archiveren

Maandelijks archief: februari 2017

“Het doel van het leerplan is, ongeacht de leraar die je kiest: ‘Ken uzelf.’
Iets anders valt er niet te zoeken. Ieder is op zoek naar zichzelf en naar
de kracht en de heerlijkheid die hij meent te hebben verloren. Telkens
wanneer jij met iemand samen bent, heb je een nieuwe gelegenheid om ze
te vinden. Jouw kracht en heerlijkheid zijn in hem, omdat ze de jouwe zijn.
Het ego probeert ze uitsluitend in jou te vinden, omdat het niet weet
waar het zoeken moet. De Heilige Geest leert jou dat als je alleen naar jezelf
kijkt, jij jezelf niet kunt vinden, want dat is niet wat jij bent.
Telkens wanneer jij met een broeder samen bent leer je wat jij bent,
omdat je onderwijst  wat jij bent. Hij zal of met pijn of met vreugde reageren,
al naargelang de leraar die jij volgt. In overeenstemming met jouw beslissing
zal hij gevangen of bevrijd zijn, en jij eveneens. Vergeet nooit jouw
verantwoordelijkheid tegenover hem, want het is je verantwoordelijkheid
tegenover jouzelf.
Geef hem zíjn plaats in het Koninkrijk en jij zult de jouwe hebben

Alleen kun jij het Koninkrijk niet vinden en alleen kun jij, die het
Koninkrijk bent, jezelf niet vinden. Wil je het doel van het leerplan bereiken,
dan kun je niet naar het ego luisteren, want zijn bedoeling is het juist
zijn eigen doel te ondermijnen. Het ego weet dit niet, omdat het totaal
niets weet. Maar jij kunt het weten, en zult dat ook weten, als jij bereid
bent te kijken naar wat het ego van jou maken wil. Dit is jouw verantwoordelijkheid,
want als je er eenmaal werkelijk naar gekeken hebt, zul je de Verzoening voor jezelf aanvaarden. Welke andere keuze zou je kunnen maken? Als je deze keuze gemaakt hebt, zul je begrijpen waarom jij ooit geloofde dat wanneer je iemand anders ontmoette, je ook dacht dat hij iemand anders was. En iedere heilige ontmoeting die jij volledig aangaat zal jou leren dat dit niet zo is.

Jij kunt uitsluitend een deel van jezelf ontmoeten, omdat jij een deel van
God bent, die alles is” (T8.III.5,6,7:1).

Het lijkt hier alsof de Cursus ons aanspreekt als individuele lichamen die elkaar ontmoeten en daarin een Heilige Relatie kunnen ontwikkelen.
Niets is minder waar. ECIW spreekt ons nooit aan als individuele of collectieve lichamen.
ECIW spreekt ons altijd aan op het niveau van de bron en dat is altijd de denkgeest/mind.
De lichamen die wij denken en geloven te zien en waarvan we zijn gaan geloven dat het dat is wat we zijn, zijn slechts projecties van de denkgeest die voor afscheiding van de denkgeest kiest, waardoor er van de denkgeest afgescheiden lichamen lijken te zijn.
Slechts het geloof hierin, lijkt deze waanvoorstelling waar te maken.
ECIW is er op gericht ons terug te laten herinneren denkgeest/mind te zijn, zodat we kunnen gaan zien dat we ons als denkgeest hebben vergist, en dat wat we denken en geloven te zien ook een vergissing is.

ECIW ontmoet ons waar we denken en geloven te zijn, dus denkend en gelovend een lichaam te zijn. Onvermijdelijk dat de nog volop in lichamen gelovende denkgeest, die daardoor geen feeling meer heeft met de bron de denkgeest en zeker weet dat alles wat hij denkt en gelooft uit het brein/lichaam komt, in de valkuil loopt en de metafysica van de Cursus, dat er geen wereld is en dus ook geen lichamen, maar alleen denkgeest die projecteert, gewoon (expres, uit (ego) zelfbescherming) “vergeet”.
En zo wordt de taal van de Cursus die in ECIW als symbool bedoelt is, weer gewoon letterlijk genomen en is de egodenkgeest vooralsnog “veilig” en verandert er niets in de denkgeest, de enige “plek” waar verandering mogelijk is.
En wordt ECIW gebruikt om de wereld te verbeteren en een aangenamer leven te krijgen.

(Daar is trouwens op zich niets mis mee, maar geloof en beweer dan niet dat je ECIW doet, en probeer dan niet ECIW toch in dat hokje te wurmen.)

Als daarom bovenstaande tekst letterlijk wordt genomen lijkt er te staan dat als twee lichamen elkaar ontmoeten er tussen die lichamen een Heilige Relatie kan ontstaan.
“Ken uzelf” gaat over het kennen van “mijn” gedachten als denkgeest, niet als lichaam.
Moet daarom het lichaam ontkent worden, of genegeerd? Nee, natuurlijk niet het is slechts een uitnodiging er “anders” naar te leren kijken en het “anders” te laten her-gebruiken, omdat nogmaals, ECIW de taal gebruikt die wij ogenschijnlijk als lichaam, maar ondertussen als denkgeest/mind, daar waar we nu denken en geloven te zijn, kunnen begrijpen.

Als oefening is het een idee bovenstaande tekst eerst eens heel bewust vanuit lichaamsidentificatie te lezen, dus ik het lichaam ontmoet een ander lichaam enz. En dan nog een keer maar nu vanuit het niet persoonlijke begrensde denkgeest/mind zijn, waar ontmoetingen gedachten zijn met gedachten/ideeën.
De zogenaamde lichamen kunnen dan ook makkelijker gezien worden als projecties, welke nog steeds gedachten zijn, want ideeën verlaten nooit hun bron. En er is alleen maar denkgeest, ge- en bedacht door de denkgeest.
Daardoor zal er ook een andere ervaring van verbinding mogelijk worden, die niet meer begrenst wordt door lichamen die aanwezig moeten zijn om een ontmoeting te hebben.
Een denkgeest ontmoeting is niet afhankelijk van tijd en ruimte en ook niet van de vorm waarin en waarmee de ontmoeting plaats heeft. Menselijk, dierlijk, dingen, situaties het maakt niet meer uit, de ware ontmoeting is altijd in de denkgeest en gaat over een ontmoeting met het eigen denken die weerspiegelt wordt herkend in de zgn “ander”.

De projecties (dus de schijnbare lichamen waar we een ontmoeting mee hebben) blijven gedachtes, ideeën, maar dienen nu een compleet ander doel. Niet meer als afscheiding, dus olv het egodenken, maar als terug herinnering in waarheid, olv Heilige Geest (symbool voor denkgeest die weet in verbinding te staan met waarheid, eenheid, liefde, God.

Dus bovenstaande tekst, en dat geldt voor de hele Cursus kan olv egodenkgeest gelezen worden door alles letterlijk te nemen vanuit lichaamsgerichtheid, of olv Heilige Geest, door alles symbolisch te zien en gezien vanuit denkgeest.
Onderzoek zelf het verschil.

Deze volledige omslag in het denken, vereist natuurlijk veel oefening. De denkgeest gaat niet zomaar overstag. Intellectueel kan het heel snel begrepen worden, maar het werkelijk begrijpen gebeurt pas als de denkgeest/mind er echt aan toe is. En hoewel dat onvermijdelijk is, is het proces naar de omslag ook onvermijdelijk. En dat duurt zolang het duurt.

Daarnet weer dat sterke gevoel van weten weg te rennen door dat wat probeert weg te blijven van het “weten” waarvoor het weg rent.
Ik had zelfhaat gedachten als “sukkel”, “idioot”, en aangezien dat met de bijbehorende emoties gepaard ging, dus voelde als zeer onaangenaam, realiseerde ik me ook dat het weer niets anders kon zijn dan de keuze voor egodenken, oftewel de wil tot afscheiden. En het niets te maken heeft met de ogenschijnlijke oorzaak die zich ergens “buiten” een “ik” lijkt af te spelen, waardoor er een “ik” lijkt te zijn die zich aangevallen voelt en op de vlucht slaat en in de aanval gaat. Vluchten en aanvallen ineen, want de “ik” beschuldigen (wat ben ik toch een idioot en een sukkel) is ook wegrennen van “Zijn” en het aanvallen wordt ervaren als zelfhaat.

En terwijl ik dit alles ervoer, was er ook tegelijkertijd de observerende die zich hiervan bewust was. Het ervaren werd niet tegengehouden, niet verandert, niet beter gemaakt het werd gewoon geobserveerd, precies zoals het zich voordeed, oordeelloos en daardoor bewust gemaakt. Het wegrennen maakte plaats voor het oordeelloos observeren van het wegrennen, wat tevens de weg opent voor ware vergeving.

Dan wordt ook meer en meer bewust dat het niet het lichaam is dat dit alles ervaart, maar “iets” anders, dat wat kennelijk kan observeren en zich niet meer 100% identificeert met een lichaam en situaties.
Dat “iets” anders kunnen we denkgeest of mind noemen, voor het gemak omdat we nu eenmaal gewend zijn om met behulp van woorden te communiceren.
En dat “iets” blijkt eigenlijk de bron te zijn. Er vindt dus een verschuiving plaats in dat proces van bewustwording, van het lichaam en situaties als oorzaak, terug naar de denkgeest/mind als oorzaak.
Het is echter wel zo, dat denkgeest/mind voor de nog steeds in een schijnbare wereld en in een schijnbaar lichaam ervarende, een abstract concept blijft.
Vandaar dat ECIW het voor de “ervarende” nog steeds bekende en vertrouwde concept van lichamen en situaties (her)gebruikt, maar nu met een heel andere bedoeling en doel.

Er wordt nog steeds als vanouds “ervaren”, schijnbaar door een lichaam in situaties, maar het bewustzijn gaat groeien dat wat als oorzaak ervaren wordt door de ervarende, niet is wat het dacht en geloofde dat het was.

Er lijkt een “ik” te zijn die zelfhaat ervaart, maar langzaamaan al ervarend wordt steeds duidelijker dat die “ik” lichaamsgerichte zelfhaat, eigenlijk alleen maar vanuit denkgeest/mind komt en niet als doel heeft het zelf te haten, ook al wordt dat wel als zodanig ervaren als ik eerlijk kijk, maar als doel heeft zich af te scheiden van éénheid, of om het tegengestelde van haat te gebruiken, af te scheiden van liefde (non-dualistische liefde).
En nogmaals éénheid en non-dualistische liefde, zijn voor de in deze wereld en in een lichaam ervarende abstracte concepten, dus daarnaar streven en proberen mij daarin te mediteren werkt niet.
Wat wel werkt, en daar kan meditatie wel voor werken, is rustig en zonder oordeel onder ogen gaan leren zien welke blokkerende gedachten ik projecteer om maar uit die non-dualistische eenheid en liefde te blijven.

Het belangrijkste in het proces van bewustwording is dus 100% observerende te worden, terwijl “op het toneel” het script wordt uitgespeeld, want dat moet geobserveerd worden en niet ontkend of veranderd of aangepast. En 100% observerende worden is hetzelfde als “weten” 100% denkgeest/mind te zijn, wat dus niet een lichaam is dat speelt denkgeest/mind te zijn, want hou er rekening mee dat het “oude egobewustzijn” nog steeds mee doet, zolang er nog de beleving van “ervaren” is. Het wordt alleen steeds zwakker en verdwijnt meer en meer naar de achtergrond, terwijl het bewustzijn van denkgeest/mind te zijn steeds sterker, duidelijker en op de voorgrond komt.
En de keuze daarvoor steeds makkelijker gemaakt zal kunnen worden en tenslotte de automatische keuze voor het ego-denken geheel zal vervangen.

En nogmaals omdat denkgeest/mind abstract is voor de nog steeds ervarende, worden nog steeds woorden gebruikt als hulpmiddel. Woorden zoals de innerlijke leraar, of Jezus, of Heilige Geest, of welk woord dan ook wat maar behulpzaam kan zijn voor de observerende ervarende op zijn weg naar het terug herinneren in éénheid, waarheid, liefde, God.

Wat ik buiten me denk en geloof te zien is altijd de projectie van wat er vanuit een schijnbaar persoonlijke denkgeest gedacht wordt.
Niets van wat de “ik” buiten de “ik” denk en geloof te zien is als schijnbaar uiterlijke vorm waar. Ik kan dus nooit in onvrede zijn om wat ik denk en geloof buiten mij te zien in iets of iemand anders of in mijzelf.
Ik kan wel mijn aandacht van de projectie (dat wat ik als oorzaak van mijn onvrede buiten mij zie) terug nemen naar de bron van mijn onvrede, die zich in “mijn” denkgeest bevindt.
Daar aangekomen vraag ik altijd hulp aan iets anders dan dat wat projecteert (ego), namelijk dat wat oordeelloos kan kijken, de keuze voor Heilige Geest en of Jezus, oftewel vanuit Juist-gericht denken. Dat is een keuze gemaakt vanuit de keuzemakende/waarnemende denkgeest positie.

Vanuit die oordeelloze post kijk ik naar alles wat zich lijkt af te spelen buiten mij, precies zoals het zich voor lijkt te doen met alles wat er bij hoort aan emoties en gevoel. Ik verander er niets aan, ik hou niets achter ik kijk alleen naar alle weerstand.
Want weerstand is wat ik zie uitgebeeld als ik eerlijk en oordeelloos naar mijn projecties kijk. Of ze nu liefdevol of haatdragend zijn, als ik mijn projecties zie als de oorzaak van wat ik voel dan heb ik voor afscheiding/weerstand (van Eenheid, Waarheid, Liefde, God) gekozen en de uitbeelding van de keuze voor afscheiding is wat ik denk en geloof te zien.

Ik voel nooit eerst de rechtstreekse verdediging/weerstand tegen Eenheid, Waarheid, Liefde, God, want dat is onder leiding van het egodenken onmogelijk geworden, omdat het egodenken juist ervoor is om dat te doen laten vergeten, zodat de bron van mijn onvrede geheel achter de sluier van vergetelheid is verdwenen en nu dat wat zich buiten mij lijkt te bevinden als oorzaak wordt gezien. Een rechtstreekse confrontatie met de onderliggende angst en weerstand tegen Eenheid, Waarheid, Liefde God, wordt dus door het ego vertaald/geprojecteerd in een meer handelbare verdraagbare vorm, zodat het nu lijkt dat er een “ik” is die nu volledige macht en autonomie heeft over alles wat ervaren wordt.

Als ik echter bereid ben om terug te gaan naar de bron (de denkgeest) en eerlijk leer kijken naar al mijn gedachten, olv Oordeelloosheid (HG/J) zal ik leren door de (ego) angst (verdediging/weerstand) heen te gaan en de confrontatie aan te gaan met de daaronder liggende angst/weerstand tegen Eenheid, Waarheid, Liefde, God.
Nogmaals dit is onmogelijk olv het egodenken, en alleen mogelijk olv Heilige Geest/Jezus, dus het oordeelloze denken. Dit is een keuze, niet een “doen” maar een keuze.

Ik hoef niets te veranderen aan wat zich af lijkt te spelen buiten mij, zeg maar wat zich op het filmdoek (de situatie) afspeelt. Dat is niet mijn werkelijke functie. Mijn functie is nu, alles wat zich lijkt af te spelen buiten mij (of in mijzelf als zogenaamd lichaam) te gaan leren zien en accepteren als vergevingsmateriaal en vergevingskans, en het proces te volgen zoals hierboven beschreven.

Het grote verschil tussen voor ego leiding of voor HG leiding kiezen is dat voor ego kiezen altijd de drang met zich mee brengt dat er iets buiten mij moet veranderen zodat ik me beter zal gaan voelen in een meer plezieriger wereld. Voor HG/J leiding kiezen is oordeelloos naar de keuze voor ego leiding en de gevolgen daarvan kijken, deze terug te nemen en te vergeven en me niet meer op de eerste plaats te bekommeren op een uitkomst in enige vorm buiten mij.

Het vertrouwen zal dan groeien dat alles gebeurt precies zoals het gebeurt en niet meer als oorzaak gezien zal worden van mijn onvrede. Het vertrouwen van volledig terug herinneren in denkgeest en vrij te leven vanuit Inspiratie. En leven vanuit Inspiratie is precies weten wat te doen in elk gegeven situatie die nog binnen het ervaren ervaren wordt. Dat is de betekenis van de gelukkige droom. Niet op vorm geluk buiten een mij in een wereld gericht, maar op de totale innerlijke vrijheid en vrede van de nu genezen denkgeest.

Er is geen wereld welke ziek is of niet deugt, het is denkgeest die ervoor gekozen heeft zich af te scheiden van Eenheid, Waarheid, Liefde, God. En aangezien dat een onmogelijk ziek idee is, voelt de denkgeest die dit nu voortdurend projecteert zich ziek, ongelukkig, boos enz. en lijkt er een wereld te bestaan die ziek is en niet deugt.

Vandaar dat les 5 in het Werkboek echt een sleutel les is:
“Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk” (WdI.5)

Onderschat niet de kracht van de egodenkgeest.
De bron, de kracht, en de motor van de egodenkgeest is “geloof”.
Enkel en alleen “geloof” houdt de egodenkgeest in stand.
Enkel het terugnemen van “geloof” kan de egodenkgeest doen oplossen als het “niets” wat het is: een geloof.
Want wat is “geloof” anders dan een “geloof”, een gedachte, een nietig dwaas idee.

“Geloof” kan alleen effect hebben op dat wat uit “geloof” is ontstaan. Dat wat uit “geloof” is ontstaan is nog steeds “geloof”, het verandert niet ineens in “waarheid”.
“geloof” zelf is enorm krachtig, door het “geloof” zelf.
“Geloof” kan bergen verzetten, omdat de berg zelf ook een “geloof” is.
Alles wat ik “geloof” te zien, is dus inderdaad ook een “geloof”.
En zo wordt de denkgeest geconditioneerd door “geloof”.
Ik “geloof” dat ik een mens ben, ik “geloof”dat ik Annelies heet, dat ik een vrouw ben, dat ik…. een bijna eindeloze hele lijst conditioneringen over wat ik “geloof” te zijn.
Alles wat ik denk, letterlijk iedere gedachte die ik heb, inclusief de gedachte dat er een ik is, is “geloof”.

Ik (wat een geloof is, dus lees elke volgende “ik” maar als “geloof”) “geloof” dat er een ik is in een wereld waar van alles gebeurt. Aangezien die wereld ontstaat uit de keuze voor het denken en geloven in afscheiding, het egodenken, en dus het tegenovergestelde moet zijn van waarheid, eenheid, liefde, God, richt ik mijn “geloof” op het tegenovergestelde daarvan, het “geloof” in onwaarheid, tweeheid, haat en een god versie die denkt vanuit zonde, schuld en angst.

Nu geheel gelovend en opgaand in dat “geloof”, kan ik (ander woord voor geloof) niet anders dan dat “geloof” uitbreiden vanuit het “geloof” in onwaarheid, tweeheid, haat met altijd op de achtergrond het geloof in een oplettende god, zodat er altijd een vaag gevoel van zonde, schuld en angst op de achtergrond van alles wat ik denk/doe loert.
Dit “geloof” in zonde, schuld en angst bepaalt nu mijn hele leven en ben ik (geloof) totaal vergeten dat er alleen maar  “geloof” aan ten grondslag ligt en verder helemaal niets.

Zolang ik (geloof), “geloof” in alles wat ik (geloof) “geloof” te zien en “geloof” te doen, is “geloof” in afscheiding veilig en zal dat “geloof” zich blijven uitbreiden, tot het “geloof” erin gaat wankelen en de “gelover” zich al is het maar heel even, zich ineens afvraagt…. “is dit wel zo?”.
Dat kan dan het signaal zijn om “geloof” stap voor stap te laten ontmaskeren, gedachte voor gedachte, te laten ont-geloven.

Dit is wat ECIW ware vergeving noemt, het ego “geloof” laten vervangen door Heilige Geest “geloof”, een “geloof” dat weet dat er niets gebeurt is dan enkel “geloven” dat er iets gebeurt is.
En ja, het is nog steeds “geloof”, omdat wij die “geloof” zijn alleen die taal kunnen begrijpen, maar nu omgekeerd her-gebruikt wordt, zodat kan worden teruggekeerd naar dat ene nietig dwaas idee (“geloof”), dat afscheiden van waarheid, eenheid, liefde, God wenselijk en mogelijk is.

Onderschat de kracht van het egodenken als “geloof” niet, en dat dat “geloof” niet zomaar in één keer op kan houden. Het is een geleidelijk proces van stap voor stap ont-geloven, met een groeiend vertrouwen dat ik (geloof) en de wereld en alles wat ik (geloof) zie en ervaar niet is wat ik (geloof) “geloof” dat het is.
En dat elke angst gedachte die de in een “ik” gelovende gedachte in dit proces van ont-geloven tegen kom slechts ook maar weer “geloof” in verdediging is, niet meer en niet minder.
Uiteindelijk is het verdwijnen van “geloof” onvermijdelijk, omdat er in werkelijkheid niets anders gebeurt is dan erin geloven…
En met het verdwijnen van “geloof” verdwijnt ook vanzelf de “ik” en de wereld, omdat het slechts een geloof is wat geloofd wordt.

Het denksysteem waar we in geloven en denken te zijn, kan onmogelijk de abstractie bevatten van Eenheid, Waarheid, Liefde, God.
Daarom moet dat wat we niet kunnen bevatten wel Eenheid, Waarheid, Liefde, God zijn.
Het denksysteem waar we in geloven en waarvan we denken en geloven dat te zijn, is immers bedacht om dat wat we in werkelijkheid zijn, niet te kunnen bevatten.

 

 

De grote en enige juiste vraag is, wil ik echt ontwaken uit de droom en terug herinneren in Waarheid?
Het enige echt eerlijke antwoord dat eerst gegeven zou moeten worden is “nee!”, want het feit dat ik geloof in een “hier” te zijn als een “ik+ lichaam” betekent dat ik niet wil ontwaken uit de droom.
Wil ik dit niet eerst onder ogen zien, dan kan het wel lijken alsof ik m’n best aan het doen ben uit de droom te ontwaken, maar eigenlijk ben ik dan alleen maar m’n best aan het doen in de droom te blijven steken.
En wat is het meest slimme idee om “veilig” in de droom te blijven (geloven): doen alsof ik uit de droom wil ontwaken.
Op deze manier blijft er heel slim een “ik” die zogenaamd wil ontwaken uit de droom, zich daarmee juist vaster verankerend in de droom, want er is namelijk geen “ik” die moet of kan ontwaken uit de droom. Dus zolang er een “ik” lijkt te zijn die wil ontwaken uit de droom, bevestig ik mijn wil om een “ik” te blijven en bescherm ik mijzelf tegen ontwaken uit de droom.
De “ik” en het daarbij behorende lichaam en het geloof erin, blokkeert het zicht op de bron waar dit “idee”, van een “ik+lichaam” vandaan komt, namelijk uit een gedachte, gedacht door de denkgeest die gelooft afgescheiden te kunnen zijn van de ene geest. En daar zo sterk in gelooft dat het nu “waarheid”, de enige waarheid lijkt te zijn.

Echter als dit zichzelf verblindende denksysteem stap voor stap onvermijdelijk in het bewuste bewustzijn komt en het eerlijk zonder oordeel onder ogen wordt gezien, dan pas kan de eerste vraag echt gemeend worden beantwoord met een “ja, dat wil ik” en kan het terug herinneren in Waarheid echt beginnen.

En dit kan niet worden “gedaan”, of geforceerd door de “ik+lichaam”.
Die “ik” identificatie is precies de reden waarom het zo lang lijkt te duren en waarom we ons afvragen waarom duurt het zolang, wanneer gebeurt het nou eens, ik ben al 30 jaar bezig te vergeven en er gebeurt niets. Dat komt omdat het tijd nodig heeft om als het ware af te kicken van de verslaving aan de gedachte en het geloof een “ik+ lichaam” te zijn. En die verslaving kan alleen maar stap voor stap afgebouwd worden. En zelfs al gaat het stap voor stap zal het nog bij tijd en wijle als cold turkey ervaren worden. Werkelijk alles wat wij als “ik+lichaam” als normaal ervaren zoals het belangrijkste wat we als normaal zien; ademhalen, is een verdediging tegen Waarheid, tegen Eenheid.
Beweren dat ik dan moet stoppen met ademhalen, gaat echter ook niet werken, omdat er dan eerst het geloof is dat we moeten ademen om te kunnen leven. Stoppen met iets houdt in dat er eerst iets is waarmee gestopt kan worden, namelijk een “ik+lichaam”.
Het enige waarmee gestopt kan worden, stap voor stap, middels Ware Vergeving, is ophouden met geloven een “ik+lichaam” te zijn en erkennen dat er alleen een gedachte is, gedacht door de denkgeest die wil geloven in afscheiding. Meer (maar ook niet minder) is er aan de hand.

Ware Vergeving biedt een uitweg, omdat het dat vergeeft wat nooit gebeurt is.
En het heet vergeving, omdat we eerst onder ogen moeten willen zien wat we allemaal denken/doen om maar niet uit de droom te ontwaken. En dat is letterlijk elke gedachte+projectie van zonde, schuld en angst die we hebben tijdens dat wat we ons leven noemen.
Dus bij alles wat ik denk en geloof te beleven op een dag zou ik me moeten afvragen helpt dat wat ik nu doe, wat ik denk, wat ik voel, geloof en ervaar en zeg op mijn pad naar het ontwaken uit de droom, of houdt het dat juist tegen.
De op zich simpele constatering of iets waar of onwaar is (onveranderlijk of veranderlijk) helpt daarbij.
En wat ook helpt is de aanvaarding van de gedachte dat er maar één probleem is, het geloof in afscheiding, en dus ook maar één oplossing het terugtrekken van het geloof in afscheiding.

Wie zoekt naar het Licht, sluit zijn ogen er voor.

Wie probeert te Ontwaken, houdt zichzelf in slaap.

Wie streeft naar Verlichting, houdt zichzelf in het duister.

Wie op zoek gaat naar Liefde, kiest voor angst.

Wie zoekt naar Waarheid, kiest voor bedrog.

Wie zoekt naar Eenheid, kiest voor tweeheid.

Zoeken = niet vinden

“De cursus beoogt niet de betekenis van liefde te onderwijzen, want dat gaat wat onderwezen kan worden te boven. Hij beoogt echter wel de blokkades weg te nemen voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde, die jouw natuurlijk erfgoed is”
(T1.In.1:6-7).

ECIW gaat niet over het zoeken naar liefde, maar over het leren kijken naar elke blokkerende gedachte die ik, denkgeest, voor liefde heb geplaatst om aan liefde te ontkomen en vervolgens al deze blokkerende gedachten te leren vergeven.

Q & A from http://www.facimoutreach.org/:

Q #111: Would you please clarify a question about the world being an illusion? Is the physical world we see with our eyes an illusion, or is the way we interpret the world we see an illusion, or both?

A: The entire physical universe is an illusion, not just our interpretations. This is the absolute non- dualism of the Course’s metaphysics. The Course is clear that what is real is changeless, without limit, formless, perfect, and eternal. Therefore anything that changes, that is limited, that has form, that is not perfect, and that is temporal cannot be real. Some passages to look at are the following, although there are many, many others that speak of non-dualism:

1) Lesson 132: “There is no world! This is the central thought the course attempts to teach” (W.pI.132.6:2; as well as other parts of the lesson).

2) “True Perception — Knowledge”: In this section in the clarification of terms, Jesus uses the phrase “the world you see”; but what follows makes it quite clear that he is referring not to our interpretations, but to the entire physical world that our eyes look upon.
“The world you see is an illusion of a world. God did not create it, for what He creates must be eternal as Himself. Yet there is nothing in the world you see that will endure forever. Some things will last in time a little while longer than others. But the time will come when all things visible will have an end” (C.4.1).

3) “Forgiveness and the End of Time” (T.29.VI). This entire section describes anything of time and change as unreal.

4) “Time and space are but one illusion” (T.26.VIII.1:3).
We hope this sampling of references will help to clarify the confusion and will make reading A Course in Miracles a little easier.

 

————————————————————————–
Vertaling door: http://www.eciw.nl/index.php/index

V#111  Is de hele wereld een illusie?

Is de fysieke wereld die we met onze ogen zien een illusie of is enkel de manier waarop we de wereld interpreteren een illusie? Of beide?

A: Heel het fysieke universum is een illusie, niet alleen onze interpretaties. Dit is het absolute non-dualisme van de metafysica van de Cursus. De Cursus maakt duidelijk dat de werkelijkheid onveranderlijk, grenzeloos, vormloos, perfect en eeuwig is. Vandaar dat alles wat verandert, begrensd is, vorm heeft, niet perfect is en tijdelijk is, niet werkelijk kan zijn.

Er zijn zeer veel passages in de Cursus te vinden over non-dualisme, waaronder deze, die je nader zou kunnen bekijken:

1) Les 132: “Er is geen wereld! Dit is de kerngedachte die de cursus probeert te onderwijzen” (Wd1.132.6:2, zie ook andere delen in dezelfde les).

2) ‘Ware Waarneming – Kennis’: In dit gedeelte in de Verklaring van termen, gebruikt Jezus de uitdrukking: ‘de wereld die jij ziet’; maar wat daarop volgt maakt volstrekt duidelijk dat hij niet onze interpretaties bedoelt, maar de gehele fysieke wereld die wij zien door onze ogen.
“De wereld die jij ziet is een illusie van een wereld. God heeft die niet geschapen, want wat Hij schept kan alleen maar eeuwig zijn als Hijzelf. Maar in de wereld die jij ziet is er niets dat eeuwig standhoudt. Sommige dingen zullen in de tijd een poosje langer duren dan andere. Maar de tijd zal komen dat aan al het zichtbare en einde komt” (VvT4.1).

3) “Vergeving en het einde van de tijd” (T29.VI). Deze hele passage beschrijft alles binnen de tijd en alles wat verandert als onwerkelijk.

4) “Want tijd en ruimte zijn één illusie” (T26.VIII.1:3).

 We hopen dat deze voorbeelden een einde maken aan de verwarring en het lezen van Een cursus in wonderen een beetje makkelijker maken.

 

 

Ik merk al ervarend, want hoe kan het anders opgemerkt worden dan via ervaren, dat het onvermijdelijke proces van ontwaken, echt een proces is dat via verschillende stadia gaat.

Zo ervaar ik op dit moment dat het oordelen vanuit een persoonlijke “ik” aan het verdwijnen is. Althans misschien beter omschreven als een niet meer hoeven oordelen vanuit het geloof in zonde, schuld en angst. Ik zie nu zo duidelijk dat alle oordelen voortkomen uit angst, en dat angst, met daaraan vast het geloof in zonde en schuld, de droom in stand houdt. Dat is de enige functie van angst en het geloof in zonde en schuld, de droom in stand houden.

En ik zie ook dat het ontdekken hiervan een proces is dat zich op denkgeest niveau afspeelt en dat elke schijnbaar afzonderlijke denkgeest hier achter gaat komen onvermijdelijk. Dat valt niet te forceren, of op te dringen, af te dwingen of te onderwijzen, dat besef of inzicht komt wanneer het komt als de denkgeest er klaar voor is. En ook dit besef hoef ik niet steeds te bevestigen door ‘anderen’ daarmee om de oren te slaan. Het is echt iets wat zich in de ogenschijnlijk persoonlijke denkgeest afspeelt, en dus niet in het persoonlijke lichaam, want dat is ook nog steeds denkgeest.

Het lijkt misschien wel dat onderwijzen helpt, maar ik denk dat alleen de denkgeest die eraan toe is dát opvangt wat deze kán (wil) opvangen.

Alles wat een ik daar meer aan doe dan het ‘eraan toe zijn’ gewoon toe te laten, is weer opnieuw kiezen voor angst (ego).Nu dat besef er is, en nog steeds groeit, kan ik ook niet meer boos worden op zgn anderen die er nog niets van snappen, of dom bezig zijn of wat voor (angst) gedachten die ik daar nog over had. De denkgeest is waar deze is en daar kan niemand wat aan veranderen. Uiteindelijk is ontwaken onvermijdelijk of ik daar nu iets aan doe of niet. Ik hoef niet meer zo nodig mee te helpen met dat ontwaken. Hierdoor merk ik dat ik weer een soort van terugkeer in de wereld, maar nu totaal anders. Ik gedraag me “normaal”, maar nu niet meer vanuit het geloof in zonde, schuld en angst en maak me geen zorgen meer dat ik “iets” moet doen om de denkgeest te veranderen.
“Normaal” doen is het script spelen/leven zoals het zich voordoet en dat niet veranderen vanuit het oordelen over of het wel spiritueel verantwoord is of niet, of het wel spiritueel liefdevol is of niet spiritueel haatvol. Want dat is duidelijk kiezen voor het proces van ontwaken over te laten nemen door het ego (de keuze voor angst en het geloof in zonde en schuld).Nogmaals het gevoel dat het een onvermijdelijk proces is, geeft enorm veel rust en alles wat ik te veel doe aan dat proces, is voor ego kiezen, dus voor het geloven in zonde, schuld en angst kiezen, remt het juist af, en houdt de denkgeest vast in de droom van afscheiding.
Ik hoef ook niet te vechten tegen al die ego verdedigingsgedachten, of ze te ontkennen, of er boos om te worden. Terwijl ik ze speel, ervaar precies zoals ze zich voordoen in het script, kan ik tegelijkertijd ervoor kiezen er naar te kijken vanuit de onpersoonlijke denkgeest die niet vanuit het geloof in zonde, schuld en angst denkt en bereid is tot ware vergeving.

Ik zie ook wel hoe het proces verder zich ontwikkeld, daar heb ik geen idee over, tot het ervaren wordt. Dat vertrouwen is er nu gewoon altijd.

Dit alles wat ik nu opschrijf is niet om na te doen, of na te streven, het is een persoonlijke ervaring, die niet beter of slechter is dan wat voor ervaring dan ook ervaren door de denkgeest.
Het onvermijdelijke ontwaken uit de droom, onvermijdelijk omdat ook de droom maar een droom is, welke niets aan Waarheid, Eenheid, de Liefde van God, kan veranderen, lijkt een persoonlijk proces, omdat dat een concept is wat ik, de in afscheiding gelovende denkgeest kan begrijpen. En dat begripsniveau wordt nu her-gebruikt in een omgekeerde beweging waarbij als het ware door ware vergeving elke gedachte die de droom in stand houdt, stap voor stap wordt afgepeld, totdat het klaar is en het onvermijdelijke terug herinneren in Liefde, Eenheid, Waarheid een feit is.