archiveren

Maandelijks archief: januari 2021

Er zijn zoveel nu’s als er gedachtes zijn die allemaal als één grote big bang op hetzelfde moment plaatsvinden en zich steeds weer herhalen, elke gedachte opnieuw.
Het is slechts een geloof in zonde, schuld en angst, dat met elke gedachte een schijn van tijd en ruimte lijkt te veroorzaken en het verticale “nu” lijkt te veranderen in een horizontale opeenvolging van verleden (zonde), heden (schuld), toekomst (angst).
Maar niets kan het verticale Één doorbreken en veranderen in “iets” anders, het blijft steeds een herhaling van het ene nietig dwaas idee:

“Door dit te vergeten werd de gedachte een serieus idee, in staat tot zowel verwezenlijking als werkelijke gevolgen. Samen kunnen we ze beide weglachen, en begrijpen dat de tijd geen inbreuk kan maken op de eeuwigheid. Het is ridicuul te denken dat de tijd de eeuwigheid kan omringen, die juist betekent dat er geen tijd bestaat” (T27.VIII.6:3-5).

En, voor het gemak, hier ook nog de rest van de tekst uit dit geweldige hoofdstuk 27.VIII, De ‘held’ van de droom, dat haarscherp de gevolgen van het geloof (want dat is het een geloof) in tijd: verleden (zonde), heden (schuld), toekomst (angst) weergeeft:

“7.Een tijdloosheid waarin de tijd tot werkelijkheid is gemaakt, een deel van God dat zichzelf kan aanvallen, een afgescheiden broeder als vijand, een denkgeest in een lichaam: het zijn allemaal vormen van circulariteit waarvan het einde bij haar uitgangspunt begint, en bij haar oorzaak eindigt. 2De wereld die jij ziet is een precieze weergave van wat jij dacht te hebben gedaan. 3Behalve dat je nu denkt dat wat jij deed jou is aangedaan. 4De schuld voor wat jij hebt gedacht wordt buiten jezelf gelegd, op een schuldige wereld die in jouw plaats jouw dromen droomt en jouw gedachten denkt. 5Ze brengt haar wraak, niet de jouwe. 6Ze houdt je eng in een lichaam opgesloten, dat ze bestraft vanwege al de zondige zaken die het lichaam uitricht in haar droom. 7Jij hebt niet de macht ervoor te zorgen dat het lichaam zijn kwade daden stopzet, omdat jij het niet gemaakt hebt en geen controle kunt uitoefenen op zijn handelingen, zijn doel of zijn lot.

8.De wereld demonstreert slechts een oeroude waarheid: je zult geloven dat anderen jou precies datgene aandoen wat jij denkt dat jij hun hebt aangedaan. 2Maar als je eenmaal jezelf zover hebt gebracht hun de schuld te geven, zul je de oorzaak niet zien van wat ze doen, omdat jij verlangt dat de schuld op hen rust. 3Hoe kinderachtig is de koppige manoeuvre om je onschuld te behouden door de schuld naar buiten af te schuiven, maar nooit los te laten! 4Het is niet makkelijk de grap daarvan te zien wanneer jouw ogen overal rondom je de zware gevolgen ervan aanschouwen, maar zonder hun onbeduidende oorzaak. 5Zonder de oorzaak lijken de gevolgen ervan inderdaad ernstig en droevig. 6Toch volgen ze er slechts uit. 7En het is juist hun oorzaak die uit niets volgt, en slechts een grap is.

9.Met mild gelach neemt de Heilige Geest de oorzaak waar, en kijkt niet naar de gevolgen. 2Hoe zou Hij anders jouw dwaling kunnen corrigeren, jij die de oorzaak volkomen over het hoofd hebt gezien? 3Hij nodigt jou uit ieder verschrikkelijk gevolg bij Hem te brengen, zodat jullie samen naar de dwaze oorzaak ervan kunnen kijken, en jij met Hem een ogenblik kunt lachen. 4Jij beoordeelt gevolgen, maar Hij heeft hun oorzaak beoordeeld. 5En door Zijn oordeel zijn de gevolgen weggenomen. 6Misschien kom jij in tranen. 7Maar hoor hoe Hij zegt: ‘Mijn broeder, heilige Zoon van God, aanschouw je ijdele droom waarin dit kon gebeuren.’ 8En je zult het heilig ogenblik verlaten met jouw lachen en dat van jouw broeder, vergezeld van het Zijne.

10.Het geheim van de verlossing is slechts dit: dat jij dit jezelf aandoet. 2Wat ook de vorm van de aanval is, dit is nog steeds waar. 3Wie ook de rol van vijand of van aanvaller op zich neemt, dit is nog steeds de waarheid. 4Wat ook de oorzaak lijkt van enig leed of lijden dat je voelt, dit is nog steeds waar. 5Je zou namelijk helemaal niet reageren op figuren in een droom waarvan je wist dat je die droomde. 6Laat ze zo haatdragend en kwaadaardig zijn als ze maar zijn, ze kunnen geen effect op jou hebben, behalve wanneer jij naliet in te zien dat het jouw droom is.

11.Is deze ene les geleerd, dan zal ze jou bevrijden van elke vorm van lijden. 2De Heilige Geest zal deze ene alomvattende les van bevrijding herhalen tot ze is geleerd, ongeacht de vorm van lijden die jou pijn bezorgt. 3Welk leed jij ook bij Hem brengt, Hij zal met deze heel eenvoudige waarheid antwoord geven. 4Want dit ene antwoord zal de oorzaak wegnemen van iedere vorm van verdriet of pijn. 5De vorm beïnvloedt Zijn antwoord allerminst, want Hij wil jou slechts de ene oorzaak van alle onderwijzen, ongeacht hun vorm. 6En jij zult begrijpen dat wonderen de eenvoudige uitspraak weerspiegelen: ‘Ik heb dit gedaan, en dit is wat ik ongedaan wil maken.’

12.Breng dan ook alle vormen van lijden naar Hem die weet dat elk ervan is als de rest. 2Hij ziet geen verschillen waar er geen bestaan, en Hij zal jou leren hoe elk daarvan veroorzaakt is. 3Niet een heeft een andere oorzaak dan alle andere, en ze worden allemaal met gemak ongedaan gemaakt door slechts één enkele les die waarlijk is geleerd. 4De verlossing is een geheim dat jij alleen voor jezelf hebt weggehouden. 5Dit is wat het universum verkondigt. 6Maar aan haar getuigen schenk jij totaal geen aandacht. 7Want zij getuigen juist van wat jij niet wilt weten. 8Ze lijken dat voor jou geheim te houden. 9Toch hoef je slechts te leren dat je er alleen maar voor gekozen hebt om niet te luisteren, niet te zien. 13.Hoe ánders zul je de wereld zien wanneer je dit hebt ingezien! 2Wanneer je de wereld jouw schuld vergeeft, zul jij er vrij van zijn. 3Haar onschuld vereist niet jouw schuld, noch berust jouw schuldeloosheid op haar zonden. 4Dit is het voor de hand liggende; een geheim dat voor niemand dan jouzelf is weggehouden. 5En dit is het wat jou gescheiden van de wereld heeft gehouden, en jouw broeder gescheiden heeft gehouden van jou. 6Nu hoef je nog maar te leren dat jullie beiden onschuldig zijn, of schuldig. 7Het enige dat onmogelijk is, is dat jullie niet gelijk zijn aan elkaar; dat ze beide waar zijn. 8Dit is het enige geheim dat nog geleerd dient te worden. 9En het zal geen geheim zijn dat jij genezen bent” (T27.VIII.7-13).




Hardop denken:

… en als ik me dan eenmaal ervaar als afgescheiden van God, zonder dat in eerste instantie bewust te weten, maar te herkennen aan een onderliggend voortdurend rot voelen in allerlei gradaties, dan begint de schijnbare legitieme strijd daar tegen, in de vorm van altijd te moeten vechten tegen het rot voelen en daar in de vorm oplossingen voor vinden. En die eeuwige strijd gaat door tot echt duidelijk is dat het niet werkt.
Ik zie het nu zo duidelijk dat ik altijd aan het zoeken ben naar correctie van het me niet prettig voelen in alle gradaties van een beetje ongemak tot een hel van ellende en alles wat daar tussen zit.
En met maar één doel hoe kom ik hieruit en kan ik me beter gaan voelen. Met als geheim onderliggend ego doel, hoe blijf ik in de pijn, hoe blijf ik afgescheiden van de liefde van God.
Nu de kleine ego succesjes van me tijdelijk beter voelen ook niet meer werken, omdat ze door de mand aan het vallen zijn, blijft over, “stay with the pain, blijf bij de pijn” maar dan aan de hand van J/HG.

Ik zie dat ik eigenlijk altijd aan het vluchten ben voor pijn, dat elke gedachte dat doel heeft, met maar één doel in de pijn vast te blijven zitten. Dat is eigenlijk de ego versie van “stay with the pain, blijf bij de pijn”.
De “werkelijke” uitnodiging is niet bij de pijn te blijven in de vorm, maar bij de pijn te blijven in de denkgeest (de HG/J versie van “blijf bij de pijn”). Blijf bij de bron (de denkgeest), want het lichaam kan geen pijn hebben. Het lichaam is een projectie van de pijn, maar de pijn verlaat niet zijn bron hij is en blijft in de denkgeest altijd, geen uitzonderingen.
Dus “stay with the pain” is bij de pijn blijven in de denkgeest en vandaaruit kijken naar de pijn die zich op het doek uitprojecteert als pijn in een lichaam en me daar bewust van zijn en verder niets “doen”.
En dit eindeloos oefenen en elke volgende gedachte is daar geschikt voor en kan ik leren zien als handreiking vanuit juist gerichtheid om er samen met HG/J naar te kijken. Het enige alternatief is ernaar kijken met ego, meer mogelijkheden zijn er niet.
“Blijf bij de pijn”, terug gaan naar de blauwe stip (de denkgeest), kijken, vergeven.
Elke gedachte weer is een uitnodiging hiertoe.
Ook dat ik dit zit te schrijven om me beter te voelen, het is niet fout, hooguit een OEPS! maar vooral een uitnodiging om het aangeboden geschenk wat achter de pijn verborgen ligt en van HG/J komt (juist gerichtheid) te aanvaarden.

Zo wordt de pijn niet ontkent, niet weggemoffeld, niet groter gemaakt, niet vervangen door een andere pijn, maar gezien voor wat het is, het doel ervan te zien (uit de liefde van God blijven). En daarvoor is het behulpzaam hierbij bijvoorbeeld de hand van J te pakken, als symbool voor juist gerichtheid van denken, zodat ik er anders naar kan leren kijken. Niet door de vorm (de projectie) te veranderen maar door het mezelf vergeven dat ik niets kan veranderen en niet meer wil veranderen aan Waarheid, want deze kan niet veranderen.

En als voormalig Katholiek die nog leerde te biechten leer ik ook kijken naar de ego manier van vergeven, welke altijd met zonde, schuld en boete doen was omkleed. Geniaal staaltje kunst van het afscheiden van de liefde van God, terwijl het leek alsof ik door boete te doen en mijn zonde toe te geven vergeven werd door God en weer even in een goed blaadje stond bij God. Al deze conditioneringen en we hebben ze allemaal elke gedachte weer komen vanzelf aan het licht als de denkgeest eraan toe is en de diepere natuurlijke wil om terug te willen herinneren in de liefde van God onvermijdelijk sterker wordt…
En ook dit zal steeds weer vooraf gegaan worden door enige vorm van zonde, schuld en angst, maar dat zal steeds minder grip krijgen doordat al oefenend de keuze voor steeds weer ego zich langzaam om zal keren in keuze voor HG/J.

Zowel de egodenkgeest als HG denkgeest kunnen elke gedachte gebruiken, maar ik ben ook de waarnemende denkgeest en deze maakt de keuze tussen die twee. Zo zal de keuze voor egodenkgeest zich ook manifesteren in het doen van de Cursus en deze ook gebruiken om mij Annelies het lichaam beter te laten voelen.
Niet “fout”, maar slechts een “OEPS ik doe het weer” het niet serieus nemen en het zien als herinnering terug te keren naar de denkgeest waar ik als waarnemende en keuzemakende denkgeest opnieuw kan kiezen.
Zodoende wordt ik eraan herinnerd dat ik verantwoordelijk ben voor elke gedachte en er niet het slachtoffer van ben.

De denkgeest die wakker is zal zich dan ook niet afvragen, “maar wat moet ik dan in de wereld aan de pijn doen”, want de wakkere denkgeest zal weten dat er geen lichaam is dat pijn heeft en zal zich alleen nog maar willen herinneren terug te keren naar de bron, de denkgeest en weten dat alleen daar de oplossing zich bevindt.
En dat wat er op het scherm gebeurt (de wereld) alleen gezien zal worden als vergevingskans en niets meer of minder dan dat als doel heeft. En de rest volgt vanzelf in het volle vertrouwen dat dat het allerbeste en het meest liefdevolle is voor de hele ene denkgeest.
Ondertussen wordt het weten, de ultieme troost dat er in Werkelijkheid niets gebeurt is ook sterker en blijft er een troostrijk oefenen olv HG/J over tot het (onvermijdelijk) klaar is.

Alles wat gedacht is, wordt en gedacht zal worden, wordt, is en zal ook geprojecteerd worden door de denkgeest die ze bedenkt. Alle gedachtes ooit gedacht bij elkaar vormen het grote ene ego- projectie-sprookjesboek van de wereld.
Geen enkele gedachte gaat verloren. Je kunt wel zeggen dat iets niet bestaat of niet kan, maar als het gedacht wordt, wordt het ook geprojecteerd. Zo is dat wat als “ik” en “jij” ervaren wordt ook geprojecteerde gedachten. En ook de bewering dat het niet kan of bestaat wordt geprojecteerd en dan bestaat het ook niet voor je.
Zo werkt nu eenmaal het denksysteem van de egodenkgeest; bedenk een wereld om je achter te verstoppen en verstop ook dat het de egodenkgeest is die dit wil en doet, zodat het lijkt alsof er miljoenen aparte deeltjes; mensen, dieren, dingen situaties zijn die los van elkaar staan en hun eigen portie geprojecteerd (denk)materiaal hebben.
Zo blijft ook het feit dat er ook maar één egodenkgeest is die dit alles veroorzaakt verborgen en ook wordt onzichtbaar dat er maar één nietig onmogelijk dwaas idee van afscheiding achter dit hele ego-projectie-sprookjesboek van de wereld zit.

Ik zag net een flits uit een programma op tv over het wel of niet bestaan van Aliens en de bewijzen daarvoor die in alle culturen over de hele wereld worden gevonden en die er het zelfde uitzien, dezelfde soort rotstekeningen dezelfde eeuwen overgedragen verhalen met bewijzen dat de mens waarschijnlijk hier is gekomen vanaf een andere plaats in de ruimte enz. Dit zijn allemaal geprojecteerde gedachtes en net zo echt, dus onecht, als alles wat we denken en projecteren. Dus ze staan allemaal in het grote-ego-projectie-sprookjesboek en geprojecteerde gedachtes blijven het, niets meer en niets minder dan dat.
Het heeft dus geen zin te bewijzen of het waar is of niet, want het zijn geprojecteerde egodenkgeest gedachtes dus illusies en dus ‘waar’ alleen binnen de illusie, maar in het grote geheel van vormloze Waarheid alleen maar onwaar.
Dus binnen de sprookjes van de illusie is het allemaal waar, want het is gedacht en dus uit-geprojecteerd, de film van de egodenkgeestprojector.
Alle verhalen zijn allemaal net zo ‘(on)waar’ als elk verhaal wat we (denkgeest) nu op dit moment denken en projecteren, in die zin is er geen verleden of toekomst er is steeds alleen maar dat ene “nu” afscheidings-idee wat uiteenspat in miljoenen variaties en verhalen. En zo wordt het sprookjesboek van de wereld steeds dikker en vormt een dikke gedachte-muur van ruimte en tijd als verdediging tegen vormloze Waarheid.

Als we in deze sprookjes geloven en ze als waar zien binnen het kader van de egodenkgeest zijn we als kleine kinderen die in sprookjes geloven.
Geven we de ego-sprookjes en ons geloof erin aan HG/J Denkgeest dan gaan we als (spiritueel)volwassen denkgeest ánders kijken naar al die sprookjes en zien dan de symboliek erachter en dán kan het ook gezien worden als hulpmiddel om via het ándere denken en ware vergeving terug te herinneren in vormloze Waarheid.

Even een filosofisch gedachte blokje om in de denkgeest, niet wetende wat er om de volgende bocht zal opdwarrelen in het denken.

Neem even aan dat wat de ‘ik’ nu ervaart een gedachte is, een gedachte gedacht door de denkgeest die deze gedachte denkt en projecteert, zodat er in de gedachte een denk-beeld opdoemt, nog steeds gedacht door de gedachte die denkt. De ‘ik’ kan dan niets anders zijn dan ook een gedachte, gedacht door de gedachte die denkt en projecteert.
Maar wat is de gedachte dan, wat is de denkgeest die denkt?
Het lichaam? Nee natuurlijk niet, want het lichaam is een gedachte van de gedachte die denkt. En een gedachte blijft een gedachte een gedachte verandert nooit in iets anders dan een gedachte. Gedachten zelf zijn veranderlijk, dus projecties (welke ook gedachten zijn en niets anders) ook. Gedachten verlaten nooit hun bron de denkende denkgeest. Gedachten kunnen nooit veranderen in autonome los van de gedachte staande vormen, zoals de wereld, lichamen, dingen en situaties.
Alles is dus alleen maar gedachte, gedacht door de denkgeest die alleen in staat is te denken/projecteren. Nogmaals, projecties zijn 100% gedachten.
Zijn gedachten dan ‘echt’, ‘waar’?
Nee, als ik voorgaande gedachtegang logisch doortrek, dan zijn gedachten ook niet ‘echt’, niet ‘werkelijk’. Waar komen gedachten dan vandaan?
Uit de gedachte dat het mogelijk is te denken dat gedachten waar zijn.
En zo zit de gedachte gevangen in een gesloten gedachten systeem, dat zichzelf in stand houd door zijn eigen gedachten.
En de gedachte kan hier niet mee stoppen, want dan verdwijnt de gedachte in het ophouden van de gedachte, wat nog steeds een gedachte is…

Dit gaat verder dan “wat zou ik zijn zonder deze of deze gedachte”.
Want dan wordt er nog vanuit gegaan dat er een ‘iets’ (ik) is wat iets denkt en daardoor denkt te bestaan.
Wat echter, zou de gedachte zijn zonder de gedachte…
En dan staat de gedachte op het randje van zijn zelf bedachte gedachte wereld, een bedachte gedachte wereld, gedacht met maar één doel, een gedachte zijn en blijven.
De gedachte houdt zichzelf in stand door zijn eigen gedachte en bedachte gedachten en de vraag “wat zou de gedachte zijn zonder gedachte”, roept enorme weerstandsgedachten op.
Waarom? Omdat de gedachte (denkgeest) zonder gedachte niet meer de gedachte kan hebben dat er een gedachte is…

De gedachte die op dit gedachtepunt uitkomt zal er alles aan doen de gedachte gaande te houden om de gedachte, dat er ook geen gedachte is die denkt, dus ook geen denkgeest die denkt, te ontlopen. Daarom komt elke gedachte die gedacht wordt door de denkgeest die denkt dat hij bestaat omdat deze denkt, voort uit angst, vermomd in miljarden gedachte variaties hiervan, welke alleen maar gedacht worden als verdediging tegen het verdwijnen van gedachten…
En dan staat de gedachte aan die afgrond van angst. Een afgrond welke ook een gedachte is bedacht door de gedachte zelf, niet als waarschuwing of als uitnodiging om wel of niet te springen, maar als wederom een gedachte om de gedachte in stand en gaande te houden.

Er is dus ook geen denkgeest die gedachte heeft, dan alleen in de denkgeest die denkt gedachten te hebben en zichzelf daarmee denkt in stand te houden.
Een niet bestaande perpetuum mobile van gedachten…
Hoe daar een einde aan komt?
Wie/wat stelt deze vraag?
Dat kan niets anders zijn dan de gedachte die met deze vraag het perpetuum mobile van gedachten in stand wil houden.

“Er is geen wereld!” (WdI.132.6:2)

Aangezien de egodenkgeest kant van de ene denkgeest ook onvermijdelijk de Cursus doet, want hoe zou dat anders kunnen als er altijd maar één denkgeest is, kan het niet anders dan dat de ego (onjuist-gerichte) kant van de ene denkgeest precies het tegenovergestelde denkt van het oordeelloos kijken vanuit de Heilige Geest (Juist-gerichte) kant van de ene denkgeest.
Dit lijkt het non-dualisme van één tegen te spreken, maar dat lijkt maar zo, omdat in werkelijkheid de ene denkgeest niet is opgesplitst in een onjuiste en juiste denkgeest waar tussen gekozen kan worden, maar in de droom van afscheiding, zoals wij “de wereld” ervaren lijkt dat wel zo. En dit wordt door ECIW gebruikt als uitgangspunt, en als leermiddelen, om ons te kunnen bereiken daar waar we denken en geloven te zijn, zodat we het kunnen begrijpen.

Oordeelloos kijken vanuit de egodenkgeest kant van de denkgeest is:
Mijzelf de persoon Annelies, de opdracht geven dat ik niet mag oordelen. Elke keer dat er een oordeel op dreigt te komen, zeg ik tegen mijzelf, ‘foute boel, mag niet, brr, wat een gênante gedachte, au, ik wil en kan er niet naar kijken, ik schaam me dood! De ander is onschuldig en kijk mij nu eens foute gedachten hebben over die persoon. Ik zit fout door toch een oordeel te hebben over de ander. Ik ben een sukkel, ik ben in en in slecht, wie heeft nu zulke vreselijke gedachten?’
Ik oordeel over het oordeel en veroordeel het.
En zo besluit ik vanuit de (schijnbare, illusionaire) egokant keuze van de denkgeest:
‘Ok, help! Hoe raak ik dit vreselijke oordeel kwijt zodat ik weer oordeel-loos (zonder oordeel, oordeel-vrij) wordt. Ik geef dit oordeel snel aan jou Jezus, want jij verzamelt oordelen, je bent er zelfs dol op, je houdt van lijden en neemt dat graag van mij over, jij weet er wel weg mee, ben ik ervan af, zand erover, klaar, niet meer aan denken, opgelost’.
En alsof mijn oordeel een op scherp staande handgranaat is die elk moment af kan gaan en mij zal doden geef ik mijn oordelende, zondige, schuldige, angstige gedachten snel door aan Jezus. Het oude ‘Jezus is voor onze zonden gestorven’ verhaal dus; de ik-persoon Annelies, die al haar oordelen doorgeeft aan de historische Jezus van de verhalen, die nu als geest buiten mij rond zweeft en nog steeds wonderen verricht zoals in de bijbel. Als hij mij ten minste hoort, of genegen is mij aan te horen, laat staan te helpen, want ik ben niet de enige die op de wachtlijst staat.
Op die manier van m’n oordeel afkomen, oordeel-loos, oordeel-vrij raken, voelt even als een opluchting, want het lijkt of ik, Annelies, het oordeel kwijt ben, ik ben weer oordeel-loos, oordeel-vrij, dank zij de wonderdoener Jezus, die zo vriendelijk is mij het persoontje Annelies te genezen door haar te verlossen van haar geprojecteerde oordelen (zonde, schuld en angst). Maar dat lijkt maar zo, eigenlijk ben ik het alleen tijdelijk kwijt, ‘vergeten’, dankzij de hulp van een Jezus die mijn oordelen, zonde schuld en angst door de vingers ziet en mij voor nu even vergeeft tot ik weer de fout inga.
Ik heb oordelend gekeken naar oordeelloosheid.
Zo werkt oordeelloos kijken via de egodenkgeest kant van de denkgeest.

Oordeelloos kijken vanuit de Heilige Geest kant van de denkgeest is:
Kijken vanuit de waarnemende/keuzemakende denkgeest kant van de ene denkgeest.
Ik zie vanuit die positie dat ik een oordeel heb over iemand, maar ik besef dat ik dat oordeel niet ben, er vindt geen volledige identificatie, geen het persoonlijk nemen meer plaats.
Er is geen persoon Annelies die oordeelt, er is het besef dat het de denkgeest is die een oordeel heeft en deze projecteert.
Ik ontken het oordeel niet, stop het niet weg, verander het niet, kijk ernaar precies zoals het zich voordoet, inclusief de emoties en de pijn.
Ik kijk naar mijn oordeel en oordeel niet over het oordeel als manier om oordeel-loos, oordeel-vrij te worden.
Ik hoef mezelf niet oordeel-loos, oordeel-vrij te maken, ik kijk gewoon rustig naar het oordeel.
En besef dat het oordeel dat ik over de ander heb helemaal niet over een ander lichaam gaat, en ook niet over mijzelf als lichaam.
Het oordeel gaat helemaal niet over iets wat zich buiten mij lijkt af te spelen.
Het oordeel speelt zich af in de denkgeest en heeft als enige functie een schijnbare afscheiding te bewerkstelligen in de ene denkgeest.
Iets wat onmogelijk is.
En de functie van projectie is om de onmogelijkheid van afscheiding aan het ‘oog’ te onttrekken, door er een muur van beelden (projecties) voor te zetten, zodat afgescheidenheid, verschillen, toch mogelijk lijken te zijn.
En zo lijken er lichamen te zijn die van elkaar verschillen, en verschillen zien vraagt om oordelen. Werkelijk oordeelloos zijn én tegelijkertijd lichamen zien, gaat niet samen. Lichamen zijn projecties ontstaan uit oordelen vanuit de denkgeest die in afscheiding gelooft.

Een oordeelloos kijken vanuit de Heilige Geest kant van de denkgeest vraagt ook niet om hulp aan een historische Jezus of een Heilige Geest die ergens buiten ‘mijn’ lichaam is.
Oordeelloos kijken vraagt hulp aan de oordeelloze denkgeest kant en die oordeelloze kant van de denkgeest kan ik symbolisch Jezus noemen en of de Heilige Geest, of een ander symbool wat voor mij staat voor oordeelloosheid en Liefde.
Oordeelloos kijken ziet geen schuld, geen zonde veroorzaakt door iets buiten de denkgeest.
Het kijkt en doet niets, het neemt het oordeel terug in de denkgeest, waar het begon en waar het vergeven kan worden en oplossen in Liefde.

Resumerend:
Het oordeelloos kijken van de egodenkgeest is oordeel-loos worden door niet te kijken. Het oordeel verdwijnt daardoor niet maar verschuilt zich achter de ontkenning van het oordeel of het juist veroordelen van het oordeel, waardoor de zonde, schuld en angst alleen maar versterkt worden, wat precies ook het doel is voor de keuze voor ego.

Oordeelloos kijken vanuit de Heilige Geest denkgeest is oordeel-loos worden door wel te kijken en het oordeel precies zoals het is inclusief de daaraan verbonden projectie terug te nemen in de denkgeest en te onderkennen dat het allemaal zelf bedacht is, met als enig doel afgescheiden te willen zijn van Liefde, God, Éénheid. Vergeving van dit nietig dwaas idee helpt mij terug te herinneren in Liefde.