archiveren

Maandelijks archief: september 2023

Een gedachte over werkelijke verantwoordelijkheid nemen. Als alles een gedachte is van en in de denkgeest, en er niets anders is dan gedachtes in en van de denkgeest, dan ligt niet de verantwoording in wat het zogenaamde lichaam met hersenen doet in een zogenaamde wereld, maar welke keuze er gemaakt wordt in en door de denkgeest. En die keuze kan alleen maar de keuze zijn tussen ego of HG.
Al mijn zogenaamde ervaringen in een zogenaamd ervaren wereld getuigen van die keuze.
De ervaringen, dus de gevoelens, emoties, niet het ervaren van de projecties als iets opzichzelfstaand, want projecties staan niet op zichzelf, gedachtes/ideeën verlaten niet hun bron de denkgeest. Als dat ten volle waargenomen wordt en de verantwoordelijkheid voor de enige keuze die er is: ego of HG wordt genomen dan wordt duidelijk dat alleen de keuze voor HG terugkoppelt naar Waarheid, Éénheid, God, Liefde en dat de in eerste instantie keuze voor ego (ego spreekt altijd eerst) alleen maar geschikt is om te vergeven, zodat alleen waarnemen vanuit HG overblijft.
Als die verantwoordelijkheid wordt ingezien en bewust genomen dan is de eerste stap bij elke waarneming/ervaring die in eerste instantie vormgericht is, en dat is alles wat de zogenaamde “ik” ervaart door de dag en nacht heen, het alleen nog maar gezien wordt als vergevingsmateriaal en vergevingskans, zodat elke met opzet opgeworpen ego-denkgeest blokkade van en door de denkgeest oplost en de vrije doorstroom van de altijd nog steeds ene hele Denkgeest automatisch overblijft.
Die vrije ongeblokkeerde doorstroom van en in de Denkgeest (HG Denkgeest) zal dáár opgepikt en herkend worden waar de ontvankelijkheid van de schijnbare afgescheiden stukjes denkgeest aan toe is.
Dus het ontwaken van de hele ene keuzemakende denkgeest die eerst voor ego heeft gekozen (voor afscheiding) is afhankelijk van de ene keuze van de keuzemakende denkgeest die zijn verantwoordelijkheid neemt niet meer voor ego, maar om voor HG Denkgeest te kiezen. En nogmaals dit alles speelt zich enkel en alleen af in denkgeest, omdat er niets anders is dan dat.
Lichamen nemen niet waar en ervaren niet. Vandaar dat de wereld verbeteren/veranderen of vernietigen nooit kan en gaat werken dan alleen in waanzinnige schizofrene dromen van de ene keuzemakende denkgeest die voor de waanzin van het ego kiest en daardoor dingen waarneemt die er niet kunnen zijn.
Werkelijke Verantwoordelijkheid is dus alleen gelegen in de keuze voor egodenkgeest of voor HG Denkgeest.
Elke ervaring in de vorm, de wereld, dient dan alleen nog als spiegel voor wat er zich in de denkgeest afspeelt, waardoor de keuze voor ego zichtbaar wordt en er opnieuw nu heel bewust gekozen kan worden voor HG:

“1.Projectie maakt waarneming. 2De wereld die jij ziet is wat jij haar gegeven hebt, niets meer. 3Maar ook al is ze niets meer, ze is ook niets minder. 4Daarom is ze voor jou belangrijk. 5Ze getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand. 6Zoals een mens denkt, zo neemt hij waar.* 7Probeer dan ook niet de wereld te veranderen, maar kies ervoor je denken over de wereld te veranderen. 8Waarneming is een gevolg, geen oorzaak. 9En juist om die reden is een rangorde naar moeilijkheid bij wonderen zonder betekenis. 10Alles wat met visie wordt bezien, is genezen en heilig. 11Niets wat zonder dat wordt gezien, heeft enige betekenis. 12En waar geen betekenis is, heerst chaos” (T21.In.1:1-12).

Dat is het enige wat ECIW probeert te onderwijzen aan de waarnemende denkgeest die eraan toe is zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zijn in eerste instantie keuze voor onder leiding staan van de egodenkgeest in twijfel te trekken en bereid is opnieuw te kiezen nu voor HG Denkgeest.

Er is geen wereld (WdI.132.6:2), DUS dan is er ook geen “ik lichaam”…
Als we deze stelling doortrekken volgen er nog veel meer alles omvattende gevolgtrekkingen.
Bijvoorbeeld de kijk op het idee van “de dood”.
Als er geen wereld is dan is de dood net als de wereld ook niet mogelijk, maar slechts een “idee”.
“Een nietig dwaas idee” (T27.VIII.6:2) zoals de Cursus het omschrijft.
Er is geen wereld, geen “ik”, geen dood, maar we ervaren wel een wereld, een “ik”, de dood enz. op een tijdlijn die we ervaren binnen het concept ruimte en tijd.

Een cursus in wonderen stelt dat de bron van waaruit er een wereld, een “ik”, en de dood lijkt te bestaan de denkgeest is. Niet het “ik” lichaam dat lijkt te denken vanuit een brein is de bron, maar de denkgeest.
Denkgeest is onstoffelijk. Dat betekent dat de denkgeest niet dood gaat, maar slechts een idee een gedachte heeft over dat er een wereld is, en dat er een lichaam is dat dood gaat.
Om dat enigszins begrijpelijk te maken spreekt de Cursus over een droom :

“Wanneer je gevangen bent in de wereld der waarneming ben je in een droom gevangen. Zonder hulp kun je niet ontsnappen, want alles wat je zintuigen je tonen getuigt slechts van de werkelijkheid van de droom” (Vw.xi).

Het woord “droom” komt 402 x voor in de Cursus! Als (nog) niet geaccepteerd is dat de wereld, het lichaam, de “ik” kortom al het zogenaamde stoffelijke op welk vibratie-niveau dan ook een droom is van en in de denkgeest dan ligt dat niet aan de onduidelijkheid van de Cursus, maar aan de nog onbewuste weerstand van de ook nog steeds onbewuste (waarnemende/keuzemakende) denkgeest die ergens aanvoelt dat het accepteren van dit gegeven einde verhaal van de wereld, dus ook het einde van de zogenaamde “ik” is.
Geïnterpreteerd als “de dood” van het “ik” lichaam, en tenslotte het einde van de wereld als vorm zoals voorspeld in de Bijbel als de Apocalyps, is (één van de) ego-interpretaties tegen het onbewust gehouden idee dat de wereld en de zogenaamde “ik” enz. slechts een droom is, dus een illusie zijn.

De “je” waarmee we worden aangesproken is in de Cursus ALTIJD de denkgeest. Het lichaam is een idee, een gedachte in en van de denkgeest.

De reis van het onbewust geheim gehouden van de droom door de dromende denkgeest terug naar de bewustwording van dat de wereld en de “ik” enz. slechts lijkt te bestaan in dromen, stuit op gigantisch veel weerstand. Maar niet om de reden die ik denk (WdI.5).

Het lijkt regelrecht in te gaan tegen “de Wil van God” die we uit de bijbel kennen.
Deze god van de bijbel is dan ook gemaakt naar het evenbeeld van het geloof in een wereld en een “ik” lichaam enz. Een god met zintuigen die kan horen, zien, voelen en “ergens” woont.
Een god die partij kiest, oordeelt en veroordeelt, straft en beloond, een god die in zonde, schuld en angst geloofd en daarnaar handelt. Dit alles is een projectie naar het evenbeeld van dit geloof in een wereld van een “ik” lichaam, in het bestaan van een wraakzuchtige in zonde, schuld en angst gelovende god als vervanging van en verdediging tegen het (nog steeds aanwezige onveranderlijke) Weten dat er geen wereld en geen “ik” lichaam enz. bestaat, dan alleen in dromen.
De zogenaamde mogelijkheid van het sterven van het lichaam is hier dan ook een projectie van. Daardoor blijft zogenaamd onbewust, maar ondertussen opzettelijk verborgen, dat dit alles bedacht en geprojecteerd wordt door de keuze voor de in zonde, schuld en angst gelovende waarnemende denkgeest.
Enkel het geloof in dit hele door de egodenkgeest als verdediging tegen de nog steeds onveranderlijke, onverbrekelijke Éénheid, Waarheid, God, Liefde, houdt dit onmogelijke egodenksysteem in stand.

Dit egodenkgeest-geloof in de onvermijdelijke dood van het lichaam enz. en het uiteindelijke verdwijnen van de wereld en het universum vervangt dus de werkelijk onvermijdelijke werkelijkheid dat er geen wereld en dus ook geen “ik” kan bestaan.

Er is alleen Geest die onveranderlijk heel en één is in God.
Enkel het geloof in zonde, schuld en angst met als extra versterking al de bijbehorende emoties zoals verdriet, lijden, woede, pijn, maar ook plezier en vreugde die allemaal vormgericht zijn houden dit onmogelijke geloof in stand.
Vroeg of laat moet dit onmogelijk houdbare geloof wel door de mand vallen, omdat het niet vol te houden is en het lijden niet meer te dragen en niet meer vol te houden is. dan zal uiteindelijk onvermijdelijk de gedachte “Er moet een andere manier zijn” opborrelen uit het onbewuste.
Niet omdat het lijden ten gevolgen van schijnbare gebeurtenissen in “mijn leven” niet meer te dragen is, dat staat slechts symbool voor het niet meer vol te houden verbergen van Waarheid, Éénheid, God, Liefde in en door de denkgeest.
Dat is de betekenis van de uitspraak:

Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.


Hierin ligt de vrede van God
(In.2:2-4).

Wat betekent dat in de dagelijkse praktijk waarin we nog steeds geloven dat de lichamelijke dood echt bestaat.
Dat iedere keer dat er iemand of iets sterft we eigenlijk alleen maar ons gelijk krijgen in dat de dood bestaat en dat de wereld en het “ik” lichaam enz. werkelijkheid zijn en dat werkelijke Werkelijkheid, Onveranderlijke Éénheid, God, Liefde, non-dualisme niet bestaat.
De dood is dus eigenlijk een ontkenning van dat wat dood lijkt te gaan, een lichaam, in werkelijkheid is: onveranderlijke Geest thuis in God in volmaakte Éénheid alleen in staat tot het uitbreiden van de volledig non-dualistische Liefde van God.

Dat betekent niet dat we iets moeten veranderen aan dat we nog wel ervaren in onze “dromen” van illusie waarin het idee van dood nog wel werkelijkheid lijkt te zijn. We ervaren nog steeds de dood van onze geliefde en anderen om ons heen in ons leven. We rouwen “normal”, we nemen afscheid, begraven/cremeren zoals we dat gewend zijn en graag willen, kortom we veranderen niets aan de vorm.
Wat wel gaat en het enige wat kán veranderen stap voor stap in dit hele proces van onbewust naar bewustwording is de denkgeest-verschuiving van het waarmaken van projecties vanuit zonde, schuld en angst naar de bewustwording van dat we ons vergist hebben en dat we (Geest) in werkelijkheid nog steeds onschuldig en onveranderlijk Één zijn in God.
Dat is wat ECIW met het Wonder van Vergeving bedoelt. We vergeven onszelf dat wat we dachten en geloofde dat ons is aangedaan of overkomen in werkelijkheid niet gebeurt is anders dan enkel in dromen van het geloof in de mogelijkheid om afgescheiden te raken van non-dualistische Éénheid, Waarheid, God, Liefde.

En is Ware Vergeving niet het meest liefdevolle wat “we” in de hoedanigheid van keuzemakende denkgeest kunnen schenken aan de hele ene denkgeest die eerst verkoos te kiezen voor de mogelijkheid van afgescheiden te kunnen zijn van non-dualistische God/Liefde dmv het geloof in “de dood”, zich nu dmv Ware Vergeving hiervan zich terug kan herinneren in onveranderlijke Éénheid, Waarheid, God, Liefde?
Een Liefde waar niets of niemand van uitgezonderd kán zijn, want Één is onveranderlijk Één en kan onmogelijk werkelijk twee worden.












We zijn een leven lang geobsedeerd bezig het lichaam in stand te houden. Wat we eigenlijk in stand willen houden, maar wat verborgen moet blijven, is ons geloof in de egodenkgeest.
En we willen het geloof in de egodenkgeest in stand houden, omdat dat gedachtesysteem de enige brandstof is die het idee en het geloof in een lichaam gaande houdt.
Een schijnbaar gesloten gedachtesysteem dat zichzelf draaiende houdt, maar in z’n geheel een illusie een waanidee is.

Onze obsessieve relatie met het lichaam is gebaseerd op een waanidee waar we in geloven en dus denken dat het waar is.
Onze focus op het lichaam is een dagtaak, we zijn altijd met ons lichaam bezig, ook als we het negeren, want iets negeren, betekent dat we geloven dat het er eerst was, maar nu genegeerd wordt.

De obsessie voor het lichaam is eigenlijk de verdediging tegen Eenheid, tegen Liefde, tegen God.
Hoewel het eigenlijk juist het tegenovergestelde lijkt te zijn.
Onze ultieme, goed verborgen, verdediging tegen Eenheid, Liefde, God is van God ook een ´lichaam´ te maken, in de zin van ´iets´ wat los van ons staat en ver verheven is boven ons kwetsbare lichaampjes. En zo wordt ook van Eenheid een dualistische versie gemaakt; god en ik, jij en ik, twee aparte lichamen, en van Liefde wordt speciale liefde bedacht; god houdt van mij, god houdt niet van mij, ik hou van jou, omdat jij mijn geliefde, kind, ouder, familie, vrienden enz. bent, maar ook speciale haat hoort in de dualistische rijtje thuis, allemaal met als centraal uitgangspunt het lichaam.

Dus van waar we ons tegen verdedigingen (Eenheid, Liefde, God) hebben we nu een speciale eigen haat/liefde versie gemaakt, naar ons eigen waan-evenbeeld.
Het verhaal wat we kennen dat God ons heeft gemaakt naar zijn evenbeeld lijkt nu te kloppen, want alleen op die manier kunnen we voor onszelf hard maken dat we een lichaam zijn, want we hebben nu een god bedacht die ook een soort lichaam is, los van ons staat en ons ‘geboetseerd’ heeft en adem heeft ingeblazen.
Het verhaal van zonde, schuld en angst werd leven ingeblazen, het grote theater van de zonde, schuld en angst ving aan. En we namen en nemen dit bloedserieus, we zien het zeker niet als het theater van de lach. We spelen onze rollen bloedserieus en vergeten dat dit alles voortkomt uit de (ego)denkgeest en we niet onze rollen zijn.

Dus dit hele gedoe heeft maar één doel en dat is ‘vergeten’ dat we in werkelijkheid denkgeest zijn en niet een lichaam.
Het doel is dus helemaal niet lichaamsgericht, zoals de egodenkgeest wil geloven, maar denkgeest gericht, omdat er niets anders is dan denkgeest en dus kan alleen de denkgeest de bron zijn en kan er alleen in de denkgeest iets veranderen.
Het lichaam is de enige troef die de egodenkgeest heeft, dus dat moet obsessief bewaakt en gebruikt worden waarbij het voor het ego niet uitmaakt of het lichaam nou gebruikt of misbruikt wordt, aangevallen of verdedigd wordt, als het lichaam maar als oorzaak en gevolg wordt gezien is het goed voor de in afscheiding gelovende egodenkgeest.
Alles wat we, de denkgeest, doen is gericht op het in stand houden van de gedachte een lichaam te zijn, alles, elke ademteug, elke beweging, elke hap, elke gedachte over ziekte en gezondheid, en dood allemaal lichaamsgericht.

De obsessie die we hebben tov het lichaam is dus helemaal niet lichaamsgericht, maar egodenkgeest gericht, met als enig doel te voorkomen dat we ons herinneren denkgeest te zijn, dat een lichaam projecteert.
De denkgeest huist niet in een lichaam, maar andersom, het lichaam is een gedachte van, door en in de denkgeest. En wat we zien en denken te zijn is een projectie, een lichtbeeld, en dus nog steeds een gedachte, aangestuurd door gedachten en wel gedachten van zonde, schuld en angst.
Het is immers onmogelijk uit Eenheid, Liefde, God te stappen, dus moet wat de egodenkgeest probeert te doen, zich toch af te scheiden, wel zeer pijnlijk en onnatuurlijk zijn en precies het tegengestelde van Liefde zijn, namelijk zonde, schuld en angst. En zo lijden we nooit om de reden dat we denken en geloven te lijden, namelijk door iets wat zich buiten ons afspeelt in enige vorm welke eruit ziet als lijden.

En natuurlijk is de weerstand dit te willen zien enorm. Een weerstand die geprojecteerd wordt op het lichaam en daar wordt ervaren, als lichamelijke pijn en ongemak, maar niet gezien mag worden als komende van de egodenkgeest die de lichamelijk pijn en ongemak als rookgordijn gebruikt, als afleiding van de oorzaak, die enkel en alleen in de denkgeest ligt.
De egodenkgeest is immers in elke gedachte die we denken aanwezig en doet dus altijd mee, en voert keurig en gehoorzaam uit waar deze is voor bedacht; weerstand geven.

Maar gelukkig is ook de herinnering aan wat we werkelijk zijn, denkgeest, wel nog steeds aanwezig in elke gedachte; de waarnemende/keuzemakende denkgeest. En alleen de denkgeest die zich aan het bewust worden is van dit hele waanzinnige (on)mogelijke gedoe, kan leren dat er een bewuste keuze gemaakt kan worden, niet een keuze op vorm niveau, dus lichaamsniveau over het lichaam, maar op denkgeest niveau, over naar welk denksysteem we willen luisteren: ego of Heilige Geest.

Gedachten zoals, ja maar het lichaam dan, moet ik dat dan maar negeren, is een egogedachte, een verdedigingsgedachte. En dat is niet fout of goed, het ego doet waar we het voor hebben bedacht, het kan niet anders.
Het enige wat we wel kunnen doen, als waarnemende/keuzemakende denkgeest is oordeelloos leren kijken naar al die verdedigingen tegen Liefde, Waarheid, God, en deze vergeven, omdat we willen zien dat het onmogelijk is en onzinnig, onnodig ons te verdedigen tegen Liefde, Waarheid, God of hoe we het Onnoembare ook willen noemen.

En het lichaam dan? Dat krijgt dan een andere functie in handen van onze HG kant van de denkgeest en zal moeiteloos zijn nieuwe functie vervullen, nu als projectie vanuit HG, waarbij het lichaam slechts een hulpmiddel is wat we, zolang we in de ‘ervaring’ verkeren, kunnen begrijpen.

Ik (denkgeest) laat de egodenkgeest voor wat het is met z´n speeltje (het lichaam) en geef het terug aan HG/J, alsjeblieft her-gebruik het maar, her-gebruik elke beweging elke handeling elke gedachte die lichaamsgericht lijkt te zijn.
En ik (denkgeest) ga dus nu niet mee in de (ego)gedachte dat ik nu ik dit zie al mijn ‘slechte’ gewoontes aan moet gaan pakken, en nieuwe ‘goeie’ gewoontes aan moet leren, want dan maak ik weer het lichaam tot centraal uitgangspunt en ben ik weer gewoon aan het oordelen.
Ik (denkgeest) hoef alleen maar te leren elke gedachte die ik heb terug te nemen in de denkgeest en te vergeven, zonder resultaat gericht te zijn. En als ik merk dat ik dat wel ben, die gedachte ook weer te vergeven, en als ik daar ook weer een oordeel over heb, dat ook weer te vergeven. Alleen zo zal ik leren oordeelloos te kijken en wordt ik als een toeschouwer in de zaal die naar zijn eigen toneelstuk kijkt, erin speel, maar zich er niet meer mee vereenzelvigt. Zoals een acteur op het toneel ook donders goed weet dat hij z’n rol niet is, maar hem wel speelt.
De denkgeest is dan helemaal terug in de waarnemende/keuzemakende denkgeest positie die alleen nog maar kan kiezen tussen angst of Liefde, terwijl het toneelstuk op het toneel gewoon doorgaat, tot het klaar is, niet door de lichamelijke dood, maar doordat de denkgeest zich volledig herinnert in God.

Leestip: T4.V. De ego-lichaam-illusie, blz. 65 van het Tekstboek van ECIW

Wat gedachtes over de uitspraak in (T21.In.1:4):
Ze [de wereld die jij ziet] getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.”

En toen zag ik zo duidelijk weer de vergelijking met een film, wat een prachtig symbool vormt voor deze uitspraak.
Een film is eerst opgenomen en vastgelegd in z’n geheel, en wordt daarna afgespeeld, steeds maar weer.
Zo ook is wat wij onze wereld en onze levens noemen al in één keer ‘opgenomen’ en wordt vervolgens eindeloos opnieuw afgespeeld. Elke denkbaar egoscript-variatie op het ene ego-thema “afscheiding” is beschikbaar om weer opnieuw afgespeeld te worden.
En net zoals in een film, kijken wij (denkgeest) ernaar. Wij kijken naar onze eigen mentale projectie, maar zijn vergeten dat we dat doen en denken en geloven nu dat wat wij zien en beleven in de film ook echt is wat we zijn en op dat moment in ruimte en tijd echt gebeurt. Wij lijken dat lichaam te zijn omringd door miljoenen andere lichamen, dingen en situaties, maar het zijn en blijven mentale projecties vanuit de denkgeest vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, dus niet vanuit de hersenen, want de hersenen zijn ook een denkgeest projectie.

Onze innerlijke ego toestand is een toestand van angst, van zonde en schuld, die elk moment bij elke gedachte opnieuw worden opgeroepen uit de in één keer geprojecteerde schier eindeloze voorraad egoprojecties. En daaruit kiezen wij, (onbewust, want dat de denkgeest de bron is het moet immers verborgen blijven) als egodenkgeest (dus niet als lichaam!) onze persoonlijke ego/afscheidings-verhaal, dat wat we ons huidige leven noemen.
En we (denkgeest) draaien deze film af en denken en geloven dat we dat leven zijn, en we zien dus niet dat we een rol spelen en in werkelijkheid denkgeest zijn die dit alles heeft bedacht, opzet en uitspeelt.

ECIW leert ons te herinneren dat wij denkgeest dit alles zelf bedacht hebben, vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, en dat al die scripts in dat ene moment van afscheiding (het nietig dwaas idee, zoals de Cursus het noemt, zie T27.VIII.6:2-3), op ‘film’ zijn vastgelegd en we steeds weer opnieuw een film kiezen, waar we steeds weer opnieuw dat ene nietig dwaas idee beleven en ons daar geheel en al mee identificeren.

Ware Vergeving leert ons, ons te herinneren dat we deze filmpjes (projecties) vanuit het geloof in zonde, schuld en angst niet zijn, dat ze niet ‘werkelijk’ gebeurt zijn, maar dat het inderdaad  ‘de uiterlijke weergaven zijn van een innerlijke toestand’ en die innerlijke toestand is de ego-toestand van het geloof in zonde, schuld en angst, die uit-geprojecteerd wordt en we beleven als ons leven.
Als we dat zien en aannemen, kunnen deze zelfde projecties, films, die we ons leven noemen, door Heilige Geest en of Jezus (symbool van ons Ware Zelf) als vergevingskansen en middelen worden her-gebruikt, die ons doen terug-herinneren in wat we werkelijk zijn; in Liefde, in God, in Eenheid.

Teneinde de innerlijke toestand van de keuze voor ego in beeld te krijgen, wat noodzakelijk is als we het als vergevingsmateriaal en kans willen gaan laten her-gebruiken, kunnen we olv onze gids en leraar Heilige Geest/Jezus oftewel de Juist-gerichte-denkgeest leren oordeelloos als waarnemer (waarnemende-denkgeest) te kijken naar de uiterlijke weergave van de innerlijke toestand van de denkgeest.
Leren oordeelloos te kijken naar alle ego-oordelen die we opstellen in de denkgeest en vervolgens hebben geprojecteerd met als doel de bron, de denkgeest te “vergeten”.
Het moge duidelijk zijn dat de denkgeest die als doel heeft te vergeten niet de denkgeest kan zijn die oordeelloos naar het vergeten kan kijken.
De egodenkgeest die als doel heeft te vergeten dat het de bron is van elke gedachte van zonde, schuld en angst zal wel proberen een oplossing te vinden, maar kan dat alleen doen binnen het ego-denksysteem-concept van afscheiding. 
Ook dit leren zien is een onvermijdelijk leerproces.

Het enige wat nodig is binnen dit leerproces olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest, is oordeelloos te leren kijken naar het volledig script van wat ik “mijn leven” noem.
Dat hele script in heel z’n ego glorie, met z’n vele lagen is het vergevings-leer-materiaal dat we nodig hebben om terug te herinneren in wat IS en nooit is weggeweest.

We zullen merken en waarnemen tijdens dit proces van ware vergeving, hoe we laag voor laag ego-verdedigingsmuren hebben opgebouwd teneinde de bron, de denkgeest aan de waarneming te doen onttrekken, waardoor deze geprojecteerde schijn-verdedigingsmuren echt lijken te zijn geworden en er een identificatie ermee heeft plaatsgevonden.
De “ik” lijkt nu ineens een lichaam te zijn geworden, in een wereld van vormen en situaties waarbij het denken plaatsvindt in de hersenen, in plaats van in de denkgeest.
Al die verdedigingslagen worden gedurende het proces van ongedaan maken middels ware vergeving laagje voor laagje afgepeld, door ze te herkennen en te erkennen en ze terug te geven aan de HG Denkgeest voor ware vergeving.

Dit hele afpel van het geloof in ego proces zal van tijd tot tijd als heel heftig ervaren worden, niet omdat dat noodzakelijk is, maar omdat de weerstand, nog steeds geleid door het geloof in zonde, schuld en angst, ertegen enorm lijkt te zijn.
Alleen olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest zal dit proces van ongedaan maken van het geloof in zonde, schuld en angst soepeltjes, zacht en liefdevol kunnen verlopen.
Dat betekent dat als ik voel/ervaar dat mijn weerstand groot is dat alleen maar een bewijs is dat ik alleen wil luisteren naar de egodenkgeest als gids/leraar (het geloof in zonde, schuld en angst) en bezig ben met tegen mijn Ware Zelf te vechten.
Het enige juiste antwoord op deze waarneming is “kies opnieuw”, nu voor de Juist-gerichte-denkgeest kant van de denkgeest.
Het is al met al een proces, een onvermijdelijk proces waarvan de uitkomst vaststaat, omdat er in Werkelijkheid niets gebeurt is.

Als je “zoekt” in “zoeken” onder het woord “vergeten”, komen er diverse blogs tevoorschijn die over dit onderwerp gaan.
Ik kom er telkens weer op terug, kennelijk omdat ik er telkens weer aan herinnerd wil worden en niet wil “vergeten” wat er achter het “vergeten” verborgen wil blijven.
Dus hier weer een herinnering…

Het doel van het geloof in ego is “vergeten” wat Werkelijkheid is, door voor Werkelijkheid de sluier van vergetelheid te hangen, waardoor Werkelijkheid “versluierd” wordt, maar niet verdwijnt…
Het non-dualistische Weten wordt daardoor schijnbaar vervangen door het dualistische weten van het ego.
Een weten dat daardoor 100% onbetrouwbaar is. Waarheid dat zich ineens opgesplitst lijkt te hebben in ego-waarheid en ego-onwaarheid en geheel afhankelijk is van de dualistische ego-manier van kijken naar de eigen projecties, projecties welke weerspiegelingen zijn van de inhoud en de toestand van de dualistische egodenkgeest. De ego-toestand van de denkgeest bestaat altijd uit het geloof in zonde, schuld en angst. De wereld die daaruit voortkomt getuigt daarvan.

“Van één ding was je zeker: van al de vele oorzaken die jij zag als brengers van pijn en lijden voor jou, was jouw schuld er niet een van”(T27.VII.7:4).

Waarom is dit alles gebeurt? Het antwoord bevindt zich zoals altijd in de vraag: het is niet werkelijk gebeurt. Het verschijnt in dromen van het geloof in de mogelijkheid van afscheiding, maar zoals algemeen bekend en erkend, wat in dromen lijkt te zijn gebeurt, is niet werkelijk gebeurt en heeft in het grote geheel niets verandert aan Non-dualistische Waarheid, dat wat “we” in werkelijkheid zijn.

Dit lijkt een theoretisch verhaal, maar is toch heel belangrijk om te weten als basis voor het op de juiste manier toepassen van het leerplan van de Cursus, oftewel het leerplan van de Heilige Geest/Jezus, oftewel de Juist-gerichte-tevens tot waarnemen en keuzemakende in staat zijnde denkgeest.
Deze waarnemende/keuzemakende eigenschap van de Juist-gerichte-denkgeest dient ontwikkeld te worden zodat dat wat eerst gebruikt werd door de dualistische tot vergeten in staat zijnde egodenkgeest kan worden her-gebruikt om terug te herinneren in wat nooit werkelijk is vergeten: non-dualistische Waarheid.

Dat herinneren gebeurt niet door de persoon in dit geval “Annelies”. Annelies is immers een projectie van de egodenkgeest die gelooft in zonde, schuld en angst.
De egodenkgeest is dus de bron en niet de projectie, het lichaam “Annelies”.
Aangezien het ego in elke gedachte aanwezig is, is het ook mogelijk deze gedachtes waar te nemen. Zo komt de ego gedachte langs:
“Ah, de denkgeest is dus de schuldige en niet ik Annelies, ik ga vrijuit…”.
Waaruit alleen maar blijkt dat de identificatie met het lichaam, in plaats van met zijn bron, de denkgeest, krampachtig vastgehouden wil worden.
Dit soort (ego)gedachtes waarnemen door dat wat waarneemt (de denkgeest) is nodig teneinde deze in eerste instantie ego-gedachte (het ego spreekt altijd eerst) te kunnen laten her-gebruiken als ware vergevingsgedachte door de Juist-gerichte-denkgeest (HG/J).

De cursus, Jezus, HG, spreekt ons altijd aan op denkgeest niveau, nooit als lichaam.
Als er staat dat “jij” iets doet, dan slaat dat nooit op een handeling van het lichaam, maar op de keuze in en van de denkgeest om iets te doen.
Het lichaam doet niets, het lichaam is een projectie, en net als een projectie op het filmdoek, lijkt de projectie op het witte doek wel iets te doen, maar iedereen weet dat het slechts om een projectie gaat en dat de bron van de projectie de projector is.
Het schijnbaar persoonlijke aanspreken van het “ik, jij, wij” lichaam, moet dus gezien worden als symbolisch en heeft alleen een symbolische betekenis.
Als ik oordeel op basis van wat lichamen lijken te doen, dan zijn niet de lichamen de oorzaak van wat er lijkt te gebeuren, maar het geloof in de achterliggende projecterende egodenkgeest die “mijn” (egodenkgeest) gedachtes van het geloof in zonde, schuld en angst projecteert en een “film, lichtbeelden” laten zien die dit lijken uit te beelden.

En dit lijkt allemaal echt te gebeuren, omdat de bron van dit alles wil worden vergeten, zoals we tijdens het kijken naar een film ook volledig kunnen opgaan in wat we zien op het witte doek en vergeten dat het eigenlijk een projectie is en niet echt gebeurt.
Totdat we weer buiten staan en ons weer herinneren dat we naar een film zaten te kijken…

Dat is ook het doel van het leerplan van ECIW, herinneren dat wat we dachten dat we zijn, lichamen in een wereld/universum, niet is wat we in werkelijkheid Zijn.
En de Cursus her-gebruikt onze favoriete film in dit geval: “mijn leven, aflevering: Annelies”, als terug- naar de bron-herinneringsmateriaal, waar ik, denkgeest olv HG/J (Juist-gerichte-denkgeest) opnieuw kan leren kijken waarbij het voorheen ego script van het geloof in zonde-schuld en angst, vergeven mag worden en zodoende de denkgeest doet terug-herinneren van het beperkte dualistische ego-zelf, naar HG Zelf, het non-dualistische ZIJN.








Elke bewust waargenomen opgeworpen blokkade als verdediging tegen Liefde is een rechtstreekse uitnodiging om deze op te laten lossen in en door het toestaan van Ware Vergeving. Ware Vergeving dat ziet dat er in werkelijkheid niets gebeurt is wat de Liefde van God kan tegenhouden.

Dus dat wat een probleem (blokkade) leek in de vorm is niet wat het lijkt, oftewel “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”(WdI.5).
De onvrede komt niet door wat er buiten “mij” of met “mijn” lichaam (dat is namelijk ook iets dat als “buiten” de denkgeest wordt gezien) lijkt te gebeuren, maar wat ik besluit te ervaren in de denkgeest, namelijk: zonde, schuld en angst, met als (verborgen gehouden) doel afscheiding van Liefde, God.

Dus wat we in de droom bijvoorbeeld “schuldhulpverlening” noemen, door het probleem buiten de “ik” te zien en vervolgens ook buiten de “ik” hulp te gaan zoeken, kan zich verplaatsen als we Ware Vergeving toestaan, naar schuldhulpvergeving waarbij de denkgeest zich wil herinneren en bewust waarneemt dat het probleem zich in de denkgeest van de denker bevindt die voor afscheiding kiest en daardoor alleen maar zonde, schuld en angst kan ervaren, middels projecties daarvan.

De volgorde verandert dus totaal, niet de uiteindelijk vorm, de projectie is de oorzaak en het gevolg, maar de denkgeest is oorzaak en gevolg. De denkgeest die kiest voor het geloof in afscheiding en dientengevolge wel voor zonde, schuld en angst moet kiezen en dat vervolgens projecteert, omdat de bron, de denkgeest (de bron) verborgen moet blijven.
Dat wil niet zeggen dat de vorm waarin zich dit allemaal uit-projecteert ontkent moet en zal worden, alleen de functie van de projectie verschuift, van naar “buiten” (de wereld) naar “naar binnen” (de denkgeest). Immers projectie maakt waarneming. “Ze getuigt van de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand” (T21.In.1:5).

Als “mijn” innerlijke denkgeest toestand voor het geloof in zonde, schuld en angst kiest, dan zal dat terug te herkennen zijn in en door “mijn denkgeest” projecties.
Wordt dit volledig doorzien dan kunnen al mijn projecties gaan dienen als reminder om te laten her-gebruiken als vergevingsmateriaal en vergevingskans in en door de denkgeest.
Als dan de met opzet door de denkgeest opgeworpen blokkade in Ware Vergeving is opgelost komt vanzelf de grenzeloze ruimte van Éénheid weer naar boven drijven en zal moeiteloos als vanZelf precies geweten worden wat het meest liefdevol is om te “doen”. Een “Geïnspireerd doen” zonder oordeel, zonder verwachtte uitkomst in totaal Vertrouwen een “doen” als de reflectie van onveranderlijke Liefde in God, Éénheid, dat wat IS. Let wel “een reflectie”, dus nog steeds een projectie, een beeld, maar dan wel een projectie die niet vanuit het geloof in zonde, schuld en angst komt, maar vanuit vormloze, non-dualistische Éénheid, Waarheid.



Als ik me moe voel dan is dat niet het Zelf dat zich moe voelt. Zelf is immers het non-dualistische Zijn.
Ook het lichaam kan niet datgene zijn wat zich moe voelt. Het lichaam is immers een projectie, een filmbeeldje, het is de ego-interpretatie van wat het denkt en geloofd dat het het zelf is dat zich moe kan voelen. Het lichaam is een geloof in de gedachte dat er een lichaam bestaat dat wordt gezien als de “ik” dat zich moe kan voelen.
Dat wat zich moe voelt is het geloof van de ego-denkgeest in de mogelijkheid dat er een fragmentje van de non-dualistische Éénheid afgebroken en afgescheiden is geraakt van Éénheid.
De schijnbare ervaring van vermoeidheid is het resultaat van deze onmogelijke reeks van geprojecteerde gedachtes, een constant gevecht tegen dat wat IS.
Een gevecht dat nooit gewonnen kan worden en alleen maar een niet bestaande afscheiding (van onveranderlijke Één) schijnbaar in stand houdt.
Enkel het geloof erin houdt dit onmogelijke denksysteem overeind.

Het goede nieuws is, dat OMDAT dit hele onmogelijke denksysteem nul invloed heeft op Één, Waarheid, dat wat IS, kunnen “we” het niet verpesten of fout doen.
De uitkomst staat vast, omdat Non-dualisme geen uitkomst nodig heeft, het IS.
Dus wat er ook maar als fout, als niet goed bestempeld wordt ervaren het heeft geen enkele invloed op dat wat IS, non-dualistische Waarheid.
Vandaar dat de Cursus zich niet richt op het streven naar Liefde, Éénheid, non-dualisme, maar op het leren zien van alle obstakels die we voor Liefde, Éénheid hebben gelegd en ze te leren zien voor wat ze zijn: onmogelijke droombeelden van het geloof in zonde, schuld en angst waardoor afscheiding van God een reëele mogelijkheid leek te kunnen zijn.

Dit proces van ont-leren kan niet fout gaan, de uitkomst staat immers vast. Het proces kan uitgerekt (uitgesteld) worden binnen het concept ruimte en tijd, dat is een keuze, maar het kan niet afgesteld worden, in die zin is het proces “verplicht” OMDAT er in werkelijkheid niets gebeurt is en er nog steeds alleen maar non-dualistische Éénheid IS.
Waarheid is Waarheid geen enkel verzinsel, fantasie, droom kan daar werkelijk verandering in brengen.

De ervaring van vermoeidheid speelt zich dus enkel en alleen af in de (ego)denkgeest die het idee en het geloof in vermoeidheid gebruikt om afgescheiden te zijn en blijven van Liefde, God, Éénheid, non-dualisme. Er hoeft derhalve niets aan de vermoeidheid gedaan te worden, maar aan het geloof in vermoeidheid in en van de denkgeest. Het geloof in vermoeidheid kan vergeven worden. En als het geloof in de werkelijkheid van het vermoeid kunnen zijn is vergeven, wordt de projectie ‘neutraal’ en zal de beperktheid van het ego-denken, ruimte maken voor de volledige grenzeloze vrijheid van de Juist-gerichtheid van HG denken, waar dan vanZelf de meest liefdevolle Inspiratie van wat te “doen” zal opduiken. Een “doen” zonder oordeel, en zonder uitkomst verwachtingen. Want Waarheid, Éénheid, non-dualisme, God, Liefde heeft geen oordeel nodig en ook geen uitkomst.
En ja, dat vereist nu eenmaal jarenlang, een leven of zelfs levens-lang (het uitstelgedrag van ego-angst) van veel oefenen met het leermateriaal dat in overvloed aanwezig is in elke (ego)gedachte…

“Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.

Hierin ligt de vrede van God”
.