archiveren

Maandelijks archief: november 2015

Quote of the week:

“Oops, I did it again!”*
And give it a gentle smile.

Uitspraak van de week:
“Oeps, ik deed het weer!”
Gevolgd door een vriendelijke glimlach.

Telkens als ik me weer de vergissing zie maken de onnatuurlijk drang van de egodenkgeest te volgen, zonde, schuld en angst te projecteren.

*(Quote, from Kenneth Wapnick)

En dan, echt ‘weten’, zonder enige twijfel nog, dat alles wat ik zie en ervaar projectie is, gemaakt vanuit de zonde, schuld en angst waarin ik geloofde, omdat ‘ik’ de denkgeest dacht en geloofde iets vreselijks en onvergefelijks te hebben gedaan, namelijk ‘mezelf’ af te scheiden uit Eenheid, Waarheid, uit Liefde, uit God. Deze ogenschijnlijk vreselijke herinnering kan ik eenvoudigweg niet meer ontkennen, vervormen, verstoppen achter projecties. Het ligt nu open en bloot in alle eerlijkheid voor me.
Ik kijk vanuit oordeelloosheid naar de onpersoonlijke stuiptrekkingen van de keuze voor de egokant van de denkgeest. Het werkt gewoon niet meer, ik ‘weet’ teveel, ik ‘weet’ beter nu. En dan is er het moment van … en dan…
Even de onwennigheid van het niet meer werkende projectie mechanisme van de keuze voor de egokant van de denkgeest. Losse flodders nog, die geen doel meer hebben, geen functie meer.
De egokant probeert nog paniek te projecteren, maar ook dat vindt geen voedingsbodem meer. Niets is schuldig, ook niet een ‘ik’, ‘hij’, ‘zij’, ‘wij’, ‘jullie’, ‘het’, projecties zijn niet schuldig, zondig en angstig en de denkgeest die het projecteert ook niet. Ik kan nog maar één kant op nu, de éne kant die wel werkt, de keuze voor Heilige Geest.

De dissociatie van de egodenkgeest, is vervangen door de Dissociatie van HG Denkgeest. Het verschil tussen niet willen accepteren en ontkenning, door zonde, schuld en angst te projecteren, en volledige acceptatie, door eerlijke, herkenning en erkenning, als gevolg van Ware Vergeving van al mijn projecties van zonde, schuld en angst.

Dissociatie van ego: het verbergen/ontkennen van het feit denkgeest te zijn en te denken, geloven en projecteren; ‘ik ben een lichaam’.
Dissociatie van Heilige Geest: openlijk erkennen, zonder angst, ik ben niet een lichaam, maar onveranderlijke Geest in God.

… en dan…
Verder in Vertrouwen.

De wereld met alles wat ik als zodanig waarneem en ervaar is één grote schreeuw om Liefde, geuit op ’n manier die juist het tegenovergestelde uit lijkt te beelden; één grote schreeuw uit angst.

Angst voor Liefde is de verdediging tegen wat Liefde is, de onvoorwaardelijke, non-dualistische Liefde van God, dat wat ‘ik’, ‘we’ (als zijnde denkgeest dus, want het lichaam is ook niet wat ik denk dat het is) in werkelijkheid zijn.

Alles waar ik bang voor ben, alle uitingen van angst laten eigenlijk mijn als waarnemende/keuzemakende denkgeest, mijn keuze voor egodenkgeest verdediging tegen Liefde zien.
De ik in onderstaande lijst is dan ook de waarnemende denkgeest die zich bewust begint te worden van de betekenis van:

“Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk” (WdI.5)

Dat betekent:
Ik ben nooit bang om de reden die ik denk.
Ik ben niet bang om afgewezen te worden door anderen, of wel of niet geaccepteerd te worden door anderen om de reden die ik denk.
Ik ben niet bang voor schaarste, gemis, tekort, te veel, overvloed om de reden die ik denk.
Ik vertrouw of wantrouw niet om de reden die ik denk.
Ik wijs niet af of wordt afgewezen om de reden die ik denk.
Ik haat niet of heb lief om de reden die ik denk.
Ik zoek geen ruzie of maak het weer goed om de reden die ik denk.
Ik voer geen oorlog of maak vrede om de reden die ik denk.
Ik steel niet of geef alles weg om de reden die ik denk.
Ik ben niet kwaadaardig of liefdevol om de reden die ik denk.
Ik ben geen terrorist of hulpverlener om de reden die ik denk.
Ik ben geen slaaf of slavendrijver om de reden die ik denk.
Ik vlucht niet of blijf waar ik ben om de reden die ik denk.
Ik help anderen of negeer anderen niet om de reden die ik denk.
Ik ben niet succesvol of faal om de reden die ik denk.
Ik ben niet gierig of vrijgevig om de reden die ik denk.
Ik voel me niet rijk of arm om de reden die ik denk.
Ik ben niet jaloers of juist nooit jaloers om de reden die ik denk.
Ik ben niet ziek of genezen om de reden die ik denk.
Ik ben niet geïrriteerd, ongeduldig of eindeloos geduldig om de reden die ik denk.
Ik ben niet oordelend of veroordelend om de reden die ik denk.
Ik ben niet vergevend of niet niet vergevend om de reden die ik denk.
Ik doe wel of niet ECIW of een ander spiritueel pad om de reden die ik denk.
Ik ben wel of niet een goede moeder om de reden die ik denk.
Ik ben wel of niet een goede vriendin om de reden die ik denk.
Ik ben wel of niet een goede dochter om de reden die ik denk.
Ik heb wel of niet de juiste ouders om de reden die ik denk.
Ik woon wel of niet op de juiste plek om de reden die ik denk.
Ik heb wel of niet honger on de reden die ik denk.
Ik zit wel of niet op face book om de reden die ik denk.
Ik schrijf wel of niet een blog om de reden die ik denk.
Ik ben niet dun of dik om de reden die ik denk.
Ik ben niet dom of slim om de reden die ik denk.
Ik ben niet mooi of lelijk om de reden die ik denk.
Ik hou wel of niet van sex om de reden die ik denk.
Ik ben niet van wat dan ook voor seksuele geaardheid om de reden die ik denk.
Ik heb niet een slechte of goede jeugd gehad om de reden die ik denk.
Ik geloof niet in reïncarnatie of niet om de reden die ik denk.
Ik ben niet een lichaam om de reden die ik denk.
Ik ben niet vegetarisch of carnivoor om de reden die ik denk.
Ik ben niet ongerust of gerust om de reden die ik denk.
Ik ben niet gelovig of ongelovig om de reden die ik denk.
Ik ben niet spiritueel of niet om de reden die ik denk.
Ik geloof niet in een God of wel om de reden die ik denk.
Ik ben niet bang of overmoedig om de reden die ik denk.
Ik ben niet of wel de ‘ik’ en er zijn wel of geen ‘anderen’ om de reden die ik denk.
Ik voel geen boosheid, woede opkomen van wegen deze lijst om de reden die ik denk.
Ik voel geen zonde, schuld en angst om de reden die ik denk.
Kortom ik voel nooit, never nooit onvrede om de reden die ik denk.

De lijst is eindeloos…
Ga gerust door met het uitbreiden van de lijst van redenen die niet de reden zijn die ik (je) denk(t) dat de oorzaak zijn van het in onvrede zijn.
Kan erg verhelderend zijn en of schokkend, maar niet om de reden die ik denk.

Pas als ik deze lijst, een lijst van mijn gewone wat ik noem dagelijkse ervaringen, echt eerlijk onder ogen zie, en dat kan alleen als ik me daarbij voor Hulp wend tot mijn Juist gerichte Denkgeest (HG) op het moment dat ik ze ervaar, zonder er opnieuw een oordeel over te hebben, om de reden die dacht, en bereid ben al deze gedachten te Vergeven, dan pas kan gezien worden wat ik in werkelijkheid wel wil, omdat wat ik in werkelijkheid wil is wat ik altijd al was, ben en altijd zal zijn. En dat de wereld en de ik die ik denk en geloof te zien alleen maar een sluier is om te laten vergeten wat ik in werkelijkheid ben: Liefde.

En…:

“Ik zou in plaats hiervan vrede kunnen zien” (WdI.34).

Door het met opzet, onbewust ‘vergeten’ van de redenen waarom ik in onvrede ben te vergeven, zal ik weer Weten en in onveranderlijke non-dualistische Vrede, Vreugde, Liefde terug herinneren.

De mens geboren uit sterrenstof? En bestaat dus uit sterrenstof?
De mens geboren uit een gedachte en bestaat dus uit gedachten, ís een gedachte.
De mens-gedachte geboren uit de gedachte die bedacht dat de mens uit sterrenstof geboren wordt en uit sterrenstof bestaat.
Een gedachte die geboren is uit de gedachte dat afscheiding uit Eenheid wenselijk en mogelijk is.
Gedacht door de gedachte dat een onmogelijke gedachte mogelijk is.
En alleen die gedachte houdt de gedachten-molen draaiende, welke ook een gedachte is.

Er is niets anders dan geest die denkt en het stukje ‘denken’ is een nietig dwaas idee in denkgeest.
Denkgeest – nietig dwaas idee = Geest

Nee, nee, nee, Geest is niet energie!
De gedachte ‘energie’ hoort ook binnen het nietig dwaas ideeën koninkrijkje van denkgeest.

Denkgeest – nietig dwaas idee = —

— – — = —

*Poof*

.

 

 

 

 

De egodenkgeest is zo slim in het bedenken van weerstand als de mate van bereidheid van de waarnemende/keuzemakende denkgeest te investeren in afscheiding.
Des te minder de waarnemende/keuzemakende denkgeest zich wenst te identificeren met de keuze voor vanuit egodenkgeest te willen denken, des te minder wordt de weerstand van de egodenkgeest.

Kortom het voortbestaan van de egodenkgeest is geheel afhankelijk van de wil en de keuze van de waarnemende/keuzemakende denkgeest.
Dit alles wordt uitgebeeld door de bijpassende projecties en ervaringen.
Derhalve kan het ‘doen’ van ECIW maar twee functies dienen:

1. doen waar het voor bedoeld is, namelijk bewust worden van het afscheidingsmechanisme van de egodenkgeest en de wil elke afscheidingsgedachte te willen leren vergeven.
2. bewust worden van het afscheidingsmechanisme van de egodenkgeest en daar opnieuw zonde, schuld en angst op projecteren, met als (zgn onbewust doel) juist in de afscheiding te blijven.

De schijnbare bereidwilligheid van de egodenkgeest.
Dat is een lastige om te ontdekken, toe te geven en te doorzien.

Freud constateerde dit al bij zijn patiënten, die maar niet leken te willen genezen. En hij kwam tot de conclusie dat achter de schijnbare bereidheid te willen genezen, juist alleen maar de bereidheid lag om juist niet te willen genezen.

Zowel leraar als leerling houden deze beide keuzes in stand, het is een gezamenlijke keuze op denkgeest niveau.
De keuze voor het volgen van de egodenkgeest kan echter ongedaan worden gemaakt, of doorbroken worden, als één van beide er niet meer in wil investeren en opnieuw voor Ware Vergeving kiest.
Dit is een keuze die ieder voor zich moet maken.
Het is een keuze op denkgeest niveau, niet door het lichaam, of door een overeenkomst tussen lichamen, maar een keuze gemaakt door de denkgeest die niet langer wil investeren in zonde, schuld en angst.

Dit alles vereist vooral heel eerlijk kijken. een kijken zonder oordeel, ook dat is een keuze.
Als ik bovenbeschreven ego mechanisme zie in een zgn. ander, betekent dat alleen dat ik het waarschijnlijk ontken in mijzelf en het heb geprojecteerd op iemand buiten mij.
Maar als ik dat zie, heb ik ook de mogelijkheid in handen om het te laten corrigeren voor mijzelf, op denkgeest niveau.
En alleen op dat niveau kan ik werkelijk behulpzaam zijn voor de hele ene denkgeest.

Als de reden waarom ik iets doe verschuift van vormgerichtheid naar denkgeestgerichtheid, gaat alles wat ik ‘doe’met plezier en zonder moeite.

“Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”(WdI.5).

Ik voel nooit onvrede, omdat er iets mis lijkt te zijn in enige vorm. Ik voel nooit onvrede, omdat mijn lichaam problemen heeft, of omdat er iets mis is met andere lichamen om mij heen, of omdat dingen niet gaan zo als ik het wil, of omdat anderen of ikzelf er een zooitje van maken.
Ik voel onvrede, omdat mijn denkgeest in onvrede is en ik dat projecteer, zodat de oorzaak niet meer in mij ligt, maar buiten mij. Ik ben onschuldig en alles en iedereen buiten mij is nu schuldig. Dit pleit mij vrij van alle schuld.
De schuld projecteren op mijzelf gebeurt ook, dan krijgt mijn lichaam de schuld, ook dat is schuld zien en projecteren buiten mijzelf, de denkgeest.

Het iets met grote moeite en inspanning doen, of het iets met plezier en gemak doen is het verschil tussen doen vanuit ego, dus met zonde, schuld en angst als drijfveer, of doen vanuit Juist gerichte-denkgeest, vanuit Liefde.

De verschuiving is niet iets wat de ‘ik’ Annelies lichaam doe, want dat is immers net als de hele wereld ook een projectie vanuit schuld, het is het resultaat van het besluit van de denkgeest, van de waarnemende/keuzemakende denkgeest, om alle opdoemende gedachten die komen vanuit zonde, schuld en angst eerlijk te herkennen, te onderkennen en vervolgens te vergeven en te accepteren wat van daaruit vanzelf op zal komen in de dan genezen denkgeest.

Naargelang ik mijn egogedachten beter ga opmerken, dat zijn al mijn gedachten die ook maar enig spoortje van zonde schuld of angst in zich mee dragen, wordt het ook steeds duidelijker hoe complex en compleet chaotische het egodenksysteem is.
Het wordt daardoor ook steeds duidelijker dat analyseren van dat chaotische denksysteem met als doel het beter te begrijpen en er door het te snappen iets aan te kunnen doen, of te veranderen, weinig zin heeft.

Het valt niet te begrijpen, want zou ik in één keer alle egogedachten die maar mogelijk, uit verleden, toekomst of heden begrijpen, en het doel ervan doorzien, dan kan dat alleen betekenen dat ik me buiten het egodenksysteem bevindt en ontwaakt ben uit de droom, dat wat het egodenksysteem eigenlijk is, een droom en al even chaotisch als wat wij onze slaapdromen noemen.

Net als wat wij onze slaapdromen noemen, is ons dagelijkse leven ook een droom. En dromen worden niet letterlijk genomen, maar symbolisch.
Zelf zgn voorspellende dromen, voorspellen niet iets letterlijk, maar laten projecties zien van onze onbewuste zonde, schuld en angst gedachten.

Al mijn gedachten die gericht zijn op de chaos die we onze wereld noemen en deze chaos serieus nemen, letterlijk nemen, vallen onder de noemer ‘egodenkgeest’, en hebben maar één doel, af te scheiden van God.
Ook als deze gedachten God als onderwerp hebben, de god versie die naar ons evenbeeld door ons, de egodenkgeest, gemaakt is.
Moorden in naam van god, of behulpzaam zijn in naam van god (beide zijden van de ene egomedaille) kan op geen enkele manier afkomstig zijn vanuit Liefde, vanuit Eenheid, vanuit God.
Dat wat God IS weet niets van een wereld. Want hoe kan Eenheid nou iets afweten van tweeheid? Een is één en nooit twee.
De god die de egodenkgeest bedacht heeft weet wel van een (droom) wereld en deze god ‘doet’ wat de egodenkgeest hem opdraagt, en dat kan van alles zijn, verzin het maar wat er allemaal gebeurt ‘in naam van god’.
Wederom een behoorlijk chaotisch beeld geeft zo’n ego god, maar dat kan ook niet anders, want ego kan alleen nog maar meer ego maken.
Deze ego god is net zo krankzinnig als zijn maker, de egodenkgeest.
En dus zijn de resultaten ook krankzinnig.

‘Ik’ die geloofd hier in een wereld te leven in een lichaam en vergeten is dat de ‘ik’ de egodenkgeest is die alleen maar projecteert, kan niet begrijpen wat het vormloze Eenduidige GOD IS betekent.
Zelfs de denkgeest die zich bewust is van dit hele krankzinnige egodenksysteem en weet dat hij de dromer van de droom is, heeft geen voorstelling van GOD IS, wel een vermoeden, een hoopvol vermoeden en een groeiend vertrouwen in dat wat IS, dat ‘IS’ waar hij de denkgeest thuishoort en nooit uit is weggelopen.
En dan komt ook het besef en groeit het besef dat de wereld van de chaos (ego) niets te bieden heeft dan alleen chaos en krankzinnigheid, en dan wordt het ook makkelijker elke uit chaos stammende gedachte + ervaring (mijn dagelijkse leven) nu te laten her-gebruiken als vergevingskans en vergevingsmateriaal in handen van de Juist gerichte-denkgeest (HG/J) die nog steeds onveranderlijk in verbinding staat met GOD IS.

Annelies kan stoppen met Annelieseren, (sorry the pun) want Annelies en alles wat Annelies doet valt niet te analyseren. De Annelies als lichaam op zich als waar aannemen (in plaats van weten dat het de egodenkgeest is die een plaatje/projectie Annelies projecteert) is meteen alle projecties vanuit zonde, schuld en angst die dit lichaam als waar zien, waarmaken. En dat is kiezen voor chaos en kiezen voor in chaos te blijven, kiezen voor in afscheiding te blijven geloven. En chaos analyseren, die ervoor kiest chaos te zijn en te blijven, heeft maar één doel, in chaos te blijven.

Ik merk zelf als ik mijn gedachten + toestanden begin te analyseren ik in een doolhof van mogelijkheden terechtkom en ik volledig vastloop van de ene doodlopende weg in de andere.
Dit eerlijk onder ogen zien, zonder iets achter te houden, dwars door de angst en weerstand van het onder ogen zien heen, is noodzakelijk om überhaupt de andere keuze te willen en te kunnen maken.
Daarvoor moet de denkgeest het punt bereikt hebben van ‘genoeg is genoeg’. En dit punt is onvermijdelijk voor alle schijnbaar afgescheiden stukjes denkgeest. En of ik nu wel of niet spiritueel lekker bezig denk te zijn, maakt niets uit voor de uiteindelijke onvermijdelijkheid van het terug herinneren van de denkgeest in GOD IS, omdat er in werkelijkheid nooit iets is gebeurt, er bestaat geen ‘van God los’, het was slechts een droom, een illusie van afscheiding.

 

Een prachtige reminder voor als we ons weer even overweldigd voelen door wat er in de wereld gebeurt, lees ik in ‘De ongenezen denkgeest genezen’, van Kennerth Wapnick. Te lezen in deel II.6 op bladzijde 65/66:

“De erkenning dat we hetzelfde zijn, niet lichamelijk maar op het niveau van de denkgeest, is een ander heel belangrijk thema in Een cursus in wonderen. Jij hebt een krankzinnig ego; ik heb een krankzinnig ego. Jij hebt een gezonde correctie (de Heilige Geest); ik heb een gezonde correctie. En we hebben beiden dezelfde macht om tussen die twee te kiezen. Waar is dan het verschil? Jouw vorm is zus, mijn vorm is zo; toch zijn ze hetzelfde omdat vormen een illusie zijn.
Een andere zeer belangrijke zin is: ‘Niets zo verblindend als de waarneming van vorm’ (T22.III.6:7). Vorm liegt. Terwijl ik lesgeef, kijk ik uit over een zee van afzonderlijke lichamen in afzonderlijke stoelen, met wandversieringen op de achtergrond, enzovoort. Het zijn allemaal leugens, projecties van een waanzinnig denksysteem.
Wanneer je een waanzinnige gedachte projecteert, dan hallucineer je. De Cursus gebruikt dit woord met opzet (T20.VIII.7-8), en doet dit ook met andere psychiatrische termen. Iemand die hallucineert ziet dingen die er niet zijn, hoort stemmen die er niet zijn, enz. Dit zijn symptomen van een psychose, wat de reden is dat ons herhaaldelijk wordt verteld dat we krankzinnig zijn.
De keuze voor dit taalgebruik is niet om ons te vernederen, maar gewoon een manier om te zeggen: Kijk, je moet zien wat er gebeurt. En wat er gebeurt is niet ‘daar buiten’, het is in je denkgeest. De ongenezen genezer denkt dat er iets ‘daar buiten’ is dat genezen moet worden. Deze manier van denken maakt de vergissing werkelijk.
Geloven dat er een uiterlijk probleem is dat opgelost moet worden betekent dat je nooit zult genezen, omdat je het egodenksysteem onderwijst. Je mag het dan verbergen achter gedachten dat je hulpvaardig, aardig en meedogend bent, maar al wat je werkelijk doet is zeggen ‘ik, ik, ik, ik’, het voornaamwoord eerste persoon enkelvoud dat heilig is voor het ego en de ongenezen denkgeest.
Wanneer we juist-gericht denken, zullen we dezelfde situatie waarin we helpen of geholpen worden gebruiken als een middel om te leren dat we op het niveau van de denkgeest allemaal hetzelfde zijn. We moeten trouw zijn aan de vorm, onze rollen en verantwoordelijkheden als individuen, familieleden, werknemers, enzovoort. We zijn trouw aan deze verschillende rollen, niet omdat ze op zichzelf betekenisvol zijn, maar omdat ze de door ons gekozen klaslokalen zijn waarin we leren dat we niet schuldig zijn en dat iedereen die bij de situatie betrokken is hetzelfde belang heeft om wakker te worden uit deze krankzinnige droom. Omdat we denken dat we een lichaam zijn, hebben we deze klaslokalen nodig, totdat we weten dat we geen lichaam zijn.”