archiveren

Maandelijks archief: juni 2014

Hoorde net Steven Hawking tot een interessante stelling komen op de vraag wat was er voor de oerknal.
Zijn antwoord was,: ‘niets’, want de oerknal en het ontstaan van het heelal was de start van tijd en ruimte. Dus voor dat dat ontstond was er geen tijd en ruimte, dus was er niets voor de oerknal en dus ook geen God die de wereld en het universum geschapen heeft. Einde geloof in een God die hemel en aarde schiep.
Komt in de richting van de Cursus, met dit verschil dat de Cursus weliswaar ook stelt, dat er voor de oerknal inderdaad niets was, maar erna ook niet, sterker nog het is nooit gebeurt, en het ‘niets’, wat nooit gebeurt kan zijn is dus ook nooit iets werkelijks geworden, het is een ‘idee’, een gedachte.
en dat blijft het. We zitten dus opgescheept met een gedachte die door het geloof erin ‘echt’ lijkt en waar gebeurt lijkt. Dat gaan we niet snappen zolang we geloven een lichaam te zijn op een planeet in een universum.
Want juist dat geloof houd de gedachte en het geloof erin in stand.
Stappen we echter ‘even’ (nou ja ‘even’ de weerstand dit te willen doen is zo groot als het schijnbare universum zelf) uit dat geloof, dan bevinden we ons in de positie van denkgeest, de denkgeest die kan waarnemen en kan kiezen, voor wat deze wil geloven.
De stelling van Hawking kan in ieder geval een einde maken aan de angst voor God, een God die hemel en aarde gemaakt heeft en ons kan maken én breken, naargelang zijn voorkeuren en humeur.
Dat bestaat dan niet meer. Diezelfde stelling echter kan juist weer een nog grotere angst en dus weerstand oproepen, omdat het dan kan lijken of elke houvast en troost wegvalt. Een ‘gelovige’ zal zich in de steek gelaten voelen, en zich enorm verzetten, een atheïst, zal opgelucht ademhalen en denken nu zelf de touwtjes in handen te hebben en vrolijk aan de slag gaan de wereld te verbeteren.
Beide zijn echter egodenkgeest uitingen, omdat ze beide nog uitgaan van een werkelijk bestaande wereld en universum. En dan blijf je gevangen in een dualistisch denkpatroon gebaseerd op tijd en ruimte.
De stelling van Hawking is dus wel geruststellend en in zekere zin juist, maar ook weer geheel doodlopend, omdat de wereld nog wel als ‘waar’ en heel echt wordt gezien.
We lijken nu door deze stelling af te zijn van de angst voor God, want er is geen God, maar ondertussen wordt doordat de wereld en het universum toch nog als ‘waar’ en echt wordt gezien, de onderliggende angst voor God, wat niet de angst voor de scheppende God is, maar de angst voor dat het mogelijk is uit de Eenheid (die vormloos is) te stappen, nu volledig aan het ‘oog’ ontrokken.
We kunnen echter door deze nieuwe zienswijze, dat God de wereld en het universum niet geschapen heeft, maar nog wel ervarend in een wereld die we als ‘waar’ ervaren, onmogelijk het ‘niets’ ervaren, laat staan uitleggen.
Het enige wat we kunnen doen, als we dit laatste aanvaarden, is alles wat het onmogelijk maakt dit te snappen te schrappen, als onwaar aan te merken, zodat dat wat wel ‘waar’ is en dus niet beschreven kan worden tenslotte overblijft.
Dan krijgt deze hele wereld die ontstaan is uit een nietig dwaas idee, en dat ook blijft, toch nog een bruikbare, zinvolle functie, namelijk die van vergevingskansen en vergevingsmateriaal. Die functie kan ons leven krijgen als we tot de conclusie komen dat niets werkt in deze wereld en dit universum en er een andere manier moet zijn. Ware vergeving laat zien dat er niets gebeurt is en er geen zondige en schuldige zijn die gestraft zullen worden door God.
Dan begint het grote avontuur terug naar het punt waar dat wat leek te beginnen nooit begon.
Kortom de beste ‘grap’ ooit:

‘In de eeuwigheid,waar alles één is, sloop een nietig dwaas idee binnen waarom de
Zoon van God vergat te lachen. Door dit te vergeten werd de gedachte
een serieus idee, in staat tot zowel verwezenlijking als werkelijke gevolgen.
Samen kunnen we ze beide weglachen, en begrijpen dat de tijd geen
inbreuk kan maken op de eeuwigheid. Het is ridicuul te denken dat de
tijd de eeuwigheid kan omringen, die juist betekent dat er geen tijd bestaat’
(T27.VIII.6:2-5).’

TEKSTBOEKSTUDIEGROEP SOEST
Seizoen 2014/2015

Startend in september 2014 en doorlopend tot en met juni 2015, zal de Tekstboekstudiegroep Soest worden hervat.

Dit dagdeel zal lopen van 9.45 tot 13.15 uur (in totaal 3,5 uur, met een koffie/theepauze van 11.30 tot 11.45 uur).
Er zullen 10 bijeenkomsten zijn, telkens op de 3e vrijdag van de maand.

De data zijn: 2014: 12 september (2e vrijdag) – 17 oktober – 21 november – 19 december.

2015: 16 januari – 20 februari – 20 maart – 24 april (4e vrijdag) – 15 mei – 19 juni

De kosten: € 125,- Ingeval van later instromen € 12,50 per keer.

Plaats: Consistorie Rembrandtkapel, Rembrandtlaan 20 Soest

Route: http://www.npbsoest.nl (3 min lopen v.a. station Soestdijk)

Aanmelden: Door een mail te sturen naar annelies@ekeler.nl

Doelstelling Tekstboekstudiegroep
Het Tekstboek geeft een omschrijving van het denksysteem van de Cursus en van alle begrippen die erin voorkomen. Om de Cursus te kunnen toepassen, is het nodig het Tekstboek te bestuderen om zo het theoretische fundament van vergeving te gaan begrijpen. Dat is het belangrijkste doel van deze studiegroep.
Veel studenten ervaren het Tekstboek als moeilijk. Dat komt op de eerste plaats door de cyclische opbouw van de Cursus: thema’s worden opgepakt, weer neergelegd, en later opnieuw opgepakt en verder uitgewerkt. Een andere – nog belangrijker – reden is dat in het Tekstboek het denksysteem van het ego diepgaand uiteengezet wordt. Dit wordt naast het denksysteem van de Heilige Geest gelegd. Beide denksystemen zijn in onze denkgeest aanwezig en door dit contrast leren we om ze te onderscheiden, zodat we tegen het ego kunnen kiezen. We koesteren veel weerstand tegen het blootleggen van de diepere, onbewuste egolagen. Ook hierdoor lijkt het Tekstboek moeilijk. Wanneer we echter samen met Jezus, de auteur van de Cursus, de inhoud van het Tekstboek tot ons laten doordringen, heeft dat een sterk transformerende werking. We ervaren dan in onszelf het licht van de Heilige Geest.
De opzet van deze jaargroep, bestaande uit 10 studiedagen, is om dit te gaan ervaren en het denksysteem van de Cursus beter te gaan begrijpen. We beginnen de ochtend met een korte meditatie, waarin we Jezus’ begeleiding vragen. Op die manier studeren we rechtstreeks onder zijn leiding, en zijn aanwezigheid zal beslist voelbaar zijn. Vervolgens lezen we ieder om de beurt hardop een alinea, en daarna pauzeren we even om te kijken of er vragen of onduidelijkheden zijn. Waar nodig volgt een korte toelichting of uitleg. We zullen echter vooral de tekst zelf laten spreken en op ons laten inwerken. Soms is het echter behulpzaam enige uitleg te krijgen om de tekst beter te begrijpen. Het accent zal niet liggen op het voeren van discussies, interpretaties of het uitwisselen van ervaringen. Eerder zullen we in een studieuze en stille sfeer genieten van Jezus’ aanwezigheid en ons door hem laten onderrichten.

De bijeenkomsten vinden plaats in de consistorie van de Rembrandtkapel in Soest, een rustig gelegen locatie, goed bereikbaar met auto en trein.
De groep is geschikt voor iedereen die geïnteresseerd is in de Cursus, zowel beginnende als meer gevorderde studenten. We lezen de Nederlandse uitgave en het is nodig deze in bezit te hebben.

Annelies Ekeler

Wat betekent dat, ‘normaal blijven doen’ eigenlijk.
De droom ontvouwt zich, zoals deze zich ontvouwt, van seconde tot seconde, vanuit de (ego)denkgeest die het allemaal ‘denkt’, gelooft en projecteert.
Het is ‘zonde, schuld, angstmateriaal’ en dat zonde, schuld en angst verhaal voltrekt zich in tijd en ruimte, en wordt ervaren en gezien als zijnde ‘mijn leven’, als een waar verhaal dat over ‘mij’ gaat, de mij, mijn lichaam, dat tevens de hoofdrol speelt.
Dit wordt zeer serieus genomen en daarom ook als zeer serieus ervaren, de ‘mij’ wordt als de ‘ik’ gezien, de ‘ik’ als een lichaam. Het grote ‘drama’ is begonnen het ‘leven’ voltrekt zich van geboorte t/m de dood en de ik mijn lichaam speelt de hoofdrol.

Het ontwaken uit de droom, uit dit ‘drama’, is niet weer gewoon een nieuw verhaal dat deze keer over ontwaken gaat, weer een verhaal vanuit de egodenkgeest, vanuit het geloof in zonde, schuld en angst.
Nee, het is iets heel anders.
Het is de ontwakende herinnering aan denkgeest te zijn, daardoor wordt ineens gezien of rijst in ieder geval het vermoeden dat het leven wat zo ‘echt’ leek een droom is, gedroomd door denkgeest.
En is er tevens het beginnende besef dat het geen zin heeft door de droom te verbeteren een beter leven te krijgen, zonder lijden, met alleen plezier en geluk en overvloed.

De egodenkgeest zal dat nog wel steeds proberen, ook al is er het groeiende bewustzijn dat de denkgeest het hele drama projecteert en dus zelf maakt.
De egodenkgeest zal dit nieuwe idee onmiddellijk gaan gebruiken en zich vol energie storten op het beter maken van de droom, want hij is er zich nu immers van bewust dat hij het allemaal zelf heeft gemaakt, hij is zich nu bewust van zijn magische kracht en zal nu alles naar zijn hand willen zetten. Ik maak mijn eigen leven, precies zoals ik dat wil en wat ik zeg dat gebeurt ook, want dat is goed voor mij, zo zal ik een beter leven krijgen, een leven van geluk en overvloed en alle andere spelers moeten hun rol vervullen in mijn verhaal.
Het leven is maakbaar en ik ben de maker.
Het ego echter projecteert nog steeds vanuit zonde, schuld en angst, want dat is het programma van de egodenkgeest, zo is hij geprogrammeerd.
En al gauw na het eerste enthousiasme van het ontdekken dat ‘ik’ de maker ben van mijn eigen leven komt het oude patroon gewoon weer terug en is het leven weer gewoon een afwisseling van lijden en wat korte pleziertjes. En de schuld van het mislukken wordt geprojecteerd in de vorm van ‘anderen’ die het verpesten en niet willen meewerken.
Zo blijkt deze nieuwe ontdekking niets met ontwaken te maken te hebben, want er is nog steeds identificatie met een ‘ik’, dus met het lichaam.

Werkelijk ontwaken is dus het langzaam loskomen van de ‘ik’ identificatie, het loskomen van de identificatie met geprojecteerde vormen en situaties en het terug herinneren van de bron, de denkgeest. En nu kan in plaats dat voor de egodenkgeest gekozen wordt, met als doel de droom aangenamer te maken, nu gekozen worden voor HG/J denkgeest, de niet oordelende projecterende denkgeest, de vergevende denkgeest, die de droom gewoon de droom laat er niet aan gaat rommelen, maar bij de oorzaak blijft, de ‘gedachte’ en het ‘geloof’ er in, en deze vergeeft.
De denkgeest die zich nu niet langer identificeert als een ‘ik’, zijnde een lichaam, ‘loopt’ nog steeds rond in zijn droom, maar zal deze niet meer proberen te fiksen, verbeteren of veranderen, de denkgeest zal nu de droom alleen nog zien als vergevingsmateriaal, terwijl de rol ‘gewoon’ gespeeld wordt en de ‘normale’ regels van het spel gewoon gevolgd worden, maar nu, na vergeving, ontdaan van elke zonde, schuld en angst projectie.

Normaal blijven doen, is dus niet een ander meer ‘spiritueel pakje’ aantrekken, omdat we denken en geloven dat spiritualiteit en de Cursus doen over gedrag gaat.
Wel zal de keuze voor ‘Jezus/HG’ als leraar in plaats van het ego gewoon meer rust brengen en dit zal zich kunnen weerspiegelen in zoals de Cursus zegt:

‘Er is een manier om in de wereld te leven die niet van deze wereld is, ook
al lijkt ze dat wel te zijn. Je verandert niet van uiterlijk, hoewel je vaker
glimlacht. Je voorhoofd is sereen, je ogen staan rustig’ (WdI.155.1:1-3).

Dat betekend dus niet dat ik mijn gedrag, mijn uiterlijk ga aanpassen en steeds probeer te blijven glimlachen, m’n voorhoofd sereen en m’n ogen rustig probeer te houden, terwijl ik van binnen duidelijk voor de egodenkgeest heb gekozen en moordneigingen heb.

De Cursus heeft het hier niet over gedrag, maar over de staat van de denkgeest.
En op dat vlak zijn er maar twee mogelijkheden: of ik kies voor en denk vanuit egodenkgeest of ik kies voor en denk vanuit Heilige Geest denkgeest, waarbij kiezen voor egodenkgeest is kiezen voor afscheiding en kiezen voor Heilige Geest denkgeest kiezen voor Eenheid is.

 

 

We zeggen wel eens de wereld, het heelal, de natuur is een wonder en dat is ook zo, alleen is het een ego wonder, oftewel een magisch wonder, waarvan we geloven dat het ‘echt’ is.
Dus eigenlijk is alles wat we zien een wonder er bestaan alleen maar wonderen, met dit verschil dat het projecties zijn vanuit de egodenkgeest of vanuit HG Denkgeest.
Dus het is niet zo dat de uitdrukking ‘magisch wonder’ iets speciaals is, bijvoorbeeld met zwarte kunst, geesten, toveren, het mysterie, hoger machten enz. te maken heeft, nee het hele idee van het bestaan van de egodenkgeest is een magische gedachte en dus een illusie. Dat wat we denken te zijn, een lichaam is voortgekomen uit magisch denken, ademen is dus ook magie, en verder elke gedachte over vormen, dingen en situaties komt voort uit magisch denken.
Alles wat de egodenkgeest projecteert is magie, wij zijn voortdurend met magie bezig elke stoel, boom, mens, kiezelsteen, paperclip, pc, handdoek, boek, kerk, berg, geesten, spoken, lichamen en alle andere miljarden voorwerpen en situaties zijn een projectie ontstaan vanuit dit magisch denken en met de focus op het stoffelijke en met als doel het voortdurend veranderen van de stoffelijke vormen.
Dus er is ook geen onderscheid in wat wel of niet magisch is, de hele wereld is magisch ontstaan vanuit magisch ego denken en het geloof daarin.
We maken van ‘niets’ ‘iets’, wat nog steeds ‘niets’ is en blijft, en dat is magie. En het geloof erin maakt het schijnbaar echt.

Wij materialiseren voortdurend, dat is niet alleen weggelegd voor diegene die zich in de magie heeft gespecialiseerd of bijzondere gaven heeft, wij zijn allemaal gespecialiseerd in magie en materialiseren voortdurend we hebben de hele wereld op die manier ‘gemaakt’.
Kunnen wij zomaar voorwerpen laten bewegen, jazeker, kijk maar om je heen alles beweegt, kunnen wij genezen, jazeker we zwaaien met ons medicijntoverstokje en we genezen, kunnen we bergen verzetten, jazeker, we verzetten voortdurend alles op deze aarde. Maar we zien het niet als magie, omdat we de bron die erachter ligt, de denkgeest, niet willen zien, daardoor lijken alle stoffelijke dingen autonoom te zijn, op zichzelf te staan, niet meer onder invloed te staan van hun maker de denkgeest, het stoffelijke lijkt nu zichzelf te maken, de mens maakt de mens, maakt al het stoffelijke. Ondertussen maakt nog steeds de (ego)denkgeest alles, maar het zicht daar op is verdwenen, vergeten.
Dat wat we de wereld noemen is aan bepaalde regels gebonden, die we ‘normaal’ noemen, je verzet geen berg door gedachtekracht, maar door een andere stoffelijke vorm daarvoor te gebruiken, je geneest of maakt iemand ziek, niet door bepaalde geheimzinnige speciale gedachtes, maar via medicatie of operatie, en we zijn vergeten dat dit allemaal ‘gedaan’ wordt door de egodenkgeest en niet door de stoffelijke vormen te gebruiken als bron.
Die regels zijn wat we noemen cultureel en tijd gebonden en overal in de wereld gelden verschillende regels daarvoor, maar de focus en de bron is altijd gericht op de stoffelijke vormen, en het geloof daarin, de geestelijke bron de egodenkgeest is daarbij verdrongen.

Het oordeel ‘fout’ leggen op zgn. magie is niet verstandig, want het oordeel ‘fout’ is het toverstokje van de egodenkgeest en vergroot juist angst.
Het woord ‘magie’, net als ‘speciaal’, heeft in vooral Cursus kringen nogal een bijsmaak gekregen en ‘mag’ eigenlijk niet gezegd worden, zo lijkt men te denken.
Niet handig, want als je dit geloofd betekend het ook dat ‘ademhalen’ fout is, want als het ego magie is, is alles van het ego magie en niet sommige dingen wel en andere weer niet.
Blijf wel ‘normaal’ doen en probeer je ego kostuum niet om te ruilen voor een heiligboontje ego kostuum, dat schiet niet op.
Het is gewoon ‘niets’ magie is ‘niets’, niet het ‘niets’ van het ego, wat altijd ‘iets’ lijkt, maar het ‘niets’ van HG/J Denkgeest, wat dus tevens Alles is.
Ook de magische egowonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid, ook al lijkt dat wel zo te zijn in zijn uit geprojecteerde vormen. Ze hebben allemaal hun oorsprong in één nietig dwaas idee, het ene idee en geloof dat afscheiding van de Bron mogelijk is.
Het is dus zaak niet ego magie als zijnde verkeerd te bestempelen, en deze op ego niveau te veranderen, maar deze over te dragen aan het werkelijke gedeelte van de denkgeest, HG Denkgeest dat is iedere keer weer wat de Cursus onderwijst, niet goed of fout, maar terugkeren naar de Juist-gerichte denkgeest.
Zolang we de bron de egodenkgeest niet willen zien als de bron, blijft het geloof en dus de zonde, schuld en angst ervoor voortbestaan.
Want alleen het geloof in zonde, schuld en angst is de sluier die de bron aan onze aandacht onttrekt, slechts één gedachte vormt deze sluier, één gedachte van afscheiding. Maar doordat angst zich heeft vermomd in miljarden en miljarden projecties, lijkt die muur ondoordringbaar en onverwoestbaar. Maar dat is niet zo, slechts één gedachte doet deze gedachte-muur verdwijnen.
En alleen door het doorzien van alle projecties die we zelf gemaakt hebben en door deze, als we daar aan toe zijn, stuk voor stuk ons geloof erin los te laten en zien voor wat ze zijn, egogedachtes, en deze te vergeven zal het ware wonder zich openbaren, het wonder dat ons terug zal laten herinneren in wat we werkelijk zijn Geest en één in God.

 

Alles wat we denken te zien is gebaseerd op geloof.
De wereld is een projectie vanuit zonde, schuld en angst, en enkel ons geloof erin lijkt het echt te maken.
Het is niet het geloof in de vorm waarin het zich uit projecteert, maar het geloof in zonde, schuld en angst.
Als ik me volledig identificeer met het lichaam en ook met andere lichamen, dingen en situaties, dan is niet de identificatie het probleem, maar het geloof er in.
Niet de identificatie ermee maakt het ogenschijnlijk echt, maar het geloof in de identificatie.
Ik kan als denkgeest die zich volledig identificeert met het lichaam volledig opgaan in wat ik doe in enige vorm, maar ondertussen doe ik niets en gebeurt er niets, ik geloof alleen dat ik iets doe en dat er iets gebeurt.

‘Waarom komt het jou vreemd voor dat geloof bergen kan verzetten? Dit
is een klein kunstje voor zo’n kracht. Want geloof kan Gods Zoon geketend
houden zolang hij gelooft dat hij in ketenen zit. En wanneer hij eruit
wordt bevrijd, komt dit simpelweg doordat hij niet langer in ketenen gelooft,
en zijn geloof dat ze hem kunnen vasthouden eruit terughaalt, om
dat in plaats daarvan in zijn vrijheid te stellen. Het is onmogelijk eenzelfde
geloof te stellen in tegengestelde richtingen. Het geloof dat je aan
zonde hecht, ontneem je aan heiligheid. En wat je schenkt aan heiligheid
is onttrokken aan de zonde.
Geloof, overtuiging en visie zijn de middelen waarmee het doel van heiligheid
wordt bereikt. Door middel daarvan leidt de Heilige Geest jou
naar de werkelijke wereld, weg van alle illusies waarin jij je geloof had gesteld.
Dit is Zijn richting, de enige die Hij ooit ziet. En wanneer jij afdwaalt,
herinnert Hij jou eraan dat er maar één is. Zijn geloof, Zijn overtuiging
en Zijn visie staan jou allemaal ter beschikking. En wanneer jij ze
volledig hebt aanvaard in plaats van die van jou, zul je ze niet langer
nodig hebben. Want geloof, visie en overtuiging hebben alleen betekenis
vóór de staat van zekerheid wordt bereikt. In de Hemel zijn ze onbekend.
Maar toch wordt de Hemel door middel hiervan bereikt.
Het is onmogelijk dat het de Zoon van God aan geloof ontbreekt, maar
hij kan wel kiezen waaraan hij het wil hechten. Ongeloof is niet een gebrek
aan geloof, maar geloof in niets. Het ontbreekt het geloof in illusies
beslist niet aan macht, want daardoor gelooft de Zoon van God juist dat
hij machteloos is. Zo heeft hij geen geloof in zichzelf, maar gelooft hij
sterk in zijn illusies over zichzelf. Want jij hebt geloof, waarneming en
overtuiging gemaakt, als middel om zekerheid te verliezen en zonde te
vinden. Deze dwaze richting was jouw keuze, en door je geloof in wat je
koos heb jij gemaakt wat je verlangde’ (T21.III.3,4,5).

Geloof is dus een egodenkgeest mechanisme dat het mogelijk maakt een wereld te maken die er niet kan zijn.
Dit geloof in handen van Heilige Geest symbool voor de Juist-gerichte denkgeest (ver)geven helpt ons juist terug te herinneren in wat we zijn; denkgeest en niet een lichaam.

Het inzicht ‘niets’ te weten, zoals de Cursus dat zo mooi beschrijft:

‘Doe eenvoudig dit: wees stil en leg alle gedachten terzijde over wat jij
bent en wat God is, alle ideeën die je hebt geleerd ten aanzien van de wereld,
alle beelden die je hebt van jezelf. Maak je denkgeest leeg van alles
waarvan hij denkt dat het waar of onwaar, goed of slecht is, van iedere gedachte
die hij waardevol acht en van alle ideeën waarvoor hij zich
schaamt. Houd vast aan niets. Breng geen enkele gedachte met je mee die
het verleden je heeft geleerd, en geen enkele overtuiging die je vroeger
ooit aan wat ook hebt ontleend. Vergeet deze wereld, vergeet deze cursus,
en kom met volkomen lege handen tot jouw God’ (WdI.189.7:1-5).

En dan zien we dat enkel het geloof-mechanisme van de egodenkgeest, dus niet het geloof in ‘iets’, maar het geloof als denkgeest-mechanisme, er voor zorgt dat we denken een lichaam te zijn in een wereld waar van alles gedaan moet worden.
Ik geloof dat ik hier als lichaam achter mijn pc zit een tekst te tikken en het is enkel en alleen het geloof hierin dat het maakt dat het zo lijkt te zijn. En dat kan heel bedreigend voelen, omdat ik geloof dat het bedreigend is. Want dat geloof houd alles netjes op z’n plek, zo lijkt het, omdat ik ook daarin weer geloof. Haal het geloof weg en alles verdwijnt, en dat is ook weer een geloof.
Zonde, schuld en angst het verdedigingsmechanisme van de egodenkgeest, kan alleen schijnbaar bestaan als erin wordt geloofd.
Het is niet voor niets dat geloof met hand en tand verdedigt wordt, want waar zouden we zijn zonder geloof. En dan bedoel ik niet specifiek geloven in iets en dat loslaten, want nogmaals dat is niet waar de angst vandaan komt.
Geloof is het houvast van angst, zonde en schuld, het houvast van de egodenkgeest.
Vergeef dit geloof in zonde, schuld en angst en de denkgeest is vrij.

 


Listening in Silence

 

Being a listener,

Listening to the soft Whisper growing stronger bit-by-bit,

Leaving behind the daily shrieks of time,

The gentle, reassuring Whisper that I listen to,

Listening full of devotion, and attention,

Listening to the unifying Silence

That whispers a forgotten melody—

What else is there but to follow it

To where I belong

And awaken to the soft embrace

Of changeless,

Silent Love.

Joseph Ignaz Mildorfer

Bach Pinkstercantate,
Johann Sebastian Bach, Cantata “O ewiges Feuer, o Ursprung der Liebe”, BWV 34:

http://youtu.be/GcXgTnaK924

Dit gedicht werd eerder geplaatst Pinksteren 12 juni 2011

Laatst vroeg iemand mij waarom het begrip ‘geweten’ niet in de Cursus voorkomt.
Het woord ‘geweten’ op zich komt inderdaad niet als zodanig in de Cursus voor, maar waar het aan verbonden is; ‘schuld’ is zo’n beetje het belangrijkste begrip in de Cursus.
Het geloof in schuld is immers dat waar de wereld die we hebben geprojecteerd en in geloven op is gebouwd. Dus het geloof in schuld is wat onder de loep wordt genomen in ECIW.
Het geweten is als het ware de databank van het ego waar alle schuldgedachtes die ooit zijn gedacht en nog worden gedacht en nog zullen worden gedacht opgeslagen liggen.

Wel komt het woord ‘gewetenloze’ een keer voor, als voorbeeld van de op schuld gebaseerde gedachtegang van de egodenkgeest:

‘Alle mechanismen van de waanzin zie je hier naar voren komen: de ‘vijand’,
sterk gemaakt door het waardevolle erfgoed verborgen te houden dat
het jouwe behoort te zijn, jouw gerechtvaardigde opstelling en aanval om
wat jou onthouden werd, en het onvermijdelijke verlies dat de vijand moet
lijden opdat jij jezelf redden kunt. Zo verklaren de schuldigen plechtig
hun ‘onschuld’. Waren ze niet tot deze gemene aanval gedwongen door
het gewetenloze gedrag van de vijand, dan zouden zij slechts met zachtaardigheid
reageren. Maar de zachtaardigen kunnen in een wrede wereld
niet overleven, en dus moeten ze nemen of er wordt van hen genomen’
(T23.II.10:1-4).

Ons geweten is dus de ego opslagplaats van al onze schuldgedachten, onze geconditioneerdheid.
En wordt als zodanig door de egodenkgeest als verdedigingsmiddel, als wapenarsenaal gebruikt tegen Waarheid.
Het geweten komt dus niet van God.
God staat immers voor Eenheid, Liefde, Onschuld kortom: ‘God is’ en kan dus onmogelijk iets afweten van geweten, schuld, afscheiding, verdediging, kortom ‘de wereld’. Dat maakt dus tevens het werkelijk bestaan van een wereld onmogelijk:

‘Er is geen wereld! Dit is de kerngedachte die de cursus probeert te onderwijzen.
(WdI.132.6:2-3).

De werking van het ‘geweten’ in de gedachtewereld van de egodenkgeest is dus gebaseerd op wat er in enige vorm lijkt te gebeuren en gebaseerd is op het geloof in schuld. We zien dagelijks de meest vreselijke zaken gebeuren om ons heen en in de hele wereld en we nemen het letterlijk, we identificeren ons helemaal met ons eigen lichaam en andere lichamen, dingen en situaties. We zijn ‘vergeten’ dat het projecties zijn ontstaan vanuit ons geloof in schuld en door het geloof in allerlei aangeleerde vormen van schuld die zorgvuldig worden opgeslagen in het egogeweten ontstaan onze conditioneringen.
We nemen het letterlijk en heel serieus.
Ja het gebeurt in de droom en daar gelden de droomregels en droomreacties, maar wordt het daarmee echt? Nee het blijft een droom en moet als metafoor en symbool worden gezien. Als symbool voor afscheiding, komende vanuit het geloof in zonde, schuld en angst.
Zodra we ons geloof in zonde, schuld en angst eruit terugnemen (vergeven) is het er niet meer. Want ware vergeving laat zien dat wat jij dacht dat jou was aangedaan niet heeft plaatsgevonden (WdII.1.1:1) en geen enkele invloed heeft op ‘waarheid’.
Ja, we zien nog steeds de droomfilm waarin van alles gebeurt, moorden, rampen en noem maar op, zolang we hier denken te zijn, maar we identificeren ons er niet meer mee. We herkennen het als symbolen van zonde, schuld en angst en kunnen dan als waarnemende en keuzemakende denkgeest kiezen voor er anders naar te willen kijken door de ogen van de Juist gerichte denkgeest ook HG en of Jezus genoemd in de Cursus, wat dus ook weer symbolen zijn en niet letterlijk genomen moeten worden als zijnde entiteiten die buiten ons staan en ons als ze daar even tijd en zin in hebben ons te hulp schieten.
Kijken samen met Heilige Geest en of Jezus betekend kijken vanuit de Juist gerichte denkgeest, en zo kan de inhoud van ons geweten hergebruikt worden en belangrijk vergevingsmateriaal worden.
En zo spreekt ECIW ons aan op denkgeestniveau, niet op lichaamsniveau, want dat is niet wat we zijn. Nemen we wat in de Cursus staat letterlijk, dan kan deze niet begrepen worden en zal dus ook niet werken.
Ons dagelijkse leven op dit aardse toneel is onze ‘klas’, daar gebeurt het, daar wordt de Cursus ‘gedaan’, niet door er alleen over te lezen en het denksysteem en de metafysica te doorgronden en te snappen, het moet worden ‘gedaan’, door de ervaring heen. Dat is onze speciale functie.