archiveren

Tagarchief: film

Wat gedachtes over de uitspraak in (T21.In.1:4):
Ze [de wereld die jij ziet] getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.”

En toen zag ik zo duidelijk weer de vergelijking met een film, wat een prachtig symbool vormt voor deze uitspraak.
Een film is eerst opgenomen en vastgelegd in z’n geheel, en wordt daarna afgespeeld, steeds maar weer.
Zo ook is wat wij onze wereld en onze levens noemen al in één keer ‘opgenomen’ en wordt vervolgens eindeloos opnieuw afgespeeld. Elke denkbaar egoscript-variatie op het ene ego-thema “afscheiding” is beschikbaar om weer opnieuw afgespeeld te worden.
En net zoals in een film, kijken wij (denkgeest) ernaar. Wij kijken naar onze eigen mentale projectie, maar zijn vergeten dat we dat doen en denken en geloven nu dat wat wij zien en beleven in de film ook echt is wat we zijn en op dat moment in ruimte en tijd echt gebeurt. Wij lijken dat lichaam te zijn omringd door miljoenen andere lichamen, dingen en situaties, maar het zijn en blijven mentale projecties vanuit de denkgeest vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, dus niet vanuit de hersenen, want de hersenen zijn ook een denkgeest projectie.

Onze innerlijke ego toestand is een toestand van angst, van zonde en schuld, die elk moment bij elke gedachte opnieuw worden opgeroepen uit de in één keer geprojecteerde schier eindeloze voorraad egoprojecties. En daaruit kiezen wij, (onbewust, want dat de denkgeest de bron is het moet immers verborgen blijven) als egodenkgeest (dus niet als lichaam!) onze persoonlijke ego/afscheidings-verhaal, dat wat we ons huidige leven noemen.
En we (denkgeest) draaien deze film af en denken en geloven dat we dat leven zijn, en we zien dus niet dat we een rol spelen en in werkelijkheid denkgeest zijn die dit alles heeft bedacht, opzet en uitspeelt.

ECIW leert ons te herinneren dat wij denkgeest dit alles zelf bedacht hebben, vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, en dat al die scripts in dat ene moment van afscheiding (het nietig dwaas idee, zoals de Cursus het noemt, zie T27.VIII.6:2-3), op ‘film’ zijn vastgelegd en we steeds weer opnieuw een film kiezen, waar we steeds weer opnieuw dat ene nietig dwaas idee beleven en ons daar geheel en al mee identificeren.

Ware Vergeving leert ons, ons te herinneren dat we deze filmpjes (projecties) vanuit het geloof in zonde, schuld en angst niet zijn, dat ze niet ‘werkelijk’ gebeurt zijn, maar dat het inderdaad  ‘de uiterlijke weergaven zijn van een innerlijke toestand’ en die innerlijke toestand is de ego-toestand van het geloof in zonde, schuld en angst, die uit-geprojecteerd wordt en we beleven als ons leven.
Als we dat zien en aannemen, kunnen deze zelfde projecties, films, die we ons leven noemen, door Heilige Geest en of Jezus (symbool van ons Ware Zelf) als vergevingskansen en middelen worden her-gebruikt, die ons doen terug-herinneren in wat we werkelijk zijn; in Liefde, in God, in Eenheid.

Teneinde de innerlijke toestand van de keuze voor ego in beeld te krijgen, wat noodzakelijk is als we het als vergevingsmateriaal en kans willen gaan laten her-gebruiken, kunnen we olv onze gids en leraar Heilige Geest/Jezus oftewel de Juist-gerichte-denkgeest leren oordeelloos als waarnemer (waarnemende-denkgeest) te kijken naar de uiterlijke weergave van de innerlijke toestand van de denkgeest.
Leren oordeelloos te kijken naar alle ego-oordelen die we opstellen in de denkgeest en vervolgens hebben geprojecteerd met als doel de bron, de denkgeest te “vergeten”.
Het moge duidelijk zijn dat de denkgeest die als doel heeft te vergeten niet de denkgeest kan zijn die oordeelloos naar het vergeten kan kijken.
De egodenkgeest die als doel heeft te vergeten dat het de bron is van elke gedachte van zonde, schuld en angst zal wel proberen een oplossing te vinden, maar kan dat alleen doen binnen het ego-denksysteem-concept van afscheiding. 
Ook dit leren zien is een onvermijdelijk leerproces.

Het enige wat nodig is binnen dit leerproces olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest, is oordeelloos te leren kijken naar het volledig script van wat ik “mijn leven” noem.
Dat hele script in heel z’n ego glorie, met z’n vele lagen is het vergevings-leer-materiaal dat we nodig hebben om terug te herinneren in wat IS en nooit is weggeweest.

We zullen merken en waarnemen tijdens dit proces van ware vergeving, hoe we laag voor laag ego-verdedigingsmuren hebben opgebouwd teneinde de bron, de denkgeest aan de waarneming te doen onttrekken, waardoor deze geprojecteerde schijn-verdedigingsmuren echt lijken te zijn geworden en er een identificatie ermee heeft plaatsgevonden.
De “ik” lijkt nu ineens een lichaam te zijn geworden, in een wereld van vormen en situaties waarbij het denken plaatsvindt in de hersenen, in plaats van in de denkgeest.
Al die verdedigingslagen worden gedurende het proces van ongedaan maken middels ware vergeving laagje voor laagje afgepeld, door ze te herkennen en te erkennen en ze terug te geven aan de HG Denkgeest voor ware vergeving.

Dit hele afpel van het geloof in ego proces zal van tijd tot tijd als heel heftig ervaren worden, niet omdat dat noodzakelijk is, maar omdat de weerstand, nog steeds geleid door het geloof in zonde, schuld en angst, ertegen enorm lijkt te zijn.
Alleen olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest zal dit proces van ongedaan maken van het geloof in zonde, schuld en angst soepeltjes, zacht en liefdevol kunnen verlopen.
Dat betekent dat als ik voel/ervaar dat mijn weerstand groot is dat alleen maar een bewijs is dat ik alleen wil luisteren naar de egodenkgeest als gids/leraar (het geloof in zonde, schuld en angst) en bezig ben met tegen mijn Ware Zelf te vechten.
Het enige juiste antwoord op deze waarneming is “kies opnieuw”, nu voor de Juist-gerichte-denkgeest kant van de denkgeest.
Het is al met al een proces, een onvermijdelijk proces waarvan de uitkomst vaststaat, omdat er in Werkelijkheid niets gebeurt is.

Als je “zoekt” in “zoeken” onder het woord “vergeten”, komen er diverse blogs tevoorschijn die over dit onderwerp gaan.
Ik kom er telkens weer op terug, kennelijk omdat ik er telkens weer aan herinnerd wil worden en niet wil “vergeten” wat er achter het “vergeten” verborgen wil blijven.
Dus hier weer een herinnering…

Het doel van het geloof in ego is “vergeten” wat Werkelijkheid is, door voor Werkelijkheid de sluier van vergetelheid te hangen, waardoor Werkelijkheid “versluierd” wordt, maar niet verdwijnt…
Het non-dualistische Weten wordt daardoor schijnbaar vervangen door het dualistische weten van het ego.
Een weten dat daardoor 100% onbetrouwbaar is. Waarheid dat zich ineens opgesplitst lijkt te hebben in ego-waarheid en ego-onwaarheid en geheel afhankelijk is van de dualistische ego-manier van kijken naar de eigen projecties, projecties welke weerspiegelingen zijn van de inhoud en de toestand van de dualistische egodenkgeest. De ego-toestand van de denkgeest bestaat altijd uit het geloof in zonde, schuld en angst. De wereld die daaruit voortkomt getuigt daarvan.

“Van één ding was je zeker: van al de vele oorzaken die jij zag als brengers van pijn en lijden voor jou, was jouw schuld er niet een van”(T27.VII.7:4).

Waarom is dit alles gebeurt? Het antwoord bevindt zich zoals altijd in de vraag: het is niet werkelijk gebeurt. Het verschijnt in dromen van het geloof in de mogelijkheid van afscheiding, maar zoals algemeen bekend en erkend, wat in dromen lijkt te zijn gebeurt, is niet werkelijk gebeurt en heeft in het grote geheel niets verandert aan Non-dualistische Waarheid, dat wat “we” in werkelijkheid zijn.

Dit lijkt een theoretisch verhaal, maar is toch heel belangrijk om te weten als basis voor het op de juiste manier toepassen van het leerplan van de Cursus, oftewel het leerplan van de Heilige Geest/Jezus, oftewel de Juist-gerichte-tevens tot waarnemen en keuzemakende in staat zijnde denkgeest.
Deze waarnemende/keuzemakende eigenschap van de Juist-gerichte-denkgeest dient ontwikkeld te worden zodat dat wat eerst gebruikt werd door de dualistische tot vergeten in staat zijnde egodenkgeest kan worden her-gebruikt om terug te herinneren in wat nooit werkelijk is vergeten: non-dualistische Waarheid.

Dat herinneren gebeurt niet door de persoon in dit geval “Annelies”. Annelies is immers een projectie van de egodenkgeest die gelooft in zonde, schuld en angst.
De egodenkgeest is dus de bron en niet de projectie, het lichaam “Annelies”.
Aangezien het ego in elke gedachte aanwezig is, is het ook mogelijk deze gedachtes waar te nemen. Zo komt de ego gedachte langs:
“Ah, de denkgeest is dus de schuldige en niet ik Annelies, ik ga vrijuit…”.
Waaruit alleen maar blijkt dat de identificatie met het lichaam, in plaats van met zijn bron, de denkgeest, krampachtig vastgehouden wil worden.
Dit soort (ego)gedachtes waarnemen door dat wat waarneemt (de denkgeest) is nodig teneinde deze in eerste instantie ego-gedachte (het ego spreekt altijd eerst) te kunnen laten her-gebruiken als ware vergevingsgedachte door de Juist-gerichte-denkgeest (HG/J).

De cursus, Jezus, HG, spreekt ons altijd aan op denkgeest niveau, nooit als lichaam.
Als er staat dat “jij” iets doet, dan slaat dat nooit op een handeling van het lichaam, maar op de keuze in en van de denkgeest om iets te doen.
Het lichaam doet niets, het lichaam is een projectie, en net als een projectie op het filmdoek, lijkt de projectie op het witte doek wel iets te doen, maar iedereen weet dat het slechts om een projectie gaat en dat de bron van de projectie de projector is.
Het schijnbaar persoonlijke aanspreken van het “ik, jij, wij” lichaam, moet dus gezien worden als symbolisch en heeft alleen een symbolische betekenis.
Als ik oordeel op basis van wat lichamen lijken te doen, dan zijn niet de lichamen de oorzaak van wat er lijkt te gebeuren, maar het geloof in de achterliggende projecterende egodenkgeest die “mijn” (egodenkgeest) gedachtes van het geloof in zonde, schuld en angst projecteert en een “film, lichtbeelden” laten zien die dit lijken uit te beelden.

En dit lijkt allemaal echt te gebeuren, omdat de bron van dit alles wil worden vergeten, zoals we tijdens het kijken naar een film ook volledig kunnen opgaan in wat we zien op het witte doek en vergeten dat het eigenlijk een projectie is en niet echt gebeurt.
Totdat we weer buiten staan en ons weer herinneren dat we naar een film zaten te kijken…

Dat is ook het doel van het leerplan van ECIW, herinneren dat wat we dachten dat we zijn, lichamen in een wereld/universum, niet is wat we in werkelijkheid Zijn.
En de Cursus her-gebruikt onze favoriete film in dit geval: “mijn leven, aflevering: Annelies”, als terug- naar de bron-herinneringsmateriaal, waar ik, denkgeest olv HG/J (Juist-gerichte-denkgeest) opnieuw kan leren kijken waarbij het voorheen ego script van het geloof in zonde-schuld en angst, vergeven mag worden en zodoende de denkgeest doet terug-herinneren van het beperkte dualistische ego-zelf, naar HG Zelf, het non-dualistische ZIJN.








Een cursus in wonderen is vooral een cursus in het leren terug te keren naar de bron, de denkgeest en daar de waarnemende tevens keuzemakende positie in te nemen.
De denkgeest is de bron waar de keuze wordt gemaakt om met het ego (de keuze voor afscheiding) of met Heilige Geest (de keuze om de afscheiding te genezen) te denken.
Dit denken ontstaat niet in het brein, het brein is slechts een projectie, een kanaal die deze keuze tot uitdrukking brengt. Ik ben niet een lichaam, ‘ik’ ben denkgeest die droomt een lichaam te zijn en geloofd dat deze droom mijn ‘werkelijkheid’ is.

Terug gaan naar de denkgeest de bron en daar de waarnemende positie innemen stelt mij instaat zowel de droom, de film, het script te observeren terwijl het zich voltrekt als mijn projectie op het doek, als vervolgens de keuze te maken door welke ‘ogen’ ik wil zien. En er zijn maar twee keuzes: ego of HG. Waarvan er maar één Waarheid vertegenwoordigt.
Uiteindelijk zal ik leren dat er dus maar één keuze mogelijk is.
Ik zal mijn keuze herkennen aan mijn ervaring.

Elke gedachte bevat ego, Heilige Geest en de waarnemer/keuzemaker.
En elke gedachte die ik als denkgeest heb en projecteer gaat over ‘mij’, de staat van mijn denkgeest.
Als ik ‘een ander’ iets in mijn ogen stoms zie doen, dan betekent dat alleen dat ik mijn ego aanval gedachtes over mijzelf niet onder ogen wil zien en dat dan razendsnel weg probeer te projecteren, zodat de schuld zich nu buiten mij lijkt te bevinden en ik onschuldig ben. Dat is de functie van projecteren, projectie wast mijn handen in onschuld.
Projectie kan ook geprojecteerd worden op mijzelf als lichaam, maar ook het lichaam is een projectie met als doel iets buiten mij te willen zien.
Als projectie vanuit zonde, schuld en angst komt ziet het er altijd uit en wordt het altijd ervaren als een schuldig lichaam of iets anders buiten mij of als mij eigen lichaam. Het is hoe dan ook een projectie om mijn onschuld te bewijzen.

De waarnemer/keuzemaker is niet het lichaam. Wat ik zie geprojecteerd op ‘het doek’, komt altijd uit de denkgeest die zodra ik me daarvan bewust wil zijn, in staat is oordeelloos te kijken naar het geprojecteerde beeld, de poppetjes op het scherm die het script van zonde, schuld en angst uit lijken te spelen.
Zodra ik me als waarnemende/keuzemakende denkgeest hiervan bewust begin te worden en me bewust wordt van dat dat wat ik zie voortkomt uit mijn keuze voor zonde, schuld en angst kan ik de andere keuze maken, die van voor Heilige Geest, ook wel de juist gerichte denkgeest genoemd.
Ik (denkgeest) zal dan dezelfde projecties op het scherm anders ervaren en me er nu als bewuste denkgeest niet meer mee willen identificeren.
Ik weet dan dat ik niet de poppetjes ben op het scherm, maar wel de projector, de denkgeest die kan kiezen er door ‘ogen’ (het script) van zonde, schuld en angst (ego) of door ‘ogen’ (het script) van Liefde naar te kijken en te ervaren.
Als dit geleerd is, dan is het onmogelijk om wat dan ook wat zich vertoont op het scherm nog te rechtvaardigen als ‘waar’ en als de bron van wat ik ervaar.
En dat is tevens de nieuwe functie die wordt gegeven aan alles wat zich op het scherm lijkt af te spelen. Mijn projecties worden niet meer ingezet om mij als denkgeest af te scheiden van Liefde, God, Éenheid, maar als reminder om opnieuw te kiezen en de afscheiding te laten genezen.



Deze uitspraak bracht mij tot de gedachte:
Als “mijn” lichaam pijn heeft en “ik” ben er niet om het te ervaren, heeft “mijn” lichaam dan pijn?
Dat kwam, omdat ik ineens wel pijn ervoer in “mijn” lichaam. En toen de gedachte opkwam, als ik niet mijn lichaam ben en ik voel wel pijn, wat is het dan wat pijn lijdt?
Als ik van het standpunt uit ga zoals ECIW stelt “Er is geen wereld” en “De wereld getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand”,, en “projectie maakt waarneming”, en “Waarneming is een gevolg, geen oorzaak” dan is er geen lichaam dat pijn heeft, maar denkgeest die pijn projecteert en dientengevolgen pijn ervaart.

Er kan dan dus NOOIT een lichaam zijn dat pijn ervaart.
Is dat dan pijn ontkennen? Neen, het is willen zien waar de oorzaak zich bevindt, in de denkgeest en dat het lichaam dat pijn lijkt te ervaren daar een projectie van is. Een projectie, zoals een film een projectie is uit een projector en de film die we dan denken en geloven te zien nog steeds een projectie is, want gedachtes verlaten niet hun bron. Er bestaat dus geen los autonoom lichaam los van van de gedachte/projectie van het geloof in een lichaam.

Dit inzicht geeft het doel van ECIW weer, namelijk leren herinneren dat er alleen denkgeest is, dat “ik”, “we”, hoe dan ook altijd een projectie zijn vanuit denkgeest.

Als ik deze gedachte “logisch” doortrek, dan moet het alleen de denkgeest zijn die geloofd in pijn en daardoor pijn projecteert dat genezen moet worden.
Wordt er dan als de denkgeest geen pijn projecteert ook geen pijn meer ervaren?
Inderdaad dan kan er geen pijn meer worden ervaren. De valkuil die dan onmiddelijk verschijnt vanuit egodenkgeest is, oh dus dan kan ik mijn lichaam trainen in het ontkennen van pijn.
Neen, dat is een valkuil waarbij het lichaam toch tot werkelijkheid wordt gemaakt en door een of andere magische gedachte kan leren geen pijn meer te voelen.
Dat kan wel in de droom van afscheiding waarin het lichaam wel lijkt autonoom te zijn, los van de projecterende gedachte, maar dat is niet waar ECIW op doelt.
En doe op dat level waar het geloof in een lichaam en een wereld nog aanwezig is wat er gedaan kan worden om pijn te verlichten, maar tegelijkertijd kan er het groeiende besef zijn dat ik geen pijn heb om de reden die ik denk (les 5).
Het wel of niet toepassen van pijnverlichting in welke vorm dan ook is ook een besluit genomen in de denkgeest, er is geen andere plek waar beslissingen worden genomen. Het lichaam maakt nooit beslissingen! En dat besluit kan alleen genomen worden door de keuze voor ego of voor HG. De uitkomst van beide keuzes kan wel of niet kiezen voor een bepaalde vorm van pijnverlichting zijn. Het verschil is echter dat de keuze voor luisteren naar het advies van het ego altijd lichaamsgericht is, dus de pijn van het lichaam waar maakt, terwijl de keuze voor luisteren naar het advies van HG denkgeest gericht is op de oorzaak, namelijk de keuze voor lichaamsgerichtheid van het ego. Dus het nemen van pijnverlichting in welke vorm dan ook is altijd een projectie van of ego (onjuist gericht denken) of HG (juist gericht denken). Het ziet er hetzelfde uit (in het script) maar het uitgangspunt, de bron het geloof in waar de pijn vandaan komt en de ervaring is totaal tegengesteld.
Het gaat dus niet om ontkenning, maar herkenning en erkenning van dat dat wat ik ervaar niet is wat het lijkt. En dat niet het lichaam, maar de denkgeest de oorzaak is en het lichaam een projectie is vanuit het besluit van de denkgeest die wil lijden, omdat dat de enige manier is om de illusie te wekken dat afgescheiden zijn van God, van Liefde een mogelijkheid is.

Op die manier, als de denkgeest eraan toe is en bereid is dit te leren herinneren, zal de functie van in dit geval pijn, maar het geldt voor alles wat ervaren wordt, een andere functie kunnen krijgen.
De functie van terugherinneren in God, in Liefde in plaats van afscheiding van God, en Liefde.

Elke ervaring of dat nu pijn is of wat voor ervaring dan ook wordt dan in plaats van een aanval (de keuze voor ego) een uitnodiging om het “anders” te willen zien en ECIW gebruikt daarvoor Ware Vergeving, welke alles in het Juist gerichte perspectief zet en alle ervaringen terug brengen naar de bron, de denkgeest waar de gedachte vergeven kan worden in de oordeelloze bron die ECIW Heilige Geest noemt.

Pijn en lijden is een keuze die gemaakt wordt in de denkgeest en niet in een lichaam.
En dat wat ik geloof te zijn zal daarvan getuigen. Geloof ik dat ik een lichaam ben, dan zal ik alles waarvan ik geloof dat een lichaam is en kan ook ervaren, pijn en vreugde.
Verschuift mijn geloof van het geloof in een lichaam naar het geloof denkgeest te zijn dan ben ik terug bij de bron waar de beslissing wordt gemaakt (door de waarnemende/keuzemakende denkgeest) voor afscheiding (ego) of voor het terug herinneren (HG/J) in Geest, God, Liefde Éenheid.

Ik hoef daarbij niet zelf mijn projectie te veranderen alsof het een opzichzelf staand “ding” is, vergelijkbaar met dat als ik in de bioscoop zit ook niet naar het scherm loop om daar de projectie die pijn lijkt te hebben ga helpen, nee ik loop dan naar de projector, de oorzaak en maak daar opnieuw de enige twee keuzes die gemaakt kunnen worden: ego of HG/J, oftewel voor angst of voor Liefde en de rest zal automatisch volgen zonder dat “ik” hoef te bepalen wat de uitkomst zou moeten zijn .
Want de beslissing voor HG/J, dus voor Liefde zal altijd liefdevol uitpakken, hoe het er in de vorm ook uit mag zien.

Het is ook nog zo dat ik nooit vanuit de keuze voor ego (afscheiding) ook maar enigzins kan overzien wat de juiste oplossing zou moeten zijn om het lijden wat ik denk te geloven en te zien op te lossen. Dan zou ik elke gedachte van iedereen door tijd en ruimte moeten kunnen overzien om te kunnen bepalen wat nou de oorzaak is van mijn pijn en lijden nu. Dat is onmogelijk.
Soms is er wel een direkt verband te zien zoals ik dat in mijn voorbeeld aan het begin beschreef, dat ik even een direkt verband zag tussen oorzaak en gevolg in de denkgeest en dat ook ervoer.
Maar als ik probeer door te analyseren in de vorm welke gedachte nou precies de oorzaak is achter mijn pijn, dan is dat onmogelijk, nogmaals omdat de eigenschap van de egodenkgeest totale chaos is en analyseren van die totale chaos juist is opgezet als uitnodiging om daar te gaan zoeken waar geen enkel bevredigend antwoord te vinden is: “Zoek en vindt niet” (T12.IV.1:3-5).

Het enige behulpzame hierbij is door het ervaren van chaos te leren zien en te ervaren dat in plaats van in de chaos van het ego te springen en daar naar een oplossing te zoeken, er ook de keuze is om terug te gaan naar éénvoud en leren dat er altijd maar twee keuze mogelijkheden zijn namelijk voor ego (afscheiding) of voor HG/J (terug herinneren in Één). En slechts één van deze twee keuzes vertegenwoordigt Waarheid.

Dus het antwoord op mijn vraag aan het begin van deze tekst: Was de pijn er toen ook, of is de pijn er alleen als ik het ervaar? is, ja er is alleen een idee van pijn als ik het ervaar.
Met andere woorden er kan op het filmscherm door de projectie ogenschijnlijk pijn geleden worden, maar dat wat het projecteert en waarneemt hoeft er niet onder te lijden, afhankelijk van de denkgeest (ego of HG) waarvoor gekozen en mee geïdentificeerd wordt.
Wordt er voor ego focus gekozen dan zal er een lichaam ervaren worden dat pijn lijdt, zal er voor HG/J denkgeest gekozen worden dan zal er gezien worden dat niet de projectie wat er uiziet als een pijnlijdend lichaam lijdt, maar de denkgeest die heeft gekozen voor het projecteren van pijn en lijden en nu geloofd dat er een lichaam is dat pijn heeft.
Alleen de denkgeest kan pijn lijden en de pijn die ervaren wordt is altijd “de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand” (T21.In.1:5).
Het is dus altijd de denkgeest die genezing behoeft, nooit het lichaam.





Er is geen rangorde in overleven, met deze gedachte werd ik wakker en dat vond ik meteen een inspirerende en een geruststellende vrede gevende gedachte.
“Leven” in een lichaam, in deze wereld is de ego versie van wat leven is.
Eigenlijk van wat Leven niet is.
Leven met als doel afscheiding kan geen leven zijn.
Elke vorm van leven die anders bedoeld is dan Leven in God, kan geen leven zijn.

Kijk naar de wereld, kijk naar hoe de poging om afgescheiden van God te leven eruit ziet, kijk hoe dat ervaren wordt. De onmogelijke wens om afgescheiden van God, van Liefde, van Éénheid te leven kan toch in niets anders resulteren dan in lijden, pijn, en de hel?
Als Hemel (God, Eenheid, non-dualisme) IS dan moet aarde (ego, afscheiding, dualisme) wel hel zijn.
Het is alles of niets, er kan niet een beetje hemel of een beetje aarde zijn, beide sluiten elkaar uit.

Niets in deze wereld kent een rangorde in lijden, pijn, of speciale vreugde want er is maar één oorzaak: de wens om afgescheiden te zijn van God, Liefde, Éénheid, non-dualisme. Zelfs daar hebben we verschillende woorden voor die maar één betekenis hebben. De een zal God een prettig woord vinden, de ander zal ervan walgen, de één vindt Liefde een prachtig woord, de ander zal ervan walgen, de een vindt non-dualisme een prachtig woord de ander walgt ervan en zo gaat dat met alle woorden, want woorden zijn 2x verwijdert van Waarheid.
In Éenheid, non-dualisme bestaan geen woorden. Een woord is een afgescheiden naam geven nadat gekozen is voor afscheiding en uit “Alles” (Eénheid) ineens een stukje “iets” lijkt te zijn ontstaan. En dat “iets” krijgt voordat het als vergissing terug kan keren in de natuurlijkje staat van “Alles” een naam, en wordt zo als het ware vastgelegd in steen.
En dit wordt nu meteen gezien als Waar, het nieuwe waar, het nieuwe leven, met miljarden mogelijkheden en rangorden in pijn,  lijden en kortstondige vreugde en speciale liefde.

Als ik hier goed naar kijk, zonder oordeel dan kan ik geen rangorde aanbrengen in vormen van lijden, want dan is er maar één vorm van lijden met maar één oorzaak; er wordt alleen geleden aan de ziekelijke wens afgescheiden te leven van God, Liefde, Éénheid, non-dulaisme, Waarheid.
En dat lijden speelt zich niet af in de woorden, namen die we onze projecties van lijden en pijn hebben gegeven, maar in de denkgeest die gekozen heeft voor een schijnbare mogelijkheid dromen te hebben van afscheiding en daarin te geloven als zijnde waar.

De  oplossing kan dan ook alleen maar zijn alle vormen van lijden en pijn, eerst te herkennen en te onderkennen en dan terug te (ver)geven aan de Denkgeest (Heilige Geest) die Weet en de herinnering in zich draagt aan God.

Zoals Een cursus in wonderen zegt in het 1ste principe van wonderen:
“Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid. Het ene is niet ‘moeilijker’ of ‘groter’ dan het andere. Ze zijn allemaal gelijk. Alle uitingen van liefde zijn maximaal” (T1.I.1:1-4).

Het wonder van vergeving ziet geen rangorde in pijn en lijden dat is het mooie en troostende ervan. Ik lijd niet meer of minder dan een ander. Alle lijden en pijn die ik ervaar in een bepaald scenario is dezelfde pijn en lijden die jij ervaart in jouw scenario. De bron (de wens voor afscheiding) is dezelfde alleen de uitvoering (de projecties) de film op het filmdoek lijken te verschillen, En het geloof in het waarheidgehalte van de film houdt de film draaiende.
Het vergeven van het geloof in de film en dus het geloof in de waarheid ervan, doet de interesse en de investering in de film uitdoven en oplossen in het Licht van Waarheid.

En dan de ervaring van te zijn in wat is. Wat “wat is” dan ook mag zijn, het is altijd dat wat er is, op dat moment. Of het nu een ervaring is die er uitziet als paniek, angst, onrust, haast, jaloezie, achterdocht, lol, rust, tevredenheid, haat, noem het maar op, het is altijd dat wat is. En in dat wat is kan terwijl het er in z’n geprojecteerde vorm als “iets” uitziet de ervaring zijn van volmaakte rust, terwijl op “het toneel”, “het script”, “de film” door de “acteurs” uitgespeeld wordt wat er maar uitgespeeld wordt op dat moment.

 

…als ik dan weer eens zo’n meditatief mijmer steegje in wandel:

als alles al gebeurd is, want alles gebeurde in die ene flits, die daarna ook meteen over was, omdat het onmogelijke niet kán gebeuren, dan kan ik (als waarnemende denkgeest) die deze ene flits steeds weer elke seconde opnieuw denkt te beleven toch niets anders dan alleen maar naar deze onmogelijke fantasie kijken, binnen dat beperkte onmogelijke idee van geloven, en steeds maar weer de gedachte vergeven dat het onmogelijke mogelijk is?
Alles is al gebeurd, de hele film. De hele film van de wereld en het universum, maar dus ook dat wat ik “mijn” persoonlijke film noem.
De film “mijn” leven lijkt zich al doende te ontwikkelen, met als enige zekerheid dat alle films beginnen met de geboorte, en eindigen met de dood, en daar tussenin bevindt zich de tijdlijn die ik “mijn leven” noem en door mij lijkt geregisseerd én gespeelt.
Dat lijkt zo te gaan, omdat besloten is dat te geloven.
Dat het niet gebeurd is, niet kán gebeuren, omdat het onmogelijke niet kán gebeuren, kan de denkgeest die wel geloofd dat het mogelijk is van Eénheid weg te lopen en er twee van te maken, niet bevatten.

Of beter, niet wil bevatten, want dit idee ook maar enigszins toelaten, dus de verdediging even laten vieren, leidt onvermijdelijk tot het gaan doorzien van wat onmogelijk is, waardoor het vanzelf zal oplossen in het enige wat mogelijk IS.
Dit gaan doorzien van wat onmogelijk is, gaat via de omgekeerde route. Het onmogelijke, en dat is het hele universum, de wereld, en alles wat binnen dat onmogelijke idee valt, wordt terug gegeven aan dat wat Waar is, dat wat niet in projecties of woorden kan worden gevat, maar er wel achter wordt vermoed, omdat de herinnering aan wat Waar is, omdat het waar is niet helemaal kan worden uitgewist en vergeten.
Terugkeer in de totale Herinnering is onvermijdelijk, omdat er een grens zit aan het volhouden van het onmogelijke.

Alles wat de “ik” denkt en geloofd te beleven is een continue her-beleving van wat al gebeurt is in die ene onmogelijke flits, die meteen ook weer uitdoofde. Welke keuze ik ook denk en lijk te maken in “mijn” leven is al gebeurd. Welke keuze ik maak, maakt niet uit, het is een keuze uit de miljarden keuzen die al gemaakt en gebeurd zijn in die ene onmogelijke flits.
Dit inzicht verlost mij uiteindelijk van slachtofferschap, oftewel van het geloof in zonde, schuld, en angst. Er blijft dan nog maar één keuze over, de keuze voor vergeving van wat niet kan hebben plaatsgevonden, namelijk afgescheiden raken van wat Waar, Eén, God, Liefde IS, uit geprojecteerd in al die miljarden onmogelijke verhalen van zonde, schuld en angst.
Telkens wanneer de keuze wordt gemaakt te vergeven van wat de “ik” (denkgeest) dacht en geloofde dat kon gebeuren binnen een eigen afgescheiden wereld van (on)waarheid, komt de Herinnering die nog altijd onvermijdelijk aanwezig is, sterker naar voren. Deze flitsen van herinnering van wat Waar is noemen we het wonder. En uiteindelijk zal de loper van de tijdswaan wonder voor wonder weer helemaal terug gerold zijn tot het Ene punt en dan oplossen…

Tot slot nog twee aanhalingen uit de Cursus die ook gaan over dat alles al gebeurd is en voorbij:

“1. Het wonder doet niets. 2Al wat het doet is: het maakt ongedaan. 3En zo
ruimt het de belemmeringen op ten opzichte van wat werd gedaan. 4Het
voegt niets toe, maar neemt alleen weg. 5En wat het wegneemt is allang
verdwenen, maar doordat het in herinnering is gehouden lijkt het directe
gevolgen te hebben. 6Deze wereld was lang geleden al voorbij. 7De
gedachten die haar hebben gemaakt, zijn niet meer in de denkgeest die
ze gedacht heeft en een tijdje liefhad. 8Het wonder laat slechts zien dat
het verleden voorbij is, en wat werkelijk voorbij is heeft geen gevolgen
meer. 9Het zich herinneren van een oorzaak kan alleen maar illusies van
haar aanwezigheid voortbrengen, geen gevolgen.

2. Al de gevolgen van schuld zijn hier niet langer aanwezig. 2Want schuld
is voorbij. 3En met haar voorbijgaan verdwenen ook haar consequenties,
achtergelaten zonder oorzaak. 4Waarom zou jij je er in de herinnering
aan vastklampen, als jij haar gevolgen niet verlangde? 5Herinneren is
even selectief als waarnemen, waarvan het de verleden tijd is. 6Het is de
waarneming van het verleden alsof het nu plaatsvond, en hier nog altijd
te zien was. 7Herinneren, net als waarnemen, is een vaardigheid die jij
hebt bedacht om de plaats in te nemen van wat God bij jouw schepping
ten geschenke gaf. 8En net als alle dingen die jij hebt gemaakt, kan het
worden gebruikt om een ander doel te dienen, en middel voor iets anders
te zijn. 9Het kan worden aangewend om te genezen en niet om te
kwetsen, als jij dat zou wensen” (T28.I.1,2).

en:

“14. Vergeef het verleden en laat het gaan, want het is voorbij. 2Jij bevindt je
niet langer in het gebied dat tussen die werelden ligt. 3Je bent verdergegaan,
en hebt de wereld bereikt die bij de Hemelpoort ligt. 4Er is geen hindernis
voor de Wil van God, noch enige noodzaak voor jou om opnieuw
een reis aan te vangen die lang geleden al beëindigd werd. 5Kijk met zachtmoedigheid
naar jouw broeder, en aanschouw de wereld waarin de waarneming
van je haat getransformeerd werd tot een wereld van liefde” (T26.V.14:1-5).

Wat een grap hè, denk ik dat ik hier ben als lichaam in een wereld om gelukkig te worden, blijkt dat ik hier ben om zo ongelukkig mogelijk te zijn, zodat het onmogelijke nietig dwaze ongeluk van de afscheiding echt gebeurt lijkt te zijn, zodat ik veilig in het ongelukkig zijn kan schuilen voor het Ware Geluk, waarvan ik ben vergeten wat dat is… duh?

Gelukkig herinner ik me steeds vaker en sneller deze “grap” steeds minder serieus te nemen en kan er steeds vaker om glimlachen en alleen nog maar als vergevingsmateriaal en kans laten gebruiken.
Het script, de film verliest daardoor zijn aantrekkingskracht, daar ik me steeds vaker herinner dat ik de film al ken en ook de afloop, dus steeds sneller “door kan spoelen” naar het einde, wat tevens het begin is.
En daar wordt “ik” steeds vaker “echt” gelukkig van.

De grap is dat er nooit iets gebeurt is, dan wat onmogelijke dwaze projecties welke het onmogelijke ene nietig dwaze idee in stand proberen te houden.

 

Heel behulpzaam bij het ware vergevingsproces is me eerst af te vragen als ik weer eens onvrede ervaar over iets of iemand of “mijzelf”, en dat is in principe altijd het eerste gevoel bij elke gedachte.
Want wees eerlijk, komt het heel vaak voor dat ik me bij een gedachte in totale vrede voel? En als ik nu denk, nou soms wel soms niet, dan zou ik eigenlijk, ook weer als ik heel eerlijk kijk, moeten constateren dat het eigenlijk nooit is. Omdat elke gedachte die er is altijd eerst als een speciale, dus als ego gedachte verschijnt.
Ontken ik dat, dan is dat meteen weer een ego gedachte, want ontkennen gaat (als ik eerlijk kijk) met een gevoel van onvrede gepaard, dus komende van de keuze voor ego, oftewel de keuze om in de afscheiding te blijven, oftewel de (onmogelijke) wens uit Eenheid, Liefde, God te blijven.

Mocht ik tijdens het lezen van deze zin gedachten voorbij zien komen als: ja, hallo, mag ik dan niets meer denken, of ja dááág, dat is toch niet te doen…, moeten we het nu altijd over dat ego hebben!.. vertel eens wat leuks… ik ben toch liefde, potverdorie!? Of wat voor onvrede gedachte dan ook, dan kies ik gewoon weer voor afgescheiden te blijven: de ego reflex, welke niet anders kan. Dat is immers het doel van elke ego gedachte: niets anders dan in afscheiding te blijven, uit de buurt blijven van Eenheid, van Liefde, van God, of hoe je het onnoembare non-dualistische ook wilt noemen. Dáár is het ego, het afgescheiden dualistische denken voor gemaakt en nergens anders voor.

Ik voel helemaal geen onvrede, ook al lijkt dat zo, omdat iemand mij iets aandoet, of dat alles tegen lijkt te zitten, of ik ziek ben of m’n stinkende best doe om gezond te blijven, of dat ik alles alleen moet doen, of dat iedereen zich met mij bemoeit, of dat ik geen geld heb, of juist te veel, geen werk, of te veel werk, of wat dan ook. Alles van een piepklein gevoel van onvrede tot een lawine van onvrede, het heeft enkel en alleen als doel in de afscheiding te blijven, afgescheiden van Eenheid, Liefde, God. Er is géén rangorde in ego ervaringen, want ook al zien ze er allemaal verschillend uit en voelen ze allemaal verschillend, ze hebben maar één doel: in afscheiding te blijven, en dat is een keuze. Niet de vorm (ziekte, armoe en noem nog maar een paar miljard verschijningsmogelijkheden) waarin het gevoel zich toont is een keuze, maar wel de keuze voor afgescheiden te willen blijven. Er ligt dus eigenlijk maar één keuze ten grondslag aan elke ervaring die ik denk en geloof te hebben: de wens om afgescheiden te zijn en blijven.
En die keuze ziet er op een bepaalde manier uit (mijn persoonlijke projecties), omdat de keuze voor afgescheiden te blijven verborgen moet blijven, en het moet lijken alsof iets buiten mij, of ikzelf als lichaam, de oorzaak is van alle persoonlijke ellende en overwinningen die ik behaal op anderen of situaties.

Als ik dat eerst weet te constateren als ik weer eens onvrede voel, (hoe groot of klein ook) dan is het enorm behulpzaam dát eerst te constateren: ik voel nooit onvrede om de rede die ik denk (les 5).
Het is een geweldige reminder even stil te staan op het denkgeest kruispunt van de keuze, de keuze voor afscheiding of dat wat ik voel en ervaar als reminder te laten gebruiken om juist terug te herinneren in Eenheid, Liefde, God, in plaats als een reminder om af te scheiden daarvan.

De valkuil eerst te gaan analyseren, richt de focus weer op de vorm waarin het gevoel van onvrede zich wil weg-projecteren, weg van de bron de denkgeest die alleen voor afscheiding wil kiezen en dat verbergt achter de projectie die dan weer alle aandacht krijgt en als oorzaak wordt gezien, in plaats van de (onbewust gehouden) keuze voor afscheiding.

Er is overigens niets mis met analyseren, als maar eerst het verborgen doel ervan onder ogen wordt gezien; en dat is altijd de wens tot afscheiding. Analyseren kan dan voor in ieder geval begrip zorgen waarom iets leek te gebeuren, zodat het proces van ware vergeving makkelijker kan worden voltooit.
Op die manier krijgt elke gedachte en gevoel van onvrede die ik herken achter de projectie nu een andere functie. Niet meer die van de wens om af te scheiden van Eénheid, Liefde, God, maar juist van die van reminder om pas op de plaats te maken en opnieuw te kiezen en nu voor ware vergeving van wat leek te gebeuren, maar nu wordt ontmanteld als enkel en alleen de onnodige, onmogelijke wens van de denkgeest om zich af te scheiden van Eénheid, Liefde God.

Er valt niets anders te doen dan dat.
De film die “ik” als denkgeest die kiest voor afscheiding heb gemaakt, vanuit een geloof in afscheiding, wat onbewust (verborgen) voor een gigantisch schuldgevoel zorgt, geprojecteerd, kan nu ook alleen nog gezien worden als reminder voor welke keuze “ik” de denkgeest heeft gekozen.
Niet de film dient daarom verandert te worden in iets beters, want hoe kan dan nog mijn vergevingsmateriaal en kansen worden gezien? Nee, laat de film de film, alleen nog gebruikt als reminder voor waar hij voor staat (afscheiding) en verander alleen het denken erover door middel van ware vergeving.
En omdat het denken kan veranderen zal dat automatisch voor een andere ervaring zorgen, welke kan Inspireren tot een meer liefdevollere beslissing, vanuit de denkgeest die heel goed beseft dat niet de film is wat hij is, maar de gedachte achter de film.
Het wonder gaat over een omslag in het denken niet om een omslag in de film.
Net zo goed als het in de afspiegeling ervan in de wereld onzin zou zijn als ik naar een film zit te kijken en ter plekke de film wil gaan veranderen op het doek of in de tv.
Ik kan hooguit weglopen of de tv uitzetten.
En dat is precies wat we voortdurend doen als denkgeest die met opzet “vergeten” is dat deze denkgeest is en niet een lichaam. We weigeren te kijken naar de bron van wat we lijken te ervaren, de denkgeest, die kiest voor afscheiding en zetten dat bewustzijn uit en zien dan niet dat het dan slechts gewoon weer een andere interpretatie is, nog steeds de keuze voor afgescheiden te willen zijn.

Maar…. er is een andere manier, die weliswaar “vergeten” kan worden, maar er altijd nog is en onvermijdelijk weer herinnerd zal worden.

 

 

Alle twijfel gedachtes komen van die waarnemende denkgeest ‘plek’ waar de keuze is gemaakt voor afgescheiden (ego) denken, maar is tegelijkertijd de ‘plek’ die de mogelijkheid in zich draagt ánders te kiezen. En dan heb ik het niet over de keuze links of rechts te gaan, dit/dat/iets wel of niet te doen in welke vorm dan ook, maar over de keuze voor afscheiding (ego) te kiezen of voor het pad in te gaan wat leidt naar terug herinneren in Waarheid, Eenheid, Liefde, God.
Dat kan, als ik daarvoor kies, de nieuwe functie worden van alle vormen van angst, zoals twijfelen, minderwaardigheid, overmoed enz. enz.  een eindeloze lijst.

Als ik ergens over twijfel, schijnbaar over iets in de vorm; zal ik wel of niet dit of dat doen, gepaard gaande met gevoelens van zorg, schuld, angst enz, dan zeg ik sowieso ‘ik weet het niet’, en neem de gedachte + projecties terug, vergeef deze (ik weet immers in middels dat wat er lijkt te gebeuren in de vorm een projectie is vanuit de keuze voor angst, dus een waanbeeld) en kies nu, deze keer bewust voor ‘Heilige Geest’, het symbool voor dat gedeelte van de denkgeest, dat niet standaard vlucht in de vorm, zoals de keuze voor het egodenken doet, maar de projectie her-gebruikt, niet door deze te veranderen, maar te zien voor wat het is en als poort gebruikt terug te herinneren in Waarheid, Eenheid, Liefde, God.
Dat is de betekenis van ‘ik hoef niets te doen’, ik hoef niet de vorm te veranderen in een ‘betere’ aangenamere versie, ik hoef alleen mijn denken erover te laten veranderen, door al mijn waanideeën te vergeven. De ‘film’ die ik mijn leven noem, draait gewoon door, maar krijgt nu een totaal andere functie.
En vergeet niet dat het nooit het lichaam is dat kiest, maar altijd de bron van alle denken, de denkgeest (mind). Het lichaam is altijd een projectie van de denkgeest, niets meer en niets minder.