archiveren

Tagarchief: angst

“En als je bemerkt dat je weerstand sterk en je toewijding zwak is, ben
je er nog niet klaar voor. Vecht niet tegen jezelf” (T31.I.1:6-7).

Zoals dat met alles zo gaat, als ik ergens niet aan toe bent, en toch iets doe, omdat een ander mij verteld dat dat toch wel een goed idee zou zijn, of dat het beter voor mij is, of dat die en die bepaalde methode of leergang mijn leven zal verbeteren, of de wereld zal verbeteren, dan werkt het gewoon niet, omdat ik onbewust mezelf zal saboteren en dan een ander of mijzelf of de leergang de schuld zal geven van mijn zogenaamde falen.

En omdat ik hiermee alleen mezelf aan het saboteren ben zal ik dus ook niet zien dat ik dan ook weer gewoon voor het geloof in zonde, schuld en angst kies en daar zelf voor kies, omdat ik helemaal niet iets anders wil leren zien, ook al lijk ik voor een enorme bereidwilligheid te kiezen.
De opdracht achter mijn keuze voor ego (afscheiding) is immers, de ego-bereidwilligheid: “Alles liever dan de liefde van God”
En die zogenaamde bereidwilligheid kan zich namelijk vermommen als in het aanpassen van de leergang aan de eigen zogenaamde ego-bereidwilligheid, een hele slimme sabotage truc van de egodenkgeest, waar we (keuzemakende/waarnemendedenkgeest) dus zelf voor kiezen, want de egodenkgeest is weliswaar illusoir, maar in die hoedanigheid wel schijnbaar onderdeel van de ene denkgeest lijkt het toch een  keuzemogelijkheid te zijn.
Dus nogmaals:

“En als je bemerkt dat je weerstand sterk en je toewijding zwak is, ben
je er nog niet klaar voor. Vecht niet tegen jezelf” (T31.I.1:6-7).

Als iemand echt bijvoorbeeld ECIW wil gaan doen (of iets anders) en het echt als zijn\haar pad wil zien en de denkgeest er echt aan toe is dan zal het ook werken, ook al zal het niet gemakkelijk zijn, omdat we toch al onze (ego)weerstandsgedachtes onder ogen moeten leren gaan zien, zodat we ons weer kunnen gaan herinneren dat we denkgeest zijn en niet een lichaam en kunnen leren te ontwaken uit deze vreemde onmogelijke droom van het geloof in zonde, schuld en angst.
Dat waar de denkgeest aan toe is op elk moment, is dat wat op mijn pad komt en het zal werken als ik het ook toe laat en leer luisteren naar mijn natuurlijk verlangen (het vergeten lied, zie: T21.1) terug te herinneren in Waarheid, Eenheid, Liefde, God.

“Les 185
Ik verlang de vrede van God.

Deze woorden uitspreken is niets. Maar deze woorden menen is alles.
Als je ze maar één moment kon menen, dan zou voor jou geen verdriet
meer mogelijk zijn, in welke vorm, en waar of wanneer dan ook. De
Hemel zou weer geheel tot het volle bewustzijn zijn gebracht, de
Godsherinnering totaal hervonden, en de opstanding van heel de schepping
volledig zijn beseft” (WdI.185.1:1-4).

Even een kanttekening hierbij; met “dan zou voor jou geen verdriet meer mogelijk zijn..” wordt niet bedoeld dat ik geen verdriet meer zie/ervaar en niet meer empathie kan opbrengen voor de ander, of leed en lijden negeer en alleen nog maar in mijn eigen (ego) geluksbulbje ronddrijf.
Integendeel zelfs, ik zwelg niet meer in mijn verdriet of dat van een ander. Ik neem het waar, ervaar het, maar tegelijkertijd vergeef ik mijn eigen gedachten erover, zodat het geloof in zonde, schuld en angst verdwijnen en ik juist enorm werkelijk behulpzaam zal kunnen zijn, maar nu vanuit Liefde in plaats vanuit de speciale selectieve liefde van het ego.
Geven en ontvangen zijn dan gelijk. (leestip T16.I.Ware inleving).
Zoek ik m’n heil en verlossing toch buiten mezelf, in of door een ander, of in of door iets anders en voel ik me daar afhankelijk van, dan is het enige wat ik doe en kan leren waarnemen dat ik dan opnieuw voor de leiding van de ego kant van de denkgeest heb gekozen.
Maar men kan altijd opnieuw kiezen, steeds weer oftewel het voorheen ego-script/verhaal krijgt, omdat ik dat wil en de denkgeest eraan toe is, de andere functie want ontwaken uit de illusoire droom is onvermijdelijk, omdat het al gebeurt is:

“13.Elke dag, en iedere minuut van elke dag, en elk ogenblik dat iedere minuut bevat, herbeleef je slechts het ene ogenblik waarop de tijd van verschrikking de plaats van de liefde innam. 2En zo sterf je elke dag om opnieuw te leven, tot je de kloof tussen verleden en heden oversteekt, die helemaal geen kloof is. 3Zo is elk leven: een ogenschijnlijk interval van geboorte naar dood en opnieuw naar leven, een herhaling van een ogenblik dat lang geleden al voorbij was en niet kan worden herbeleefd. 4En alle tijd is niets anders dan de waanzinnige overtuiging dat wat voorbij is nog steeds hier is en nu.
14.Vergeef het verleden en laat het gaan, want het is voorbij” (T26.V.13:1-4;14:1).

Wat ik merk is dat de uitspraak “wees lief voor jezelf” waar ik voorheen een enorme weerstand tegen voelde, want zweverig, en nog druipend van “zelfhaat” aan het verdwijnen is, oftewel van een uitspraak gezien vanuit ego aan het verschuiven is naar komende vanuit Heilige Geest, ten gevolgen van de bereidwilligheid alles te gaan leren zien als een vergevingskans. En elke waargenomen ego-gedachte/projectie precies te zien zoals het is: een ego-afscheidingsgedachte, en de manier waarop ik die keuze voor ego heb opgezet, dus het ego/afscheidingsverhaal wat ik ervan gemaakt heb, alleen nog maar als vergevingskans te zien.
Als gevolg daarvan begint het resultaat van die verschuiving op denkgeest niveau zich nu duidelijk af te tekenen.
Ik (denkgeest) probeer niet meer vanuit ego (het geloof een lijdend lichaam te zijn) het leven gemakkelijker voor mijzelf te maken, want dat is onmogelijk is gebleken, (meer hierover, zie: T31.IV.3) maar ervaar ik meer en meer door eerst mijn ego-weerstanden zonder oordeel gewoon onder ogen te leren zien en te vergeven, het resultaat daarvan is Innerlijke Onveranderlijke Vrede, die niet “bedacht” is door het nietige dwaze ego “ikje”-idee.
En dat voelt heel natuurlijk, zonder pieken of dalen. Niet verkregen door mijzelf steeds in het licht te mediteren, maar door te leren durven kijken olv HG/J naar alle blokkades die ik tegen het Licht, Liefde heb opgeworpen:

6De cursus beoogt niet de betekenis van liefde te onderwijzen, want dat gaat wat onderwezen kan worden te boven. 7Hij beoogt echter wel de blokkades weg te nemen voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde, die jouw natuurlijk erfgoed is. 8Het tegendeel van liefde is angst, maar wat alomvattend is kent geen tegendeel”(In.1:6-8).

Het hele ene ego-script, het (onmogelijke) script van afscheiding van Één, leek te ontstaan als dat ene nietige dwaas idee dat afscheiding van Één mogelijk zou kunnen zijn. 
Door dat ene nietig dwaze (onmogelijke) afscheidingsidee leek er een afgescheiden bewustzijn (dualiteit) te ontstaan uit onveranderlijk Één (non-dualiteit), wat dus een onmogelijk nietig dwaas idee was en is.
Waarom!? in hemelsnaam, vraagt de nu zogenaamde dualistische bewuste denkgeest zich theatraal af?
Juist in het “waarom!?” ligt tevens het antwoord. Het “waarom” impliceert namelijk dát er iets gebeurt is. De “waarom” is geen eerlijke vraag het is een ego vraag. het houdt enkel en alleen afscheiding van Één in stand. Want nu lijkt er echt iets gebeurt te zijn en moet er een antwoord gevonden worden. Maar er is geen antwoord, want onveranderlijk Één heeft geen “waarom” nodig, Één is Één, punt.
Het “waarom” houdt juist het idee van een onmogelijke afscheiding van Één in stand.
Één is twee geworden, het non-dualistische Weten heeft zich schijnbaar opgesplitst in een onmogelijke, onnodige vraag die om een antwoord vraagt. Die ene onmogelijke afsplitsing splitst zich verder op in een eindeloze reeks onmogelijke “waarom?” vragen en de jacht op onmogelijke antwoorden lijkt een reeks van mogelijkheden te starten in een horizontale beweging van ruimte en tijd. Een “doodlopend spoor”…

Dit hele ene nietig dwaas idee explodeert (deling) in miljarden schijnbaar aparte ideetjes, oftewel het hele ene egodenkgeest-bewustzijns-script is in één keer geschreven en speelt al die schijnbaar aparte deeltjes-verhalen in één keer allemaal tegelijkertijd af.
Elk zogenaamd nieuw idee dat in het bewustzijn lijkt op te komen is een herhaling van dat ene nietig dwaas idee dat zich schijnbaar heeft opgesplitst in ontelbare zogenaamde nieuwe ideetjes.
Gulzig, tevens krankzinnig geworden van angst graait de ene nu in afscheiding gelovende egodenkgeest die nu ook aan meervoudigpersoonlijkheidssyndroom lijdt van wegen de schijnbaar mogelijke opdeling van het ene nietig dwaze bewustzijns idee, in de enorme voorraad aan mogelijke ideeën in een poging om van het knagende gevoel van ergens weten dat er “iets” onmogelijks aan de hand is af te komen door het te verbergen onder bergen van waanbeelden (projecties).

Het script is geschreven, alle mogelijkheden elke ego gedachte, elke projectie is er in één keer en die ene keer stuitert nu over een tijdlijn, als een filmrol met allemaal afzonderlijke beeldjes die één film lijken van wegen het voortrazen over een schijnbare ruimte/tijdslijn.
Binnen die tijdslijn, binnen de egodenkgeest lijken er miljarden keuzemogelijkheden te zijn.

Inzoomend op één nietig dwaas idee een schijnbaar apart “ikje” betekent dit dat alles wat ik doe, dus ook dat ik nu zit te typen achter mn pc, in het ego script staat. Letterlijk elke adembeweging, elke hartklop, elke celdeling, elke beweging, kortom elke geprojecteerde gedachte, want dat zijn het, geprojecteerde gedachten, is wat het ego script nu is. Ook de gedachte en projectie dat een “ik” hier zit achter “mijn” pc staat in het ego script.
Dus als “ik” nu denk, maar wat als…. dan is die gedachte het ego script, als ik nu besluit koffie te gaan maken, dan staat dat in het script, de gedachte dat ik opschrijf dat ik de gedachte heb koffie te gaan zetten staat in het script. Kortom ik kan nooit iets denken en doen wat niet in het script staat, ook al lijkt het een keuze te zijn.
Echt niets staat niet in het script. Dus ook de gedachte die ik nu projecteer; namelijk deze gedachtes opschrijven staat in het ego script, omdat het niet niet in het ego script kan staan.  Het ego script kan in die zin niet verandert worden, omdat het besluit te veranderen, of in dit leven helderheid te krijgen ook in het script staat…. Dus alles wat ik denk en doe, altijd en overal, staat in het ego script, omdat dat is wat ik denk en doe. Daarom kan het ego script nooit fout zijn, ook dat “ik” kan denken en geloven dat het wel fout kan gaan. 
Het ego script lijkt zich dus te schrijven door middel van elke gedachte die zich uit het non-dualistische “NU” moment lijkt los te maken en zich door projectie lijkt waar te maken op de horizontale lijn van ruimte en tijd.

Met de nadruk op “lijkt”, omdat het losraken uit Non-dualisme onmogelijk is en dus nooit een “gebeurtenis” kan zijn, geweest is of zal worden.
Het hele ene ego-script, herhaalt zich met elke gedachte dat er voor ego gekozen wordt, vandaar dat het ego in elke gedachte zit en altijd eerst spreekt, omdat “we” geloven dat dat onze waarheid is.

En ieder schijnbaar afgescheiden stukje gedachte dat zichzelf los denkt te kunnen maken van het non-dualistische “NU”, lijkt nu door het besluit af te scheiden zijn eigen individuele ego script te hebben. Een egoscript waarin het de bedoeling lijkt te zijn dat we steeds keuzes moeten maken, doe ik dit of doe ik dat. Het lijkt een keuze te zijn tussen “goed” of “fout”, en we noemen dit onze vrije wil. 
Het egoscript is al geschreven met alle mogelijkheden die maar te bedenken zijn, waardoor we geloven dat we eindeloos veel keuzes hebben. Er wordt dus steeds teruggekeken op wat al gebeurt is in dat ene nietig dwaas idee, een ego script dat al geschreven is in dat ene dwaze besluit van geloven en serieus nemen dat afscheiden van Één mogelijk is. En door dat besluit rolt het “NU” ineens uit als een loper van ruimte en tijd in schijnbaar miljarden schijnbaar individuele aftakkingen elk met hun eigen variatie op het ene afscheidingsidee en lijkt het alsof elke variatie op het ene afscheidingsidee een individuele keuze is die nu “waar” lijkt en het “Ware Waar” wat onveranderlijk is gebleven vervangt.

Uiteindelijk en onvermijdelijk zal het ene nietig dwaas idee dat dat wat niet gebeurt kan zijn, namelijk dat afscheiden van Één mogelijk is oplossen in zijn eigen onmogelijkheid, doordat alle schijnbare (ego)keuzemogelijkheden, teruggebracht worden tot nog maar één keuze, de keuze voor Heilige Geest denkgeest, welke symbool staat voor de onverbrekelijke nooit verbroken verbinding met Één.
Elk door de nu bewust waarnemende denkgeest waargenomen egogedachte die nu in plaats van voor afscheiding kiest voor terugherinneren in waar het nooit uit is weggegaan: non-dudalistsiche Éénheid (God), draagt, (ver)geeft nu al zijn ego-verhalen stuk voor stuk over aan de Heilige Geest/Jezus kant van de denkgeest waardoor het ene nietig dwaas idee oplost in zijn eigen onmogelijke dwaasheid.
Kies opnieuw is het nieuwe doel en functie van elke waargenomen ego-afscheidingsgedachte…
De voorheen “waarom” vraag heeft dan nog maar één antwoord, waardoor het ene nietig dwaas idee dat afscheiding een mogelijkheid is oplost in “God IS”:

“5.Eenheid is eenvoudig het idee: God is. 2En in Zijn Wezen omvat Hij alles. 3Geen enkele denkgeest bevat iets anders dan Hem. 4We zeggen: ‘God is’, en doen er dan het zwijgen toe, want in die wetenschap verliezen woorden hun betekenis. 5Er zijn geen lippen om ze uit te spreken en er is geen deel van de denkgeest onderscheiden genoeg om te voelen dat hij zich nu gewaar is van iets dat niet hijzelf is. 6Hij heeft zich verenigd met zijn Bron. 7En als zijn Bron Zelf, is hij alleen maar.
6.We kunnen hierover absoluut niet spreken, schrijven, en niet eens denken. 2Het komt tot elke denkgeest, wanneer het totale inzicht dat zijn wil de Wil van God is, volkomen is gegeven en volkomen is ontvangen. 3Het brengt de denkgeest terug in het oneindige heden, waarin verleden en toekomst niet denkbaar zijn. 4Het ligt voorbij verlossing, voorbij elke gedachte aan tijd, voorbij vergeving en het heilige gelaat van Christus. 5De Zoon van God is eenvoudig opgegaan in zijn Vader, zoals zijn Vader in hem. 6De wereld is er helemaal nooit geweest. 7De eeuwigheid blijft een constante staat.
7.Dit gaat de ervaring die we proberen te versnellen te boven. 2Toch brengt vergeving, onderwezen en geleerd, de ervaringen met zich mee die getuigen dat het tijdstip dat de denkgeest zelf bepaald heeft om alles op te geven behalve dit, nu nabij is. 3We bespoedigen het niet in die zin dat wat jij zult bieden verborgen was voor Hem die de betekenis van vergeving onderwijst.
8.Alle leren was reeds in Zijn Denkgeest, volledig en volbracht. 2Hij zag alles wat de tijd bevat en gaf het aan elke denkgeest, opdat elk bepalen kon, vanaf een punt waar de tijd ten einde is, wanneer hij tot openbaring en eeuwigheid wordt bevrijd. 3We hebben eerder al meermalen herhaald dat je enkel een reis maakt die voorbij is” (WdI.169.5,6,7,8).

In ons dagelijkse leven komen we constant problemen of situaties tegen die om een antwoord vragen over hoe we dat probleem het beste kunnen oplossen.
Alle problemen die we tegenkomen in ons leven lijken te gaan over iets wat lijkt te gebeuren in ons leven, het zijn altijd “vormgerichte problemen” die zich altijd buiten ons in en door lichamen (ook ons eigen lichaam), dingen en situaties lijken af te spelen.
En als we om hulp vragen willen we dat daar in de vorm, buiten ons, of in ons zelf als lichaam, de hulp geboden wordt.
Dit alles is een briljante ego truc, waarbij de bron van al die schijnbaar uiterlijke problemen, de denkgeest met opzet in het zogenaamde onbewuste verborgen wordt en blijft.
Maar: “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”, vertelt en onderwijst les 5 (WdI.5) ons.
Een regelrechte verwijzing naar de bron van elk schijnbaar uiterlijk probleem, de denkgeest.
Dat wat we als probleem in ons leven ervaren is slechts “de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand”(WdI.In.1:5).
De innerlijke toestand is de toestand van de denkgeest, die voor een ervaring kiest vanuit de keuze voor egodenkgeest (de keuze voor afscheiding dmv het geloof in zonde, schuld en angst), en de uiterlijke toestand is daar de projectie van.
De uiterlijke toestand die we als schijnbaar lichaam (want lichamen zijn ook projecties van de egodenkgeest die geloofd dat we lichamen zijn) ervaren verandert niet ineens in een autonoom los van de denkgeest lichaam dat van alles doet in de wereld. Het lichaam en de uiterlijke ervaringen die we met en door het lichaam hebben zijn en blijven een projectie: “Ideeën verlaten niet hun bron” :

3Een gedachte bevindt zich in de denkgeest. 4Ze kan vervolgens worden toegepast zoals de denkgeest dat beveelt. 5Maar ze moet bij haar oorsprong worden veranderd, wil verandering plaatsvinden. 6Ideeën verlaten niet hun bron” (WdI.167.3:3-6).


Het feit dat ideeën niet hun bron (de denkgeest) kunnen verlaten houdt automatisch en logischerwijs in dat “we” geen lichaam kunnen zijn, maar denkgeest. Met denkgeest wordt overigens niet ons brein bedoelt, want dat is immers ook onderdeel van de projectie het lichaam.

Wat betekent dit alles voor de manier waarop we hulp vragen bij bepaalde problemen die zich in onze ervaring op het dagelijkse toneel in de vorm lijken af te spelen.
Het is belangrijk dat we eerst leren om geen stappen over te slaan, door bijvoorbeeld te denken: “oh, het probleem zit dus in mijn denkgeest, dus moet ik ontkennen dat ik een probleem ervaar (de ervaring ontkennen) in de vorm en meteen naar de denkgeest gaan mijn probleem aan Heilige Geest denkgeest (ver)geven en net doen of ik geen probleem ervaar door alles op te lossen in vredige heilige gedachtes…”.
Dat is dus stappen overslaan en hebben we toch weer gekozen voor luisteren naar onze keuze voor de egodenkgeest, denk erom dat het ego ook de Cursus doet. Want vergeet niet dat het ego ook in elke gedachte aanwezig is, naast de andere keuze, de Heilige Geest denkgeest (onze Juist gerichte denkgeest keuze) en we dus ALTIJD al een keuze maakte, hoewel nog onbewust en daardoor altijd nog steeds onbewust voor de egodenkgeest kozen en een bewuste keuze leken te maken voor het probleem alleen in de vorm te zien en te ervaren en ook dáár in de vorm (de uiterlijke weergave) een oplossing te verzinnen.
Nu is het natuurlijk niet zo dat het fout is om iets aan de uiterlijk vorm te veranderen en er ook niets mis mee is om in de begin jaren van ons leerproces met de Cursus om oplossingen in de vorm te vragen aan Heilige Geest en of Jezus. Maar dat is niet het doel van de Cursus. Het doel van ECIW is niet om de wereld te verbeteren of bijvoorbeeld van een lichamelijke ziekte te genezen. Het leerproces van ECIW laat ons eerst wennen aan het feit dat we niet een lichaam zijn, maar denkgeest en leren dat de denkgeest een enorme kracht heeft.
Kijk om je heen, “mijn” (ego)denkgeest (de ene (ego)denkgeest) heeft deze hele wereld + universum met alles d’rop en d’raan gemaakt (geprojecteerd). En het geloof in die wereld enz. is niet in een keer zomaar weg, ook niet als we het al wel intellectueel snappen.

Het is een proces van ongedaan maken van een geloof dat stap voor stap verloopt dwars dóór al onze wereldse ervaringen heen, zonder deze te ontkennen, over te slaan of zelf te verbeteren. We leren stap voor stap niets meer zelf vanuit lichaamsgerichtheid aan onze ervaringen in enige vorm te veranderen, maar terug te gaan naar de denkgeest, de bron en daar de voorheen ego keuze te (ver)geven aan Heilige Geest en of Jezus (symbolen voor oordeelloosheid).

En nogmaals het is de bedoeling dat we deze stappen volgen TERWIJL we onze schijnbare rollen op het toneel spelen en tegelijkertijd als waarnemende denkgeest naar de waarneming te kijken. Dat is echt een zeer langdurig leven(s)lang leer/oefen proces.
We hebben immers ons als in eerste instantie gekozen ego-materiaal nodig om over te dragen aan HG/J voordat het als vergevingsmateriaal en vergevingskans kan worden her-gebruikt.
De rollen die we op het toneel van de wereld spelen zijn immers zoals we eerder zagen, alleen maar een uiterlijke weergave (projectie) van een innerlijke toestand (denkgeest).
En alleen door de voorheen keuze voor de innerlijke toestand van het ego (de keuze voor het geloof in zonde, schuld en angst herkenbaar aan gevoelens en emoties) te herkennen en te erkennen om te laten zetten door te kiezen voor de innerlijke toestand van Heilige Geest/Jezus (Oordeelloosheid) voorkomen we dat we kostbare stappen overslaan.
En ook dat is geen “zonde” als we onszelf ‘betrappen’ op het overslaan van stappen, maar gewoon wéér het spotten van een kostbare vergevingskans, waarachter het geschenk en wonder van ware vergeving geduldig op ons ligt te wachten.

Dit hele proces is er op gericht ons terug te voeren in de herinnering niet een lichaam te zijn in een wereld van lichamen, dingen en situaties, maar 100% denkgeest te zijn en dat dáár alleen bij elke gedachte de keuze wordt gemaakt, niet over hoe iets eruit moet gaan zien of hoe een probleem in de vorm moet worden opgelost, maar over de keuze er met ego of met HG/J denkgeest naar te willen kijken.
En als de in eerste instantie waargenomen ego keuze gezien is en als zodanig ervaren door de waarnemende/keuzemakende kant van de denkgeest en is (ver)geven aan HG/J, dan zal de innerlijke toestand van de denkgeest een toestand zijn van Innerlijke Vrede en zal dientengevolge de uiterlijke weergave ook anders gezien worden en onmogelijk de Éénduidige Vrede van God kunnen verstoren, of deze uiterlijke weergave nu verandert of niet.

Ten midden van wat er ook lijkt te gebeuren op het toneel van de wereld zal de Vredige Denkgeest in vrede blijven, niet door de onvrede te ontkennen en op een roze wolk alle ellende weg te mediteren of te beredeneren, maar door elke voorheen ego gedachte + projectie terwijl het ervaren wordt, alleen nog maar te zien als vergevingsmateriaal en vergevingskans.

Nogmaals dit is een proces waarbij ons huidige zogenaamde leven (script) als zeer behulpzaam materiaal kan en zal worden her-gebruikt mits we het als zodanig willen zien en bereid zijn het zonder iets achter te houden over willen dragen aan de Heilige Geest kant van de ene denkgeest waar het zal worden vergeven. En dit alles gebeurt, mits we dat toelaten in een tempo dat (schijnbaar) persoonlijk is toegesneden en aangepast aan het tempo dat de “persoonlijke” denkgeest aan kan. De neiging om onze voortgang te vergelijken met anderen die misschien verder of minder ver zijn dan ik, kan dus ook als een prachtige vergevingskans gezien worden.

Toch zal dit hele proces van het leren ongedaan maken van de keuze voor ego en het aanleren van opnieuw te kiezen voor Heilige Geest, gepaard gaan met pijn en lijden, angst en schuld gevoelens, omdat de weerstand van de verslaving aan het luisteren en volgen van de egodenkgeest en de angst van het verliezen van het “ik lichaam” persoonlijkheid gewoon heel sterk en overtuigend lijkt. Dit moet zeker niet worden ontkend, want dan ontneem ik mezelf weer een prachtige vergevingskans.
Naarmate de weerstand zwakker wordt zal het proces ook als liefdevoller en lichter worden ervaren. Dat gebeurt vanzelf naarmate de investering in het geloof een “ik” lichaam te zijn dat grote en kleine problemen heeft in de wereld afneemt en onze werkelijkheid Geest te zijn Één in God zijn Natuurlijke plaats weer inneemt.
Maar dat gebeurt helemaal aan het einde van het proces en zal absoluut niet als angst worden ervaren, want alleen een in afscheiding en in zonde, schuld en angst gelovende denkgeest kan angst ervaren. GOD IS is vormloos, ervaringsloos, denkgeestloos, 100% non-dualistisch.







In hoeverre speelt intelligentie een rol bij het doen van Een cursus in wonderen?
Geen, naar mijn mening.
Het kan zijn dat het in eerste instantie een bepaalde groep mensen aantrekt, die aangetrokken worden door het taalgebruik van de Cursus en dat dat een andere groep juist afstoot.
Beide uitingen zijn duidelijk afkomstig van het oordeel komende vanuit de (nog onbewuste) keuze voor de egodenkgeest.
En het ego is 100% wat het is, niet dom of slim, maar enkel en alleen een krankzinnig denksysteem en in zijn krankzinnigheid briljant.
De beide kanten van het ego in dit geval het idee van te dom of te slim zijn werken even sterk als blokkade, want luisteren naar het ego blokkeert altijd het luisteren naar de Stem van de rede, Heilige Geest genoemd in de Cursus. En dat is tevens de functie van het kiezen voor de ego kant van de denkgeest, een keuze die gemaakt wordt door de waarnemende/keuzemakende denkgeest en niet door het lichaam/hersenen.

Als ik mijzelf als heel intelligent zie, want hoge opleiding genoten enz. of dat ik mijzelf zie als heel dom, want lage opleiding enz. zie ik mijzelf in beide gevallen als een lichaam wat dom of slim is. Deze beide zijde van de egodenkgeest (want ego is een dualistisch denksysteem gezien/geprojecteerd als een lichaam met hersenen) blokkeren beide de toegang tot het non-dualistische denksysteem van Heilige Geest Denksysteem dat de onverbrekelijke verbinding vormt met Éénheid, God, Liefde.

De keuze om wel of niet ECIW te doen hangt dus niet af van de mate van intelligentie, maar in de mate dat de denkgeest eraan toe is zichzelf te willen terug-herinneren in de non-dualistische staat waar nooit uit is weggegaan, omdat dat onmogelijk is.
Dualisme is een illusie, een droom, een nietig dwaas idee en kan Waarheid, Éénheid, non-dualisme nooit echt verdrijven.

Mijn ervaring is dat de mate van zogenaamde intelligentie er niet toe doet.
De Juist gerichte kant van de denkgeest zal vroeg of laat, onvermijdelijk worden aangetrokken door de wil om terug te herinneren in de non-dualistische staat, dat is onvermijdelijk.
En ja de weerstand (afkomstig van de keuze voor egodenkgeest) daartegen zal ook aanwezig zijn en waarneembaar zijn en dat kan de vorm aannemen van weerstand ervaren in welke vorm of om welke reden dan ook tegen het doen van de Cursus. En dan kan gedacht worden, dat de Cursus te moeilijk is.
Maar als de denkgeest er echt aan toe is, dan zal ook gezien worden dat die weerstand niet is om de reden die gedacht wordt, maar dat de weerstand altijd van de keuze voor luisteren naar de egodenkgeest vertegenwoordigd met als doel in de afscheiding te blijven geloven.
Deze ontkenning voortkomend vanuit het geloof in zonde, schuld en angst kan heel lang volgehouden worden, totdat werkelijk gezien wordt dat een denksysteem wat bedacht is om uit Vrede, de Vrede en Liefde van God (non-dualiteit) te blijven en daarvoor in de plaats gekozen wordt te geloven in het denksysteem van geloof in zonde, schuld en angst (ego=dualiteit) niet vol te houden is, omdat de pijn en het lijden ondragelijk is geworden en de uiteindelijke onvermijdelijke gedachte opkomt: “er moet een andere weg zijn”.
En dan kan het zijn dat een denksysteem als ECIW op je pad komt, of een ander non-dualistisch pad er zijn er velen en uiteindelijk zal elk pad onvermijdelijk leiden tot de onvermijdelijke terugkeer in Éénheid, omdat er nooit uit vertrokken is.

Als de denkgeest eraan toe is zal de bereidheid om het pad van terug herinneren onder leiding van de andere keuze, de keuze voor Heilige Geest, Juist-gerichtheid van denken vanzelfsprekend zijn en zullen alle blokkerende gedachtes weggeschenen (vergeven) worden door het Licht (Heilige Geest) dat wat we in werkelijkheid Zijn, ongeacht of we onszelf in onze ego-denk-staat als dom of intelligent bestempelen.

“…en je zult met evenveel zachtheid worden geleid als werd je meegevoerd langs een stil pad in de zomerzon” (T14.IV.6-2).

De cursus is niet voor lichamen met hersenen die wel of niet goed werken, (zie: “Er is geen wereld WdI.132.6:2), maar een uiteindelijk onvermijdelijke voor de denkgeest die er aan toe is terug te herinneren in waar nooit uit is vertrokken: de non-dualistische staat van God.

Het sterkte vermoeden rijst, of misschien beter een groeiend inzicht ontwikkelt zich, dat gedachtes over het hebben van “speciale eigenschappen” die als lastig, ziekelijk, blokkerend worden gezien in de wereld van het geloof in lichamen die ziek (lichamelijk en of geestelijk) gezien door de ogen van Ware Vergeving, oftewel gezien door HG/J bewustzijn eigenlijk juist enorm behulpzaam kunnen zijn.
Die “speciale eigenschappen” gediagnostiseerd of (nog) niet, aan het bewustzijn onttrokken of juist wel “gezien” zijn in eerste instantie als gedachte afkomstig uit de keuze voor waarnemen vanuit ego, vanuit de wil tot afscheiding.

Al deze zogenaamde blokkades die als enig doel hebben de bron van deze “speciale eigenschappen”, de denkgeest te verbergen zodat de “speciale eigenschap” als iets autonooms wordt gezien, met nu als bron het lichaam en/of het brein, kunnen nadat dit allemaal herkent en erkent is ook gaan dienen als zeer bruikbaar vergevingsmateriaal en kans.
De focus verschuift dan van het lichaam/brein gezien als oorzaak van de “ziekte” lichamelijk en/of geestelijk, naar de enige bron ervan, namelijk de denkgeest die gelooft in de mogelijkheid van een ziek lichaam (lichamelijk of geestelijk) en dat projecteert in de vorm van een ziek lichaam/brein (lichamelijk of geestelijk).
Het bewustzijn keert dan terug naar zijn bron, de denkgeest waar nu bewust waargenomen wordt waar de oorzaak van het lijden aan “speciale eigenschappen” is gelegen, namelijk in de keuze voor onder leiding staan van de keuze voor egodenkgeest of voor onder leiding staan van de keuze voor Heilige Geest/Jezus denkgeest.

Elke vorm van lichamelijk en/of geestelijk lijden kan worden terug gebracht tot dat ene keuze moment, de keuze voor onder leiding staan van egodenkgeest (wat een waanidee is) of voor Heilige Geest/J denkgeest, welke symbool staat en de brug is naar het terug herinneren in Éénheid, non-dualisme, God, Liefde, Waarheid.

Dus eigenlijk kunnen alle speciale eigenschappen welke eerst als lichamelijk/geestelijke ziekte ervaren worden en ze nu als vergevingskans gezien willen worden juist een extra duidelijke reminder worden om terug te gaan naar de bron de denkgeest (en daar wordt in de Cursus niet het brein mee bedoelt, de denkgeest is een gedachte en is onstoffelijk), met als doel het laten genezen van de denkgeest, door opnieuw te kiezen nu vanuit oordeelloosheid, in de Cursus de Heilige Geest en of Jezus genoemd.
Het kenmerk van ware Genezing, vanuit de keuze voor Heilige Geest kenmerkt zich door de totale afwezigheid van welke vorm van zonde, schuld en angst dan ook.
Het kenmerk van onware genezing dus vanuit de keuze voor egodenkgeest kenmerkt zich daarentegen door de aanwezigheid van elke mogelijke vorm van zonde, schuld en angst.

Samengevat door ECIW:
6.De Heilige Geest vraagt slechts dit van jou: breng Hem ieder geheim dat jij voor Hem hebt weggesloten. 2Open iedere deur voor Hem, en nodig Hem uit de duisternis binnen te komen en die door Zijn licht te laten verdwijnen. 3Op jouw verzoek komt Hij graag binnen. 4Hij brengt het licht naar de duisternis als jij de duisternis voor Hem openstelt. 5Maar wat jij verborgen houdt, kan Hij niet zien. 6Hij ziet voor jou, en Hij kan niet zien als jij niet samen met Hem kijkt. 7De visie van Christus is niet voor Hem alleen, maar voor Hem samen met jou. 8Breng dan ook al je duistere en geheime gedachten bij Hem, en bekijk ze samen met Hem. 9Hij houdt het licht vast, jij het duister. 10Ze kunnen niet naast elkaar bestaan wanneer Jullie beiden er samen naar kijken. 11Zijn oordeel moet wel zegevieren, en Hij zal jou dit geven wanneer jij jouw waarneming met de Zijne verbindt” (T14.VII.6:1-11).

Even ter herinnering, ECIW spreekt ons altijd aan op denkgeest niveau, nooit als lichaam, maar gebruikt wel de “taal” die we kennen als metafoor voor de achterliggende betekenis op denkgeest niveau. Dus er is geen De Heilige Geest en/of Jezus buiten mij.
Voor meer duidelijkheid hierover kan je in “Verklaring van termen” achter in het Handboek voor leraren deze tekst vinden over De Heilige Geest:

DE HEILIGE GEEST
1.Jezus is de manifestatie van de Heilige Geest, die hij op aarde liet neerdalen nadat hij was opgestegen ten Hemel, of anders gezegd, tot volmaakte vereenzelviging kwam met de Christus, de Zoon van God, zoals Hij die heeft geschapen. 2De Heilige Geest, die een schepping is van de ene Schepper en met Hem schept naar Zijn gelijkenis of geest, is eeuwig en is nooit veranderd. 3Hij was ‘op de aarde neergedaald’ in die zin dat het nu mogelijk was Hem te aanvaarden en Zijn Stem te horen. 4Zijn Stem is de Stem namens God, en heeft daarom vorm aangenomen. 5Deze vorm is niet Zijn werkelijkheid, die God alleen kent, samen met Christus, Zijn werkelijke Zoon, die deel is van Hem.

2.De Heilige Geest wordt door de hele cursus heen beschreven als Degene die ons het antwoord op de afscheiding geeft en ons het Verzoeningsplan brengt, waarbij Hij ons specifieke aandeel daarin vastlegt en ons precies laat zien wat dat inhoudt. 2Hij heeft Jezus als leider aangesteld om Zijn plan uit te voeren, aangezien hij de eerste was die zijn eigen aandeel volmaakt heeft voltooid. 3Alle macht in de Hemel en op aarde is hem dan ook gegeven, en hij zal die met jou delen wanneer jij het jouwe hebt voltooid. 4Het Verzoeningsprincipe werd aan de Heilige Geest gegeven lang voordat Jezus dat in beweging zette.
3.De Heilige Geest wordt beschreven als de overblijvende Communicatieschakel tussen God en Zijn afgescheiden Zonen. 2Om deze bijzondere functie te vervullen, heeft de Heilige Geest een dubbele functie op zich genomen. 3Hij heeft kennis, want Hij is deel van God; Hij neemt waar, want Hij werd gezonden om de mensheid te verlossen. 4Hij is het grote correctieprincipe; de brenger van ware waarneming, de macht die onlosmakelijk verbonden is met de visie van Christus. 5Hij is het licht waarin de vergeven wereld wordt waargenomen, waarin alleen het gelaat van Christus wordt gezien. 6Nooit vergeet Hij de Schepper, noch Zijn schepping. 7Nooit vergeet Hij de Zoon van God. 8Nooit vergeet Hij jou. 9En Hij brengt jou de Liefde van je Vader in een eeuwige schittering die nooit zal worden tenietgedaan, omdat God die daar heeft geplaatst.
4.De Heilige Geest verblijft in dat deel van jouw denkgeest dat deel is van de Christus-Denkgeest. 2Hij vertegenwoordigt je Zelf en je Schepper, die Eén zijn. 3Hij spreekt namens God en ook namens jou, daar Hij met Beiden verbonden is. 4En daarom is Hij het die bewijst dat Zij Eén zijn. 5Hij lijkt een Stem, want in die vorm richt Hij Gods Woord tot jou. 6Hij lijkt een Gids door een ver land, want die vorm van hulp heb je nodig. 7Hij lijkt alles te zijn wat maar voldoet aan de behoeften die jij meent te hebben. 8Maar Hij wordt niet misleid wanneer jij ziet dat jouw zelf verstrikt is in behoeften die jij niet hebt. 9Hiervan wil Hij je juist bevrijden. 10Hiertegen wil Hij je juist beschermen.
5.Jij bent Zijn manifestatie in deze wereld. 2Je broeder roept jou op om samen met hem Zijn Stem te zijn. 3Alléén kan hij de Helper van Gods Zoon niet zijn, want alléén is hij functieloos. 4Maar verbonden met jou is hij de stralende Verlosser van de wereld, wiens aandeel in haar verlossing jij compleet hebt gemaakt. 5Hij zegt jou dank evenals hem, want jij stond met hem op toen hij de wereld begon te verlossen. 6En je zult bij hem zijn wanneer de tijd voorbij is en er geen spoor overblijft van de boosaardige dromen waarin je danst op de magere melodie van de dood. 7Want in haar plaats wordt de lofzang tot God een korte tijd gehoord. 8En dan is de Stem verdwenen, en neemt ze niet langer vorm aan, maar keert terug naar de eeuwige vormloosheid van God” (H6.1-5).

Als ik onvriendelijke gedachten heb of niet vriendelijk ben (projectie van de onvriendelijke gedachten) zijn dat projecties vanuit zelf haat die ik (denkgeest) niet wil/durf te zien, omdat ik dan in contact kom met de onderliggende reden zelfhaat, en daaronder zonde, schuld en angst, en daaronder de wil tot afgescheiden willen zijn van God/Liefde. Minstens 3 verdedigingslinies met nog talloze extra uitbreidingen als extra verdediging tegen het bewust zijn van dit vreemde totaal niet behulpzame (ego)denksysteem.
We geloven dat we als zogenaamde onschuldige baby’s ter wereld komen als gevolg van het samensmelten van een ei- en spermacel met het nodige erfelijke DNA en daaruit ontwikkeld zich dan een karakter dat ook nog eens gevormd en gekneed wordt door opvoeding, afkomst, omstandigheden waar de onschuldige baby het slachtoffer van is en daar de rest van z’n leven maar mee moet zien te dealen.
Ziedaar de cyclus van geboorte en dood dat zich schijnbaar afspeelt binnen het geloof in afscheiding van Één, God, Liefde in de egodenkgeest.
In tegenstelling tot wat het lijkt speelt zich dit allemaal af op (ego)denkgeest niveau in en door de denkgeest, omdat er niets anders is. Er is geen lichaam dat haat of dit hele zieke denksysteem bedenkt. Maar omdat wij denkgeest onszelf zo ingemetseld hebben in een zelfbedachte beperking wat we het lichaam noemen en ons (denkgeest) er zo mee geïdentificeerd hebben, kunnen we niet denken zonder aan een lichaam te denken.
Vandaar dat ECIW ons SCHIJNBAAR als lichamen aanspreekt, dus de taal gebruikt die wij als met lichamen geïdentificeerde denkgeest kunnen verstaan.
In werkelijkheid spreekt ECIW ons aan als denkgeest, omdat dat is wat “we” zijn en omdat dat de bron is waaruit alle projecties vanuit de keuze voor het geloof in het ego; het geloof in zonde, schuld en angst, met daaronder het geloof afgescheiden te willen en kunnen zijn van God, Éénheid, wordt geprojecteerd.
ECIW brengt ons daarvoor terug naar de denkgeest door dat wat we gewend zijn, denken/geloven een lichaam te zijn met alle bijbehorende eigenschappen, karaktertrekken, talenten, “afwijkingen” te her-gebruiken op een juist gerichte denkgeest manier.
Dit gebeurt door middel van Ware Vergeving, dat het geloof in dat er werkelijk iets gebeurt is in een wereld met lichamen, dingen en situaties, corrigeert en het geloof terugbrengt naar de bron, de denkgeest waar het geloof in zonde, schuld en angst oplost in het niets waaruit het voortkwam.

Het toelaten van het besef dat als ik haat ervaar tov mijzelf en/of een ander, of dat nu een licht gevoel van irritatie is of een moordlustige gevoel van haat, is om te beseffen dat het nooit om de reden is wat het lijkt te zijn (Werkboek les 5, Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk).
Dat is een eerste stap in het toelaten van dat wat ik dacht dat ik ben en werkelijk gebeurd is een vergissing is en te laten her-gebruiken als vergevingskans door opnieuw te kiezen, nu voor HG denkgeest oftewel juist gerichte denkgeest.
Alleen op die manier kan ik (denkgeest) mijn zelf opgetrokken verdedigingsmuren steen voor steen (gedachte voor gedachte) laten afbrokkelen dmv Ware Vergeving, totdat de schijnbaar ingemetselde, gevangengenomen denkgeest weer vrij is en het besef er is dat het hele idee van gevangen zijn slechts een droom van afscheiding is.

Er is geen wereld (WdI.132.6:2), DUS dan is er ook geen “ik lichaam”…
Als we deze stelling doortrekken volgen er nog veel meer alles omvattende gevolgtrekkingen.
Bijvoorbeeld de kijk op het idee van “de dood”.
Als er geen wereld is dan is de dood net als de wereld ook niet mogelijk, maar slechts een “idee”.
“Een nietig dwaas idee” (T27.VIII.6:2) zoals de Cursus het omschrijft.
Er is geen wereld, geen “ik”, geen dood, maar we ervaren wel een wereld, een “ik”, de dood enz. op een tijdlijn die we ervaren binnen het concept ruimte en tijd.

Een cursus in wonderen stelt dat de bron van waaruit er een wereld, een “ik”, en de dood lijkt te bestaan de denkgeest is. Niet het “ik” lichaam dat lijkt te denken vanuit een brein is de bron, maar de denkgeest.
Denkgeest is onstoffelijk. Dat betekent dat de denkgeest niet dood gaat, maar slechts een idee een gedachte heeft over dat er een wereld is, en dat er een lichaam is dat dood gaat.
Om dat enigszins begrijpelijk te maken spreekt de Cursus over een droom :

“Wanneer je gevangen bent in de wereld der waarneming ben je in een droom gevangen. Zonder hulp kun je niet ontsnappen, want alles wat je zintuigen je tonen getuigt slechts van de werkelijkheid van de droom” (Vw.xi).

Het woord “droom” komt 402 x voor in de Cursus! Als (nog) niet geaccepteerd is dat de wereld, het lichaam, de “ik” kortom al het zogenaamde stoffelijke op welk vibratie-niveau dan ook een droom is van en in de denkgeest dan ligt dat niet aan de onduidelijkheid van de Cursus, maar aan de nog onbewuste weerstand van de ook nog steeds onbewuste (waarnemende/keuzemakende) denkgeest die ergens aanvoelt dat het accepteren van dit gegeven einde verhaal van de wereld, dus ook het einde van de zogenaamde “ik” is.
Geïnterpreteerd als “de dood” van het “ik” lichaam, en tenslotte het einde van de wereld als vorm zoals voorspeld in de Bijbel als de Apocalyps, is (één van de) ego-interpretaties tegen het onbewust gehouden idee dat de wereld en de zogenaamde “ik” enz. slechts een droom is, dus een illusie zijn.

De “je” waarmee we worden aangesproken is in de Cursus ALTIJD de denkgeest. Het lichaam is een idee, een gedachte in en van de denkgeest.

De reis van het onbewust geheim gehouden van de droom door de dromende denkgeest terug naar de bewustwording van dat de wereld en de “ik” enz. slechts lijkt te bestaan in dromen, stuit op gigantisch veel weerstand. Maar niet om de reden die ik denk (WdI.5).

Het lijkt regelrecht in te gaan tegen “de Wil van God” die we uit de bijbel kennen.
Deze god van de bijbel is dan ook gemaakt naar het evenbeeld van het geloof in een wereld en een “ik” lichaam enz. Een god met zintuigen die kan horen, zien, voelen en “ergens” woont.
Een god die partij kiest, oordeelt en veroordeelt, straft en beloond, een god die in zonde, schuld en angst geloofd en daarnaar handelt. Dit alles is een projectie naar het evenbeeld van dit geloof in een wereld van een “ik” lichaam, in het bestaan van een wraakzuchtige in zonde, schuld en angst gelovende god als vervanging van en verdediging tegen het (nog steeds aanwezige onveranderlijke) Weten dat er geen wereld en geen “ik” lichaam enz. bestaat, dan alleen in dromen.
De zogenaamde mogelijkheid van het sterven van het lichaam is hier dan ook een projectie van. Daardoor blijft zogenaamd onbewust, maar ondertussen opzettelijk verborgen, dat dit alles bedacht en geprojecteerd wordt door de keuze voor de in zonde, schuld en angst gelovende waarnemende denkgeest.
Enkel het geloof in dit hele door de egodenkgeest als verdediging tegen de nog steeds onveranderlijke, onverbrekelijke Éénheid, Waarheid, God, Liefde, houdt dit onmogelijke egodenksysteem in stand.

Dit egodenkgeest-geloof in de onvermijdelijke dood van het lichaam enz. en het uiteindelijke verdwijnen van de wereld en het universum vervangt dus de werkelijk onvermijdelijke werkelijkheid dat er geen wereld en dus ook geen “ik” kan bestaan.

Er is alleen Geest die onveranderlijk heel en één is in God.
Enkel het geloof in zonde, schuld en angst met als extra versterking al de bijbehorende emoties zoals verdriet, lijden, woede, pijn, maar ook plezier en vreugde die allemaal vormgericht zijn houden dit onmogelijke geloof in stand.
Vroeg of laat moet dit onmogelijk houdbare geloof wel door de mand vallen, omdat het niet vol te houden is en het lijden niet meer te dragen en niet meer vol te houden is. dan zal uiteindelijk onvermijdelijk de gedachte “Er moet een andere manier zijn” opborrelen uit het onbewuste.
Niet omdat het lijden ten gevolgen van schijnbare gebeurtenissen in “mijn leven” niet meer te dragen is, dat staat slechts symbool voor het niet meer vol te houden verbergen van Waarheid, Éénheid, God, Liefde in en door de denkgeest.
Dat is de betekenis van de uitspraak:

Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.


Hierin ligt de vrede van God
(In.2:2-4).

Wat betekent dat in de dagelijkse praktijk waarin we nog steeds geloven dat de lichamelijke dood echt bestaat.
Dat iedere keer dat er iemand of iets sterft we eigenlijk alleen maar ons gelijk krijgen in dat de dood bestaat en dat de wereld en het “ik” lichaam enz. werkelijkheid zijn en dat werkelijke Werkelijkheid, Onveranderlijke Éénheid, God, Liefde, non-dualisme niet bestaat.
De dood is dus eigenlijk een ontkenning van dat wat dood lijkt te gaan, een lichaam, in werkelijkheid is: onveranderlijke Geest thuis in God in volmaakte Éénheid alleen in staat tot het uitbreiden van de volledig non-dualistische Liefde van God.

Dat betekent niet dat we iets moeten veranderen aan dat we nog wel ervaren in onze “dromen” van illusie waarin het idee van dood nog wel werkelijkheid lijkt te zijn. We ervaren nog steeds de dood van onze geliefde en anderen om ons heen in ons leven. We rouwen “normal”, we nemen afscheid, begraven/cremeren zoals we dat gewend zijn en graag willen, kortom we veranderen niets aan de vorm.
Wat wel gaat en het enige wat kán veranderen stap voor stap in dit hele proces van onbewust naar bewustwording is de denkgeest-verschuiving van het waarmaken van projecties vanuit zonde, schuld en angst naar de bewustwording van dat we ons vergist hebben en dat we (Geest) in werkelijkheid nog steeds onschuldig en onveranderlijk Één zijn in God.
Dat is wat ECIW met het Wonder van Vergeving bedoelt. We vergeven onszelf dat wat we dachten en geloofde dat ons is aangedaan of overkomen in werkelijkheid niet gebeurt is anders dan enkel in dromen van het geloof in de mogelijkheid om afgescheiden te raken van non-dualistische Éénheid, Waarheid, God, Liefde.

En is Ware Vergeving niet het meest liefdevolle wat “we” in de hoedanigheid van keuzemakende denkgeest kunnen schenken aan de hele ene denkgeest die eerst verkoos te kiezen voor de mogelijkheid van afgescheiden te kunnen zijn van non-dualistische God/Liefde dmv het geloof in “de dood”, zich nu dmv Ware Vergeving hiervan zich terug kan herinneren in onveranderlijke Éénheid, Waarheid, God, Liefde?
Een Liefde waar niets of niemand van uitgezonderd kán zijn, want Één is onveranderlijk Één en kan onmogelijk werkelijk twee worden.












Wat gedachtes over de uitspraak in (T21.In.1:4):
Ze [de wereld die jij ziet] getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand.”

En toen zag ik zo duidelijk weer de vergelijking met een film, wat een prachtig symbool vormt voor deze uitspraak.
Een film is eerst opgenomen en vastgelegd in z’n geheel, en wordt daarna afgespeeld, steeds maar weer.
Zo ook is wat wij onze wereld en onze levens noemen al in één keer ‘opgenomen’ en wordt vervolgens eindeloos opnieuw afgespeeld. Elke denkbaar egoscript-variatie op het ene ego-thema “afscheiding” is beschikbaar om weer opnieuw afgespeeld te worden.
En net zoals in een film, kijken wij (denkgeest) ernaar. Wij kijken naar onze eigen mentale projectie, maar zijn vergeten dat we dat doen en denken en geloven nu dat wat wij zien en beleven in de film ook echt is wat we zijn en op dat moment in ruimte en tijd echt gebeurt. Wij lijken dat lichaam te zijn omringd door miljoenen andere lichamen, dingen en situaties, maar het zijn en blijven mentale projecties vanuit de denkgeest vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, dus niet vanuit de hersenen, want de hersenen zijn ook een denkgeest projectie.

Onze innerlijke ego toestand is een toestand van angst, van zonde en schuld, die elk moment bij elke gedachte opnieuw worden opgeroepen uit de in één keer geprojecteerde schier eindeloze voorraad egoprojecties. En daaruit kiezen wij, (onbewust, want dat de denkgeest de bron is het moet immers verborgen blijven) als egodenkgeest (dus niet als lichaam!) onze persoonlijke ego/afscheidings-verhaal, dat wat we ons huidige leven noemen.
En we (denkgeest) draaien deze film af en denken en geloven dat we dat leven zijn, en we zien dus niet dat we een rol spelen en in werkelijkheid denkgeest zijn die dit alles heeft bedacht, opzet en uitspeelt.

ECIW leert ons te herinneren dat wij denkgeest dit alles zelf bedacht hebben, vanuit het geloof in zonde, schuld en angst, en dat al die scripts in dat ene moment van afscheiding (het nietig dwaas idee, zoals de Cursus het noemt, zie T27.VIII.6:2-3), op ‘film’ zijn vastgelegd en we steeds weer opnieuw een film kiezen, waar we steeds weer opnieuw dat ene nietig dwaas idee beleven en ons daar geheel en al mee identificeren.

Ware Vergeving leert ons, ons te herinneren dat we deze filmpjes (projecties) vanuit het geloof in zonde, schuld en angst niet zijn, dat ze niet ‘werkelijk’ gebeurt zijn, maar dat het inderdaad  ‘de uiterlijke weergaven zijn van een innerlijke toestand’ en die innerlijke toestand is de ego-toestand van het geloof in zonde, schuld en angst, die uit-geprojecteerd wordt en we beleven als ons leven.
Als we dat zien en aannemen, kunnen deze zelfde projecties, films, die we ons leven noemen, door Heilige Geest en of Jezus (symbool van ons Ware Zelf) als vergevingskansen en middelen worden her-gebruikt, die ons doen terug-herinneren in wat we werkelijk zijn; in Liefde, in God, in Eenheid.

Teneinde de innerlijke toestand van de keuze voor ego in beeld te krijgen, wat noodzakelijk is als we het als vergevingsmateriaal en kans willen gaan laten her-gebruiken, kunnen we olv onze gids en leraar Heilige Geest/Jezus oftewel de Juist-gerichte-denkgeest leren oordeelloos als waarnemer (waarnemende-denkgeest) te kijken naar de uiterlijke weergave van de innerlijke toestand van de denkgeest.
Leren oordeelloos te kijken naar alle ego-oordelen die we opstellen in de denkgeest en vervolgens hebben geprojecteerd met als doel de bron, de denkgeest te “vergeten”.
Het moge duidelijk zijn dat de denkgeest die als doel heeft te vergeten niet de denkgeest kan zijn die oordeelloos naar het vergeten kan kijken.
De egodenkgeest die als doel heeft te vergeten dat het de bron is van elke gedachte van zonde, schuld en angst zal wel proberen een oplossing te vinden, maar kan dat alleen doen binnen het ego-denksysteem-concept van afscheiding. 
Ook dit leren zien is een onvermijdelijk leerproces.

Het enige wat nodig is binnen dit leerproces olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest, is oordeelloos te leren kijken naar het volledig script van wat ik “mijn leven” noem.
Dat hele script in heel z’n ego glorie, met z’n vele lagen is het vergevings-leer-materiaal dat we nodig hebben om terug te herinneren in wat IS en nooit is weggeweest.

We zullen merken en waarnemen tijdens dit proces van ware vergeving, hoe we laag voor laag ego-verdedigingsmuren hebben opgebouwd teneinde de bron, de denkgeest aan de waarneming te doen onttrekken, waardoor deze geprojecteerde schijn-verdedigingsmuren echt lijken te zijn geworden en er een identificatie ermee heeft plaatsgevonden.
De “ik” lijkt nu ineens een lichaam te zijn geworden, in een wereld van vormen en situaties waarbij het denken plaatsvindt in de hersenen, in plaats van in de denkgeest.
Al die verdedigingslagen worden gedurende het proces van ongedaan maken middels ware vergeving laagje voor laagje afgepeld, door ze te herkennen en te erkennen en ze terug te geven aan de HG Denkgeest voor ware vergeving.

Dit hele afpel van het geloof in ego proces zal van tijd tot tijd als heel heftig ervaren worden, niet omdat dat noodzakelijk is, maar omdat de weerstand, nog steeds geleid door het geloof in zonde, schuld en angst, ertegen enorm lijkt te zijn.
Alleen olv HG/J/Juist-gerichte-denkgeest zal dit proces van ongedaan maken van het geloof in zonde, schuld en angst soepeltjes, zacht en liefdevol kunnen verlopen.
Dat betekent dat als ik voel/ervaar dat mijn weerstand groot is dat alleen maar een bewijs is dat ik alleen wil luisteren naar de egodenkgeest als gids/leraar (het geloof in zonde, schuld en angst) en bezig ben met tegen mijn Ware Zelf te vechten.
Het enige juiste antwoord op deze waarneming is “kies opnieuw”, nu voor de Juist-gerichte-denkgeest kant van de denkgeest.
Het is al met al een proces, een onvermijdelijk proces waarvan de uitkomst vaststaat, omdat er in Werkelijkheid niets gebeurt is.

Als je “zoekt” in “zoeken” onder het woord “vergeten”, komen er diverse blogs tevoorschijn die over dit onderwerp gaan.
Ik kom er telkens weer op terug, kennelijk omdat ik er telkens weer aan herinnerd wil worden en niet wil “vergeten” wat er achter het “vergeten” verborgen wil blijven.
Dus hier weer een herinnering…

Het doel van het geloof in ego is “vergeten” wat Werkelijkheid is, door voor Werkelijkheid de sluier van vergetelheid te hangen, waardoor Werkelijkheid “versluierd” wordt, maar niet verdwijnt…
Het non-dualistische Weten wordt daardoor schijnbaar vervangen door het dualistische weten van het ego.
Een weten dat daardoor 100% onbetrouwbaar is. Waarheid dat zich ineens opgesplitst lijkt te hebben in ego-waarheid en ego-onwaarheid en geheel afhankelijk is van de dualistische ego-manier van kijken naar de eigen projecties, projecties welke weerspiegelingen zijn van de inhoud en de toestand van de dualistische egodenkgeest. De ego-toestand van de denkgeest bestaat altijd uit het geloof in zonde, schuld en angst. De wereld die daaruit voortkomt getuigt daarvan.

“Van één ding was je zeker: van al de vele oorzaken die jij zag als brengers van pijn en lijden voor jou, was jouw schuld er niet een van”(T27.VII.7:4).

Waarom is dit alles gebeurt? Het antwoord bevindt zich zoals altijd in de vraag: het is niet werkelijk gebeurt. Het verschijnt in dromen van het geloof in de mogelijkheid van afscheiding, maar zoals algemeen bekend en erkend, wat in dromen lijkt te zijn gebeurt, is niet werkelijk gebeurt en heeft in het grote geheel niets verandert aan Non-dualistische Waarheid, dat wat “we” in werkelijkheid zijn.

Dit lijkt een theoretisch verhaal, maar is toch heel belangrijk om te weten als basis voor het op de juiste manier toepassen van het leerplan van de Cursus, oftewel het leerplan van de Heilige Geest/Jezus, oftewel de Juist-gerichte-tevens tot waarnemen en keuzemakende in staat zijnde denkgeest.
Deze waarnemende/keuzemakende eigenschap van de Juist-gerichte-denkgeest dient ontwikkeld te worden zodat dat wat eerst gebruikt werd door de dualistische tot vergeten in staat zijnde egodenkgeest kan worden her-gebruikt om terug te herinneren in wat nooit werkelijk is vergeten: non-dualistische Waarheid.

Dat herinneren gebeurt niet door de persoon in dit geval “Annelies”. Annelies is immers een projectie van de egodenkgeest die gelooft in zonde, schuld en angst.
De egodenkgeest is dus de bron en niet de projectie, het lichaam “Annelies”.
Aangezien het ego in elke gedachte aanwezig is, is het ook mogelijk deze gedachtes waar te nemen. Zo komt de ego gedachte langs:
“Ah, de denkgeest is dus de schuldige en niet ik Annelies, ik ga vrijuit…”.
Waaruit alleen maar blijkt dat de identificatie met het lichaam, in plaats van met zijn bron, de denkgeest, krampachtig vastgehouden wil worden.
Dit soort (ego)gedachtes waarnemen door dat wat waarneemt (de denkgeest) is nodig teneinde deze in eerste instantie ego-gedachte (het ego spreekt altijd eerst) te kunnen laten her-gebruiken als ware vergevingsgedachte door de Juist-gerichte-denkgeest (HG/J).

De cursus, Jezus, HG, spreekt ons altijd aan op denkgeest niveau, nooit als lichaam.
Als er staat dat “jij” iets doet, dan slaat dat nooit op een handeling van het lichaam, maar op de keuze in en van de denkgeest om iets te doen.
Het lichaam doet niets, het lichaam is een projectie, en net als een projectie op het filmdoek, lijkt de projectie op het witte doek wel iets te doen, maar iedereen weet dat het slechts om een projectie gaat en dat de bron van de projectie de projector is.
Het schijnbaar persoonlijke aanspreken van het “ik, jij, wij” lichaam, moet dus gezien worden als symbolisch en heeft alleen een symbolische betekenis.
Als ik oordeel op basis van wat lichamen lijken te doen, dan zijn niet de lichamen de oorzaak van wat er lijkt te gebeuren, maar het geloof in de achterliggende projecterende egodenkgeest die “mijn” (egodenkgeest) gedachtes van het geloof in zonde, schuld en angst projecteert en een “film, lichtbeelden” laten zien die dit lijken uit te beelden.

En dit lijkt allemaal echt te gebeuren, omdat de bron van dit alles wil worden vergeten, zoals we tijdens het kijken naar een film ook volledig kunnen opgaan in wat we zien op het witte doek en vergeten dat het eigenlijk een projectie is en niet echt gebeurt.
Totdat we weer buiten staan en ons weer herinneren dat we naar een film zaten te kijken…

Dat is ook het doel van het leerplan van ECIW, herinneren dat wat we dachten dat we zijn, lichamen in een wereld/universum, niet is wat we in werkelijkheid Zijn.
En de Cursus her-gebruikt onze favoriete film in dit geval: “mijn leven, aflevering: Annelies”, als terug- naar de bron-herinneringsmateriaal, waar ik, denkgeest olv HG/J (Juist-gerichte-denkgeest) opnieuw kan leren kijken waarbij het voorheen ego script van het geloof in zonde-schuld en angst, vergeven mag worden en zodoende de denkgeest doet terug-herinneren van het beperkte dualistische ego-zelf, naar HG Zelf, het non-dualistische ZIJN.








Elke bewust waargenomen opgeworpen blokkade als verdediging tegen Liefde is een rechtstreekse uitnodiging om deze op te laten lossen in en door het toestaan van Ware Vergeving. Ware Vergeving dat ziet dat er in werkelijkheid niets gebeurt is wat de Liefde van God kan tegenhouden.

Dus dat wat een probleem (blokkade) leek in de vorm is niet wat het lijkt, oftewel “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk”(WdI.5).
De onvrede komt niet door wat er buiten “mij” of met “mijn” lichaam (dat is namelijk ook iets dat als “buiten” de denkgeest wordt gezien) lijkt te gebeuren, maar wat ik besluit te ervaren in de denkgeest, namelijk: zonde, schuld en angst, met als (verborgen gehouden) doel afscheiding van Liefde, God.

Dus wat we in de droom bijvoorbeeld “schuldhulpverlening” noemen, door het probleem buiten de “ik” te zien en vervolgens ook buiten de “ik” hulp te gaan zoeken, kan zich verplaatsen als we Ware Vergeving toestaan, naar schuldhulpvergeving waarbij de denkgeest zich wil herinneren en bewust waarneemt dat het probleem zich in de denkgeest van de denker bevindt die voor afscheiding kiest en daardoor alleen maar zonde, schuld en angst kan ervaren, middels projecties daarvan.

De volgorde verandert dus totaal, niet de uiteindelijk vorm, de projectie is de oorzaak en het gevolg, maar de denkgeest is oorzaak en gevolg. De denkgeest die kiest voor het geloof in afscheiding en dientengevolge wel voor zonde, schuld en angst moet kiezen en dat vervolgens projecteert, omdat de bron, de denkgeest (de bron) verborgen moet blijven.
Dat wil niet zeggen dat de vorm waarin zich dit allemaal uit-projecteert ontkent moet en zal worden, alleen de functie van de projectie verschuift, van naar “buiten” (de wereld) naar “naar binnen” (de denkgeest). Immers projectie maakt waarneming. “Ze getuigt van de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand” (T21.In.1:5).

Als “mijn” innerlijke denkgeest toestand voor het geloof in zonde, schuld en angst kiest, dan zal dat terug te herkennen zijn in en door “mijn denkgeest” projecties.
Wordt dit volledig doorzien dan kunnen al mijn projecties gaan dienen als reminder om te laten her-gebruiken als vergevingsmateriaal en vergevingskans in en door de denkgeest.
Als dan de met opzet door de denkgeest opgeworpen blokkade in Ware Vergeving is opgelost komt vanzelf de grenzeloze ruimte van Éénheid weer naar boven drijven en zal moeiteloos als vanZelf precies geweten worden wat het meest liefdevol is om te “doen”. Een “Geïnspireerd doen” zonder oordeel, zonder verwachtte uitkomst in totaal Vertrouwen een “doen” als de reflectie van onveranderlijke Liefde in God, Éénheid, dat wat IS. Let wel “een reflectie”, dus nog steeds een projectie, een beeld, maar dan wel een projectie die niet vanuit het geloof in zonde, schuld en angst komt, maar vanuit vormloze, non-dualistische Éénheid, Waarheid.