Fragment uit: Making Love More Manageable – A Nod to God.
Kenneth Wapnick
(02.07. mp3)

We all hear an inner voice all the time, because there is no outer voice. Just think about that. If there is no world out here there is no outer. Whom are you hearing? If there is no outer, the inner doesn’t have any meaning either. Because the word inner has only meaning as the opposite of outer. Being tall has no meaning if you have no concept of short.
Beauty doesn’t have any meaning if you have no concept of ugly.

So there is no outer. Cause there is no world, Ideas leave not there source.
So what inner voice do you hearing. Well there are two inner voices, the ego and the Holy Spirit.
There are two voices in your mind. So what make you think just because you hear inner voices it’s the Holy Spirit’s? That’s the arrogance. As long you think you are a body as long you have specific needs you hear the ego’s voice and you will swear it is the HS voices, because it is kind, it is helpful, it is sweet, its loving. But it is specific. And it makes you special, it makes you different, it makes you unique. Just as people who believe in “the other side” and they hear voices from people who have already died they automatically think that person is wise. What make you think that person knows more than you, just because they are dead?

It is so easy to let your specialness contaminate your hearing.
The problem is not hearing Gods voice the problem is undoing your specialness.
When you undo your specialness, you undo your investment in specificity you automatically hear the voice that speaks for oneness.
You don’t have to strain your ears that’s the voice.
When you silence the ego’s voice, the voice you hear is the voice of the HS.
That’s what Jesus means with to say yes means to say not no.
To say yes to God, to say yes to Jesus means you look at the ego’s no and say I don’t want that any more.
Your task is to seek and find all the barriers you placed between yourself and Truth.

This is a course in undoing. Undoing not doing.

So again be wary to people who tell you they hear a inner voice. Because they do, but you don’t know what voice it is. [ego or HS]
And typically people who truly hear the HS voice don’t make a big deal about it, because there voice is humble, its gentle, its kind its undifferentiated. It is non special. That is what this is all about do not assume you are right because an answer seem to come from Him. Be sure you ask, and then be still and let Him speak.

What we do, we speak for him. We tell Jesus what our problem is. We manage him we make his love manageable, which means we make it special, we make it specific. The only meaningful prayer is for forgiveness because you have everything, but you don’t know you have everything. So you have to undo the blocks to the awareness that you have everything and are everything. That’s a meaningful prayer.

Kenneth Wapnick

“En als je bemerkt dat je weerstand sterk en je toewijding zwak is, ben
je er nog niet klaar voor. Vecht niet tegen jezelf” (T31.I.1:6-7).

Zoals dat met alles zo gaat, als ik ergens niet aan toe bent, en toch iets doe, omdat een ander mij verteld dat dat toch wel een goed idee zou zijn, of dat het beter voor mij is, of dat die en die bepaalde methode of leergang mijn leven zal verbeteren, of de wereld zal verbeteren, dan werkt het gewoon niet, omdat ik onbewust mezelf zal saboteren en dan een ander of mijzelf of de leergang de schuld zal geven van mijn zogenaamde falen.

En omdat ik hiermee alleen mezelf aan het saboteren ben zal ik dus ook niet zien dat ik dan ook weer gewoon voor het geloof in zonde, schuld en angst kies en daar zelf voor kies, omdat ik helemaal niet iets anders wil leren zien, ook al lijk ik voor een enorme bereidwilligheid te kiezen.
De opdracht achter mijn keuze voor ego (afscheiding) is immers, de ego-bereidwilligheid: “Alles liever dan de liefde van God”
En die zogenaamde bereidwilligheid kan zich namelijk vermommen als in het aanpassen van de leergang aan de eigen zogenaamde ego-bereidwilligheid, een hele slimme sabotage truc van de egodenkgeest, waar we (keuzemakende/waarnemendedenkgeest) dus zelf voor kiezen, want de egodenkgeest is weliswaar illusoir, maar in die hoedanigheid wel schijnbaar onderdeel van de ene denkgeest lijkt het toch een  keuzemogelijkheid te zijn.
Dus nogmaals:

“En als je bemerkt dat je weerstand sterk en je toewijding zwak is, ben
je er nog niet klaar voor. Vecht niet tegen jezelf” (T31.I.1:6-7).

Als iemand echt bijvoorbeeld ECIW wil gaan doen (of iets anders) en het echt als zijn\haar pad wil zien en de denkgeest er echt aan toe is dan zal het ook werken, ook al zal het niet gemakkelijk zijn, omdat we toch al onze (ego)weerstandsgedachtes onder ogen moeten leren gaan zien, zodat we ons weer kunnen gaan herinneren dat we denkgeest zijn en niet een lichaam en kunnen leren te ontwaken uit deze vreemde onmogelijke droom van het geloof in zonde, schuld en angst.
Dat waar de denkgeest aan toe is op elk moment, is dat wat op mijn pad komt en het zal werken als ik het ook toe laat en leer luisteren naar mijn natuurlijk verlangen (het vergeten lied, zie: T21.1) terug te herinneren in Waarheid, Eenheid, Liefde, God.

“Les 185
Ik verlang de vrede van God.

Deze woorden uitspreken is niets. Maar deze woorden menen is alles.
Als je ze maar één moment kon menen, dan zou voor jou geen verdriet
meer mogelijk zijn, in welke vorm, en waar of wanneer dan ook. De
Hemel zou weer geheel tot het volle bewustzijn zijn gebracht, de
Godsherinnering totaal hervonden, en de opstanding van heel de schepping
volledig zijn beseft” (WdI.185.1:1-4).

Even een kanttekening hierbij; met “dan zou voor jou geen verdriet meer mogelijk zijn..” wordt niet bedoeld dat ik geen verdriet meer zie/ervaar en niet meer empathie kan opbrengen voor de ander, of leed en lijden negeer en alleen nog maar in mijn eigen (ego) geluksbulbje ronddrijf.
Integendeel zelfs, ik zwelg niet meer in mijn verdriet of dat van een ander. Ik neem het waar, ervaar het, maar tegelijkertijd vergeef ik mijn eigen gedachten erover, zodat het geloof in zonde, schuld en angst verdwijnen en ik juist enorm werkelijk behulpzaam zal kunnen zijn, maar nu vanuit Liefde in plaats vanuit de speciale selectieve liefde van het ego.
Geven en ontvangen zijn dan gelijk. (leestip T16.I.Ware inleving).
Zoek ik m’n heil en verlossing toch buiten mezelf, in of door een ander, of in of door iets anders en voel ik me daar afhankelijk van, dan is het enige wat ik doe en kan leren waarnemen dat ik dan opnieuw voor de leiding van de ego kant van de denkgeest heb gekozen.
Maar men kan altijd opnieuw kiezen, steeds weer oftewel het voorheen ego-script/verhaal krijgt, omdat ik dat wil en de denkgeest eraan toe is, de andere functie want ontwaken uit de illusoire droom is onvermijdelijk, omdat het al gebeurt is:

“13.Elke dag, en iedere minuut van elke dag, en elk ogenblik dat iedere minuut bevat, herbeleef je slechts het ene ogenblik waarop de tijd van verschrikking de plaats van de liefde innam. 2En zo sterf je elke dag om opnieuw te leven, tot je de kloof tussen verleden en heden oversteekt, die helemaal geen kloof is. 3Zo is elk leven: een ogenschijnlijk interval van geboorte naar dood en opnieuw naar leven, een herhaling van een ogenblik dat lang geleden al voorbij was en niet kan worden herbeleefd. 4En alle tijd is niets anders dan de waanzinnige overtuiging dat wat voorbij is nog steeds hier is en nu.
14.Vergeef het verleden en laat het gaan, want het is voorbij” (T26.V.13:1-4;14:1).

Wat ik merk is dat de uitspraak “wees lief voor jezelf” waar ik voorheen een enorme weerstand tegen voelde, want zweverig, en nog druipend van “zelfhaat” aan het verdwijnen is, oftewel van een uitspraak gezien vanuit ego aan het verschuiven is naar komende vanuit Heilige Geest, ten gevolgen van de bereidwilligheid alles te gaan leren zien als een vergevingskans. En elke waargenomen ego-gedachte/projectie precies te zien zoals het is: een ego-afscheidingsgedachte, en de manier waarop ik die keuze voor ego heb opgezet, dus het ego/afscheidingsverhaal wat ik ervan gemaakt heb, alleen nog maar als vergevingskans te zien.
Als gevolg daarvan begint het resultaat van die verschuiving op denkgeest niveau zich nu duidelijk af te tekenen.
Ik (denkgeest) probeer niet meer vanuit ego (het geloof een lijdend lichaam te zijn) het leven gemakkelijker voor mijzelf te maken, want dat is onmogelijk is gebleken, (meer hierover, zie: T31.IV.3) maar ervaar ik meer en meer door eerst mijn ego-weerstanden zonder oordeel gewoon onder ogen te leren zien en te vergeven, het resultaat daarvan is Innerlijke Onveranderlijke Vrede, die niet “bedacht” is door het nietige dwaze ego “ikje”-idee.
En dat voelt heel natuurlijk, zonder pieken of dalen. Niet verkregen door mijzelf steeds in het licht te mediteren, maar door te leren durven kijken olv HG/J naar alle blokkades die ik tegen het Licht, Liefde heb opgeworpen:

6De cursus beoogt niet de betekenis van liefde te onderwijzen, want dat gaat wat onderwezen kan worden te boven. 7Hij beoogt echter wel de blokkades weg te nemen voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde, die jouw natuurlijk erfgoed is. 8Het tegendeel van liefde is angst, maar wat alomvattend is kent geen tegendeel”(In.1:6-8).

Over wat in de Cursus omschreven wordt als “het autoriteitsprobleem”.
Elke projectie, elke persoonlijke ervaringen die we als lichaam denken en geloven te hebben in onze zogenaamde “wereld”, is niets meer of minder dan een uiterlijke weergave van een innerlijke toestand. En die innerlijke toestand, zolang er het geloof is een lichaam te zijn is een denkgeest toestand van het geloof in zonde, schuld en angst.
Met nadruk op “geloof”, want dat is het. Als het geloof (gezien/ervaren als uiterlijke weergave) ergens in stopt, dan stopt die “innerlijke (ego)denkgeest toestand” en wordt de bijbehorende projectie niet meer ervaren als iets wat zondig is, schuld en angst oproept (voor straf/wraak).

Iedere keer dat ik gedachtes van onvrede waarneem, komt dat vanuit de keuze voor het geloof in ego=afscheiding, en tegen God=Éénheid. (Dus niet om de reden die ik denk.)
Oftewel de keuze voor de zelfbedachte autoriteit van het ego als verdediging tegen de altijd aanwezige liefdevolle, Natuurlijke, Non-dualistische Autoriteit van ‘God’, waarin eigenlijk helemaal geen spraken is van wat voor autoriteit dan ook en alleen ‘God IS’ mogelijk is.
Maar ja dat geeft meteen de beperking van ‘woorden’ weer. Woorden die alleen mits vertaald door de keuze voor Heilige Geest, oftewel Juist-gericht vertaald een Juist-gerichte vertaling van het woord autoriteit kunnen weergeven.
De keuze is aan de lezer voor welke leiding gekozen wordt, voor ego of voor Heilige Geest, tijdens het lezen van deze tekst.

De keuze voor ego autoriteit is te herkennen aan de projecties die vanuit deze keuze opdoemen op “het scherm”, de film van mijn/ons/het leven.
Het leren waarnemen van wanneer ik tegen de natuurlijke, Liefdevolle en Non-dualistische Liefde van God kies, kan ik terug zien in al mijn projecties.
De projecties van dit autoriteitsprobleem, waarbij de zogenaamde autoriteit van God door het ego geherinterpreteerd en vervangen wordt, kunnen op twee manieren uitzien, want ego laat altijd van wegen zijn dualistische aard twee kanten zien:

1. haat voor alles wat ervaren wordt als autoriteit, of
2. Speciale liefde, het opzoek gaan naar een autoriteit die als idool gezien kan worden.
Beide ego kanten, mogelijkheden, beelden de angst voor God/Éénheid uit.

Keuze 1 projecteert een verhaal waarbij alles wat maar autoriteit uitstraalt bestreden moet worden.
Keuze 2 projecteert een verhaal waarbij alles wat maar autoriteit uitstraalt aanbeden wordt.
Beide projecties zijn uitwisselbaar want de speciale haat kan zomaar ineens omkeren in speciale liefde en omgekeerd.

Dit is terug te zien in onze eigen projecties die getuigen van deze keuzes, zoals het aanbidden of haten van zogenaamde “leiders”, op elk gebied van onze samenleving van wat we zien als de hoogste autoriteit de baas van een land, of wat wordt gezien als de hoogst haalbare autoriteit op het gebied van religie/spiritualiteit, de paus of een of andere bekende goeroe t/m de autoriteit ervaren op het werk, of door kinderen binnen een gezin tov, de ouders/opvoeders en verder elke variatie op het idee van “autoriteit” die maar te bedenken valt.

Wat erachter al deze enorme schijnbare muur van projecties schuil gaat is slechts één oorzaak, de angst voor God, gekenmerkt door gevoelens die terug te herleiden zijn tot het afscheidings-gereedschap van het ego: zonde, schuld en angst, die getuigen tegen de natuurlijke, Liefdevolle, Non-dualistische Liefde van God.

ECIW begeleidt ons in dit proces van bewustwording en het terugbrengen van al deze schijnbaar ontelbare keuzes naar één oplossing gemaakt door de keuzemaker, de denkgeest die tenslotte zal leiden tot een denkgeest verschuiving van de in eerste instantie altijd eerste keuze voor ego naar de bewust waarnemende/keuzemakende denkgeest welke opnieuw kan kiezen, nu voor Heilige Geest Denkgeest. Een proces van leren kijken olv Heilige Geest/Jezus.
Wat wil zeggen leren ‘kijken’, ‘waarnemen’ zonder oordeel.
En dat gebeurt vanZelf als we de verantwoordelijkheid gaan nemen voor ons enige werk/taak hier in deze schijnbare wereld van projecties, namelijk door al onze oordelen onder ogen te gaan zien en alleen nog maar als vergevingsmateriaal en vergevingskans te laten her-gebruiken.
Meer valt er niet te doen…

Het kan behulpzaam zijn voor jezelf eens een lijstje te maken van door jezelf waargenomen projecties van de keuze voor ego autoriteit. Als ik goed en eerlijk durf te kijken, wat alleen kan olv HG/J (Juist-gerichte denkgeest) zit dat autoriteitsgevoel en de keuze ervoor eigenlijk wel in iedere egogedachte. Want elke ego-gedachte verbeeldt immers de weerstand tegen God. Zodoende kan elke gedachte de andere functie krijgen die van vergevingsmateriaal en een vergevingskans, want uiteindelijk is vergeving onze enige functie (WdI.62).
En het natuurlijk gevolg van Ware Vergeving, is dat “het licht van de wereld” zijn de natuurlijke staat van het hele ene Zoonschap is, zonder één enkele uitzondering.


Het hele ene ego-script, het (onmogelijke) script van afscheiding van Één, leek te ontstaan als dat ene nietige dwaas idee dat afscheiding van Één mogelijk zou kunnen zijn. 
Door dat ene nietig dwaze (onmogelijke) afscheidingsidee leek er een afgescheiden bewustzijn (dualiteit) te ontstaan uit onveranderlijk Één (non-dualiteit), wat dus een onmogelijk nietig dwaas idee was en is.
Waarom!? in hemelsnaam, vraagt de nu zogenaamde dualistische bewuste denkgeest zich theatraal af?
Juist in het “waarom!?” ligt tevens het antwoord. Het “waarom” impliceert namelijk dát er iets gebeurt is. De “waarom” is geen eerlijke vraag het is een ego vraag. het houdt enkel en alleen afscheiding van Één in stand. Want nu lijkt er echt iets gebeurt te zijn en moet er een antwoord gevonden worden. Maar er is geen antwoord, want onveranderlijk Één heeft geen “waarom” nodig, Één is Één, punt.
Het “waarom” houdt juist het idee van een onmogelijke afscheiding van Één in stand.
Één is twee geworden, het non-dualistische Weten heeft zich schijnbaar opgesplitst in een onmogelijke, onnodige vraag die om een antwoord vraagt. Die ene onmogelijke afsplitsing splitst zich verder op in een eindeloze reeks onmogelijke “waarom?” vragen en de jacht op onmogelijke antwoorden lijkt een reeks van mogelijkheden te starten in een horizontale beweging van ruimte en tijd. Een “doodlopend spoor”…

Dit hele ene nietig dwaas idee explodeert (deling) in miljarden schijnbaar aparte ideetjes, oftewel het hele ene egodenkgeest-bewustzijns-script is in één keer geschreven en speelt al die schijnbaar aparte deeltjes-verhalen in één keer allemaal tegelijkertijd af.
Elk zogenaamd nieuw idee dat in het bewustzijn lijkt op te komen is een herhaling van dat ene nietig dwaas idee dat zich schijnbaar heeft opgesplitst in ontelbare zogenaamde nieuwe ideetjes.
Gulzig, tevens krankzinnig geworden van angst graait de ene nu in afscheiding gelovende egodenkgeest die nu ook aan meervoudigpersoonlijkheidssyndroom lijdt van wegen de schijnbaar mogelijke opdeling van het ene nietig dwaze bewustzijns idee, in de enorme voorraad aan mogelijke ideeën in een poging om van het knagende gevoel van ergens weten dat er “iets” onmogelijks aan de hand is af te komen door het te verbergen onder bergen van waanbeelden (projecties).

Het script is geschreven, alle mogelijkheden elke ego gedachte, elke projectie is er in één keer en die ene keer stuitert nu over een tijdlijn, als een filmrol met allemaal afzonderlijke beeldjes die één film lijken van wegen het voortrazen over een schijnbare ruimte/tijdslijn.
Binnen die tijdslijn, binnen de egodenkgeest lijken er miljarden keuzemogelijkheden te zijn.

Inzoomend op één nietig dwaas idee een schijnbaar apart “ikje” betekent dit dat alles wat ik doe, dus ook dat ik nu zit te typen achter mn pc, in het ego script staat. Letterlijk elke adembeweging, elke hartklop, elke celdeling, elke beweging, kortom elke geprojecteerde gedachte, want dat zijn het, geprojecteerde gedachten, is wat het ego script nu is. Ook de gedachte en projectie dat een “ik” hier zit achter “mijn” pc staat in het ego script.
Dus als “ik” nu denk, maar wat als…. dan is die gedachte het ego script, als ik nu besluit koffie te gaan maken, dan staat dat in het script, de gedachte dat ik opschrijf dat ik de gedachte heb koffie te gaan zetten staat in het script. Kortom ik kan nooit iets denken en doen wat niet in het script staat, ook al lijkt het een keuze te zijn.
Echt niets staat niet in het script. Dus ook de gedachte die ik nu projecteer; namelijk deze gedachtes opschrijven staat in het ego script, omdat het niet niet in het ego script kan staan.  Het ego script kan in die zin niet verandert worden, omdat het besluit te veranderen, of in dit leven helderheid te krijgen ook in het script staat…. Dus alles wat ik denk en doe, altijd en overal, staat in het ego script, omdat dat is wat ik denk en doe. Daarom kan het ego script nooit fout zijn, ook dat “ik” kan denken en geloven dat het wel fout kan gaan. 
Het ego script lijkt zich dus te schrijven door middel van elke gedachte die zich uit het non-dualistische “NU” moment lijkt los te maken en zich door projectie lijkt waar te maken op de horizontale lijn van ruimte en tijd.

Met de nadruk op “lijkt”, omdat het losraken uit Non-dualisme onmogelijk is en dus nooit een “gebeurtenis” kan zijn, geweest is of zal worden.
Het hele ene ego-script, herhaalt zich met elke gedachte dat er voor ego gekozen wordt, vandaar dat het ego in elke gedachte zit en altijd eerst spreekt, omdat “we” geloven dat dat onze waarheid is.

En ieder schijnbaar afgescheiden stukje gedachte dat zichzelf los denkt te kunnen maken van het non-dualistische “NU”, lijkt nu door het besluit af te scheiden zijn eigen individuele ego script te hebben. Een egoscript waarin het de bedoeling lijkt te zijn dat we steeds keuzes moeten maken, doe ik dit of doe ik dat. Het lijkt een keuze te zijn tussen “goed” of “fout”, en we noemen dit onze vrije wil. 
Het egoscript is al geschreven met alle mogelijkheden die maar te bedenken zijn, waardoor we geloven dat we eindeloos veel keuzes hebben. Er wordt dus steeds teruggekeken op wat al gebeurt is in dat ene nietig dwaas idee, een ego script dat al geschreven is in dat ene dwaze besluit van geloven en serieus nemen dat afscheiden van Één mogelijk is. En door dat besluit rolt het “NU” ineens uit als een loper van ruimte en tijd in schijnbaar miljarden schijnbaar individuele aftakkingen elk met hun eigen variatie op het ene afscheidingsidee en lijkt het alsof elke variatie op het ene afscheidingsidee een individuele keuze is die nu “waar” lijkt en het “Ware Waar” wat onveranderlijk is gebleven vervangt.

Uiteindelijk en onvermijdelijk zal het ene nietig dwaas idee dat dat wat niet gebeurt kan zijn, namelijk dat afscheiden van Één mogelijk is oplossen in zijn eigen onmogelijkheid, doordat alle schijnbare (ego)keuzemogelijkheden, teruggebracht worden tot nog maar één keuze, de keuze voor Heilige Geest denkgeest, welke symbool staat voor de onverbrekelijke nooit verbroken verbinding met Één.
Elk door de nu bewust waarnemende denkgeest waargenomen egogedachte die nu in plaats van voor afscheiding kiest voor terugherinneren in waar het nooit uit is weggegaan: non-dudalistsiche Éénheid (God), draagt, (ver)geeft nu al zijn ego-verhalen stuk voor stuk over aan de Heilige Geest/Jezus kant van de denkgeest waardoor het ene nietig dwaas idee oplost in zijn eigen onmogelijke dwaasheid.
Kies opnieuw is het nieuwe doel en functie van elke waargenomen ego-afscheidingsgedachte…
De voorheen “waarom” vraag heeft dan nog maar één antwoord, waardoor het ene nietig dwaas idee dat afscheiding een mogelijkheid is oplost in “God IS”:

“5.Eenheid is eenvoudig het idee: God is. 2En in Zijn Wezen omvat Hij alles. 3Geen enkele denkgeest bevat iets anders dan Hem. 4We zeggen: ‘God is’, en doen er dan het zwijgen toe, want in die wetenschap verliezen woorden hun betekenis. 5Er zijn geen lippen om ze uit te spreken en er is geen deel van de denkgeest onderscheiden genoeg om te voelen dat hij zich nu gewaar is van iets dat niet hijzelf is. 6Hij heeft zich verenigd met zijn Bron. 7En als zijn Bron Zelf, is hij alleen maar.
6.We kunnen hierover absoluut niet spreken, schrijven, en niet eens denken. 2Het komt tot elke denkgeest, wanneer het totale inzicht dat zijn wil de Wil van God is, volkomen is gegeven en volkomen is ontvangen. 3Het brengt de denkgeest terug in het oneindige heden, waarin verleden en toekomst niet denkbaar zijn. 4Het ligt voorbij verlossing, voorbij elke gedachte aan tijd, voorbij vergeving en het heilige gelaat van Christus. 5De Zoon van God is eenvoudig opgegaan in zijn Vader, zoals zijn Vader in hem. 6De wereld is er helemaal nooit geweest. 7De eeuwigheid blijft een constante staat.
7.Dit gaat de ervaring die we proberen te versnellen te boven. 2Toch brengt vergeving, onderwezen en geleerd, de ervaringen met zich mee die getuigen dat het tijdstip dat de denkgeest zelf bepaald heeft om alles op te geven behalve dit, nu nabij is. 3We bespoedigen het niet in die zin dat wat jij zult bieden verborgen was voor Hem die de betekenis van vergeving onderwijst.
8.Alle leren was reeds in Zijn Denkgeest, volledig en volbracht. 2Hij zag alles wat de tijd bevat en gaf het aan elke denkgeest, opdat elk bepalen kon, vanaf een punt waar de tijd ten einde is, wanneer hij tot openbaring en eeuwigheid wordt bevrijd. 3We hebben eerder al meermalen herhaald dat je enkel een reis maakt die voorbij is” (WdI.169.5,6,7,8).

Leren kijken naar en het opmerken, herkennen en erkennen van de eigen egogedachtes als waarnemende denkgeest is wat nodig is om ware vergeving te kunnen toepassen.
Dit proces van leren observeren vanuit waarnemende denkgeest lijkt op het eerste gezicht misschien ook weer een vorm van afscheiding, immers het lijkt of iets moet leren kijken naar iets anders.
Dit is niet zo, het is niet wat het lijkt, want, er is alleen Geest, héél en één in God, volmaakt non-dualistisch, zonder tegendelen, zonder bewustzijn, of onderbewustzijn, “We zeggen God is en doen er dan het zwijgen toe”:

5.Eenheid is eenvoudig het idee: God is. 2En in Zijn Wezen omvat Hij alles. 3Geen enkele denkgeest bevat iets anders dan Hem. 4We zeggen: ‘God is’, en doen er dan het zwijgen toe, want in die wetenschap verliezen woorden hun betekenis. 5Er zijn geen lippen om ze uit te spreken en er is geen deel van de denkgeest onderscheiden genoeg om te voelen dat hij zich nu gewaar is van iets dat niet hijzelf is. 6Hij heeft zich verenigd met zijn Bron. 7En als zijn Bron Zelf, is hij alleen maar. 6.We kunnen hierover absoluut niet spreken, schrijven, en niet eens denken. 2Het komt tot elke denkgeest, wanneer het totale inzicht dat zijn wil de Wil van God is, volkomen is gegeven en volkomen is ontvangen. 3Het brengt de denkgeest terug in het oneindige heden, waarin verleden en toekomst niet denkbaar zijn. 4Het ligt voorbij verlossing, voorbij elke gedachte aan tijd, voorbij vergeving en het heilige gelaat van Christus. 5De Zoon van God is eenvoudig opgegaan in zijn Vader, zoals zijn Vader in hem. 6De wereld is er helemaal nooit geweest. 7De eeuwigheid blijft een constante staat(WdI.169.5,6).

Voor de gewaarwordende, waarnemende denkgeest die ervoor kiest te vergeten dat de bron van alles wat deze denkt en gelooft te zien het lichaam, de wereld is, is deze bewering volledig abstract en is deze denkgeest die denkt en gelooft een lichaam te zijn dat autonoom is en zelfstandig denkt, niet in staat de volledigheid van “God is” te begrijpen. Bewustzijn/onbewustzijn is immers de eerste stap van de wil tot afscheiding, waardoor abstracte non-dualistische waarheid tot autonome dualistische waarheid leek te kunnen worden omgetoverd.
Non-dualisme leek nu dualisme te zijn geworden, non-dualistische Liefde (God) splitste zich op in dualistische speciale liefde/speciale haat (ego-god).
Immers als er in werkelijkheid alleen maar God is, non-dualistische Éénheid, Waarheid, Liefde dan moet het idee van afscheiding, dualisme wel het tegenovergestelde daarvan zijn.
Dus Liefde, wordt nu haat, geplaatst op een horizontale tijdlijn van het geloof in zonde (verleden), schuld (nu) en angst(toekomst).

In de praktijk van de dromer van de droom, die droomt dat afscheiding van Één mogelijk is en zodoende dualisme tot een nieuwe waarheid heeft omgetoverd betekent dit dat de denkgeest, die heeft gekozen voor de droom als enige waarheid te zien, in een waanzinnige achtbaan rit voortgejaagd langs de tijdlijn van het geloof in zonde, schuld en angst terecht gekomen is, en vergeet dat het slechts een nachtmerrie is, gedroomd door de dromer van de droom, de egodenkgeest welke wenst autonoom te zijn, los van God.
Deze dromer van de droom, de egodenkgeest ervaart nu alleen nog maar geprojecteerde dualistische gedachtes die voortkomen uit het geloof in zonde, schuld en angst, gevoeld/ervaren als verhalen vol emoties die zich lijken af te spelen in een lichaam in een wereld.

Het kost binnen het leerproces van het leren kijken naar dit hele ego-mechanisme denksysteem jaren van oefenen in oordeelloos durven waarnemen, omdat de weerstand tegen het leren waarnemen hiervan op enorme weerstand stuit.
En niet om de reden die ik denk, niet omdat het zo zwaar is om naar mijn eigen emoties die gepaard gaan met eerlijk oordeeloos leren kijken naar al mijn gedachtes/projecties.
Het lijkt zwaar en niet te doen en lijkt juist nog meer emoties op te roepen, niet van wegen de schijnbare vreselijke situatie die wordt ervaren, maar omdat de egodenkgeest simpelweg het tegenovergestelde van Liefde (dualisme) nodig heeft om zich te verdedigen tegen de Liefde van God (non-dualisme).

Dus stel, ik (egodenkgeest) is altijd wanhopig op zoek naar liefde, aandacht, bevestiging, maar ervaart altijd vroeg of laat het tegenovergestelde daarvan, haat, uitsluiting, ontkenning.
Een dualistisch mechanisme dat speelt in de hele ene egodenkgeest, uitgespeeld (geprojecteerd) in miljarden schijnbaar afzonderlijke horror verhalen.
Dit dualistische ego-mechanisme gaat gepaard met heftige emoties, die uitgeleefd worden of weggestopt (ontkend) en in de kelders van het zogenaamde onderbewuste geduldig liggen te wachten tot ze zich ook kunnen laten gelden.
Van wegen de heftigheid van de emoties lijkt het nu heel lastig, zo niet onmogelijk om naar die emoties te kijken, want te pijnlijk. Dus barst de “ik” uit in heftige emoties, of stopt ze weg (de beide dualistische zijden van het ego).
Uiteindelijk na heel lang (vele schijnbare droomlevens lang) op deze achtbaan van zonde, schuld en angst voortgeraasd te hebben, wanhopig op zoek naar liefde zonder blijvend resultaat daagt langzaam, onvermijdelijk het besef, dat er misschien toch een andere manier moet zijn:

“3.Waar ieder einde vaststaat is er geen keuze. 2Misschien wil je ze liever allemaal proberen, voordat je echt leert dat ze eender zijn. 3De wegen die deze wereld te bieden heeft lijken zeer groot in aantal, maar de tijd zal stellig komen dat ieder gaat zien hoezeer ze op elkaar lijken. 4Mensen zijn gestorven toen ze dit ontdekten, omdat ze geen andere weg zagen dan de paden die de wereld biedt. 5En toen ze inzagen dat die nergens heenleidden, verloren ze hun hoop. 6En toch was dat het moment waarop zij hun grootste les hadden kunnen leren. 7Ieder moet dit punt bereiken, en eraan voorbijgaan. 8Het is inderdaad waar dat in de wereld helemaal geen keuze is. 9Maar dat op zich is niet de les. 10De les heeft een bedoeling, en hierdoor ga je begrijpen waartoe ze dient” (T31.IV.3:1-10).

Als die gedachte opkomt in de denkgeest van de dromer van de droom en dat gebeurt onvermijdelijk vroeg of laat, dan is de denkgeest klaar om aan het proces van ontwaken uit de nachtmerrie van het onmogelijke idee van afscheiding van de Liefde van God te beginnen door te leren steeds bij elke waargenomen afscheidingsgedachte (de keuze voor egodenkgeest) opnieuw te leren kiezen.
Zodoende wordt elke voorheen afscheidingsgedachte alleen nog maar een herinnering om opnieuw te kiezen, nu niet meer voor afscheiding van de Liefde van God (de keuze voor ego), maar juist om terug te herinneren in de Liefde van God (de keuze voor HG/J), waar nooit uit is wegegaan.
De angst/weerstand om naar die vreselijke emoties te kijken verdwijnt dan langzaam stapje voor stapje en dienen uiteindelijk nog maar één doel: terugherinneren in non-dualistische Liefde.

Het op laten lossen van elk schijnbare horror verhaal dat als dromen op de tijdlijn van zonde, schuld en angst verschijnt, bedacht als resultaat van de keuze voor egodenkgeest met als enig onzinnig, onmogelijk doel, afscheiding van God, is wat ECIW “Ware Vergeving” noemt:

“Wat is vergeving? 1.Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden. 2Wat ze niet doet is: zonden kwijtschelden en ze werkelijk maken. 3Ze ziet dat er geen zonde is geweest. 4En in die zienswijze zijn al jouw zonden vergeven. 5Wat is zonde anders dan een onjuist idee omtrent Gods Zoon? 6Vergeving ziet eenvoudig de onjuistheid daarvan en laat het daarom los. 7Wat dan vrij is om nu de plaats daarvan in te nemen, is de Wil van God.
2.Een niet-vergevende gedachte is er een die een oordeel velt dat ze niet in twijfel trekt, ook al is het niet waar. 2De denkgeest is gesloten en zal niet worden bevrijd. 3De gedachte beschermt projectie en trekt haar ketenen strakker aan, zodat vervormingen meer versluierd en verborgen zijn, minder makkelijk toegankelijk voor twijfel en nog verder weggehouden van gezond verstand. 4Wat kan er komen tussen een starre projectie en het doel dat ze als haar gewenste bestemming gekozen heeft?
3.Een niet-vergevende gedachte doet vele dingen. 2In koortsachtige actie jaagt ze haar doel na, waarbij ze verwringt en omverwerpt wat ze als een doorkruising van haar gekozen pad beschouwt. 3Verdraaiing is haar doel en tevens het middel waarmee ze dat tot stand wil brengen. 4Ze doet woeste pogingen de werkelijkheid te vermorzelen, zonder zich ook maar enigszins te bekommeren om wat haar gezichtspunt lijkt tegen te spreken.
4.Vergeving daarentegen is stil en doet in alle rust niets. 2Ze schendt geen enkel aspect van de werkelijkheid, en probeert die evenmin te verdraaien tot een verschijningsvorm die haar aanstaat. 3Ze kijkt alleen, en wacht, en oordeelt niet. 4Wie niet wil vergeven, moet wel oordelen, want hij moet zijn onvermogen om te vergeven rechtvaardigen. 5Maar wie zichzelf vergeven wil, moet leren de waarheid te verwelkomen precies zoals die is.
5.Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat, via Hem die je Gids is, je Verlosser en Beschermer, sterk in hoop en zeker van jouw uiteindelijk succes. 2Hij heeft jou al vergeven, want dat is Zijn functie, Hem gegeven door God. 3Nu moet jij Zijn functie delen en vergeven wie Hij heeft verlost, wiens zondeloosheid Hij ziet, en wie Hij eert als de Zoon van God” (wdII.1).

Iedere keer dat ik (de denkgeest) bereid ben om zodra er weer een horror verhaal op “mijn” schijnbaar persoonlijke tijdlijn voorbij komt, dit alleen nog maar als een herinnering te zien dat er in plaats van nog een horror rondje te maken in de achtbaan van het ego ook een andere manier is, namelijk opnieuw te kiezen, maar nu voor waarnemen vanuit mijn waarnemende kant van de denkgeest die voor waarnemen vanuit Heilige Geest kiest. Daardoor is het doel niet om het horror verhaal te veranderen, te verbeteren, maar om de denkgeest te doen laten genezen. Te laten genezen van het krankzinnige idee dat de Onveranderlijke non-dualistische Liefde van God werkelijk kan veranderen in een dualistische verzameling van horrorverhalen…

Niets werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Hierin ligt de vrede van God”
(T.In.2:1-4).