archiveren

Dagelijks archief: oktober 28, 2011

De denkgeest neemt het besluit te stoppen met projecteren van het lichaam. Er is dus nooit werkelijk een lichaam van vlees en bloed, het is en blijft een projectie. Ja en natuurlijk is dat moeilijk om te begrijpen, want de egodenkgeest is gemaakt om te ‘vergeten’ dat er überhaupt een denkgeest is, die projecteert. De egodenkgeest is er immers voor gemaakt om zich af te scheiden van Eenheid, dus alles wat vanuit de egodenkgeest komt kunnen alleen maar afscheidingsgedachtes zijn die vervolgens worden geprojecteerd in een bepaalde vorm en vervolgens vergeten we dat dat is wat er gebeurt.

De egodenkgeest is niet bewust bezig met: nu ga ik ziekte of gezondheid projecteren, of nu projecteer ik dat ik naar een dokter ga. Dat is te kort door de bocht en gedacht vanuit het kader dat wij binnen het egodenken gewend zijn.
De ene ego denkgeest is chaos, een grote droom chaos kluwe van afscheidingsmogelijkheden en scenario’s, miljoenen mogelijkheden om af te scheiden.

Al die miljoenen mogelijkheden lijken geprojecteerd te worden in afzonderlijke ego denkgeesten, die afzonderlijke lichamen projecteren.
Maar ook dat is, net als de hele ene denkgeest, schijn.

De ego denkgeest, die gemaakt is om af te scheiden, splitst zich (scheid zich af) in miljoenen verhaaltjes en projecteert daar acteurs bij die die verhaaltjes spelen en vergeet dat dit gebeurt, zodat de egodenkgeest denkt dat deze zelf al die afzonderlijke verhaaltjes en acteurs is en dus vindt er identificatie plaats met al die afzonderlijke acteurs en verhaaltjes en is de gedachte dat het allemaal bedacht is en uit geprojecteerd door één ego denkgeest uit het ‘geheugen’ van de denkgeest verdwenen.

En ja dan zit de denkgeest gevangen in het spel van de dualiteit, en ervaart verhalen van afscheiding; van ziekte, genezen worden, arm zijn, rijk zijn, gelukkig zijn, ongelukkig zijn, rechtvaardigheid,onrechtvaardigheid enz. enz. vul maar in, kijk maar om je heen.

Echter als dit hele waansysteem doorzien wordt, of zelfs als er alleen nog maar een licht vermoeden is dat er iets niet klopt, dan zeggen we dat de denkgeest ontwaakt of aan het ontwaken is en komt de herinnering van hoe het echt zit naar boven drijven.

De Cursus kan je als symbool zien, naast anderen paden,van het zich herinneren en het vermoeden hebben dat er een andere manier moet zijn, dat er iets niet klopt.

Als dat besef begint te dagen, dan begint het proces van het loslaten van dat hele ego gebeuren, van het geloven in de waarheid van al die miljoenen verhalen en jouw schijnbaar eigen verhaal in het bijzonder.

Wat er dan gebeurt is een verschuiving van egodenkgeest, van de afgescheiden denkgeest, terug naar de ene Denkgeest. Dit is een proces wat zich stap voor stap afspeelt in de tot ontwaken bereid zijnde denkgeest. De Cursus helpt ons daarbij als een brug met als symbolisch gids hierbij ‘Jezus’ en/of De Heilige Geest.

Want deze overgang – terug naar de ene Denkgeest – kan natuurlijk niet gebeuren door de egodenkgeest zelf, want deze kan zich ook heel spiritueel voordoen, maar  het is dan,als je goed kijkt en voelt vooral, gewoon weer een ander toneelstukje van afscheiding. Het geeft nooit dat vredige rustige gevoel dat je hebt als je samen met je innerlijke gids Jezus en of HG ernaar kijkt.
Vervolgens zullen al deze verhaaltjes en ervaringen,her-gebruikt worden, maar nu als vergevingsmateriaal. Dus de Cursus zegt niet dat het ego vernietigd moet worden, nee het is slechts een gedachte die gecorrigeerd mag worden, door het een andere functie te geven, niet die van afscheiding, maar van poorten waardoor teruggekeerd wordt naar de herinnering één met God te zijn.

Het klinkt misschien abstract, maar ik ervaar het als zeer praktisch in het leven in de droom, het bood mij en biedt mij nog steeds een weg uit de droom terug in de werkelijkheid van de Geest rustend in God die‘we’ in werkelijkheid zijn. Alle gevoelens die ik, en iedereen heeft, van verlangen, van het verlangen naar iets lekkers, tot het verlangen van iets schijnbaar groters (vul zelf maar in), zijn terug te voeren tot het diepe verlangen terug te willen keren in God, waar ‘we’ nooit uit zijn vertrokken.