archiveren

Maandelijks archief: september 2018

In case you forgot or just didn’t know, the first and the second book by Margot Krikhaar: Awakening in Love. The Spiritual Path of A Course in Miracles  and The Great Liberation. The Thought System of A Course in Miracles. are still available as a Kindle edition at Amazon. On top of that The Great Liberation is also available as a paperback book on demand edition at Amazon.
These two books are very accessible and timeless study material for all A Course in Miracles students around the world.

 

 

 

Also available via the web shop of Inner Peace Publications:
https://innerpeacepublications.nl/en/?post_type=product

 

 

Ik wil dit blog uit 2015 graag nog een keer her-bloggen als illustratie van hoe mijn pad met ECIW verloopt.
Ik lijk aan het einde van het blog te zeggen dat ik toen een staat van stabiel geluk had bereikt, dat voelde ook zo. Nu weet ik dat het slechts een soort rust moment was binnen het hele proces, waarvan ik nu weet dat ik (dus ook “we”) gewoon geen idee hebben van hoe het proces van terug herinneren verloopt.
Het was slechts een tussenstop tot de denkgeest klaar was om weer verder te gaan.
Door het groeiende vertrouwen in de leiding die ik wilde volgen, de leiding van Jezus/de Heilige Geest, was de denkgeest klaar voor een volgende fase in het proces, dat tot op de dag van vandaag door gaat en waar van ik geen idee heb hoe het zal verlopen en wanneer het klaar is.
En dat is goed, want dat wat zich afvraagt hoe lang duurt het nog en wat gaat er nog allemaal gebeuren is dat deel van de denkgeest dat vorm-gericht wil denken en in ruimte en tijd geloofd; de egodenkgeest.
Het dringt steeds meer door dat in elke gedachte zowel ego als HG aanwezig is en dat het deel wat kan waarnemen en dan vooral oordeelloos waarnemen steeds sterker wordt en daardoor meer durft te kijken en meer durft toe te laten.
En dat is nodig om ware vergeving te kunnen laten toepassen.
En ik weet nu heel zeker dat de “ik” niets weet, omdat de “ik” niets kan weten, omdat het een “nietig dwaas idee” is en een verdediging tegen Waarheid is, een verdediging tegen de Liefde van God, een niet toereikende beschrijving van wat niet te beschrijven valt.
Vol Vertrouwen “Verder”…

illusje

Gelukkig zijn!, vrolijk zijn!, aardig zijn!, riep mijn vader altijd als ik weer eens niet geluk en vrolijkheid uitstraalde…
Een uitspraak die mij altijd wit-heet maakte.
Tot mijn pubertijd was ik een vrolijk meisje dat bijna dagelijks wel een keer de slappe lach had samen met mijn vriendinnetjes. Ik lachte gewoon alles weg wat me dwars zat en dat werkte best goed.

Totdat de hormonen toesloegen, een heel effectieve projectie van de egodenkgeest die zich ook steeds sterker ontwikkelde ten einde de verdwaalde denkgeest vooral nog dieper in de egodenkgeest te verankeren.
En dat lukte heel goed, ik trok een sluier van somberheid over me heen, en alles leek ineens donker,  moeizaam en een groot gevecht. Ik werd, zeg maar behoorlijk gothic, met een donker spiritueel tintje. Donkere mystiek trok mijn aandacht, was dol op kerkhoven, en orgel spelen in een donkere kerk, waar de vleermuizen rondvlogen.
Ik had dag…

View original post 1.001 woorden meer

Alle vormen van speciale haat en speciale liefde zijn niets meer of minder dan de beide zijde van de ego medaille. Ze lijken verschillend maar beide hebben één gemeenschappelijk doel: het geloof in afscheiding (van de Liefde van God, Waarheid, Éénheid, non-dualisme) te bevestigen en daardoor het onmogelijke (afscheiding van Één) mogelijk te doen laten lijken.

De keuze voor het geloof in het egodenken is de keus voor het geloof in de ego eigenschappen speciale haat en speciale liefde.
Dat is de matrix van het egodenken. En zoals een koe alleen maar melk kan geven kan het ego alleen maar ego gedachten geven, want zo is het met opzet geprogrammeerd.

Pas als de pijn en het lijden hun dieptepunt hebben bereikt kan echt worden doorzien wat het kost om hardnekkig en koppig te blijven geloven in het waarheidsgehalte van het ego, en kan er ruimte komen voor de gedachte, “er moet een andere manier zijn”…

Hoe langer ik met ECIW bezig bent en ook echt toepas in het dagelijkse leven van alle dag en nacht, des te meer en duidelijker zie ik de truc van het egodenken om alles wat herinnert aan Waarheid eenvoudig weg om te keren, zodat het het tegenovergestelde van Waarheid laat zien. Als ik op die manier kijk naar wat het egodenken maakt kan ik ook beter zien wat het probeert te verbergen achter deze wisseltruc welke alleen maar een poging tot het verbergen en vergeten van Waarheid, Eenheid is.

Als de ervaring er een is van het leven van een ‘normaal’ rustig leven, met wat onvermijdelijke hobbels hier en daar afgewisseld met leuke en succesvolle ervaringen, valt de omkeer truc van het egodenken niet zo op en wordt het leven geaccepteerd zoals het is en berust men gelaten in zijn lot ondertussen een zo comfortabel mogelijk leventje te maken, door alle problemen die langskomen te negeren, of zo snel mogelijk uit de weg te ruimen.

Is de ervaring echter dat van een zeer intensief leven, met grote pieken en vooral zeer diepe dalen, dan zal vroeg of laat de vraag rijzen: ‘is dit nou leven, zoveel ellende dat kan toch niet echt de bedoeling zijn, dat moet toch anders kunnen?’
Dan wordt de waarnemer in ons wakker en groeit de bereidheid ‘anders te willen kijken’.

Als dat wat wij in de wereld van het ego denken waarnemen/ervaren als ‘weef foutjes’, als iets wat afwijkt van wat wij accepteren als ‘normaal’, dan kan ik dat zien als een reminder dat de wereld nu eenmaal niet perfect is, dat ‘shit happens’, of ja je hebt nu eenmaal slechterikken en braverikken, het is je eigen schuld, het zit in je genen daar doe je niets aan, het is de schuld van de ouders, kinderen, familie, buren, regering, dingen en situaties, maar ik kan het ook, als tot ontwaken bereid zijnde denkgeest zien als een reminder dat die ‘weef foutjes’ totaal niet passen binnen Waarheid, Eenheid, dus het ook gezien kan worden als slechts een poging Waarheid, Eenheid te verbergen achter het precies tegenovergestelde van Waarheid, Eenheid. Dat maakt het ‘weef foutje’ niet fout maar slechts een op z’n kop beeld van Waarheid, Eenheid.

Neem ik bijvoorbeeld waar dat het leven ervaren wordt als een aan ernstige angststoornis en depressiviteit lijdende persoon wat een ‘normaal’ leven onmogelijk maakt, dan kan ik dat als tot ontwaken bereid zijnde denkgeest ook zien als juist het omgekeerde van wat het lijkt te zijn.
Ik denk dan maar weer meteen aan les 5 uit het Werkboek:

“Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk:

1. Dit idee kan, evenals het voorgaande, gebruikt worden bij elke persoon,
situatie of gebeurtenis waarvan jij denkt dat die jou pijn bezorgt. Pas het
uitdrukkelijk toe op alles waarvan jij gelooft dat het de oorzaak van je onvrede
is, en gebruik daarbij de omschrijving van het gevoel in een bewoording
die je juist lijkt. De onvrede kan zich voordoen als angst, bezorgdheid,
depressiviteit, verontrusting, kwaadheid, haat, jaloezie en nog
talloze andere vormen, die je allemaal als verschillend zult waarnemen.
Dit is niet waar.
Maar tot je geleerd hebt dat de vorm er niet toe doet, is
elke vorm geschikt als onderwerp van de oefeningen van de dag.
Hetzelfde idee op elke vorm afzonderlijk toepassen is de eerste stap naar
de uiteindelijke erkenning dat ze allemaal hetzelfde zijn” (WdI.5.1).

Ik zie deze woorden: “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”, dan ook als een uitnodiging, om dat wat ik dacht te zien en te geloven en als waarheid aannam, binnen het egodenken, als precies het omgekeerde van Waarheid te zien en dus als een poging om mijzelf aan Waarheid, Eenheid, Liefde te onttrekken. Wat natuurlijk sowieso een onmogelijk idee is, wat alleen mogelijk lijkt te zijn door mijn geloof erin.

Dus de waarneming van een aan angststoornis en depressie lijdende persoon welke eigenlijk een projectie laat zien van de keuze voor afgescheiden te willen zijn van Waarheid, Eenheid, Liefde wordt nu een uitnodiging ‘anders’ te willen gaan zien, door dat wat ik dacht te zien als waarheid, als vergissing te onderkennen, en deze vergissing te Vergeven, (Ware Vergeving zie: WdII.1 blz. 404) waardoor de herinnering aan Waarheid, Eenheid, Liefde weer in het bewustzijn terug keert.
Les 34 helpt mij hieraan te herinneren:

“Ik zou in plaats hiervan vrede kunnen zien.

1. Het idee voor vandaag maakt een begin met de beschrijving van de voorwaarden
die gelden voor de andere manier van zien. Innerlijke vrede is
ontegenzeglijk een innerlijke zaak. Het moet beginnen bij je eigen gedachten
en zich dan naar buiten toe uitbreiden. Juist uit jouw vredige
denkgeest vloeit een vredige waarneming van de wereld voort” (WdI.34.1)

Een waarneming van een vredige wereld, niet een vredige wereld op zich als feitelijke vorm. (onthoud: “Er is geen wereld” (WdI.132.6:2))
Dus hoe dit zich als resultaat van Ware Vergeving zal projecteren in enige vorm, doet er dan niet meer toe, omdat ik dan werkelijk weet en ervaar dat niet de vorm de oorzaak is van angst en depressie, maar de keuze voor het denksysteem van zonde, schuld en angst en deze voor waarheid aan te zien en erin te geloven. Hoe dan ook zal er vanzelf de Inspiratie zijn om dat te doen wat het meest liefdevol is, hoe het er ook uit moge zien.

Dat wat ik in mijn broeder denk en geloof te zien is altijd een spiegel voor mijzelf die laat zien voor welk denksysteem ik kies; voor het geloof in zonde, schuld en angst (ego), of voor juist gerichtheid van denken (HG/J).
Zo zal de omkeer truc van het egodenken mij niet meer verblinden, maar juist een reminder worden voor wat het probeert te verbergen achter deze meester omkeer truc.

 

illusje

Wat is vrijheid van meningsuiting eigenlijk?
En is dat niet hetzelfde als vrijheid tot belediging?
Interessante vragen waar ik graag even naar wil kijken.

Als ik vanuit mijn waarnemende denkgeest positie hiernaar kijk, dan zie ik dat vanuit de egokant van de denkgeest de uitgangspositie is: lichamen, personen die verschillend denken er verschillende principes, geloofsovertuigingen, conditioneringen erop na houden, kortom ik zie verschillen.
Verschillen die alleen gezien kunnen worden als er is gekozen voor projectie vanuit het idee dat afscheiding mogelijk en wenselijk is.
Ondanks het feit dat er alleen Eenheid bestaat, de Eenheid die Geest is, is er dan toch de wil afgescheiden te willen zijn. ECIW noemt dit ‘een nietig dwaas idee’.
En dit kan alleen als de Eenheid en de onveranderlijke aard van Geest ‘vergeten’ wordt achter een muur van projecties en de projecties nu als enig zichtbaar bewijs worden gezien van wat nu ‘waar’ lijkt en…

View original post 1.271 woorden meer

Het vaak enorm (door het ego expres) opgeblazen begrip “verlichting” is eigenlijk niets anders dan het terug herinneren van bewust-zijn van wat het om onduidelijke en volledig onnodige redenen dacht te moeten verduisteren als verdediging tegen het terug herinneren. Er gaat dus als het ware een “bewustzijnslampje” aan waardoor de duisternis als onwaar kan worden gezien en tevens stap voor stap kan verdwijnen.
Iets wat voor de hele éne denkgeest (mind) een onvermijdelijk herinneringsproces is.
En dus alles behalve bijzonder of speciaal!

Er is dus géén lichaam dat verlicht wordt. Deze bewustwording speelt zich af op denkgeest (mind) niveau en NERGENS ANDERS.
Dus elke gedachte van: “oh, ik ben nog lang niet zo ver”, of “wow, die is verlicht zeg!”, “wat een bijzonder mens is dat”, “ik voel me nederig bij zo’n verlichte man/vrouw”, “Als ik nu maar in zijn/haar buurt ben dan raak ik ook sneller verlicht”, of “wat een nep verlichte eikel is dat zeg”, komende vanuit het denken en geloven een lichaam te zijn met bepaalde lichamelijke en of geestelijke kenmerken is enorm misplaatst en gewoon weer een ego trucje om maar in afscheiding te kunnen blijven geloven: hij/zij (lichaam) versus ik (lichaam).

Op deze manier denken, dat overigens heel normaal en gebruikelijk wordt gevonden binnen het geloof in het concept “wereld”, “lichamen”, “situaties”, is niet “fout”, “stom”, “verwerpelijk” of “zondig”, want dat zou alleen het ego weer versterken en in stand houden, met als enig doel afgescheiden blijven van Éénheid.

Het kan in plaats van een observatie, vanuit egodenken ook vanaf boven het slagveld, op denkgeest (mind) niveau gezien worden. Dat is een keuze.
En dat er een keuze is, is iets wat langzaam aan helder wordt in de denkgeest die er aan toe is om terug te herinneren in een totaal bewustzijn, waarna uiteindelijk de volgende onvermijdelijke stap volgt; het niet meer nodig hebben van het licht van bewustzijn in de duisternis.

In het Handboek voor leraren in de Cursus: “26. KAN GOD RECHTSTREEKS WORDEN BEREIKT”  gaat daar over:
Maar bedenk als je dit leest dat ECIW ons nooit aanspreekt op het niveau van denken en geloven een lichaam te zijn dat “iets” moet doen, want doe je dit wel dan wordt volgende aanhaling gegarandeerd niet begrepen zoals deze is bedoelt, want dan denk je vanuit een niet bestaand lichaamsbewustzijn. En uit iets wat niet werkelijk bestaat kunnen dan ook alleen maar niet bestaande gedachtes van onbegrip voortkomen. Oftewel alleen maar vormen van angst- weestandsgedachten.

In ECIW is de term leraar gelijk aan die van leerling, want de denkgeest leert en onderwijst tegelijkertijd, altijd en voortdurend met elke gedachte.
Er zijn dus eigenlijk ook geen speciale onderwijs of leer gedachten, elke gedachte, letterlijk elke gedachte heeft deze twee eigenschappen in zich.
Het enige verschil is dat de denkgeest voor ego onderwijs/leren of voor HG onderwijs/leren kan kiezen, maar het is altijd onderwijzen/leren. Er zijn geen neutrale gedachten.

Ik plak hier dat hele hoofdstukje 26 uit het Handboek voor leraren wel even voor het gemak:

“26. KAN GOD RECHTSTREEKS WORDEN BEREIKT?

1.God kan inderdaad rechtstreeks worden bereikt, want er is geen afstand tussen Hem en Zijn Zoon. 2Het bewustzijn van Hem ligt in ieders herinnering en Zijn Woord staat geschreven in ieders hart. 3Maar dit bewustzijn en deze herinnering kunnen alleen daar boven de drempel van herkenning opkomen waar alle barrières tegen de waarheid zijn geslecht. 4Bij hoevelen is dit het geval? 5Hierin ligt dan ook de rol van Gods leraren. 6Ook zij hebben vooralsnog niet het nodige inzicht verworven, maar ze hebben zich wel met anderen verbonden. 7Dat onderscheidt hen van de wereld. 8En dat stelt anderen in staat de wereld samen met hen te verlaten. 9Alléén zijn ze niets. 10Maar in hun verbinding bevindt zich de macht van God.

2.Er zijn er die God rechtstreeks hebben bereikt, doordat ze aan niet de geringste wereldse beperking vasthielden en zich hun eigen Identiteit volmaakt herinnerden. 2Deze zouden de Leraren der leraren kunnen worden genoemd, want ook al zijn ze niet langer zichtbaar, op hun beeld kan nog altijd een beroep worden gedaan. 3En ze zullen verschijnen waar en wanneer het behulpzaam is. 4Aan hen voor wie zulke verschijningen beangstigend zouden zijn, geven zij hun ideeën. 5Niemand kan tevergeefs een beroep op hen doen. 6Ook is er niemand van wie zij zich niet bewust zijn. 7Alle noden zijn hun bekend en alle vergissingen worden door hen gezien en genegeerd. 8De tijd zal komen dat dit wordt begrepen. 9En intussen geven ze al hun gaven aan de leraren van God die zich tot hen wenden voor hulp en alles vragen in hun naam en in geen enkele andere.

3.Soms kan een leraar van God een korte ervaring hebben van rechtstreekse vereniging met God. 2In deze wereld is het bijna onmogelijk dat dit van blijvende aard is. 3Het kan, misschien, na veel inzet en toewijding worden verkregen en dan een groot deel van de aardse tijd in stand worden gehouden. 4Maar dit komt zo zelden voor dat het niet als een realistisch doel kan worden beschouwd. 5Als het gebeurt, laat het zo zijn. 6Als het niet gebeurt, laat het eveneens zo zijn. 7Elke wereldse toestand moet wel illusoir zijn. 8Als God in een aanhoudende bewustzijnstoestand rechtstreeks werd bereikt, zou het lichaam niet lang in stand kunnen worden gehouden. 9Zij die het lichaam hebben afgelegd eenvoudig om hun behulpzaamheid uit te breiden tot hen die achterblijven, zijn inderdaad gering in aantal. 10Enzij hebben helpers nodig die nog in slavernij en in slaap verkeren, zodat door hun ontwaken Gods Stem kan worden gehoord.

4.Wanhoop dus niet vanwege beperkingen. 2Het is jouw functie om aan ze te ontkomen, maar niet om zonder ze te zijn. 3Wil je gehoord worden door hen die lijden, dan moet je hun taal spreken. 4Wil je een verlosser zijn, dan moet je begrijpen waaraan men ontsnappen moet. 5Verlossing is niet iets theoretisch. 6Zie het probleem, vraag om het antwoord en aanvaard dat als het komt. 7En dat zal niet lang op zich laten wachten. 8Alle hulp die je kunt aanvaarden zal geboden worden en je hebt niet één behoefte die niet zal worden vervuld. 9Laten we ons dan niet te veel bekommeren om doelen waarvoor je nog niet klaar bent. 10God neemt je waar je bent en heet jou welkom. 11Wat zou je meer kunnen wensen, wanneer dit alles is wat jij nodig hebt.”

Zodra een blokkade, de sluier die we voor Waarheid, “dat wat IS” (God, Liefde, Éénheid) geplaatst hebben, met als enig doel afgescheiden te blijven van Waarheid oplost, gaat de poort naar wat IS als het ware vanzelf open en komt de herinnering aan dat wat IS vanzelf weer te voorschijn.
De herinnering kan zich weerspiegelen (zolang er nog geloofd wordt in de wereld van de vorm te zijn) in een ervaring van een plotselinge creatieve impuls, of inzicht, of gewoon precies weten wat te doen met een eerst schijnbaar onoplosbaar probleem.
Er wordt dan duidelijk gezien dat niet het probleem in de vorm op zich het probleem was, maar dat de keuze voor afgescheiden te willen zijn van dat wat IS (Éénheid, Waarheid, God, Liefde) het probleem was en is

Dus de herinnering, of de brug, naar Waarheid, in ECIW Heilige Geest of de manifestatie daarvan Jezus genoemd, zorgt niet dat er een schijnbaar probleem in de vorm wordt opgelost, of dat ik antwoord krijg op een vraag, maar helpt bij het oplossen van de blokkade in mijn denkgeest daar waar voor afscheiding is gekozen en nu opnieuw gekozen kan worden voor het vergeven van het idee van afscheiding.

Dit alles gebeurt op een wijze die ik kan begrijpen op het niveau van de mate van begrip waar ik me op dat moment (denk en geloof) te bevinden.
Het kan daarom lijken alsof er hulp van buiten komt wat mij precies verteld wat ik moet doen, maar dat is niet zo.
Nogmaals de enige keuze die echt helpt, ongeacht de uitkomst die ik denk te weten te willen en wens in de vorm is de enige keuze die gemaakt kán worden en dat is de keuze voor afscheiding (ego) of voor het genezen van de afscheiding (HG/J). Niet het genezen in en van de vorm (lichamen, dingen en situaties), maar de genezing van de denkgeest die in afscheiding geloofd.
En zolang ik nog de ervaring heb van in een wereld te zijn in een lichaam, zal de genezing van de denkgeest zich soms zichtbaar en soms onzichtbaar lijken te manifesteren in de vorm. En zal ik leren onderscheid te maken tussen de manifestaties van het ego (de wens voor afscheiding) en de manifestaties van de genezen denkgeest de wens van de genezing van het afscheidingsidee. Kortom weten dat het probleem nooit in de vorm ligt, maar altijd in de denkgeest.
Vandaar dat oordeelloos leren kijken zo belangrijk is, want alleen in oordeelloosheid kan opnieuw gekozen worden voor ego of voor HG/J.

Elke vorm van depressiviteit hoe groot of klein ook elke vorm van ongenoegen, woede, verdriet, kortstondige vreugde, haat, speciale liefde zijn manifestaties van de achterliggende keuze voor afscheiding. Als dit gezien en geaccepteerd wordt kunnen al deze manifestaties van de keuze voor afscheiding her-gebruikt worden als ik dat wil en erom vraag.
Ik ben dan niet langer meer een speelbal van mijn emoties die naar believen lijken te komen en te gaan. Ik weet dan dat ik deze manifestaties niet “ben” maar er wel 100% verantwoordelijk voor ben, omdat ik kennelijk liever voor afscheiding koos, maar dat nu niet meer wil en weet dat ik slechts anders hoef te kiezen door die manifestaties terug te nemen in de denkgeest en te vergeven.
Dat opent de poort tot totale vrijheid van de denkgeest…

Uit: “Inleiding tot Een cursus in wonderen” – Kenneth Wapnick:

“Vergeving kan dus in drie fundamentele stappen worden samengevat.
De eerste stap is dat ik onderken dat het probleem niet
buiten me is, op dat scherm. Het probleem zit vanbinnen, in mijn
film. In de eerste stap geef ik te kennen dat mijn woede niet gerechtvaardigd
is, hoewel mijn woede me altijd voorhoudt dat het
probleem buiten me ligt, bij jou, en dat jij moet veranderen zodat
ik niet hoef te veranderen. Kortom: de eerste stap betekent dat het
probleem niet buiten me ligt, maar daarentegen in mij zit. Deze stap
is zo wezenlijk om dat God het Antwoord op het probleem van de
afscheiding in ons binnenste heeft neergelegd: de Heilige Geest is
niet buiten ons, de Heilige Geest is in ons, in onze denkgeest. Door
vol te houden dat het probleem buiten ons ligt – en dat gebeurt bij
projectie altijd – houden we het probleem weg van het antwoord.
En dat is precies wat het ego wil, want wanneer het probleem wordt
beantwoord door de Heilige Geest, houdt het ego op te bestaan.
Dus het ego is heel doortrapt en subtiel als het erom gaat ons te
doen geloven dat het probleem buiten ons ligt, of dat nu in een ander
mens is – ouders, leraren, vrienden, partners, kinderen, de ministerpresident
– of in de aandelenmarkt, het weer of in God Zelf. We zijn
er allemaal uitermate bedreven in het probleem te zien waar het niet
is, zodat de oplossing gescheiden kan blijven van het probleem. In
het Werkboek staan twee lessen die dat heel duidelijk maken, namelijk
les 79 en les 80: ‘Laat me het probleem zien, zodat het kan
worden opgelost’ en ‘Laat me zien dat mijn problemen zijn opgelost.’
Er is maar één probleem en dat is het geloof in de afscheiding zelf,
oftewel het probleem van schuld, en dat zit altijd vanbinnen, niet
buiten je. De eerste stap van vergeving is dus, zoals gezegd, dat ik
erken dat het probleem niet in jou zit; het probleem zit in mij. De
schuld ligt niet in jou, de schuld ligt in mijzelf. Het probleem zit niet
op het scherm waarop ik het projecteerde, het zit in de film in mijn
binnenste en dat is een film van schuld.

Dan komt de tweede stap, en dat is de moeilijkste. Het is een stap
die we koste wat het kost willen zien te vermijden. We moeten nu
iets doen aan die film, dat wil zeggen: we moeten iets doen aan onze
eigen schuld. Ik wil benadrukken dat juist dat de reden is dat we tot
het uiterste gaan om die woede en aanval te rechtvaardigen en in
stand te houden; juist dat is de reden dat we de wereld willen blijven
zien als opgesplitst in goed en slecht. Zolang we dat doen kunnen
we die tweede stap vermijden, want bij de tweede stap zien we onze
eigen schuld en al onze gevoelens van zelfhaat onder ogen.
Bij de eerste stap erken ik dat mijn woede niets anders is dan de
beslissing mijn schuld te projecteren. Maar bij de tweede stap erken
ik dat de schuld zelf óók een beslissing vertegenwoordigt. De
schuld symboliseert de beslissing mijzelf als schuldig in plaats van
als schuldeloos te zien. In plaats daarvan moet ik onderkennen dat
ik een Zoon van God ben in plaats van een zoon van een ego; dat
mijn ware Thuis niet in deze wereld is maar dat mijn ware Thuis
eerder in God is. Dat kunnen we pas als we onze schuld onder ogen
zien en de uitspraak doen dat dit niet is wat we werkelijk zijn. En die
uitspraak kunnen we niet doen zolang we niet eerst iemand anders
aanzien en zeggen: ‘Jij bent niet wat ik van jou gemaakt heb. Je bent
in wezen wat God geschapen heeft .’
Er staan een paar heel indringende passages in de Cursus die beschrijven
hoe vreselijk beangstigend deze tweede stap is. Het komt
vaak voor dat mensen, vooral de eerste keren dat ze Een cursus in wonderen
inkijken, het verkeerde idee hebben dat het allemaal mooi
en makkelijk is. De Cursus kan je op het verkeerde been zetten als
je niet oplet. Op het ene niveau wordt er gezegd hoe eenvoudig het
is, hoe we in feite allemaal ‘thuis zijn in God, en dromen van ballingschap’
(T10.I.2:1) en hoe al die stappen in een ogenblik genomen
kunnen worden, louter door ons denken te veranderen, enzovoort.
Dan kan het dus gebeuren dat we die passages lezen en al die andere
passages maar vergeten, waarin er sprake is van de verschrikkelijke
angst die dat proces oproept: het onbehagen, de weerstand en
het conflict dat ontstaat wanneer we deze stappen zetten waarin we
onze schuld onderhanden nemen.
Niemand kan het ego loslaten zonder eerst zijn of haar eigen
schuld en angst aan te pakken, want dat is het ego. In het evangelie
zei Jezus: ‘Wie zijn kruis niet opneemt en mij niet volgt, kan mijn
volgeling niet zijn!’ (Matth. 10:38; Mk 8:34; Lk 14:27). Dan spreekt
hij dus hierover. Je kruis opnemen wil zeggen dat je iets doet aan je
eigen schuld en angst en daarmee het ego transcendeert. Je kunt dat
proces met geen mogelijkheid doorlopen zonder moeilijkheden en
pijn. Let op: dat is niet Gods Wil voor ons; het is onze eigen wil. Wij
zijn degenen die schuld in het leven hebben geroepen, dus voordat
we die kunnen loslaten moeten we hem onder ogen zien en dat kan
heel pijnlijk zijn. Er zijn twee plaatsen waar juist dit proces en de
hoeveelheid angst die dat met zich meebrengt beschreven wordt:
de lessen 170 en 196 ( WdI.170; WdI.196.9-12). Ook in ‘De twee werelden’
in de tekst (T18.IX.3) gaat het over de ogenschijnlijk gruwelijke
beklemming waar we doorheen moeten en de verschrikkingen
die gepaard gaan met het verwerken van deze vrees voor God. Dit
is het laatste obstakel voor vrede en daar ligt onze schuld het diepst
begraven.

Dus de tweede stap bestaat in feite uit de bereidheid onze schuld
onder ogen te zien en durven zeggen dat het een uitvinding is van
onszelf, erkennen dat de schuld geen symbool is voor Gods geschenk
aan ons maar voor de beslissing onszelf te zien zoals God ons niet
geschapen heeft. Dat wil zeggen dat we onszelf zien als kind van
schuld en niet als kind van liefde. Een cursus in wonderen benadrukt
heel duidelijk dat wij, omdat we degenen zijn die de schuld gemaakt
hebben, niet degenen zijn die hem ongedaan kunnen maken. Om
dat te kunnen doen hebben we hulp nodig die van buiten het ego
komt. Die hulp is de Heilige Geest. En de enige keuze die we hebben
is de Heilige Geest uit te nodigen het denksysteem van het ego te
corrigeren en de schuld van ons weg te nemen. Dat is de derde stap.
Bij de tweede stap zeggen we in feite tegen de Heilige Geest: ‘Ik wil
mezelf niet langer als schuldig zien; neem dat alstublieft van me weg’.

De derde stap is aan de Heilige Geest en hij neemt de schuld weg,
eenvoudig omdat hij die in feite al weggenomen heeft . Het enige
probleem is dat wij dat moeten aanvaarden.

Samenvattend: de eerste stap maakt de geprojecteerde woede ongedaan
door te zeggen dat het probleem niet buiten me ligt, maar
in me. De tweede stap maakt duidelijk dat het probleem dat in me
zit een probleem van eigen makelij is en dat ik het nu niet meer wil.
De derde stap volgt wanneer ik het heb overgedragen aan de Heilige
Geest en Hij het probleem van me wegneemt.”

Opmaak test6

Iedere gedachte bevat de wil tot afscheiding, de keuze voor en het geloof in ego en de herinnering aan wat mijn keuze voor ego mij wil laten vergeten; de keuze voor en het geloof in HG.
Dit helpt enorm om elke gedachte, uit de schijnbare (met opzet) vorm chaos van projecties, terug te brengen naar zijn bron, de denkgeest de enige “positie” waar ik kan leren dat niet op de eerste plaats de vorm waarin deze keuze worden geprojecteerd er toe doet, maar de achterliggende keuze voor afscheiding. Alleen in die denkgeest positie kan er opnieuw gekozen worden, voor afscheiding (vergeten) of voor Herinneren.
Dit helpt ook om de vormen waarin de wens tot afscheiding geprojecteerd wordt niet meer in zijn vorm als zodanig serieus te nemen. Immers de projectie op zich is nooit wat deze lijkt te zijn. Allereerst is het een projectie, een soort filmbeeld en het wordt geprojecteerd om de achterliggende reden, de wil tot afscheiding van Één, te verbergen.
Mijn ego zal hier onvermijdelijk een reactie op geven (het ego is in elke gedachte aanwezig), maar al lerende dat het niet is wat het lijkt, dus niet echt of waar is, kan ik er ook beter met steeds minder wordende angst (angst=verdediging) naar leren eerlijk oordeelloos te kijken (=kijken olv HG/J), zodat de gedachte geschikt wordt als vergevingsgedachte en vergevingskans.