geen enkele zin heeft dit te verwachten, te forceren, of te onderwijzen aan diegenen (denkgeest) die er nog niet aan toe zijn.
De delen van de denkgeest die dit wel kunnen en willen toelaten in het bewustzijn zullen dat vanzelf doen, omdat ze eraan toe zijn, en zullen het overal in gaan herkennen, daar zijn geen speciale boeken, cursussen, spiritualiteit, rituelen, goeroes voor nodig.  Het doet er niet toe wat de eraan toe zijnde denkgeest uitspookt, het zal achter elke projectie gezien worden. Niet met de ogen van het lichaam, ook al lijkt dat wel zo, maar met geestelijke ogen.
Ja, deze eraan toe zijnde delen van de denkgeest zien er nog steeds uit als mensen, en ervaren nog als mensen maar zij weten tegelijkertijd ergens dat ze niet die lichamen zijn. Zij weten dat de lichamen projecties zijn van de denkgeest dus zich als het ware in de denkgeest bevinden en niet andersom (denkgeest in een lichaam).
Dit bewust worden van de denkgeest is onvermijdelijk. En des te bewuster de denkgeest wordt des te duidelijker wordt de omvang van het onzinnige, onnodige, gruwelijke lijden welke de denkgeest projecteert ten einde maar in de afscheiding te kunnen blijven geloven.
Gedurende het proces lijkt het lijden dus erger te worden. Dit is niet zo, het was altijd al even erg, maar het lijkt erger omdat de denkgeest zich er meer en meer van bewust wordt waarom dit lijden er lijkt te zijn en hoe waanzinnig die reden is.
De cursus verwoord dit zo:

“Je kunt tijd rekken en je bent tot immens uitstel in staat, maar je kunt niet totaal
afdwalen van je Schepper, die een grens stelt aan je vermogen tot miscreëren.
4Een geketende wil laat een situatie ontstaan die in het uiterste
geval volslagen onverdraaglijk wordt. 5Je mag dan veel pijn kunnen verdragen,
maar daaraan is een grens. 6Uiteindelijk begint iedereen in te zien,
hoe vaag ook, dat er een betere manier moet zijn. 7Wanneer dit inzicht vastere
grond krijgt, wordt het een keerpunt. 8Dit laat geestelijke visie uiteindelijk
opnieuw ontwaken en tegelijk de investering in de fysieke blik afnemen.
9Het afwisselend investeren in de twee waarnemingsniveaus
wordt doorgaans als een conflict ervaren, een dat zeer acuut kan worden.
10Maar de uitkomst is zo zeker als God” (T2.III.3:3-13).

De waanzin kan nog maar één functie hebben, die van ware vergeving.
Ware vergeving welke alleen kijkt zonder oordeel en wéét dat er een andere manier moet zijn.
Er zal eerst verantwoordelijkheid moeten worden genomen voor wat er in de denkgeest gebeurt, voor de keuzes die daar genomen worden. Zolang daar nog voor projecteren vanuit het geloof in zonde, schuld en angst wordt gekozen, zal er niets veranderen. Pas als ik verantwoording neem voor mijn eigen keuzes en tot de conclusie kom dit niet meer te willen en eerst voor het wonder van vergeving kies waardoor ik het enige probleem, mijn keuze voor afscheiding onschadelijk maak, kan er werkelijk iets veranderen. En zal ik vervolgens vanzelf vanuit een intuïtief weten, zonder oordeel, aarzeling of verwachting in alle vertrouwen weten wat mij wel of niet te doen staat.

En dan stelt ECIW ons op zijn zo kenmerkende poëtische manier de vraag:

“Hoelang, o Zoon van God, wil je nog doorgaan met het spel van de
zonde? 2Zullen we dit scherpgekante kinderspeelgoed niet eens afdanken?
3Hoe snel ben je bereid naar huis te komen? 4Vandaag misschien? 5Er
is geen zonde. 6De schepping is onveranderd. 7Wil jij je terugkeer naar de
Hemel nog steeds tegenhouden? 8Hoelang nog, o heilige Zoon van God,
hoelang?” (WdII.4.5:1-8).

“Het doel van het leerplan is, ongeacht de leraar die je kiest: ‘Ken uzelf.’
Iets anders valt er niet te zoeken. Ieder is op zoek naar zichzelf en naar
de kracht en de heerlijkheid die hij meent te hebben verloren. Telkens
wanneer jij met iemand samen bent, heb je een nieuwe gelegenheid om ze
te vinden. Jouw kracht en heerlijkheid zijn in hem, omdat ze de jouwe zijn.
Het ego probeert ze uitsluitend in jou te vinden, omdat het niet weet
waar het zoeken moet. De Heilige Geest leert jou dat als je alleen naar jezelf
kijkt, jij jezelf niet kunt vinden, want dat is niet wat jij bent.
Telkens wanneer jij met een broeder samen bent leer je wat jij bent,
omdat je onderwijst  wat jij bent. Hij zal of met pijn of met vreugde reageren,
al naargelang de leraar die jij volgt. In overeenstemming met jouw beslissing
zal hij gevangen of bevrijd zijn, en jij eveneens. Vergeet nooit jouw
verantwoordelijkheid tegenover hem, want het is je verantwoordelijkheid
tegenover jouzelf.
Geef hem zíjn plaats in het Koninkrijk en jij zult de jouwe hebben

Alleen kun jij het Koninkrijk niet vinden en alleen kun jij, die het
Koninkrijk bent, jezelf niet vinden. Wil je het doel van het leerplan bereiken,
dan kun je niet naar het ego luisteren, want zijn bedoeling is het juist
zijn eigen doel te ondermijnen. Het ego weet dit niet, omdat het totaal
niets weet. Maar jij kunt het weten, en zult dat ook weten, als jij bereid
bent te kijken naar wat het ego van jou maken wil. Dit is jouw verantwoordelijkheid,
want als je er eenmaal werkelijk naar gekeken hebt, zul je de Verzoening voor jezelf aanvaarden. Welke andere keuze zou je kunnen maken? Als je deze keuze gemaakt hebt, zul je begrijpen waarom jij ooit geloofde dat wanneer je iemand anders ontmoette, je ook dacht dat hij iemand anders was. En iedere heilige ontmoeting die jij volledig aangaat zal jou leren dat dit niet zo is.

Jij kunt uitsluitend een deel van jezelf ontmoeten, omdat jij een deel van
God bent, die alles is” (T8.III.5,6,7:1).

Het lijkt hier alsof de Cursus ons aanspreekt als individuele lichamen die elkaar ontmoeten en daarin een Heilige Relatie kunnen ontwikkelen.
Niets is minder waar. ECIW spreekt ons nooit aan als individuele of collectieve lichamen.
ECIW spreekt ons altijd aan op het niveau van de bron en dat is altijd de denkgeest/mind.
De lichamen die wij denken en geloven te zien en waarvan we zijn gaan geloven dat het dat is wat we zijn, zijn slechts projecties van de denkgeest die voor afscheiding van de denkgeest kiest, waardoor er van de denkgeest afgescheiden lichamen lijken te zijn.
Slechts het geloof hierin, lijkt deze waanvoorstelling waar te maken.
ECIW is er op gericht ons terug te laten herinneren denkgeest/mind te zijn, zodat we kunnen gaan zien dat we ons als denkgeest hebben vergist, en dat wat we denken en geloven te zien ook een vergissing is.

ECIW ontmoet ons waar we denken en geloven te zijn, dus denkend en gelovend een lichaam te zijn. Onvermijdelijk dat de nog volop in lichamen gelovende denkgeest, die daardoor geen feeling meer heeft met de bron de denkgeest en zeker weet dat alles wat hij denkt en gelooft uit het brein/lichaam komt, in de valkuil loopt en de metafysica van de Cursus, dat er geen wereld is en dus ook geen lichamen, maar alleen denkgeest die projecteert, gewoon (expres, uit (ego) zelfbescherming) “vergeet”.
En zo wordt de taal van de Cursus die in ECIW als symbool bedoelt is, weer gewoon letterlijk genomen en is de egodenkgeest vooralsnog “veilig” en verandert er niets in de denkgeest, de enige “plek” waar verandering mogelijk is.
En wordt ECIW gebruikt om de wereld te verbeteren en een aangenamer leven te krijgen.

(Daar is trouwens op zich niets mis mee, maar geloof en beweer dan niet dat je ECIW doet, en probeer dan niet ECIW toch in dat hokje te wurmen.)

Als daarom bovenstaande tekst letterlijk wordt genomen lijkt er te staan dat als twee lichamen elkaar ontmoeten er tussen die lichamen een Heilige Relatie kan ontstaan.
“Ken uzelf” gaat over het kennen van “mijn” gedachten als denkgeest, niet als lichaam.
Moet daarom het lichaam ontkent worden, of genegeerd? Nee, natuurlijk niet het is slechts een uitnodiging er “anders” naar te leren kijken en het “anders” te laten her-gebruiken, omdat nogmaals, ECIW de taal gebruikt die wij ogenschijnlijk als lichaam, maar ondertussen als denkgeest/mind, daar waar we nu denken en geloven te zijn, kunnen begrijpen.

Als oefening is het een idee bovenstaande tekst eerst eens heel bewust vanuit lichaamsidentificatie te lezen, dus ik het lichaam ontmoet een ander lichaam enz. En dan nog een keer maar nu vanuit het niet persoonlijke begrensde denkgeest/mind zijn, waar ontmoetingen gedachten zijn met gedachten/ideeën.
De zogenaamde lichamen kunnen dan ook makkelijker gezien worden als projecties, welke nog steeds gedachten zijn, want ideeën verlaten nooit hun bron. En er is alleen maar denkgeest, ge- en bedacht door de denkgeest.
Daardoor zal er ook een andere ervaring van verbinding mogelijk worden, die niet meer begrenst wordt door lichamen die aanwezig moeten zijn om een ontmoeting te hebben.
Een denkgeest ontmoeting is niet afhankelijk van tijd en ruimte en ook niet van de vorm waarin en waarmee de ontmoeting plaats heeft. Menselijk, dierlijk, dingen, situaties het maakt niet meer uit, de ware ontmoeting is altijd in de denkgeest en gaat over een ontmoeting met het eigen denken die weerspiegelt wordt herkend in de zgn “ander”.

De projecties (dus de schijnbare lichamen waar we een ontmoeting mee hebben) blijven gedachtes, ideeën, maar dienen nu een compleet ander doel. Niet meer als afscheiding, dus olv het egodenken, maar als terug herinnering in waarheid, olv Heilige Geest (symbool voor denkgeest die weet in verbinding te staan met waarheid, eenheid, liefde, God.

Dus bovenstaande tekst, en dat geldt voor de hele Cursus kan olv egodenkgeest gelezen worden door alles letterlijk te nemen vanuit lichaamsgerichtheid, of olv Heilige Geest, door alles symbolisch te zien en gezien vanuit denkgeest.
Onderzoek zelf het verschil.

Deze volledige omslag in het denken, vereist natuurlijk veel oefening. De denkgeest gaat niet zomaar overstag. Intellectueel kan het heel snel begrepen worden, maar het werkelijk begrijpen gebeurt pas als de denkgeest/mind er echt aan toe is. En hoewel dat onvermijdelijk is, is het proces naar de omslag ook onvermijdelijk. En dat duurt zolang het duurt.

Het verschijnsel “ego” wat niets anders is dan een denksysteem dat bestaat bij de gratie van een geloof in afscheiding versterkt door geloof in zonde, schuld en angst is niet te vertrouwen.  Een gedachte systeem wat bedoelt is af te scheiden van Eén kan niet anders dan gebouwd worden op wantrouwen.
Vertrouwen investeren in welke ego projectie dan ook is gedoemd te mislukken, daar een denksysteem dat als kernwaarde wantrouwen heeft aangenomen als uitgangspunt, niet anders kan dan wantrouwen uitbreiden.
De natuurlijke wens en aard van non-dualisme die geaard is in non-dualistisch Vertrouwen, blijft in de herinnering van de denkgeest die tijdelijk voor dualisme (ego) heeft gekozen bestaan. Eenheid kan wel ontkend, maar niet vernietigd worden.
Binnen het geloven in afscheiding waarbij het natuurlijke idee van Eenheid ontkend wordt, blijft de natuurlijke verbinding met Eenheid onveranderlijk bestaan.
In de praktijk betekent dit dat als ik probeer in een relatie met wie of wat dan ook in wat voor vorm dan ook vertrouwen te vinden dit slechts een dualistische vorm van vertrouwen oplevert, waarbij vertrouwen en wantrouwen elkaar afwisselen, maar nooit binnen dit systeem van afscheiding de non-dualistische staat van Vertrouwen kan en zal bereiken.
Echter kan wel bereikt worden dat door het dualistische denksysteem van het ego denken te doorzien en er oordeelloos naar te leren kijken het nog altijd aanwezige Vertrouwen wat inherent is aan non-dualisme, Eenheid, kan worden herinnerd en het Ware Vertrouwen kan worden hersteld.
Het willen bereiken van vertrouwen binnen de dualiteit kan dan worden opgegeven en vergeven en alle relaties binnen het dualistische ervaren krijgen dan deze andere functie.

Zolang ik nog in vertrouwensrelaties met andere lichamen en dingen geloof, wat dus betekent geloven in afscheiding en in zonde, schuld en angst, zal ik keer op keer teleurgesteld worden, net zolang tot ik aanvaard dat alleen Vertrouwen mogelijk is op het grenzeloze denkgeest niveau waar alleen Eén mogelijk is.

Dan zullen al mijn relaties een totaal andere functie krijgen als weerspiegeling van mijn nu bewuste keuze voor Vertrouwen.

Bewustzijn is de eerste stap die leidde en leidt tot afscheiding.
Vanuit het Niets dat Alles Is, ook wel Werkelijkheid, Waarheid, Eenheid, God, Liefde genoemd, allemaal woorden welke slechts symbolen zijn van wat perfect Eén en dus onnoembaar is, leek iets te ontstaan wat zich bewust leek te kunnen zijn van iets anders dan Eén.
Eén valt buiten het bewustzijn, omdat bewustzijn twee is, dus gescheiden.
Dat wat bewust is, is afgescheiden van Eén: het ego bewustzijn.
Dat wat bewust is en afgescheiden van Eén, het ego bewustzijn, is zich niet bewust van dat hetzich heeft afgescheiden van Één en denkt en geloofd daardoor dat het dit is wat het nu is: bewust levend in een lichaam in een wereld los van andere lichamen, dingen en situaties.
Bewustzijn wordt nu gezien als; ik ben mij bewust van mijzelf en wat ik doe en wat anderen doen, en van wat ik om me heen zie.
De herinnering aan en wat Eenheid, Waarheid, Werkelijkheid, God, Liefde vertegenwoordigt is diep weggestopt, en vergeten in het zogenaamde onbewuste.

Wij die zich bewust zijn van mensen, dingen en situaties in een wereld te zijn, ervaren dit alles, omdat de keuze werd gemaakt om iets anders te zijn dan Eén, waardoor we nu afgescheiden lijken te zijn van Eén en dat ook lijken te ervaren.
Elke ervaring is dus een omkering van Eén naar twee. Elke keer splitsen we Eén en maken er twee van. Dit kost enorm veel energie, pijn en lijden, omdat opsplitsing van Eén in twee onmogelijk is en vooral onnodig. Vandaar dat al onze ervaringen hoe mooi  of lelijk we ze ook denken te kunnen maken stuk voor stuk getuigen van deze onmogelijke poging van Eén twee te maken. Sterker nog in deze wereld van dualiteit wordt alleen maar opgedeeld in een oneindige reeks afsplitsingen, waardoor afscheiding als natuurlijk wordt gezien, in plaats van een onmogelijke poging om van Eén, Waarheid, Werkelijkheid, God, Liefde twee te maken.

Gelukkig maar dat werkelijk afsplitsen van Eén onmogelijk is en slechts een dwaas onmogelijk idee is, een bange maar onschuldige droom, vaak een nachtmerrie, waaruit de dromer van deze droom uiteindelijk onvermijdelijk zal ontwaken.

Dat wat verborgen ligt in het onbewuste, de herinnering aan Eénheid, Werkelijkheid, Waarheid, God, Liefde komt vroeg of laat, maar onvermijdelijk bovendrijven niet meer tegengehouden door het uitgeputte bewustzijn dat de kracht niet meer heeft om dat wat verborgen moest blijven nog langer tegen te houden. Dat wat vergeten moest worden en blijven komt naar boven in het tot waarnemen in staat zijnde bewustzijn en de dromer van de droom (de waarnemende denkgeest) wordt zich “bewust” van dat deze droomt en niets is wat het leek te zijn.
Dit “nieuwe” bewustzijn (de Heilige Geest, of de juist gerichte denkgeest) vormt nu de brug, de verbinding naar het terug herinneren in wat door het afgescheiden bewustzijn (het ego) verborgen moest worden gehouden.

Dan kan de weg terug naar totale herinnering aanvangen stap voor stap, waarbij het oude bewustzijn materiaal (ego), getransformeerd wordt naar het bewustzijn dat kan waarnemen en kan kiezen tussen Eén of twee, en de verbinding vormt naar het terug herinneren in Eénheid, Werkelijkheid, Waarheid, God, Liefde.