archiveren

Tagarchief: geloof

Wat gedachtes over de uitspraak in (T21.In.1:4):
Ze [de wereld die jij ziet] getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.”

En toen zag ik zo duidelijk weer de vergelijking met een film, wat een prachtig symbool vormt voor deze uitspraak.
Een film is eerst opgenomen en vastgelegd in z’n geheel, en wordt daarna afgespeeld, steeds maar weer.
Zo ook is wat wij onze wereld en onze levens noemen al in één keer ‘opgenomen’ en wordt vervolgens eindeloos opnieuw afgespeeld. Elke denkbaar egoscript-variatie op het ene ego-thema “afscheiding” is beschikbaar om weer opnieuw afgespeeld te worden.
En net zoals in een film, kijken wij (denkgeest) ernaar. Wij kijken naar onze eigen mentale projectie, maar zijn vergeten dat we dat doen en denken en geloven nu dat wat wij zien en beleven in de film ook echt is wat we zijn en op dat moment in ruimte en tijd echt gebeurt. Wij lijken dat lichaam te zijn omringd door miljoenen andere lichamen, dingen en situaties, maar het zijn en blijven mentale projecties vanuit de denkgeest vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, dus niet vanuit de hersenen, want de hersenen zijn ook een denkgeest projectie.

Onze innerlijke ego toestand is een toestand van angst, van zonde en schuld, die elk moment bij elke gedachte opnieuw worden opgeroepen uit de in één keer geprojecteerde schier eindeloze voorraad egoprojecties. En daaruit kiezen wij, (onbewust, want dat de denkgeest de bron is het moet immers verborgen blijven) als egodenkgeest (dus niet als lichaam!) onze persoonlijke ego/afscheidings-verhaal, dat wat we ons huidige leven noemen.
En we (denkgeest) draaien deze film af en denken en geloven dat we dat leven zijn, en we zien dus niet dat we een rol spelen en in werkelijkheid denkgeest zijn die dit alles heeft bedacht, opzet en uitspeelt.

ECIW leert ons te herinneren dat wij denkgeest dit alles zelf bedacht hebben, vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, en dat al die scripts in dat ene moment van afscheiding (het nietig dwaas idee, zoals de Cursus het noemt, zie T27.VIII.6:2-3), op ‘film’ zijn vastgelegd en we steeds weer opnieuw een film kiezen, waar we steeds weer opnieuw dat ene nietig dwaas idee beleven en ons daar geheel en al mee identificeren.

Ware Vergeving leert ons, ons te herinneren dat we deze filmpjes (projecties) vanuit het geloof in zonde, schuld en angst niet zijn, dat ze niet ‘werkelijk’ gebeurt zijn, maar dat het inderdaad  ‘de uiterlijke weergaven zijn van een innerlijke toestand’ en die innerlijke toestand is de ego-toestand van het geloof in zonde, schuld en angst, die uit-geprojecteerd wordt en we beleven als ons leven.
Als we dat zien en aannemen, kunnen deze zelfde projecties, films, die we ons leven noemen, door Heilige Geest en of Jezus (symbool van ons Ware Zelf) als vergevingskansen en middelen worden her-gebruikt, die ons doen terug-herinneren in wat we werkelijk zijn; in Liefde, in God, in Eenheid.

Teneinde de innerlijke toestand van de keuze voor ego in beeld te krijgen, wat noodzakelijk is als we het als vergevingsmateriaal en kans willen gaan laten her-gebruiken, kunnen we olv onze gids en leraar Heilige Geest/Jezus oftewel de Juist-gerichte-denkgeest leren oordeelloos als waarnemer (waarnemende-denkgeest) te kijken naar de uiterlijke weergave van de innerlijke toestand van de denkgeest.
Leren oordeelloos te kijken naar alle ego-oordelen die we opstellen in de denkgeest en vervolgens hebben geprojecteerd met als doel de bron, de denkgeest te “vergeten”.
Het moge duidelijk zijn dat de denkgeest die als doel heeft te vergeten niet de denkgeest kan zijn die oordeelloos naar het vergeten kan kijken.
De egodenkgeest die als doel heeft te vergeten dat het de bron is van elke gedachte van zonde, schuld en angst zal wel proberen een oplossing te vinden, maar kan dat alleen doen binnen het ego-denksysteem-concept van afscheiding. 
Ook dit leren zien is een onvermijdelijk leerproces.

Het enige wat nodig is binnen dit leerproces olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest, is oordeelloos te leren kijken naar het volledig script van wat ik “mijn leven” noem.
Dat hele script in heel z’n ego glorie, met z’n vele lagen is het vergevings-leer-materiaal dat we nodig hebben om terug te herinneren in wat IS en nooit is weggeweest.

We zullen merken en waarnemen tijdens dit proces van ware vergeving, hoe we laag voor laag ego-verdedigingsmuren hebben opgebouwd teneinde de bron, de denkgeest aan de waarneming te doen onttrekken, waardoor deze geprojecteerde schijn-verdedigingsmuren echt lijken te zijn geworden en er een identificatie ermee heeft plaatsgevonden.
De “ik” lijkt nu ineens een lichaam te zijn geworden, in een wereld van vormen en situaties waarbij het denken plaatsvindt in de hersenen, in plaats van in de denkgeest.
Al die verdedigingslagen worden gedurende het proces van ongedaan maken middels ware vergeving laagje voor laagje afgepeld, door ze te herkennen en te erkennen en ze terug te geven aan de HG Denkgeest voor ware vergeving.

Dit hele afpel van het geloof in ego proces zal van tijd tot tijd als heel heftig ervaren worden, niet omdat dat noodzakelijk is, maar omdat de weerstand, nog steeds geleid door het geloof in zonde, schuld en angst, ertegen enorm lijkt te zijn.
Alleen olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest zal dit proces van ongedaan maken van het geloof in zonde, schuld en angst soepeltjes, zacht en liefdevol kunnen verlopen.
Dat betekent dat als ik voel/ervaar dat mijn weerstand groot is dat alleen maar een bewijs is dat ik alleen wil luisteren naar de egodenkgeest als gids/leraar (het geloof in zonde, schuld en angst) en bezig ben met tegen mijn Ware Zelf te vechten.
Het enige juiste antwoord op deze waarneming is “kies opnieuw”, nu voor de Juist-gerichte-denkgeest kant van de denkgeest.
Het is al met al een proces, een onvermijdelijk proces waarvan de uitkomst vaststaat, omdat er in Werkelijkheid niets gebeurt is.

Het lichaam is een idee, een geprojecteerde gedachte en dat blijft het ook.
De projectie, lichaam verandert niet in vlees en bloed. Een projectie kan niets anders blijven dan een projectie.
Alle geprojecteerde droom-ideeën blijven waar ze zijn in de denkgeest.
Echter de ervaring lijkt ervan te getuigen dat wat de ogen van het (droom)lichaam zien als werkelijkheid wordt gezien en zonder twijfel als zodanig geaccepteerd.
Dit is enkel en alleen het gevolg van het geloof van de denkgeest die voor de ego-kant van de denkgeest kiest, en dien ten gevolgen daarvan dan ook ego-projecties denkt en geloofd waar te nemen.
En aangezien het egodenkgeestgeloof als doel heeft om af te scheiden van Éénheid, God, Liefde, en als zodanig geprogrammeerd is, kan het niet anders dan precies deze wens van afscheiding projecteren.

Om het schijnbaar voor elkaar te krijgen om het onmogelijke (afscheiding van Één) mogelijk te laten doen lijken moet de uitgangsgedachte wel het tegenovergestelde van Één, God, Liefde zijn. Het tegenovergestelde van Één (Non-dualisme), God, Liefde, is twee (dualiteit), zonde, schuld en angst. God is daardoor verandert in ego-god, waar zonde, schuld en angst op wordt geprojecteerd. Een god die zoals alle goden vanaf het begin van de droomtijd, moet worden goed gestemd, door offers (zonde), gaven (schuld) en boetedoening (angst).
De bron waar deze onmogelijke gedachte gemaakt wordt, namelijk de denkgeest wordt ook vergeten, onbewust gemaakt, zodat nu alleen het geloof in deze als pseudo waarheid aangenomen onwaarheid de enige werkelijkheid lijkt te zijn.

Echter helemaal verdwenen is de herinnering aan Éénheid, God, Liefde niet. Het is alleen vergeten. En wat vergeten is, is niet werkelijk weg.
Vroeg of laat komt die herinnering onvermijdelijk weer bovendrijven, als gezien wordt dat werkelijk geen enkel doel waarnaar gestreefd wordt in deze wereld een eeuwige werkelijkheidswaarde heeft weten te bereiken.
De twijfel, de hopeloosheid die dan toeslaat laat zien dat er een andere manier moet zijn.
Het gevoel van “ik mis iets, maar weet niet wat”.
Dat is het teken dat er een vage herinnering in de denkgeest is gewekt.
Een “waarheids-herinnering”, de onbewust gehouden tot waarnemen instaat zijnde keuzemakende denkgeest deel van de denkgeest is aan het ontwaken uit zijn onbewuste slaap.
Het feit dat het een bewuste herinnering is betekent dat de het bewust worden van denkgeest te zijn en niet een lichaam ook naar boven komt drijven.
De denkgeest is nog steeds tot projecteren in staat, maar projecteerd nu de voorzichtige wens weer terug te herinneren in Één, God, Liefde en deze projecties getuigen dan ook van deze wens en kunnen er bijvoorbeeld uitzien als het tegen het lijf lopen van het blauwe boek Een cursus in wonderen, of een ander pad wat getuigt van de wens om terug te herinneren in Éénheid, God, Liefde.

En dan begint de reis zonder afstand.
Een reis zonder afstand, omdat de afscheiding van Éénheid, God, Liefde in werkelijkheid nooit werkelijk gebeurt kan zijn en het alleen gaat om terug-herinneren van en in de denkgeest, waar nu bewust een keuze kan worden gemaakt.
Een bewust terug-herinneren deze keer, waarbij alle projecties die voorheen onbewust waren, want gemaakt in en door de ego-denkgeest, nu worden her-gebruikt door Heilige Geest, het Juist-gerichte deel van de denkgeest, nu als vergevingsmateriaal en kans, waarbij het uitgangspunt altijd is, er is in Werkelijkheid niets gebeurt dan alleen in dwaze onmogelijke dromen van afscheiding, die dmv Ware Vergeving ongedaan worden gemaakt, en het terug-herinneren in Één, God, Liefde weer herinnerd wordt, omdat er aan de Werkelijkheid niets verandert kàn zijn.
Dat is de reis zonder afstand die onvermijdelijk is voor de ene Zoon van God die nooit en te nimmer zijn Vader werkelijk kan verlaten. De Vader en de Zoon zijn Één.
Oftewel Één is en blijft onveranderlijk Één en kan nooit twee worden, dan alleen binnen het geloof in dwaze dromen die getuigen van het geloof in zonde, schuld en angst.









Elke relatie aangegaan vanuit het geloof in ego, ook wel speciale relatie genoemd in ECIW heeft als enig doel afscheiding van Éénheid, Waarheid, God, Liefde.
Nu begint elke gedachte als ‘speciaal’, elke gedachte begint als ego gedachte, het ego zit dus in elke gedachte en spreekt altijd eerst.
Als dat als ‘behulpzaam’ uitgangspunt wordt genomen, dan hoeft de vraag ‘wanneer zit ik nu in mijn ego’ ook niet meer gesteld te worden.
Elke gedachte begint als ego gedachte, omdat elke gedachte ervaren wordt als komende vanuit het lichaam, vanuit het brein.
Zolang er nog lichaamsidentificatie is, wordt er niet aan getwijfeld dat de ‘ik’ een lichaam is, omringd door andere lichamen: mensen, dieren, dingen en situaties.
Alles wat de ogen van het lichaam zien en met de zintuigen wordt ervaren volgt de programmering van het geloof in het ego, dat het lichaam als zijn thuis ziet en tevens verbergt dat het de keuze van de denkgeest is die door verborgen te houden dat denkgeest de bron is en niet het lichaam/brein, zich denkt te kunnen verbergen voor de wraak van God, achter een muur van zonde, schuld en angst.
Het geloof in een wrakende God, omdat de denkgeest is gaan geloven dat het mogelijk is zich van Éénheid af te scheiden wat met zich meebrengt dat tevens het geloof in zonde, schuld en angst ontstaat, waardoor het mogelijk lijkt dat afscheiding van God wel mogelijk lijkt te zijn terwijl in werkelijkheid het onmogelijk is afgescheiden te raken van Éénheid.
Ik spreek in de tegenwoordige tijd, omdat deze wens tot afscheiding in elke gedachte weer wordt gewenst, het is niet één enkele gebeurtenis lang geleden gebeurt, oftewel het ego zit in elke gedachte en spreekt altijd eerst.
Dit hele ego-gedachte patroon lijkt enorm krachtig omdat erin geloofd wordt. Als het geloof erin weg zou zijn, zou het ego niet bestaan.
En omdat het ‘slechts’ een geloof is, is het slechts een gedachte (een nietig dwaas idee) en gedachten blijven gedachten, ook al lijken ze ‘gebeiteld te zijn in steen’.

De hele wereld, het universum kortom de wereld van de vorm is slechts een gedachte, waaruit dromen van afscheiding kunnen ontstaan, gebaseerd op het bijbehorende geloof in zonde, schuld en angst. Wat zeer effectieve bewakers van deze waanzinnige droom zijn.
Een gedachte, een droom die niets met Waarheid te maken heeft, dus in feite niets is en in werkelijkheid absoluut geen enkele invloed op Éénheid, God, Liefde kan hebben.

Elke speciale relatie, elke relatie die we maar kunnen verzinnen in deze zogenaamde wereld/universum, is gebaseerd op het geloof in zonde, schuld en angst. En ook al lijken die relaties heel innig te zijn, zowel positief of negatief, van lange of korte duur en lijken ze bedoeld om te verbinden of af te scheiden, ligt daarachter verborgen het krankzinnige ego doel, en dat is afscheiding van Éénheid, God, Liefde.
Iets wat onmogelijk is, maar toch door zijn hardnekkige geloof erin schijnbaar in staat tot verwezenlijking.
Het lijkt allemaal zeer overtuigend die speciale relaties, we kennen allemaal het gevoel van verbondenheid met onze naasten, ouders, kinderen, geliefde, familie, vrienden kennissen, huisdieren, dingen, situaties we kennen ook de verbroken verbondenheid in al z’n gradatie. Hoe de relatie ook is, ze is altijd terug te leiden tot het geloof in het denksysteem van het ego, dat geprogrammeerd is om afscheiding de schijn van waarheid te geven, want alles liever dan de Liefde van God.

Ook de liefde van God heeft in dit ego-programma een aangepaste rol gekregen. Er is een vervangende ego-god gemaakt die past in de programmering van afscheiding een god gemaakt naar het evenbeeld van het ego-geloof in afscheiding, in verdeeldheid, in zonde, schuld en angst.
Er lijkt nu een god te zijn die voorkeuren heeft, ten strijden trekt, verdeeldheid zaait, voor de vijand is of tegen de vijand is afhankelijk van wat gezien wordt als vijand, een god die scheidslijnen aanbrengt tussen goed en kwaad, kortom een god geheel gemaakt naar het evenbeeld van wat het ego is; een dualistisch denksysteem gebaseerd op het geloof in zonde, schuld en angst.

Dit lijkt nogmaals heel echt en heel heftig, maar onthoud dat het slechts één gedachte is die zich door het geloof erin vermeerdert en uitbreidt. Het is geen feit, het heeft niets met Waarheid, Éénheid, God, Liefde te maken, het is slechts een GELOOF.
Dat is het goede nieuws, want als het ego slechts een geloof is is ont-geloven mogelijk.
Er is niets verandert aan de non-dualistische Éénheid, aan God, aan Liefde, hoe sterk het geloof in het dualistische ego, met het daarbij behorende geloof in afscheiding ook is.

Als dat vermoeden van de onmogelijkheid van het bestaan van het ego naar boven komt, omdat gezien wordt dat niets werkt in deze ego-wereld, dan komt de herinnering aan dat wat wel Waarheid is naar boven drijven.
En dat is onvermijdelijk, want Éénheid kan nooit werkelijk tweeheid worden.

Moet dan vervolgens het ego vernietigd worden, bestreden, ontkend, genegeerd? Nee, want dat zou immers alleen maar het ego verhaal van afscheiding versterken.
En nu komt het unieke van de uitweg die ECIW aanbiedt: ECIW verteld ons dat de Werkelijkheid nooit verdwenen kan zijn, dat Éénheid nooit opgedeeld kan worden, dat God nooit naar het evenbeeld van het geloof in het ego her-schapen kan worden en dat de verbinding met non-dualistische Éénheid nooit verbroken kan worden.
ECIW staat eigenlijk symbool voor het onvermijdelijke terug-herinneren in waar nooit uit weggegaan is. ECIW activeert de waarnemende functie van de denkgeest die tot dan toe verborgen bleef achter de met opzet bedachte muur van vergetelheid. Deze waarnemende verbindende functie wordt in ECIW de Heilige Geest of Jezus genoemd, beiden symbolen voor oordeelloosheid.
ECIW leert de denkgeest die eraan toe is, er open voorstaat en breidwillig is dat er in werkelijkheid niets gebeurt is, dan alleen in dromen van het geloof in afscheiding.
Er wordt niets afgepakt, er is geen opoffering nodig, integendeel. Mits aan Heilige Geest/Jezus gegeven wordt elke gedachte voortkomend uit het geloof in zonde, schuld en angst opnieuw gebruikt, maar nu met het doel door ware vergeving ervan terug te herinneren in waar nooit uit is weggegaan: non-dualistische Éénheid, God, Liefde.
Elke oordeel loze waargenomen speciale ego relatie in eerste instantie opgezet door het geloof in afscheiding en geprojecteerd vanuit het geloof in zonde, schuld en angst zal door Ware vergeving omgekeerd worden (het Wonder genoemd) naar de Heilige relatie.
Een relatie die absoluut geen speciale kenmerken heeft. De Heilige relatie omvat alles en iedereen.
De Heilige relatie is niet de relatie die zich kenmerkt door afscheiding bijvoorbeeld door sommige relaties heilig te maken en andere nog even niet. En ook niet door sommige relaties te omarmen en andere af te stoten zoals we gewend zijn zolang we in het programma van het ego willen blijven geloven.
De Heilige relatie omvat alles zonder uitzondering.

Één voorheen speciale relatie Heilig gemaakt olv Heilige Geest/Jezus laat alle speciale grenzen verdwijnen, want er is maar één nietig dwaas idee dat genezen hoeft te worden.
In de praktijk lijkt het alsof we heel veel speciale relaties moeten leren vergeven, maar dat komt omdat het een zeer geleidelijk en schijnbaar persoonlijk proces is van leren elke speciale situatie als hetzelfde te zien en eigenlijk steeds hetzelfde te vergeven.
ECIW ontmoet ons waar we geloven te zijn en her-gebruikt dat voorheen ego-geloof voor het leren van Ware Vergeving olv HG/J, oftewel olv. de Juist-gerichte-denkgeest.
Totdat geleerd is dat elke speciale relatie eigenlijk hetzelfde is, en de sleutel is tot het terug-herinneren in Éénheid, God, zal ware vergeving olv HG/J steeds sneller gaan tot het klaar is.
Dat is de betekenis van:

“Maak dit jaar anders door helemaal hetzelfde te maken. En laat al je relaties voor jou heilig worden gemaakt. Dit is onze wil. Amen” (T15.XI.10:11-14).

Één (schijnbaar) probleem, één oplossing.









Deze uitspraak bracht mij tot de gedachte:
Als “mijn” lichaam pijn heeft en “ik” ben er niet om het te ervaren, heeft “mijn” lichaam dan pijn?
Dat kwam, omdat ik ineens wel pijn ervoer in “mijn” lichaam. En toen de gedachte opkwam, als ik niet mijn lichaam ben en ik voel wel pijn, wat is het dan wat pijn lijdt?
Als ik van het standpunt uit ga zoals ECIW stelt “Er is geen wereld” en “De wereld getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand”,, en “projectie maakt waarneming”, en “Waarneming is een gevolg, geen oorzaak” dan is er geen lichaam dat pijn heeft, maar denkgeest die pijn projecteert en dientengevolgen pijn ervaart.

Er kan dan dus NOOIT een lichaam zijn dat pijn ervaart.
Is dat dan pijn ontkennen? Neen, het is willen zien waar de oorzaak zich bevindt, in de denkgeest en dat het lichaam dat pijn lijkt te ervaren daar een projectie van is. Een projectie, zoals een film een projectie is uit een projector en de film die we dan denken en geloven te zien nog steeds een projectie is, want gedachtes verlaten niet hun bron. Er bestaat dus geen los autonoom lichaam los van van de gedachte/projectie van het geloof in een lichaam.

Dit inzicht geeft het doel van ECIW weer, namelijk leren herinneren dat er alleen denkgeest is, dat “ik”, “we”, hoe dan ook altijd een projectie zijn vanuit denkgeest.

Als ik deze gedachte “logisch” doortrek, dan moet het alleen de denkgeest zijn die geloofd in pijn en daardoor pijn projecteert dat genezen moet worden.
Wordt er dan als de denkgeest geen pijn projecteert ook geen pijn meer ervaren?
Inderdaad dan kan er geen pijn meer worden ervaren. De valkuil die dan onmiddelijk verschijnt vanuit egodenkgeest is, oh dus dan kan ik mijn lichaam trainen in het ontkennen van pijn.
Neen, dat is een valkuil waarbij het lichaam toch tot werkelijkheid wordt gemaakt en door een of andere magische gedachte kan leren geen pijn meer te voelen.
Dat kan wel in de droom van afscheiding waarin het lichaam wel lijkt autonoom te zijn, los van de projecterende gedachte, maar dat is niet waar ECIW op doelt.
En doe op dat level waar het geloof in een lichaam en een wereld nog aanwezig is wat er gedaan kan worden om pijn te verlichten, maar tegelijkertijd kan er het groeiende besef zijn dat ik geen pijn heb om de reden die ik denk (les 5).
Het wel of niet toepassen van pijnverlichting in welke vorm dan ook is ook een besluit genomen in de denkgeest, er is geen andere plek waar beslissingen worden genomen. Het lichaam maakt nooit beslissingen! En dat besluit kan alleen genomen worden door de keuze voor ego of voor HG. De uitkomst van beide keuzes kan wel of niet kiezen voor een bepaalde vorm van pijnverlichting zijn. Het verschil is echter dat de keuze voor luisteren naar het advies van het ego altijd lichaamsgericht is, dus de pijn van het lichaam waar maakt, terwijl de keuze voor luisteren naar het advies van HG denkgeest gericht is op de oorzaak, namelijk de keuze voor lichaamsgerichtheid van het ego. Dus het nemen van pijnverlichting in welke vorm dan ook is altijd een projectie van of ego (onjuist gericht denken) of HG (juist gericht denken). Het ziet er hetzelfde uit (in het script) maar het uitgangspunt, de bron het geloof in waar de pijn vandaan komt en de ervaring is totaal tegengesteld.
Het gaat dus niet om ontkenning, maar herkenning en erkenning van dat dat wat ik ervaar niet is wat het lijkt. En dat niet het lichaam, maar de denkgeest de oorzaak is en het lichaam een projectie is vanuit het besluit van de denkgeest die wil lijden, omdat dat de enige manier is om de illusie te wekken dat afgescheiden zijn van God, van Liefde een mogelijkheid is.

Op die manier, als de denkgeest eraan toe is en bereid is dit te leren herinneren, zal de functie van in dit geval pijn, maar het geldt voor alles wat ervaren wordt, een andere functie kunnen krijgen.
De functie van terugherinneren in God, in Liefde in plaats van afscheiding van God, en Liefde.

Elke ervaring of dat nu pijn is of wat voor ervaring dan ook wordt dan in plaats van een aanval (de keuze voor ego) een uitnodiging om het “anders” te willen zien en ECIW gebruikt daarvoor Ware Vergeving, welke alles in het Juist gerichte perspectief zet en alle ervaringen terug brengen naar de bron, de denkgeest waar de gedachte vergeven kan worden in de oordeelloze bron die ECIW Heilige Geest noemt.

Pijn en lijden is een keuze die gemaakt wordt in de denkgeest en niet in een lichaam.
En dat wat ik geloof te zijn zal daarvan getuigen. Geloof ik dat ik een lichaam ben, dan zal ik alles waarvan ik geloof dat een lichaam is en kan ook ervaren, pijn en vreugde.
Verschuift mijn geloof van het geloof in een lichaam naar het geloof denkgeest te zijn dan ben ik terug bij de bron waar de beslissing wordt gemaakt (door de waarnemende/keuzemakende denkgeest) voor afscheiding (ego) of voor het terug herinneren (HG/J) in Geest, God, Liefde Éenheid.

Ik hoef daarbij niet zelf mijn projectie te veranderen alsof het een opzichzelf staand “ding” is, vergelijkbaar met dat als ik in de bioscoop zit ook niet naar het scherm loop om daar de projectie die pijn lijkt te hebben ga helpen, nee ik loop dan naar de projector, de oorzaak en maak daar opnieuw de enige twee keuzes die gemaakt kunnen worden: ego of HG/J, oftewel voor angst of voor Liefde en de rest zal automatisch volgen zonder dat “ik” hoef te bepalen wat de uitkomst zou moeten zijn .
Want de beslissing voor HG/J, dus voor Liefde zal altijd liefdevol uitpakken, hoe het er in de vorm ook uit mag zien.

Het is ook nog zo dat ik nooit vanuit de keuze voor ego (afscheiding) ook maar enigzins kan overzien wat de juiste oplossing zou moeten zijn om het lijden wat ik denk te geloven en te zien op te lossen. Dan zou ik elke gedachte van iedereen door tijd en ruimte moeten kunnen overzien om te kunnen bepalen wat nou de oorzaak is van mijn pijn en lijden nu. Dat is onmogelijk.
Soms is er wel een direkt verband te zien zoals ik dat in mijn voorbeeld aan het begin beschreef, dat ik even een direkt verband zag tussen oorzaak en gevolg in de denkgeest en dat ook ervoer.
Maar als ik probeer door te analyseren in de vorm welke gedachte nou precies de oorzaak is achter mijn pijn, dan is dat onmogelijk, nogmaals omdat de eigenschap van de egodenkgeest totale chaos is en analyseren van die totale chaos juist is opgezet als uitnodiging om daar te gaan zoeken waar geen enkel bevredigend antwoord te vinden is: “Zoek en vindt niet” (T12.IV.1:3-5).

Het enige behulpzame hierbij is door het ervaren van chaos te leren zien en te ervaren dat in plaats van in de chaos van het ego te springen en daar naar een oplossing te zoeken, er ook de keuze is om terug te gaan naar éénvoud en leren dat er altijd maar twee keuze mogelijkheden zijn namelijk voor ego (afscheiding) of voor HG/J (terug herinneren in Één). En slechts één van deze twee keuzes vertegenwoordigt Waarheid.

Dus het antwoord op mijn vraag aan het begin van deze tekst: Was de pijn er toen ook, of is de pijn er alleen als ik het ervaar? is, ja er is alleen een idee van pijn als ik het ervaar.
Met andere woorden er kan op het filmscherm door de projectie ogenschijnlijk pijn geleden worden, maar dat wat het projecteert en waarneemt hoeft er niet onder te lijden, afhankelijk van de denkgeest (ego of HG) waarvoor gekozen en mee geïdentificeerd wordt.
Wordt er voor ego focus gekozen dan zal er een lichaam ervaren worden dat pijn lijdt, zal er voor HG/J denkgeest gekozen worden dan zal er gezien worden dat niet de projectie wat er uiziet als een pijnlijdend lichaam lijdt, maar de denkgeest die heeft gekozen voor het projecteren van pijn en lijden en nu geloofd dat er een lichaam is dat pijn heeft.
Alleen de denkgeest kan pijn lijden en de pijn die ervaren wordt is altijd “de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand” (T21.In.1:5).
Het is dus altijd de denkgeest die genezing behoeft, nooit het lichaam.





Het feit dat we denken, geloven en ervaren “hier” te zijn, betekent dat we allemaal “dragers” zijn van het (geloof in) zonde, schuld en angst “virus”.
Omdat “we” de denkgeest die in afscheiding gelooft (ego) daar niet naar wil kijken en dat niet wil geloven wordt het geprojecteerd en wordt het gezien en ervaren als een “virus” dat zich als een donkere schaduw uitbreidt over de wereld.
En ontstaat dientengevolgen chaos rondom een nietig dwaas idee van afscheiding.
Deze chaos bevechten door ontkenning of bevestiging (beide zijde van het ene ego idee van afscheiding), vergroot en breidt de chaos juist uit.

Dit ego mechanisme proberen met geweld te stoppen, door er woedend over te worden of het onschuldige, depressieve slachtoffer te spelen past ook gewoon weer in het schijnbaar eindeloos uitgebreide ego spectrum, komende vanuit het geloof in zonde, schuld en angst. Ook door dit alles als fout te bestempelen is ook weer kiezen voor ego oftewel voor afscheiding.

Ik bedoel het is toch niet zo heel ingewikkeld alle vormen en projecties van afscheiding te zien in dit hele virus projectie gebeuren?
En als gezien wordt dat de wereld een projectie is van een innerlijke toestand kan dan de wereld en wat daarin lijkt te gebeuren nog als letterlijk en als serieus genomen worden?
Kan dan echt worden geloofd dat de schaduwen op de muur als ze maar 1.50 afstand van elkaar houden niet ziek worden? Kunnen schaduwen ziek worden?
Kan de denkgeest die schaduwen gelooft te zien ziek zijn? Ja want wat anders dan ziek is het te geloven dat schaduwen ziek kunnen zijn?

Maar ik ervaar “mijzelf” niet als denkgeest en ook niet als schaduw.
Ik ervaar mijzelf en anderen als een lichaam, kortom de wereld als een broedplaats van allerlei enge virussen die mij en iedereen kunnen doden.
En dat het wel degelijk werkt als er bepaalde maatregelen worden genomen, of de andere kant van ego mogelijkheden, dat ik geloof dat er machten bezig zijn de wereld te vernietigen, en elke mogelijke ego gedachten daar tussen in en dat ik me daar fel tegen moet verzetten, of het maar over me heen moet laten komen met alle tinten grijs daar ook weer tussen in.

Maar zou het kunnen zijn dat ik me vergis, want hoe kan ik anders ook gedachtes hebben over dat de “ik” die ik denk en geloof te zijn niet is wat het lijkt?
Dat de wereld een uiterlijke projectie is van een innerlijke toestand?
Is er misschien “iets” aan het wakker worden, is er “iets” zich beginnen te herinneren wat vergeten moest worden?
Een vraag die het antwoord in zich draagt.
Achter het dualistische denken; vraag/antwoord gaat nog steeds onveranderlijke Waarheid schuil: Weten.

Dus JA achter elke schijnbare gebeurtenis in de wereld van geprojecteerde schaduwen en chaos ligt nog steeds onveranderlijke Waarheid.
Het ontwaken uit de wereld van gedroomde schaduwen is onvermijdelijk, omdat geprojecteerde droomschaduwen net als slaapdromen niet waar kunnen zijn.

Het ontwaken is niet afhankelijk van het gedrag van de projecties/schaduwen. Projecties/schaduwen zijn niet autonoom. De bron is immers de denkgeest die gelooft in afscheiding en daarvoor projecties/schaduwen nodig heeft om dit geloof in stand te houden.
Ontwaken is afhankelijk van het in twijfel trekken van het waarheidsgehalte van projecties/schaduwen. En de wens terug te willen herinneren in Waarheid.

Als dat eenmaal in gang gezet is zal het terugherinneren in Waarheid onvermijdelijk zijn en zullen alle projecties/schaduwen een andere functie krijgen. Een functie gewenst en geleid vanuit juist gerichte denkgeest, dat gedeelte van de denkgeest dat de herinnering in zich draagt aan Waarheid. Deze diepe wens zal elke “handeling” leiden niet vanuit de wereld als (ego)bron, maar vanuit de (Heilige Geest)denkgeest als bron, die terug wenst te herinneren in Waarheid.

.

De verdediging tegen “kijken” naar de verdediging tegen god is een verdediging die de verdediging verdedigt.

Elke verdediging tegen wat of voor wat dan ook komt hieruit voort en is duidelijk de keuze voor het egodenken.
Niets hoeft verdedigd te worden en niets hoeft niet verdedigd te worden.
De wereld is niets en “niets” hoeft niet verdedigd te worden.
“Niets” verdedigen is een poging om van niets iets te maken, wat alleen maar kan resulteren in nog meer niets.

Ik hoef niets te doen, niets kan niets doen, niets kan niet iets doen.

Opmerkingen zoals, “ja maar ik kan toch niet gewoon maar niets meer doen” is niets meer of minder opnieuw een poging van het ego om van niets iets te maken.

“Niets” is een bedachte angst gedachte van de egodenkgeest, die “niets” gebruikt als verdedigingsmiddel tegen de nietsheid van niets.

De egodenkgeest is daarom niet de beste raadgever om naar te luisteren.

Alleen dit volledig doorzien en het besef dat het slechts een geloof is kan de denkgeest focus verplaatsen via de waarnemende keuzemakende denkgeest naar “Heilige Geest” denkgeest door middel van het vergeven van elke opgemerkte en aan het licht gebrachte “niets” gedachte.
Ware vergeving die ziet dat “niets” niet gebeurt kan zijn.

4.Vergeving daarentegen is stil en doet in alle rust niets. 2Ze schendt geen enkel aspect van de werkelijkheid, en probeert die evenmin te verdraaien tot een verschijningsvorm die haar aanstaat. 3Ze kijkt alleen, en wacht, en oordeelt niet. 4Wie niet wil vergeven, moet wel oordelen, want hij moet zijn onvermogen om te vergeven rechtvaardigen. 5Maar wie zichzelf vergeven wil, moet leren de waarheid te verwelkomen precies zoals die is.

5.Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat, via Hem die je Gids is, je Verlosser en Beschermer, sterk in hoop en zeker van jouw uiteindelijk succes. 2Hij heeft jou al vergeven, want dat is Zijn functie, Hem gegeven door God. 3Nu moet jij Zijn functie delen en vergeven wie Hij heeft verlost, wiens zondeloosheid Hij ziet, en wie Hij eert als de Zoon van God.
(WdII.1.4,5)

Alle vormen van speciale haat en speciale liefde zijn niets meer of minder dan de beide zijde van de ego medaille. Ze lijken verschillend maar beide hebben één gemeenschappelijk doel: het geloof in afscheiding (van de Liefde van God, Waarheid, Éénheid, non-dualisme) te bevestigen en daardoor het onmogelijke (afscheiding van Één) mogelijk te doen laten lijken.

De keuze voor het geloof in het egodenken is de keus voor het geloof in de ego eigenschappen speciale haat en speciale liefde.
Dat is de matrix van het egodenken. En zoals een koe alleen maar melk kan geven kan het ego alleen maar ego gedachten geven, want zo is het met opzet geprogrammeerd.

Pas als de pijn en het lijden hun dieptepunt hebben bereikt kan echt worden doorzien wat het kost om hardnekkig en koppig te blijven geloven in het waarheidsgehalte van het ego, en kan er ruimte komen voor de gedachte, “er moet een andere manier zijn”…

Iedere gedachte bevat de wil tot afscheiding, de keuze voor en het geloof in ego en de herinnering aan wat mijn keuze voor ego mij wil laten vergeten; de keuze voor en het geloof in HG.
Dit helpt enorm om elke gedachte, uit de schijnbare (met opzet) vorm chaos van projecties, terug te brengen naar zijn bron, de denkgeest de enige “positie” waar ik kan leren dat niet op de eerste plaats de vorm waarin deze keuze worden geprojecteerd er toe doet, maar de achterliggende keuze voor afscheiding. Alleen in die denkgeest positie kan er opnieuw gekozen worden, voor afscheiding (vergeten) of voor Herinneren.
Dit helpt ook om de vormen waarin de wens tot afscheiding geprojecteerd wordt niet meer in zijn vorm als zodanig serieus te nemen. Immers de projectie op zich is nooit wat deze lijkt te zijn. Allereerst is het een projectie, een soort filmbeeld en het wordt geprojecteerd om de achterliggende reden, de wil tot afscheiding van Één, te verbergen.
Mijn ego zal hier onvermijdelijk een reactie op geven (het ego is in elke gedachte aanwezig), maar al lerende dat het niet is wat het lijkt, dus niet echt of waar is, kan ik er ook beter met steeds minder wordende angst (angst=verdediging) naar leren eerlijk oordeelloos te kijken (=kijken olv HG/J), zodat de gedachte geschikt wordt als vergevingsgedachte en vergevingskans.

Door ware vergeving (=volledig doorzien en accepteren van wat onwaar is) verandert de persoon (projectie), gedrag enz. niet, de projectie, de film, het verhaal vervaagt als het ware, doordat het niet meer serieus genomen kan worden.
En dat klinkt eng en levensbedreigend voor de denkgeest die zich nog identificeert met en geloofd een lichaam te zijn. Want dan wordt vervagen uitgelegd als het door de ogen waargenomen langzaam verdwijnen van een “waar” gemaakt lichaam. Dat idee moet verdedigt worden, (door het eng en levensbedreigend te zien), omdat dat de identificatie met de projectie, met een lichaam, met een wereld in stand houdt, hèt doel van het geloof in de egodenkgeest, welke de onmogelijkheid van afgescheiden kunnen zijn van Waarheid ogenschijnlijk mogelijk doet laten lijken.

Pas als geaccepteerd is dat alles wat een “ik” denkt en geloofd te zien en te ervaren alleen een projectie is, dus een gedachte+projectie dat eruit ziet als een lichaam (zoals in een film) dan zal het idee van vervagen heel logisch gaan klinken, omdat dan duidelijk is dat alleen de projectie vervaagd, omdat het idee en het geloof een lichaam te zijn vervaagd, en het niet meer serieus genomen wordt. Ook al kan ook dan nog niet ten volle worden geweten wat Werkelijkheid is, omdat volledige Werkelijkheid geen toestand is die “ervaren” wordt…

Bereidwilligheid, welke komt vanuit het diepe bewustzijn dat er in werkelijkheid niets verandert is aan Werkelijkheid en zo nu en dan een glimp, een reflectie van Werkelijkheid opvangen zal het Vertrouwen doen groeien in het proces van ontwaken uit een onmogelijke droom.

 

Alleen de keuze van de waarnemende/keuzemakende denkgeest is nodig en mogelijk, de keuze voor afscheiding (egodenkgeest) of voor terug herinneren in Eenheid (HG/J denkgeest), waar nooit uit is weggegaan.
Deze keuze is niet een soort duiveluitdrijving waarbij het kwade verslagen en vernietigd dient te worden en Waarheid, God, Eenheid overwint. Dat zou een 100% gewoon weer de keuze voor ego zijn, want daarbij wordt immers “het kwaad” als werkelijk bestaand gezien, wat vervolgens bestreden en vernietigd moet worden.
Het is als de eenvoudige keuze je slaapdroom als echt gebeurt te zien of als slechts een droom die echt leek, maar het niet is.
De slaapdroom kan daarom als symbool worden gezien van dat alles een droom is, welke er lijkt te zijn doordat erin wordt geloofd. Een ander bestaansgrond dan het geloof erin heeft het niet.
Als dit gegeven wordt geaccepteerd dient de droom, net zoals de slaapdroom, alleen nog als symbool voor wat de wereld, mijn leven NIET is en om eruit te ontwaken, door dat wat niet waar kan zijn te vergeven.
Het enige probleem, wat niet eens een probleem is, omdat het een onmogelijk slechts verzonnen probleem is, is de wens om afgescheiden te willen zijn en blijven van wat met opzet vergeten moet worden.

Kijk maar eens goed naar elke gedachte en ontdek dan dat eigenlijk elke gedachte symbool staat voor de wil tot afscheiding: ik, jij, wij, zij, het, daar, hier, morgen, gisteren, vandaag, seconde, minuten uren, dagen, weken, maanden, jaren, gebeurtenissen, en zo maar door, een eindeloze lijst met losse elementen die schijnbaar buiten mij plaatsvinden in lichamen en dingen die schijnbaar los van elkaar plaats lijken te vinden.

Daar gaan de eerste lessen van het werkboek ook over. Leren zien dat alles als los en gescheiden van elkaar gezien wordt en daarom niets (kunnen) betekenen. De symbolen van de wil tot afgescheiden willen zijn is in alles, echt alles terug te herkennen.
Dit willen leren waarnemen zijn de eerste stappen tot het onvermijdelijke terug herinneren in de natuurlijke staat van Eenheid.
Onvermijdelijk, omdat het slechts dromen van afscheiding zijn en dus niet werkelijk gebeurt, net als de slaapdroom, die daar symbool voor staat.

Dit kan in eerste instantie een enorme opluchting geven, precies zo als het wakker worden uit een nachtmerrie, wetende dat het niet echt gebeurt is.
Daarna begint de lange weg van afkicken van de egodromen, welke altijd ook onvermijdelijk als heftig en zwaar wordt ervaren. Niet omdat dat moet, maar omdat de keuze voor het ego zo’n gewoonte is geworden en zo lang voor waar is aangezien. Het is daarom een stap voor stap proces van terug herinneren, waarbij het droommateriaal nu als vergevingsmateriaal en kans wordt her-gebruikt.