archiveren

Maandelijks archief: september 2014

Wat gedachtes over de uitspraak in (T21.In.1:4):
Ze [de wereld die jij ziet] getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.”

En toen zag ik zo duidelijk weer de vergelijking met een film, wat een prachtig symbool vormt voor deze uitspraak.
Een film is eerst opgenomen en vastgelegd in z’n geheel, en wordt daarna afgespeeld, steeds maar weer.
Zo ook is wat wij onze wereld en onze levens noemen al in één keer ‘opgenomen’ en wordt vervolgens eindeloos opnieuw afgespeeld. Elk denkbaar egoscript is beschikbaar om weer opnieuw afgespeeld te worden.
En net zoals in een film, kijken wij (denkgeest) ernaar. Wij kijken naar onze eigen mentale projectie, maar zijn vergeten dat we dat doen en denken en geloven nu dat wat wij zien en beleven in de film ook echt is wat we zijn en op dat moment gebeurt. Wij lijken dat lichaam te zijn omringd door miljoenen andere lichamen, dingen en situaties, maar het zijn en blijven mentale projecties vanuit de denkgeest vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, dus niet vanuit de hersenen, want de hersenen zijn ook een denkgeest projectie.
Onze innerlijke ego toestand is een toestand van angst, van zonde en schuld, die elk moment bij elke gedachte opnieuw worden opgeroepen uit de in één keer geprojecteerde schier eindeloze voorraad egoprojecties. En daaruit kiezen wij, (onbewust, want dat de denkgeest de bron is het moet immers verborgen blijven) als egodenkgeest onze persoonlijke verhaal, dat wat we ons huidige leven noemen.
En we draaien deze film af en denken en geloven dat we dat leven zijn, en we zien dus niet dat we een rol spelen en in werkelijkheid denkgeest zijn die dit alles heeft bedacht, opzet en uitspeelt.
ECIW leert ons te herinneren dat wij denkgeest dit alles zelf bedacht hebben, vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, en dat al die scripts in dat ene moment van afscheiding (het nietig dwaas idee, zoals de Cursus het noemt, zie T27.VIII.6:2-3), op ‘film’ zijn vastgelegd en we steeds weer opnieuw een film kiezen, waar we steeds weer opnieuw dat ene nietig dwaas idee beleven en ons daar geheel en al mee identificeren.

Ware Vergeving leert ons, ons te herinneren dat we deze filmpjes (projecties) vanuit het geloof in zonde, schuld en angst niet zijn, dat ze niet ‘werkelijk’ gebeurt zijn, maar dat het inderdaad  ‘de uiterlijke weergaven zijn van een innerlijke toestand’ en die innerlijke toestand is de egotoestand van het geloof in zonde, schuld en angst, die uit geprojecteerd wordt en we beleven als ons leven.
Als we dat zien en aannemen, kunnen deze zelfde projecties, films, die we ons leven noemen, door Heilige Geest en of Jezus (symbool van ons Ware Zelf) als vergevingskansen en middelen worden her-gebruikt, die ons doen terug-herinneren in wat we werkelijk zijn; in Liefde, in God, in Eenheid.

Het ego, het domein van de egodenkgeest is een illusoir denksysteem, opgezet als verdediging tegen God de non-dualistische staat van zijn waar wij als Zoon van God deel vanuit maken.
Het egodenksysteem is dus een vervangend gedachtesysteem, een ‘doen alsof’ denksysteem.
Dat betekend dat de hele wereld, en ons hele leven zoals we dat beleven in deze wereld in een lichaam omgeven door andere lichamen, dieren en dingen van groot tot onzichtbaar klein een ‘doen alsof’ is.
We houden onszelf voor de gek.
En wat kan er anders voortkomen uit een ‘doen alsof’ denksysteem dan nog meer ‘doen alsof’. Het ‘doen alsof’ breidt zich uit, omdat het niets anders kan dan dat.

Bijvoorbeeld, ik ben boos, omdat ik denk dat mij iets wordt aangedaan, en mij wordt gevraagd ‘ben je boos?’, en ik zeg dan ‘nee, hoor’. Dan is het niet zo dat het boos zijn dan ‘echt’ is, en dat als ik het ontken dat een leugen is. Nee, beide gedachtes, met hun projecties zijn een ‘doen alsof’ en in die zin beide niet waar.
De Cursus zegt:

‘Als woede voortkomt uit een interpretatie en niet uit een feit, is die nooit gerechtvaardigd’ (H17.8:6).

Wat niet wil zeggen dat het niet mag of fout is.
Het is gewoon niet te rechtvaardigen, omdat het ‘niets’ is, ‘doen alsof’ is geen feit het is het ‘doen alsof’ van de egodenkgeest die alleen maar kan afscheiden van Waarheid, door te doen alsof er een waarheid is en een onwaarheid en te doen alsof die twee voortdurend in strijd zijn met elkaar, met als resultaat een verzonnen dualistisch systeem, een ‘doen alsof’ binnen de non-dualistische Eenheid. En dat is onmogelijk en kan niet meer worden dan enkel en alleen een ‘doen alsof’.
Dus als ik boosheid waarneem in mijzelf, is dat niet ´fout´, want dat is alweer een ego oordeel dat het spelletje ´doen alsof´ serieus neemt. Ik kan echter wel terwijl ik het ´doen alsof script´ speel Jezus’ hand vastpakken (symbool voor de verbinding met Waarheid) met de wil hier anders naar te willen kijken door ogen van vergeving.
Dit is een kwestie van veel oefenen, want het kost tijd en veel oefenmateriaal, ons dagelijkse ‘doen alsof’ leven dus, voordat dit omgekeerd kan worden en we inderdaad de andere keuze willen en kunnen maken, de keuze voor leiding in dit proces van de Heilige Geest en of Jezus, beide (nogmaals) symbolen voor en de brug terug naar Waarheid, dat wat we in werkelijkheid zijn.

Zijn we als denkgeest al gevorderd in dit leerproces van het ongedaan leren maken via vergeving van het ‘doen alsof’, dan zal men op een gegeven moment bij een opkomende woede aanval en ‘doen alsof’ , steeds vaker bewust worden van dit ‘doen alsof’ mechanisme en ook van de mogelijkheid ánders te kiezen.
Ik kan dan het ‘doen alsof’ spel doorbreken en voor vriendelijkheid kiezen, omdat ik dan inzie dat ik de zgn ander die meespeelt in het spelletje ‘doen alsof’ heb ingezet om het spelletje ‘doen alsof’ echt te maken, zodat het lijkt dat de boosheid van buiten mij komt en niet vanuit ‘mijn’ denkgeest die het dualistische spel wil spelen, om maar uit de beurt van mijn ware non-dualistische aard te blijven en het feit dat ik denkgeest ben en niet een lichaam.

Het voor vriendelijkheid kiezen in plaats van voor boosheid, is ook nog steeds onderdeel van het spelletje ‘doen alsof’, maar zal nu, omdat ik het olv HG/J wil doen, in plaats van olv ego, als liefdevolle spelbreker werken en een helend effect hebben.
En de lakmoesproef zal zijn, dat ik dan geen vormen van zonde, schuld en angst meer ervaar. Neem ik dat nog wel waar, dan is dat niet ‘fout’, of ‘dom’ , of een ‘mislukking’, dat is gewoon eerlijk zijn, en wacht ik gewoon geduldig tot zich weer een nieuwe kans aandient, waarin ik mijn ‘doen alsof’ gedrag waarneem en wéér de keuze kan maken voor leiding van de egodenkgeest of van Heilige Geest denkgeest.

En zo wordt het ‘doen alsof’ kostbaar leermateriaal, want de Heilige Geest kan alles gebruiken, zodra ik dat toesta.